Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Jaarverslag Ministerie van Defensie 2021 (Kamerstuk 36100-X-1)
2022D26252 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Minister van Defensie over het Jaarverslag Ministerie van Defensie 2021 (Kamerstuk
36 100 X, nr. 1)
De voorzitter van de commissie, De Roon
De adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
De leden van de VVD-fractie verzoeken het kabinet meer inzicht te geven bij de door
de Algemene Rekenkamer geconcludeerde structurele zwakheden in de bedrijfsvoering
van het Rijk, daar ook specifiek Defensie wordt genoemd als het gaat om de onderliggende
oorzaken als onvoldoende bezetting van financiële en ondersteunende functies. Deze
leden zijn echter realistisch en voorzien dat de problemen op dat vlak eerder zullen
toenemen dan afnemen. Desondanks verzoeken zij het kabinet in te gaan op welke wijze
het kabinet deze problemen wil ondervangen, daar er flink meer investeringen in het
vooruitzicht zijn gesteld.
De leden van de VVD-fractie zien dat er, mede als gevolg van het voorgenoemde, ook
een toename is van het ingehuurde personeel en achten dat een vooralsnog noodzakelijke
maar op lange termijn onwenselijke ontwikkeling. Deze leden vragen het kabinet nader
in te gaan op de zorgelijke signalen uit de organisatie dat er met inhuur ook veel
onervarenheid en onvoldoende kennis van de krijgsmacht binnenkomt. Voorts vragen deze
leden of het kabinet hun mening deelt dat deze ontwikkeling Defensie op meerdere manieren
duur kan komen te staan in de toekomst. Deze leden vragen het kabinet verder in te
gaan op welke wijze het kabinet de inhuur wil terugdringen.
De leden van de VVD-fractie merken op dat de personeelsrapportage, net als de reeds
besproken Veteranennota, meer verwordt tot een glossy dan een document waar trends,
informatie en cijfers uit gehaald kunnen worden. Deelt het kabinet de mening van deze
leden dat in navolging van de Veteranennota ook de personeelsrapportage een grondige
herziening dient te krijgen, zodat zowel Defensie als de Kamer meerjarig inzicht krijgt
in de ontwikkelingen en trends binnen de krijgsmacht? Is het kabinet ook bereid vollediger
te rapporteren over de uitvalspercentages en op welke momenten, waar en met welke
redenen dit in het opleidingstraject gebeurt? Zo vragen deze leden.
De Algemene Rekenkamer constateert dat er ruim 1 miljard euro aan onrechtmatigheden
bij de aanbestedingen van Defensie zijn. De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet
in orde van grootte aan te geven welke projecten dit betreft en met welke redenen
dit volgens de Algemene Rekenkamer als onrechtmatig bestempeld wordt. Bovendien merken
deze leden op dat zowel de Auditdienst Rijk als Defensie de conclusies van de Algemene
Rekenkamer niet onderschrijven. Deze leden vragen het kabinet dan ook op welke wijze
zij gaat voorkomen dat dit een langslepende en semantische discussie wordt in de toekomst,
omdat dit Defensie onderaan de streep draagvlak en mogelijk op lange termijn ook geld
gaat kosten.
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat de signalen van de Algemene Rekenkamer
niet in de wind moeten worden geslagen. De vier onvolkomenheden, waarvan vastgoed
als «ernstig» te boek staat, zijn hardnekkig. Buiten het IT-beheer en Vastgoed – de
Staatssecretaris heeft vorige maand een startschot gegeven met het Vastgoedplan –
lijkt er volgens deze leden ook weinig beweging in de zaak te zijn. Naast de tekortkoming
in het inkoopbeheer, mede als gevolg van de personele problemen, achten zij de onvolkomenheid
in het munitiebeheer misschien even hardnekkig als verbazingwekkend. Defensie kreeg
in 2011 al één van de destijds 22 tikken op de vingers vanwege het munitiebeheer.
Er volgde een plan van aanpak, maar het probleem met het munitiebeheer wordt maar
niet opgelost. De leden van de VVD-fractie verzoeken het kabinet dan ook in te gaan
op waar de grootste tekortkomingen en uitdagingen liggen bij het munitiebeheer, en
op welke wijze zij dit dossier gaat vlottrekken. Voorts vragen deze leden het kabinet
om met een plan van aanpak te komen om de structurele problemen in het munitiebeheer
op te lossen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de verantwoordingsstukken
over het jaar 2021. Deze leden hebben nog enkele vragen.
Met betrekking tot het Jaarverslag en de Slotwet zijn de leden van de D66-fractie
bezorgd over de ernstige onvolkomenheid in het vastgoed van Defensie. Ook constateren
deze leden dat het departement hard werkt om verbetering aan te brengen. Wat ziet
de Staatssecretaris als allergrootste uitdaging in het oplossen van het vastgoeddossier?
Kan de Staatssecretaris daarnaast aangeven wat er exact gedaan is met de middelen
die zijn vrijgemaakt met de motie Hermans c.s. (Kamerstuk 35 925, nr. 13)? Kan het kabinet tevens toelichten waarom de verplichtingen in de Slotwet 4 miljard euro
lager uitvallen dan geraamd ten tijde van de Najaarsnota, en waarom dit niet (deels)
eerder was te voorzien? Zo vragen de leden van de D66-fractie.
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de duur van midlife-updates van de
bovenwaterschepen van de marine. Zij vragen of de Staatssecretaris hun mening deelt
dat een grotere betrokkenheid van de private maritieme industrie wellicht de duur
van midlife-updates kan verkorten en daarmee de vaartijd van schepen omhoog kan. Zo
nee, waarom niet? Zo ja, dan vragen deze leden of de Staatssecretaris van mening is
dat er op dit moment een goede balans is in uitvoering door de marine enerzijds en
de industrie anderzijds.
De leden van de D66-fractie willen graag geïnformeerd worden over de uitvoering van
de motie Belhaj-Boswijk (35 830 X nr. 9), die de regering verzocht om het voor Kamerleden mogelijk te maken om tijdens besloten
debatten te beschikken over vertrouwelijke stukken die normaliter ter inzage liggen
bij het CIP. De achterliggende gedachte van deze motie is volgens deze leden om ervoor
te zorgen dat ook in besloten debatten op het scherpst van de snede en met de juiste
informatie gedebatteerd kan worden, bijvoorbeeld over de invulling of inzet van de
krijgsmacht in een toekomstige missie. Deze leden vragen of hier reeds een structuur
voor is opgetuigd. Zo nee, hoe is het kabinet voornemens deze motie uit te voeren?
De leden van de D66-fractie vragen of hun mening wordt gedeeld dat de regering dit
na het aannemen van deze motie moet faciliteren en het niet aan individuele Kamerleden
is om hier elke keer om te moeten vragen. Zij vragen of het kabinet hun mening deelt
dat dit de controle op de regering verbetert.
De leden van de D66-fractie merken op dat de kritische prestatie indicatoren (kpi’s)
in het jaarverslag Defensie niet compleet zijn. De prestatie indicatoren op het gebied
van gereedheid zijn moeilijk te volgen. Daarnaast zijn er geen kpi’s opgenomen voor
het DMF, wat het moeilijk maakt om de doelmatigheid van de bestedingen in het DMF
te volgen. Deze leden vragen of de Staatssecretaris bereid is om samen met de Kamer
te kijken wat voor prestatie indicatoren op het gebied van gereedheid (openbaar) opgesteld
zouden kunnen worden en of de Staatssecretaris daarnaast bereid is om kpi’s vast te
stellen voor het DMF. Zij vragen om een reflectie op het eerste jaar van het DMF en
welke lessen zijn geleerd, alsmede wat de aandachtspunten voor de komende periode
zijn.
De leden van de D66-fractie lezen dat de uitgaven aan kennis en innovatie ruim onder
de EDA-norm vallen. Zij vragen een toelichting waarom de 2% EDA-norm voor uitgaven
aan kennis en innovatie niet gehaald worden en of het kabinet die ambitie wel heeft.
Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet? Zo vragen deze leden.
Met betrekking tot de inzetbaarheidsrapportage constateren de leden van de D66-fractie
dat Defensie de Nederlandse samenleving flink heeft geholpen tijdens de coronacrisis
en de watersnood in Limburg onder kerntaak 3. Deze leden vragen hoe het kabinet terugkijkt
op deze inzet en welke obstakels Defensie hierbij heeft ondervonden. Deze leden vragen
of de inzet voor kerntaak 3 in 2021 een impact heeft gehad op de inzetbaarheid voor
kerntaken 1 en 2. Deze leden vinden het goed te lezen dat het vullingspercentage licht
is gestegen. Zij vragen dit te verklaren, hoe deze stijging wordt verklaard en welke
lessen hieruit worden getrokken. Deze leden zijn bezorgd over de grote uitstroom bij
Defensie en de mate waarin dat een impact heeft op het kennis en ervaringsniveau in
de organisatie. Hoe ziet de overdrachtsstructuur eruit bij Defensie en wordt er met
een organisatiebrede standaard gewerkt om de kennis en dossieropbouw van vertrekkende
collega’s zo goed mogelijk vast te houden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat dit?
Is het kabinet daarnaast bereid om samen met de Kamer te kijken naar andere (openbare)
prestatie indicatoren op het gebied van inzetbaarheid? Zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen over de vertragingen bij de materieelprojecten.
Deze leden willen hun zorgen uitspreken over de moeite die het DMO heeft om ervaren
technisch personeel vast te houden en weer terug te krijgen vanuit de industrie, vooral
omdat het DMO zo een belangrijke rol heeft binnen de Defensieorganisatie. Zij vragen
of de DMO over voldoende kennis, expertise en capaciteit beschikt om het beschikbare
investerings- en onderhoudsbudget op een goede manier te besteden om de materiële
gereedheid op orde te brengen. Zo nee, wat gaat het kabinet daaraan doen? Hoe wordt
ervoor gezorgd dat de DMO de planningen en budgetten realistisch gaat ramen? Welke
initiatieven worden ontplooid om verloren kennis terug te krijgen binnen de organisatie
en bestaat de mogelijkheid om technici marktconforme salarissen aan te bieden? Zo
nee, waarom niet en zou dit niet overwogen moeten worden? Zo vragen de leden van de
D66-fractie.
De leden van de D66-fractie vinden het goed te lezen dat duurzaamheid een steeds centralere
rol krijgt in de bedrijfsvoering van Defensie. Graag zouden deze leden op de hoogte
blijven van de projecten «Maritiem Masterplan voor een slimme en emissieloze maritieme
sector», «Duurzame MaterialenNL» en de andere speerpunten uit de DEOS. Wanneer wordt
de Kamer daarover geïnformeerd? Kan de Staatssecretaris daarnaast een update verschaffen
over de infrastructuur en het gebruik van biobrandstof voor de luchtmacht? Zo vragen
deze leden.
Met betrekking de personeelsrapportage vinden de leden van de D66-fractie het opvallend
te lezen dat jongeren in opleiding bij Defensie niet goed het nut inzien van wat men
doet en wat men leert bij Defensie. Zij vragen waar dit aan ligt en hoe de leraren
in de Defensieopleidingen hiermee omgaan.
In de beantwoording van de feitelijke vragen valt te lezen dat voor 41% van de ondervraagden
een gebrek aan erkenning en waardering doet concluderen dat de organisatie niet goed
bestuurd wordt. De leden van de D66-fractie vragen of het hier gaat om immateriële
erkenning en waardering of dat dit ook te maken heeft met de achterblijvende salarissen
– die nu worden verhoogd – bij Defensie. Indien het eerste het geval is, hoe zorgt
Defensie er voordat het haar kostbare en schaarse personeel beter waardeert en erkent
voor het werk wat ze doen? Heeft het gebrek aan erkenning en waardering te maken met
de harde cultuur die wellicht heerst bij Defensie? Is de Staatssecretaris van mening
dat dit de groei en de verbetering van de organisatie in de weg staat? Zo ja, waarom?
Zo nee, waarom niet? Kan de Staatssecretaris daarnaast uitleggen wat er bedoeld wordt
met «besturen aan de hand van escalaties» en «misbruik maken van de can-do mentaliteit»
en daar duidelijke voorbeelden bij geven? Zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie lezen dat blessures een belangrijke reden zijn voor leerlingen
bij Defensie om te stoppen met de opleiding. Deze leden vragen of dit een logisch
gevolg is van de aard van de opleiding en of de Staatssecretaris denkt dat dit verminderd
kan worden? Zo ja, hoe wordt daaraan gewerkt?
In het Verantwoordingsonderzoek 2021 lezen de leden van de D66-fractie dat Defensie
investeert in de processen en onderdelen die randvoorwaardelijk zijn om de groei doeltreffend
en doelmatig vorm te kunnen geven, zoals verwervings- en beheersprocessen voor materieel
en munitie. Zij vragen welke verwervings- en beheersprocessen hier worden bedoeld.
Zij ragen het kabinet deze leden mee te nemen in zowel één nieuw verwervingsproces
en één nieuw beheersprocessen en daarbij toe te lichten hoe deze de doeltreffendheid
en doelmatigheid verhogen. Hoe komen deze processen tot stand, zijn dit processen
die zijn «afgekeken» van andere organisaties of krijgsmachten of worden deze intern
ontwikkeld? Welke bondgenootschappelijke krijgsmacht kijkt Defensie graag naar om
zulke verwervings- en beheersprocessen te verbeteren? Is daarbij sprake van voldoende
kennisuitwisseling? Zo vragen de leden van D66-fractie. Deze leden vragen wat de overwegingen
waren die ten grondslag liggen aan de ontzettend belangrijke opdracht om de doeltreffendheid
en doelmatigheid van de organisatie op dit punt te verbeteren. Kan het kabinet daarnaast
reflecteren op de onvolkomenheden en nader toelichten waarom hierop al jarenlang weinig
voortgang is geboekt? Kan worden aangegeven war er voor nodig is om die voortgang
wel te boeken?
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de interne regelgeving die Defensie
heeft ontwikkeld om om te gaan met de aanbestedingswet. Uit welk jaar stamt deze regelgeving
en hoe vaak wordt deze geüpdatet? Wordt daarbij weleens meegekeken door een externe
partij? Zo vragen deze leden. Verder op dit punt staat dat «er niet zozeer sprake
van (is) dat escalatienota’s ontbreken, maar dat in de daarvoor in aanmerking komende
gevallen de escalatieprocedure had moeten worden toegepast. Dit vergt dus de nodige
aandacht in het proces voorafgaand aan de opdrachtverlening, wat zal worden meegenomen
in de opvolging van de aanbeveling van Rekenkamer om de interne controle binnen de
inkooppunten van Defensie te versterken.» De leden van de D66-fractie vragen welke
afdeling hiervoor verantwoordelijk is en hoe dit concreet wordt meegenomen? Is er
voldoende kennis aanwezig om voorafgaand aan de opdrachtverlening in te schatten of
een escalatienota nodig is? Zo ja, kan dat worden toegelicht? Zo nee, kan worden verzekerd
dat Defensie in staat is om volgens wet en regelgeving aan te besteden? Zo vragen
deze leden.
Met betrekking tot lessen van vorig jaar willen de leden van de D66-fractie graag
nog kort ingaan op enkele punten die vorig jaar zijn aangestipt in het Wetgevingsoverleg
Verantwoordingsstukken 2020. Welke initiatieven zijn ontplooid op de gereedheidsinformatie
betrouwbaarder te maken? De betrouwbaarheid van de bronadministratie was vorig jaar
namelijk niet op peil. Kan hier een update over worden verschaft? Tot slot willen
deze leden vragen naar de besteding van de nu breed aanwezige nieuwe middelen. Het
is van groot belang dat deze goed besteed worden. Vorig jaar werden de eigen normen
voor risicobeheersing niet altijd geïmplementeerd, hoe staat dit er nu voor? Deze
leden vragen een update.
Helemaal tot slot willen deze leden de bewindspersonen en hun ambtenaren op voorhand
bedanken voor de beantwoording van de vragen.
De leden van PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de jaarverslagen
en slotwetten Defensie en het Defensiematerieelfonds 2021.
De leden van de PVV-fractie vragen een reactie op de bevinding van de Algemene Rekenkamer
dat er ernstige onvolkomenheden bestaan rond vastgoedbeheer, waarbij inzicht in de
staat van het onderhoud niet is verbeterd, het onderhoudsbudget ontoereikend is en
onvoldoende budget bestaat om vastgoed op orde te krijgen. Hoe verklaart het kabinet
deze onvolkomenheden en welke stappen worden gezet in het kader van verbetering van
deze punten?
Deze leden vragen voorts welke stappen worden gezet om de door de Algemene Rekenkamer
geconstateerde onvolkomenheden rond munitiebeheer en inkoopbeheer op te lossen. Ten
aanzien van inkoopbeheer door Defensie vragen zij of het kabinet de mening deelt dat
onvolkomenheden ter hoogte van een bedrag van meer dan een miljard euro onacceptabel
zijn. Over de hele linie van inkoopbeheer bestaan onvolkomenheden, waardoor dit een
structureel probleem lijkt te zijn dat met de hoogste urgentie geadresseerd dient
te worden. Genoemde leden vragen hoe het kabinet dit vorm gaat geven.
De leden van de PVV-fractie vragen betreffende de aanschaf van nieuwe onderzeeboten
een reactie op de bevinding van de Algemene Rekenkamer (als vermeld in de publicatie:
«Vizier op de vervanging van de onderzeeboten») dat het in de commercieel vertrouwelijke
bijlage uit de B-brief genoemde totale budget met 730 miljoen euro opgehoogd dient
te worden. Deze leden vragen of het kabinet een actuele stand van zaken kan geven
betreffende de in de publicatie van de Algemene Rekenkamer genoemde relevante factoren
als prijsontwikkelingen, bewapening en correctief onderhoud, waarbij wordt opgemerkt
dat de onderhoudskosten zijn gebaseerd op de walrus- klasse, terwijl bekend is dat
onderhoud van nieuwere onderzeeërs duurder is. De leden van de PVV-fractie vragen
wat het gevolg is van deze actuele kostenberekening voor het totale budget voor vervanging
van de onderzeeboten. Indien het kabinet de eerdergenoemde bevinding van de Algemene
Rekenkamer dat 730 miljoen euro extra benodigd is (nog steeds) bestrijdt, vernemen
voornoemde leden graag hoe dit wordt gemotiveerd, waarbij een specifieke uiteenzetting
rond genoemde relevante factoren, mede in het licht van hoge inflatiecijfers en hoge
kosten voor grondstoffen, is gewenst. Indien het kabinet (deels) erkent dat het budget
voor aanschaf van de onderzeeërs verhoogd dient te worden vernemen voornoemde leden
graag met welk specifiek bedrag dit plaats dient te vinden.
De leden van de PVV-fractie vragen met betrekking tot de onderhoudskosten van de F35-
vliegtuigen hoe het kan dat deze flink zijn verhoogd, of dit incidentele of structurele
ontwikkelingen betreft en wat dit betekent voor de kosten voor de komende jaren.
Ten aanzien van de opgave van Defensie om de gereedheid/ inzetbaarheid te verbeteren,
vragen deze leden of de Minister bereid is om nieuwe prestatie-indicatoren te ontwikkelen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de Jaarverslagen en de Slotwet
2021 Defensie. Deze leden hebben nog enkele opmerkingen.
Allereerst willen de leden van de CDA-fractie het Defensiepersoneel hartelijk bedanken
voor hun inzet het afgelopen jaar. Zij waren over de hele wereld actief voor vrede
en veiligheid. Het meest in het oog springende optreden was de evacuatiemissie uit
Afghanistan. Ondanks de chaos heeft het Defensiepersoneel daar een knappe prestatie
geleverd. Maar deze leden denken ook aan de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-missie
in Litouwen en de missies in Irak, Mali en Albanië. Daarnaast is Defensie ook in Nederland
weer van onschatbare waarde gebleken. Bijvoorbeeld bij de watersnoodramp in Limburg,
waar Defensiepersoneel onvermoeid met zandzakken heeft gesjouwd en hulp heeft geboden
aan de lokale bevolking. Of tijdens de coronacrisis, waarbij zeker duizend militairen
hebben geholpen bij test en vaccinatielocaties en zelf ook hebben gevaccineerd. Het
toont aan hoe belangrijk Defensie is voor Nederland, en voor de wereld om ons heen.
Nederland kan op het Defensiepersoneel rekenen wanneer het nodig is. En daar zijn
de leden van CDA-fractie trots op.
De leden van de CDA-fractie maken zich zorgen over de conclusies uit het rapport van
de Algemene Rekenkamer. De Algemene Rekenkamer ziet over het jaar 2021 nauwelijks
verbeteringen in de hardnekkige problemen in de bedrijfsvoering van Defensie. De leden
van de CDA-fractie gaan ervan uit dat het kabinet hard aan de slag gaat met de aanbevelingen
van de Algemene Rekenkamer.
De leden van de SP-fractie hebben de volgende opmerkingen en vragen.
Heeft de regering beleid om het percentage externe inhuur te verlagen, zo vragen de
leden van de SP-fractie. Zo ja, hoe en met welk concreet doel en worden daarbij hogere
lonen ingezet of andere middelen aangewend? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie vragen een reactie op het voorbehoud van de Algemene Rekenkamer
op goedkeuring. Zij vragen wat volgens de regering ondernomen moet worden om een goedkeuring
te krijgen.
De leden van de SP-fractie delen opnieuw de kern van de kritiek van de Algemene Rekenkamer
dat ondanks de verworven extra budgetten, nog altijd indringende keuzes moeten worden
gemaakt. Nog steeds is de spanning tussen ambitieniveau en uitvoerbaarheid te groot.
De oplossing is naar het oordeel van deze leden gelegen in beperking van het ambitieniveau.
Ofwel, een bescheidener ambitieniveau dient te worden nagestreefd omdat de organisatie
simpelweg niet goed genoeg aan de ambities kan voldoen. Zij vragen hoe het kabinet
deze analyse ziet.
De leden van de SP-fractie zien in de beantwoording door het kabinet van de vragen
bij de verschillende onderdelen dat de regering allerlei voornemens heeft, maar ook
hier geldt dat de Algemene Rekenkamer opmerkt dat er op de terreinen inkoopbeheer,
munitiebeheer en vastgoedbeheer geen vooruitgang is genoteerd.
Deze leden vragen wat het overleg met de Algemene Rekenkamer over de inkoop-dossier
tot op heden heeft opgeleverd. De Minister spreekt van het verbeteren van inkoopbeheer,
deze leden vragen wat de verbetering in concreto inhoudt.
Ook met betrekking tot munitiebeheer vragen de leden van de SP-fractie wat in concreto
is verbeterd aan «de interne beheersing en de uitvoering binnen de staande organisatie»
en zij vragen een toelichting.
De leden van de SP-fractie willen in het kader van de ontwikkelingen van het beleid
van Defensie twee relevante gebeurtenissen in herinnering roepen. Ten eerste de tocht
van de Evertsen via de Zwarte Zee naar het Verre Oosten. De leden van de SP-fractie
menen in de deelname van De Evertsen aan een lange reis onder Britse leiding (onder
leiding van vliegkampschip HMS Queen Elizabeth) naar Japan, signalen te zien van een
verdere militaire oriëntatie op de wereld. De tweede gebeurtenis was de overwinning
van de Taliban in Afghanistan en de evacuatie-operatie in Kaboel.
Beide gebeurtenissen roepen bij deze leden vragen op naar het inzetvermogen van de
Nederlandse krijgsmacht met de kennis van de kritiek van bijvoorbeeld de Algemene
Rekenkamer op de organisatie van Defensie. De Evertsen bijvoorbeeld, was niet volledig
uitgerust als gevolg van gebrek aan technisch personeel. Over de evacuatieoperatie
loopt nog een onderzoek, maar het belang van deze gebeurtenissen is er volgens de
leden van de SP-fractie in gelegen dat de inzetbaarheid en gereedheid op gespannen
voet staan met het ambitieniveau dat defensie kan waarmaken. Mede in het licht van
de terugkerende kritiek van de Algemene Rekenkamer (ARK) is de vraag of Defensie niet
gaten met gaten stopt en organisatorische tekortkoming verbloemt. Deze leden vragen
een reactie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. de Roon, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
F.H. Mittendorff, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.