Lijst van vragen : Lijst van vragen over de Voorjaarsnota 2022 (Kamerstuk 36120-1)
2022D23106 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Financiën heeft over een brief van de Minister van Financiën
                  inzake de Voorjaarsnota 2022 (Kamerstuk 36 120, nr. 1) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Minister voorgelegd.
               
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink
Nr
Vraag
                         
                         
1.
Hoeveel krijgt Defensie er deze kabinetsperiode structureel jaarlijks bij?
2.
Kan een overzicht worden verstrekt van de 21,7 miljard euro die de beleidsdepartementen
                              tot en met 2027 claimen? Of kunnen de uitwerkingsbrieven openbaar worden gemaakt?
                           
3.
Kan een overzicht worden verstrekt van alle maatregelen uit het Coalitieakkoord en
                              kan hierbij per maatregel worden aangegeven of en waar deze zijn verwerkt of zal worden
                              verwerkt?
                           
4.
Wat betekent de bezuiniging op het Klimaatfonds voor huishoudens? Kunt u uitsluiten
                              dat zij extra moeten bijdragen vanwege deze bezuiniging?
                           
5.
Welk deel van de meevallende aardgasbaten worden veroorzaakt door hogere winning uit
                              het Groningenveld?
                           
6.
Waarvoor wordt de 0,15 miljard euro meevallende aardgasbaten ingezet die nog niet
                              is ingezet als dekking voor het koopkrachtpakket?
                           
7.
Klopt het dat 1/8e deel van de totale kosten van de 30 procent-regeling opgaat aan inkomens boven de
                              Balkenendenorm? Welk deel van de kosten wordt besteed aan inkomens tussen 1 ton en
                              de Balkenendenorm? Welk deel van de kosten aan inkomens tussen de 40.000 euro en een ton?
                           
8.
Wanneer is duidelijk hoe de voorlopige invulling van het belasten van (inkomen uit)
                              vermogen eruit komt te zien?
                           
9.
Klopt het dat u er naar neigt om ook niet-bezwaarmakers rechtsherstel te bieden, aangezien
                              ook hun grondrechten zijn geschonden en het beperken van de doelgroep voor rechtsherstel
                              zal leiden tot nieuwe procedures en verzoeken om ambtshalve vermindering en dat het
                              goed mogelijk is dat de rechter deze verzoeken zal honoreren?
                           
10.
Zijn er AOW-gerechtigden die er per saldo door de verhoging van de AOW-uitkering en
                              de afschaffing van de inkomensondersteuning AOW-gerechtigden (IOAOW) op achteruit
                              gaan? Zo ja, om welke inkomensgroep(en) gaat het en hoe groot is de inkomensachteruitgang?
                           
11.
Hoe gaat u de motie-Alkaya (Kamerstuk 35 925, nr. 85) over het zwaarder belasten van vermogens boven een miljoen uitvoeren? Wanneer geeft
                              u hier duidelijk over?
                           
12.
Kunt u aangeven in hoeverre en hoe de drie miljard euro die in het Coalitieakkoord
                              structureel werd beloofd voor lastenverlichting voor lage- en middeninkomens, werkenden
                              en gezinnen wordt aangewend?
                           
13.
Hoeveel zou het kosten wanneer de energiebelasting op gas in de eerste schijf voor
                              huishoudens gedurende een jaar op nul zou worden gezet? En hoeveel wanneer dit zowel
                              voor huishoudens als voor bedrijven gebeurt?
                           
14.
Hoeveel zou het een gemiddeld huishouden schelen wanneer de energiebelasting op gas
                              (tijdelijk) wordt afgeschaft?
                           
15.
Hoeveel kost het om het minimumloon vanaf 1 januari 2023 te verhogen naar 15 euro
                              per uur wanneer alle koppelingen met de uitkeringen volledig zouden blijven bestaan?
                           
16.
Hoeveel kost het de corporatiesector wanneer de huren dit jaar worden bevroren (geen
                              huurverhoging per 1 juli a.s.)? En hoeveel zou het de vrije sector kosten?
                           
17.
Hoeveel kost het de corporatiesector wanneer de huren volgend jaar worden bevroren
                              (geen huurverhoging per 1 juli 2023)? En hoeveel zou het de vrije sector kosten?
                           
18.
Kunt u aangeven welke mogelijkheden de Europese regels bieden om btw-tarieven aan
                              te passen en om producten onder te brengen in een andere tariefgroep? Tot hoe ver
                              mag het algemene tarief van 21 procent worden verlaagd? Tot hoe ver mag het verlaagde
                              tarief van 9 procent worden verlaagd?
                           
19.
Hoeveel kost het om de btw op voedingsmiddelen zo ver mogelijk te verlagen? Hoeveel
                              kost het wanneer ook de btw op water wordt verlaagd? En hoeveel wanneer ook de btw
                              op geneesmiddelen en hulpmiddelen wordt verlaagd?
                           
20.
In hoeverre staat het lidstaten vrij om – tijdelijk – geen btw te heffen op voedingsmiddelen?
                              Hoeveel kost dit?
                           
21.
Hoe is de inflatie opgebouwd? Welke rol speelt het ECB-beleid hierin? En welke rol
                              spelen de winsten van bedrijven hierin?
                           
22.
Hoeveel levert het op wanneer de tweede schijf van de vennootschapsbelasting (vpb)
                              wordt verhoogd naar 36 procent?
                           
23.
Hoeveel levert het op wanneer – naast het verhogen van de tweede schijf van de vpb
                              naar 36 procent – een extra tariefschijf in de vpb wordt toegevoegd die winsten van
                              750.000 euro of meer belast met 50 procent? En 60 procent? En 70 procent? En 80 procent?
                              En 90 procent?
                           
24.
Hoeveel levert het op wanneer – naast het verhogen van de tweede schijf van de vpb
                              naar 36 procent – een extra tariefschijf in de vpb wordt toegevoegd die winsten van
                              1 miljoen euro of meer belast met 50 procent? En 60 procent? En 70 procent? En 80
                              procent? En 90 procent?
                           
25.
Hoeveel inkomstenbelasting levert het op wanneer de pensioenen worden geïndexeerd
                              per 2023?
                           
26.
Hoeveel levert het netto op wanneer de dividendbelasting wordt verdubbeld?
27.
Hoeveel kost het om de algemene heffingskorting met 1.000 euro te verhogen, wanneer
                              de afbouw zo plaats vindt dat het maximale bedrag waarop nog algemene heffingskorting
                              van toepassing is, blijft staan op 69.398 euro (en het afbouwpercentage dus omhoog
                              gaat)?
                           
28.
Hoeveel kost het om de algemene heffingskorting met 500 euro te verhogen, wanneer
                              de afbouw zo plaats vindt dat het maximale bedrag waarop nog algemene heffingskorting
                              van toepassing is, blijft staan op 69.398 euro (en het afbouwpercentage dus omhoog
                              gaat)?
                           
29.
Kan een overzicht worden verstrekt van alle – al dan niet fiscale – subsidies, tegemoetkomingen
                              en andere overdrachten aan bedrijven?
                           
30.
Klopt het dat Duitsland heeft besloten het openbaar vervoer voor een belangrijk deel
                              erg goedkoop te maken vanwege de gestegen brandstofprijzen? Hoeveel zou het kosten
                              wanneer Nederland ertoe zou besluiten om alle stads- en streekvervoer en de treinverbindingen
                              in de zomermaanden voor 9 euro per maand vrij toegankelijk te maken?
                           
31.
Is het mogelijk de sleuteltabel in toekomstige jaren uit te breiden zodat het parlement
                              gemakkelijker de budgettaire effecten van belastingverhogingen of -verlagingen kan
                              nagaan?
                           
32.
Kunt u een overzicht geven van alle beloften («cadeautjes») uit het Coalitieakkoord
                              die met de Voorjaarsnota zijn teruggedraaid, inclusief de bijbehorende bedragen?
                           
33.
Kunt u de concrete invulling van de koopkrachtmaatregelen uit de Startnota geven (graag
                              uitsplitsen)?
                           
34.
Hoeveel snijdt het kabinet in het Klimaat-, Stikstof- en het Nationaal Groeifond (graag
                              uitsplitsen)?
                           
35.
Klopt het dat het kabinet te maken heeft met 10 tot 15 miljard euro aan tegenvallers?
                              Komt daar nog 6 miljard euro bovenop doordat een deel van de bedrijven geen belasting
                              meer kan betalen wegens faillissement? Kunt u een totaalbedrag aan tegenvallers noemen
                              en dit per tegenvaller uitsplitsen? Kunt u tevens een overzicht geven van alle grote
                              tegenvallers in 2022 en 2023 en aangeven hoe het kabinet dit gaat dekken (graag uitsplitsen)?
                           
36.
Hoe hoog is de tegenvaller als gevolg van het dichtdraaien van de gaskraan door Rusland?
37.
Kunt u aangeven welke begrotingsregels deze Voorjaarsnota zijn overschreden?
38.
Bij verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) per algemene maatregel van bestuur
                              (AmvB) wordt eerst de reguliere indexatie toegepast en daarbovenop de beleidsmatige
                              verhoging; waarom is dit niet het geval bij een WML-verhoging zoals voorzien in het
                              regeerakkoord per wetswijziging?
                           
39.
Kunt u toelichten waarom voor dekking van de AOW-verhoging niet gekozen is voor fiscalisering
                              van de AOW?
                           
40.
Kunt u zoals dat ook in het najaar is gedaan de inkomenseffecten van het energiearmoedepakket
                              uit maart weergeven voor standaardhuishoudens?
                           
41.
Kunt u aangeven hoe de 3 miljard euro koopkracht uit het Coalitieakkoord is vormgegeven?
42.
Kunt u alle mutaties t.o.v. de Startnota inzichtelijk maken?
43.
Wanneer zijn de kaders voor de huidige periode vastgesteld?
44.
Kunt u een actueel koopkrachtbeeld 2022 geven voor de standaardhuishoudens?
45.
Hoeveel kost het om de WIA-verzekering uit breiden van 35 procent naar 15 procent
                              arbeidsongeschiktheidspercentage?
                           
46.
Kunt u aangeven hoeveel ouders in de laagste inkomenscategorie (die nu 96 procent
                              kinderopvangtoeslag ontvangen) erop achteruitgaan door de afschaffing van de inkomensafhankelijke
                              combinatiekorting (IACK)? Kunt u de inkomenseffecten van deze twee maatregelen weergeven?
                           
47.
Kunt u aangeven wat het kost om de kinderopvangtoeslag voor alle werkende ouders op
                              96 procent vergoeding te zetten?
                           
48.
Kunt u toelichten waarom u besloten heeft de Voorjaarsnota dit jaar relatief vroeg
                              te verzenden, met vrij veel tijd tussen de Voorjaarsnota zelf en de bijbehorende 1e suppletoire begrotingen, en hoe die besluitvorming tot stand is gekomen?
                           
49.
Bent u voornemens de ervaringen met de ambtelijke voorbereiding van de huidige Voorjaarsnota,
                              en de parlementaire behandelingen ervan, mee te nemen in uw (her)overwegingen voor
                              de voorkeursscenario’s van een meerjarige Voorjaarsnota, zoals beschreven in uw brief
                              over het proces van de begrotingsbehandeling van 13 april 2022? Zo ja, op welke wijze?
                              Zo nee, waarom niet?
                           
50.
Kunt u aangeven welke coalitieakkoordmiddelen al door middel van een incidentele suppletoire
                              begroting zijn verwerkt?
                           
51.
Kunt u aangeven welke coalitieakkoordmiddelen budgettair zullen worden verwerkt in
                              de ontwerpbegroting 2023?
                           
52.
Kunt in algemene termen aangeven welke gevolgen de gedeeltelijke inzet van de indexatie
                              van de middelen uit het Coalitieakkoord (tranche 2022), als dekking voor de budgettaire
                              opgave, heeft voor de doelrealisatie van de verschillende aspecten van het Coalitieakkoord?
                           
53.
Kunt u aangeven op welke wijze de inzet van de indexatie van de coalitieakkoordmiddelen
                              als dekking voor de extra middelen voor Defensie gevolgen heeft voor de goede uitvoer
                              van het Coalitieakkoord?
                           
54.
Welke maatregelen uit het Coalitieakkoord krijgen vanwege de inzet van de indexatie
                              als dekking voor extra uitgaven aan Defensie een niet volledige indexatie?
                           
55.
Kunt u toelichten hoe het kabinet de klimaatdoelen uit het Coalitieakkoord beoogt
                              te realiseren nu daarvoor minder financiële middelen beschikbaar zijn in het Klimaatfonds?
                              Welke aanvullende normerende afspraken worden daarvoor gemaakt?
                           
56.
Kunt u nader ingaan op de wijze waarop het kabinet de stikstofdoelstellingen uit het
                              coalitieakkoord beoogt te realiseren nu daarvoor minder financiële middelen beschikbaar
                              zijn in het Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur? Welke aanvullende normerende
                              afspraken worden daarvoor gemaakt?
                           
57.
Wat zijn de implicaties van het verlagen van de uitgaven uit het Nationaal Groeifonds
                              met 660 miljoen euro voor de realisatie van de doelstellingen van dat fonds?
                           
58.
Kan van de meerjarige gasmeevaller in de Voorjaarsnota worden aangegeven welk deel
                              het gevolg is van gestegen prijzen en welk deel het gevolg van hogere winning dan
                              eerder geraamd?
                           
59.
Welk deel van een hogere gaswinning dan geraamd, is daarbij afkomstig van extra gaswinning
                              uit het Groningenveld?
                           
60.
Hoe wordt met toekomstige mee- en tegenvallers als gevolg van sterk fluctuerende gasprijzen
                              omgegaan binnen de plafonds? Leidt een mogelijk prijsvoordeel of prijsnadeel in de
                              komende jaren mogelijk tot ruimte op de Rijksbegroting dan wel de noodzaak tot ombuigen,
                              of blijven de gevolgen van dit type prijsmutaties buiten beschouwing bij de begrotingsbesluitvorming?
                           
61.
Met welke gasprijzen, gasvolumes en afdrachten is daarbij voor de jaren 2002, 2023
                              en 2024 gerekend?
                           
62.
Wat gebeurt er indien de gasprijzen in de winter van 2023 weer gedaald zouden zijn
                              terwijl het gas in de Norg-berging nu voor een hoge prijs wordt ingekocht? Welke partijen
                              lopen dan in welke mate een budgettair risico? Kan dat van invloed zijn op de budgettaire
                              ruimte in de begroting 2023?
                           
63.
Kan uit de beslisnota’s worden afgeleid dat allerhande mogelijke invullingen voorliggen,
                              mits deze maar een aangrijpingspunt hebben in de vermogenssfeer?
                           
64.
Indien de economie onverhoopt zou krimpen en het BBP dus afneemt, blijven de voorziene
                              defensie-investeringen dan alsnog staan?
                           
65.
Welke bedragen zijn er voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en voor jeugdzorg gereserveerd
                              en hoe is dit onderverdeeld?
                           
66.
Kunt u toelichten hoe de verhoging van de posten voor de loon- en prijsbijstelling
                              tot stand is gekomen, en wel gedeelte daarbij voor rekening van het hogere inflatiecijfer
                              komt en welke gedeelte door hogere lonen als gevolg van arbeidskrapte?
                           
67.
Hoe schat u de kans in dat een verdere verhoging van de loon- en prijsbijstelling
                              gedurende het jaar nodig zal zijn als gevolg van inflatie en krapte op de arbeidsmarkt?
                           
68.
Kunt u in grote lijnen aangeven bij welke departementen u de grootste obstakels voor
                              doelrealisatie voorziet als gevolg van krapte op de arbeidsmarkt en schaarste van
                              grondstoffen en basismaterialen voor productie?
                           
69.
De indexatie van de kinderbijslag (AKW; structureel 100 miljoen euro), die was voorzien
                              in het Coalitieakkoord, maar daar nog zonder dekking, wordt nu ingevuld vanuit de
                              loon- en prijsindexatie van de middelen uit het Coalitieakkoord die op de Aanvullende
                              Post staan. Dat gaat derhalve in beginsel ten koste van de overige voorziene intensiveringen
                              uit het coalitieakkoord. Om welke intensiveringen gaat dit en om welke bedragen per
                              onderdeel?
                           
70.
Hoe kan het dat het saldo wel over de 3 procent gaat de komende kabinetsperiode, maar
                              de schuld onder de 60 procent blijft?
                           
71.
Kunt u, nu de vervangingskosten van de schenkingen van Defensiematerieel niet in de
                              Voorjaarsnotitie 2022 zijn opgenomen, aangeven wat de vervangingswaarde is van het
                              Defensiematerieel dat Nederland aan Oekraïne heeft geschonken. En kunt u, indien van
                              toepassing, aangeven welk deel daarvan u voornemens bent te vervangen en welk deel
                              niet?
                           
72.
Wat zou het kosten om het stads,- en streekvervoer volledig gratis te maken?
73.
Met welke gasprijzen is gerekend in deze Voorjaarsnota voor de jaren 2021, 2022 en
                              2023?
                           
74.
Van de gasmeevaller van 2,4 miljard euro is 2,25 miljard euro ingezet als dekking
                              voor het koopkrachtpakket; waarvoor is de resterende 0,15 miljard euro ingezet?
                           
75.
Wat zou het kosten om het stads- en streekvervoer gratis te maken voor minder validen,
                              65+-ers en kinderen tot 12 jaar?
                           
76.
Wat zou het kosten om het stads- en streekvervoer volledig gratis te maken buiten
                              spitstijden?
                           
77.
Wat zou het kosten om het stads- en streekvervoer volledig gratis te maken in de weekenden?
78.
Waarom is in de Voorjaarsnota (tabel 10) een totale tegenvaller van ruim 5 miljard
                              euro gepresenteerd uit hoofde van het Norg-akkoord terwijl deze per saldo 2,2 miljard
                              euro is?
                           
79.
Hoeveel wordt er jaarlijks in totaal uitgegeven aan binnenlands treinvervoer?
80.
Welke onderzoeken worden momenteel uitgevoerd naar de mogelijkheden om openbaar vervoer
                              tegen vrij- of gereduceerd tarief aan te bieden?
                           
81.
Hoeveel kost het om het minimumloon vanaf 1 januari 2023 te verhogen naar 12 euro
                              per uur wanneer alle koppelingen met de uitkeringen volledig zouden blijven bestaan?
                           
82.
Hoeveel kost het om het minimumloon vanaf 1 januari 2023 te verhogen naar 13 euro
                              per uur wanneer alle koppelingen met de uitkeringen volledig zouden blijven bestaan?
                           
83.
Hoeveel kost het om het minimumloon vanaf 1 januari 2023 te verhogen naar 14 euro
                              per uur wanneer alle koppelingen met de uitkeringen volledig zouden blijven bestaan?
                           
84.
Hoeveel geld wordt er bespaard op toeslagen wanneer het minimumloon per 1 januari 2023
                              zou worden verhoogd naar 15 euro per uur?
                           
85.
Wat zijn de totale jaarlijkse uitgaven aan vervoersbedrijven die actief zijn in het
                              openbaar vervoer en hoe zijn deze middelen verdeeld over de diverse modaliteiten?
                           
86.
Welk deel van de meerjarige bedragen voor schade en versterking komt feitelijk voor
                              rekening van de staat als ook rekening gehouden wordt met gederfde dividenden Energie
                              Beheer Nederland (EBN) en verlaagde afdrachten van de NAM, die deze rekeningen moeten
                              betalen ten laste van hun resultaat?
                           
87.
Zijn er aanwijzingen dat de verhoging van de schijfgrens in de Vennootschapsbelasting
                              naar 395.000 euro geleid heeft tot fiscale splitsingen van bedrijven?
                           
88.
Kunt u aangeven waarom is gekozen om de dekking van de koppeling van de AOW met de
                              stijging van het WML te dekken uit het terugdraaien van de ouderenkorting en het afschaffen
                              van de IOAOW en de fiscale oudedagsreserve (FOR)? Waarom is niet gekozen voor de (gedeeltelijke)
                              fiscalisering van de AOW?
                           
89.
Kunt u aangeven wat u van plan bent wanneer de voorgenomen 200 miljoen euro niet aangemerkt
                              kan worden als defensieuitgave? Volgt er dan een nieuwe intensivering binnen de kabinetsperiode
                              om aan de NAVO-doelstelling te voldoen? Zo ja, waar komt de dekking dan vandaan?
                           
90.
Wat zijn de jaarlijkse kosten voor treinvervoer op het hoofdrailnet en het regionale
                              spoornet?
                           
91.
Hoe worden de kosten voor de compensatie van box 3-houders verwerkt op de begroting?
                              Klopt het dat dit als een inkomstenderving wordt gezien?
                           
92.
Wanneer is duidelijk hoe de voorlopige invulling van het belasten op vermogen in 2023
                              en 2024 eruit komt te zien?
                           
Kan uit de beslisnota’s worden afgeleid dat allerhande mogelijke invullingen voorliggen,
                              mits deze maar een aangrijpingspunt hebben in de vermogenssfeer?
                           
93.
Kunt u in de detailraming van belastingen en premies 2022 (Tabel 104) uitsplitsen
                              waar de derving binnen de inkomstenbelasting vandaan komt?
                           
94.
Klopt het dat de meeste IOAOW-gerechtigden per saldo door de verhoging van de AOW-uitkering
                              van 7,5 procent er toch op vooruit gaan? Zijn er IOAOW-gerechtigden die er toch op
                              achteruit gaan en zo ja in welke situatie?
                           
95.
Klopt het dat de IOAOW iets anders is dan de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen
                              (AIO)? Klopt het dat er met dit voorstel niets verandert aan de AIO?
                           
96.
Welke kortingsabonnementen zijn in gebruik bij vervoerders op het hoofdrailnet en
                              het regionale spoornet en hoeveel gebruik wordt hiervan gemaakt?
                           
97.
Wat betekent het niet-doorgaan van de verhoging van de ouderenkorting voor de koopkracht
                              van betrokkenen? Zijn er omstandigheden waarin de verhoging van de AOW-bedragen met
                              7,5 procent onvoldoende zijn om deze niet-verhoging te compenseren?
                           
98.
Kunt u aangeven hoe de maatregelen voor ouderen doorwerken in de koopkracht voor deze
                              groep uitgesplitst naar kwintielen? Kunt u hier ook microvoorbeelden in meenemen voor
                              alleenstaanden en koppels met enkel AOW, een klein aanvullend pensioen en een gemiddeld
                              aanvullend pensioen?
                           
99.
Wat zijn de kosten om het wettelijk minimumloon per 1 januari 2023 te verhogen naar
                              12 euro per uur bij een 36-urige werkweek volledig gekoppeld? Wat zijn deze kosten
                              voor een verhoging naar 13 en 14 euro per uur?
                           
100.
Hoe groot is de onderuitputting op de departementen van VWS en SZW? Wat zijn de voornaamste
                              oorzaken voor deze onderuitputting en hoe wordt het geld nu ingezet?
                           
101.
Kunnen de effecten van de afschaffing van de FOR in kaart worden gebracht, in het
                              bijzonder voor sectoren als de landbouw en groot- en detailhandel?
                           
102.
Kunt u aangeven waarom u ervan uitgaat dat tenminste 0,2 miljard euro van de huidige
                              uitgaven op de rijksbegroting aanvullend zijn toe te rekenen aan de criteria van de
                              NAVO-norm?
                           
103.
Kunt u de –4.6 miljard euro belastingontvangsten uit Tabel 3 van de suppletoire begroting
                              van het Ministerie van Financiën opsplitsen en per onderdeel toelichten?
                           
104.
Klopt het dat er in Roemenië, Italië, het Verenigd Koninkrijk, Slowakije en Bulgarije
                              op dit moment al een windfall tax ingesteld is? Kunt u de vormgeving hiervan toelichten?
                           
105.
Welke data heeft u over toegenomen marges en winsten in de niet-financiële private
                              sector van de afgelopen kwartalen? Klopt wat u betreft ECB-onderzoek (11 mei 2022)
                              waaruit blijkt dat private winsten afgelopen maanden aanzienlijk gestegen zijn?
                           
106.
Onderschrijft u de inhoudelijke analyse van de ECB (Schnabel, 11 mei 2022) dat de
                              toegenomen bedrijfswinsten een substantiële drijfveer zijn van de hoge inflatie?
                           
107.
Kunt u nader toelichten hoe u gekomen bent tot een bedrag van 7,3 miljard euro voor
                              de kosten van het Norg-akkoord en waar de veronderstelling op gebaseerd is dat van
                              dat bedrag 5,1 miljard euro terugvloeit naar de staat?
                           
108.
Waarom rekent u met een totale tegenvaller van ruim 5 miljard euro in de Voorjaarsnota
                              (tabel 10) uit hoofde van het Norg-akkoord terwijl deze per saldo 2,2 miljard euro
                              is?
                           
109.
Kunt u aangeven welke bredewelvaartsdoelstellingen centraal staan in de Voorjaarsnota,
                              op basis van welke indicatoren u hierop gaat sturen, en in hoeverre het beleid vanuit
                              de Voorjaarsnota een meetbare bijdrage gaat leveren aan deze indicatoren?
                           
110.
Kunt u aangeven welk deel van hun inkomen mensen uitgeven aan wonen, welke plannen
                              uit de Voorjaarsnota zich hierop richten en wat het effect daarop zal zijn van de
                              plannen uit de Voorjaarsnota?
                           
111.
Kunt u aangeven hoeveel mensen in Nederland niet goed kunnen schrijven, lezen en rekenen,
                              welke plannen uit de Voorjaarsnota zich erop richten om dit te verbeteren en wat het
                              effect zal zijn van deze plannen daarop?
                           
112.
Kunt u aangeven hoeveel vertrouwen Nederlanders momenteel hebben in de rechtsstaat,
                              welke plannen uit de Voorjaarsnota zich erop richten om dit te verbeteren en wat voor
                              effect de plannen uit de Voorjaarsnota zullen hebben daarop?
                           
113.
Kunt u aangeven wat de sociaaleconomische gezondheidsverschillen zijn in Nederland,
                              welke plannen uit de Voorjaarsnota zich erop richten om dit te verbeteren en wat voor
                              effect de plannen uit de Voorjaarsnota zullen hebben hierop?
                           
114.
Kunt u aangeven hoeveel kinderen in Nederland in armoede leven, welke plannen uit
                              de Voorjaarsnota zich erop richten om dit te verbeteren en wat voor effect de plannen
                              uit de Voorjaarsnota zullen hebben hierop?
                           
115.
Kunt u aangeven of en welk beleid in de Voorjaarsnota helpt bij het uitbannen van
                              discriminatie en institutioneel racisme?
                           
116.
Kunt u aangeven wat de stand is van de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Nederland
                              en kunt u toelichten welke plannen uit de Voorjaarsnota zich op het verkleinen van
                              de loonkloof richten?
                           
117.
Hoeveel kost het om het personenspoorvervoer voor binnenlandse reizen tegen nultarief
                              aan te bieden voor doordeweekse dagen buiten spitstijden?
                           
118.
Hoeveel kost het om het personenspoorvervoer voor binnenlandse reizen tegen nultarief
                              aan te bieden op weekend- en vakantiedagen?
                           
119.
Wat zou het kosten om het personenspoorvervoer voor binnenlandse reizen tegen nultarief
                              aan te bieden voor minder validen, 65+-ers en kinderen tot 12 jaar?
                           
120.
Kan aangegeven worden groot de negatieve koopkrachtontwikkeling in 2022 zal zijn bij
                              een inflatieniveau van resp. 6 procent, 7 procent en 8 procent?
                           
Kan dit in een tabel worden aangegeven met als andere variabele de CAO-loonstijging
                              met 3 procent, 4 procent resp. 5 procent?
                           
Klopt het dat de gemiddelde negatieve koopkrachtontwikkeling in 2022 ca. 2 tot 3 procent
                              zal zijn?
                           
121.
Kan het kabinet al meer vertellen over te plannen die in augustus gepresenteerd worden
                              om de lasten op arbeid te verlagen ten laste van de lasten op vermogen?
                           
122.
Met welk rentepercentage is gerekend in de Voorjaarsnota, en hoe verschilt deze van
                              de rente in de Miljoenennota 2022 en de Startnota?
                           
123.
Welke maatregelen zal het kabinet treffen als de koopkracht daadwerkelijk daalt met
                              5,1 procent in 2022?
                           
124.
Kunt u de koopkracht uitsplitsen voor verschillende huishoudtypes in het scenario
                              waarin energieprijzen langdurig stijgen?
                           
125.
Kunt u de pakketten voor wat betreft de compensatie van de hoge energieprijzen uitsplitsen
                              (graag per maatregel aangeven hoeveel het heeft gekost in een budgettaire tabel)?
                           
126.
De staatsschuld blijft de komende jaren onder de 60 procent terwijl eerder de verwachting
                              was dat we deze kabinetsperiode boven de 60 procent zouden uitkomen. Wat zijn de redenen
                              dat we hier toch onder blijven?
                           
127.
Waarom worden de EU-invoerrechten van 4,5 miljard euro overgeheveld van binnen het
                              uitgavenplafond naar buiten het uitgavenplafond en wat voor gevolgen heeft dit?
                           
128.
De inkomsten (rij A) stijgen tussen 2022 en 2027 met ongeveer 25 procent. Op p. 38
                              geeft Tabel 13 wat meer inzicht hieromtrent. Als je goed kijkt zie je dat de belastingen
                              tussen 2022 en 2027 met 23,8 procent stijgen, maar er staat niet welke belastingen
                              dat zijn. Het maakt voor de koopkracht nogal uit of dat bijv. loonbelasting is of
                              BTW (of iets anders). Kunt u dit toelichten?
                           
129.
De premies werknemersverzekeringen stijgen met 31 procent. Deze worden betaald door
                              de werkgever: het wordt voor werkgevers dus (veel) duurder om mensen in te huren.
                              Wat voor gevolgen gaat dat hebben, bijv. op de werkgelegenheid en/of de besteedbare
                              (netto)lonen?
                           
130.
De uitgaven stijgen met 23 procent (rij E). De inkomsten met 25 procent (zie rij A).
                              Waarom stijgen de collectieve lasten meer dan de collectieve uitgaven? Dat uit zich
                              dan toch in onnodige lastenverzwaring?
                           
131.
Wat verklaart de hogere uitgaven aan kosten sociale zekerheid in rij B? Waarom stijgen
                              deze uitgaven, terwijl de economie groeit? Waar gaat dit geld naartoe?
                           
132.
Hoe wordt de stijging van de zorgkosten in deze periode met 32 procent gefinancierd?
                              Hogere premies (en, zo ja, wie gaat dat betalen: werkgever of werknemer?) en wat zijn
                              de gevolgen hiervan op de koopkracht? Houden mensen wel genoeg over van hun loon?
                           
133.
Wat valt precies onder de investeringen die stijgen met 145 procent? Waar gaat dit
                              geld naartoe? Wat is de beoogde opbrengst van deze investeringen?
                           
134.
Wat valt er precies onder «overig»?
135.
Waarom staat er een –100 miljoen euro in de boeken voor 2026 op nood- en steunmaatregelen
                              corona?
                           
136.
Welke «grote maatschappelijke problemen» worden er opgelost met het tijdelijk laten
                              oplopen van de schuld en het tekort? In hoeverre worden deze problemen daadwerkelijk
                              opgelost?
                           
137.
Kunt u een uitsplitsing geven van hoe de 2,4 miljard euro wordt gedekt m.b.t. de koppeling
                              AOW aan stapsgewijze verhoging van het WML?
                           
138.
Worden mensen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de aanslag op box 3 gecompenseerd?
                              Zo ja, op welke wijze?
                           
139.
Hoe worden de extra defensie-uitgaven gedekt?
140.
Hoeveel wordt de stapsgewijze verhoging van het WML gedekt?
141.
Kunt u de inkomenseffecten van de aanpassing van de AOW-koppeling en de dekkende maatregelen
                              weergeven (in lijn met de inkomenseffecten zoals in de beslisnotities weergegeven)?
                           
142.
Kunt u toelichten hoe de WML-verhoging doorwerkt op de arbeidskorting?
143.
Door het uitstel van de invoering van OESO Pijler 2, wordt (tijdelijk?) dekking elders
                              gezocht. Worden de maatregelen die daartoe worden getroffen teruggedraaid zodra Pijler
                              2 wel is ingevoerd? Zo nee, waaraan en binnen welk domein worden die «Pijler 2»-inkomsten
                              dan besteed?
                           
144.
Kunt u aangeven waarom er voor een WML-verhoging per AMvB gekozen is? En geldt dit
                              voor alle drie de stappen?
                           
145.
Kunt u een overzicht geven van alle maatregelen uit het Coalitieakkoord waarvoor het
                              budget verlaagd wordt, bijvoorbeeld door inzet van begrote middelen of door het niet-indexeren
                              van middelen?
                           
146.
Waarom staan de middelen voor Cultuur (inclusief musea) en media (structureel 30 miljoen
                              euro) nog op de Aanvullende Post en wanneer wordt dit geld overgeheveld naar OCW-begroting?
                           
147.
Welke status heeft de tabel op blz. 13, met name als het gaat om de jaren 2023 t/m
                              2027? Zijn dit beleidsvoornemens of definitieve besluiten over te besteden middelen?
                              Of kunnen deze voorgenomen bestedingen ieder jaar weer teruggedraaid worden? Wat is
                              het verschil met meerjarige ramingen die tot nu toe altijd al in begrotingen en Voorjaarsnota's
                              stonden?
                           
148.
Indien later wordt gekozen ook rechtsherstel te bieden aan niet-bezwaarmakers en/of
                              aanvullend rechtsherstel per belastingplichtige door toekenning van tegenbewijs nodig
                              is, zal voor deze aanvullende derving aanvullende dekking dienen te worden gevonden.
                              Welke bedragen gaan hiermee gemoeid?
                           
149.
Op basis waarvan is het bedrag van 67.000 vastgesteld? Wordt dit bedrag jaarlijks
                              geïndexeerd? Waarom is, mede gelet op het relatief lage bedrag dat wordt opgehaald,
                              niet gekozen voor (alternatieve) maatregelen in de vpb die ook nog eens de charme
                              hebben dat ze «verse» winsten belasten in plaats van «oude winsten»? Is overwogen
                              om (tijdelijk) het bestaande box 2-tarief te verlagen zodat directeuren-grootaandeelhouders
                              (dga’s) een financiële prikkel zouden krijgen om hun bv’s (extra) dividenden te laten
                              uitkeren, hetgeen tevens een incidentele opbrengst voor de schatkist zou betekenen?
                              Zo ja, waarom is niet voor deze maatregel gekozen? Is een dergelijke maatregel in
                              het verleden toegepast? Zo ja, was deze succesvol? Wat was toen die maatregel en wat
                              heeft deze toen opgeleverd?
                           
150.
Wat is de financiële impact voor de schatkist van de verhoging van deze doelmatigheidsmarge
                              ten aanzien van dga’s die gebruik maken van een bv-structuur vanwege hoofdzakelijk
                              fiscale redenen en die in feite niet te vergelijken zijn met «echte» mkb-ers/ondernemers
                              die hun onderneming (niet louter bestaande uit arbeid maar ook uit kapitaal) niet
                              primair om fiscale redenen deze vanuit een bv drijven? Denk bij die eerste groep aan
                              diegenen die uitoefenaar zijn van «vrije beroepen» en die vaak (uitsluitend) vanuit
                              hun «praktijk-bv» vast verbonden zijn aan grote instellingen en (advies-)kantoren,
                              zoals artsen, advocaten, belastingadviseurs, notarissen, accountants, consultants,
                              etc. Is het niet zo dat deze groep vaak gecapte bedragen aan gebruikelijk loon genieten
                              zodat de verhoging van de doelmatigheidsmarge geen enkele impact heeft ten aanzien
                              van deze groep? Is overwogen, om bijvoorbeeld voor dergelijke aangewezen groepen «vrijeberoepers»,
                              tevens een specifiek hogere gebruikelijkloonregeling vast te stellen? Zo nee, waarom
                              niet? Wat zou de financiële impact zijn voor de schatkist als de «gebruikelijk loon
                              regeling» ten aanzien van deze groep zou worden verhoogd naar a. 50 procent, b. 75 procent
                              en c. 100 procent van de in dat jaar genoten winst van hun praktijk-bv (die relatief
                              weinig zal afwijken van de omzet van die persoonlijke praktijk-bv’s, aangezien die
                              geen of relatief weinig overig bedrijfskapitaal zullen bezitten en dus zal de investeringsbehoefte
                              en kostenstructuur verwaarloosbaar zijn)?
                           
151.
Kunnen de effecten van de afschaffing van de FOR in kaart worden gebracht, in het
                              bijzonder voor sectoren als de landbouw en groot- en detailhandel?
                           
152.
Met hoeveel euro stijgen de AOW-uitkeringen door de verhoging van de AOW-uitkering
                              en de afschaffing van de IOAOW in 2023, 2024 en 2025?
                           
153.
Kan meer gedetailleerd aangegeven worden bij welke inkomensgroepen het terugdraaien
                              met de verhoging van de ouderenkorting neerslaat?
                           
154.
Wat is de toekomstvisie van het kabinet omtrent de (al dan niet fiscaal gefaciliteerde)
                              oudedagsvoorziening- en nabestaandenvoorzieningen voor ondernemers in het algemeen
                              en specifiek voor hen in a. de IB-sfeer en b. in de bv?
                           
155.
Kunt u de koopkrachteffecten voor gepensioneerden weergeven (in percentages) die voortvloeien
                              uit de maatregel om de verhoging van de AOW te koppelen aan de verhoging van het minimumloon,
                              inclusief de dekking voor deze maatregel? Kunt u hierbij een onderscheid maken tussen
                              de verschillende cohorten gepensioneerden, zodat duidelijk is welke groep(en) gepensioneerden
                              er het meeste op vooruit gaan?
                           
156.
Klopt het dat de loongerelateerde uitkeringen (WW, ZW, WIA, WAO) in 2023 wel gekoppeld
                              zijn aan de WML-verhoging, maar in de latere jaren niet? Hoeveel kosten het om in
                              alle jaren de WML verhoging te koppelen aan de loongerelateerde uitkeringen?
                           
157.
Kunt u in een tabel weergeven hoeveel de dubbele algemene heffingskorting (AHK) in
                              de bijstand wordt afgebouwd? En kunt u meerjarig aangeven wat de netto bijstandsuitkering
                              is, en wat deze zou zijn geweest zonder de versnelde dubbele AHK?
                           
158.
Wat wordt bedoeld met «op het terrein van klimaat en stikstof worden aanvullende normerende
                              afspraken gemaakt zodat het doelbereik verbetert»?
                           
159.
Wat is de relatie tussen meer normerende afspraken en minder subsidies?
160.
Wat betreft de passages: «Op het terrein van klimaat en stikstof worden aanvullend
                              normerende afspraken gemaakt zodat het doelbereik verbetert. Doordat deze normerende
                              afspraken een belangrijke bijdrage leveren aan het doelbereik zijn minder subsidies
                              nodig» en «De verlaging van het Klimaatfonds zal worden ingevuld door te korten op
                              middelen die gereserveerd waren voor vroegefase-opschaling van hernieuwbare energiedragers.»;
                              wat zijn deze aanvullend normerende afspraken en welke bedrijven worden hierdoor geraakt?
                              Wat is het effect van het korten op middelen die gereserveerd waren voor vroegefase-opschaling
                              van hernieuwbare energiedragers en welke projecten en/of bedrijven worden hierdoor
                              geraakt?
                           
161.
Kunt u toelichten wat het doel is van de jaarlijkse indexering van de budgetten op
                              de begrotingen?
                           
162.
Klopt het dat er via het niet indexeren van de coalitieakkoordmiddelen een bezuiniging
                              op alle begrotingen zit?
                           
163.
Kunt u per begroting meerjarig aangeven wat de opbrengsten zijn van de bezuiniging
                              door het niet indexeren van de intensiveringen?
                           
164.
Zit het beleid uit het Regeerakkoord al in de verwerking van de Middellangetermijnverkenning
                              Zorg?
                           
165.
Hoeveel apparaatsmiddelen zijn overgeheveld van BZK naar EZK? Kunt u van de actuele
                              meerjarig raming voor schade en versterking aangeven welk deel beschikbaar is voor
                              apparaat- en uitvoeringskosten? Geeft de kritiek van de Algemene Rekenkamer over de
                              verhouding tussen uitvoeringskosten en daadwerkelijk uitgekeerde middelen voor schade
                              en versterking het kabinet nog aanleiding tot ramingsbijstellingen of maatregelen?
                           
166.
Kunt u gespecificeerd aangeven op welke investeringen de «Herijking van het kasritme
                              begrotingen» betrekking heeft?
                           
167.
Kunt u gespecificeerd aangeven op welke investeringen de «Herijking van het kasritme
                              begrotingen» (p. 25) betrekking heeft?
                           
168.
Waar is de 2,1 miljard euro in 2023 voor gemeentelijke en particuliere opvang van
                              Oekraïners op gebaseerd?
                           
169.
Wanneer worden de fondsen precies opgericht (Klimaatfonds, Stikstoffonds, etc.)?
170.
Wat is de reden waarom het voorstel van het Rijk om de volumecomponent van het accres
                              te bevriezen nog niet is opgenomen in deze Voorjaarsnota, zoals gevraagd in de motie-Van
                              Weyenberg c.s.?
                           
171.
Zijn de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO)
                              niet akkoord met het bevriezen van de volumecomponent van het accres en wat zijn daarvoor
                              eventueel hun argumenten en/of tegenvoorstellen?
                           
172.
Kunt u de beleidsmatige lastenontwikkeling onderbouwen met de maatregelen die het
                              kabinet neemt die saldoverbeterend of -verslechterend zijn (graag een uitsplitsing)?
                           
173.
Kunt u toelichten hoe de AOW-koppeling samenhangt met de huurtoeslag?
174.
Kunt u toelichten waarom de invoering van de normhuur langzamer gaat?
175.
Is het bedrag aan uitvoeringskosten van 110 miljoen euro tot en met 2035 het totale
                              bedrag aan uitvoeringskosten uit het transitiefonds?
                           
176.
Welk deel van het transitiefonds zal naar verwachting besteed worden aan adviseurs
                              of andere externen?
                           
177.
Wat zijn de beleidsmatige gevolgen van het niet volledig indexeren op de loon- en
                              prijsbijstelling op de SZW-begroting?
                           
178.
Kunt u een onderbouwing geven voor de middelen voor de onderwijsroutes? Is dit budget
                              voldoende voor een dekkend aanbod?
                           
179.
Kunt u aangeven waar re-integratiebudget UWV niet is overgeheveld naar gemeenten aangezien
                              de doelgroep onder de participatiewet valt?
                           
180.
Kunt u de kosten «apparaat Covid-19» wat verder toelichten?
181.
Waarom staat de envelop arbeidsmarkt, armoede en schulden nog op de Aanvullende Post?
182.
Waarom staan de middelen voor versterking onderwijskwaliteit + kansengelijkheid nog
                              op de Aanvullende Post en wanneer worden deze overgemaakt?
                           
183.
Waarom staat het geld voor het klimaat- en transitiefonds nog op de Aanvullende Post
                              en wanneer wordt dit overgemaakt?
                           
184.
Hoeveel extra geld is er beschikbaar voor de compensatie van de leenstelselgeneratie?
185.
Welke andere mogelijkheden worden bekeken voor het compenseren van de leenstelselgeneratie?
186.
Met hoeveel procent gaat de rente op studieschulden naar schatting stijgen?
187.
Wat is de invloed van de inflatie op de financiële positie van studenten?
188.
In hoeverre kunnen studenten nog rondkomen, gezien de inflatie, stijgende energieprijzen
                              en hoger collegegeld?
                           
189.
Wordt het bedrag dat studenten lenen verhoogd, gezien de hoge inflatie?
190.
Wordt het bedrag van de nieuwe basisbeurs ook verhoogd, gezien de hoge inflatie?
191.
Wat zijn de gemiddelde inkomsten en uitgaven van studenten gezien de huidige inflatie?
192.
Hoeveel geld is er nodig om alle uitwonende studenten in Nederland 200 euro energiecompensatie
                              te geven?
                           
193.
Wat denkt het kabinet van het voorstel om DUO een energiecompensatie aan studenten
                              te laten uitkeren?
                           
194.
Hoeveel geld maakt het kabinet structureel vrij voor het aanpakken van studentenwelzijn?
195.
Kunt u onderbouwen waarom er bij de loon- en prijsontwikkeling van het accres wordt
                              gewerkt met een verdeling van 60 procent loonontwikkeling, 20 procent consumptie en
                              20 procent investeringen?
                           
196.
Kunt u toelichten waarom er in de Miljoenennota geen inkomsten op bronbelasting op
                              rente en royalty's werd verwacht en wat de opbrengst verklaart?
                           
197.
Kunt u toelichten wat wordt bedoeld met IACK dekking (nieuwe gevallen na 2024)?
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 M. Schukkink, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
