Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 088 Wijziging van enkele belastingwetten (Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
ARTIKEL VI
ARTIKEL VII
ARTIKEL VIII
ARTIKEL IX
ARTIKEL X
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is fiscale maatregelen te
treffen die de koopkracht verhogen door de belasting op consumptie te verlagen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In de Wet op de omzetbelasting 1968 wordt tabel I als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt na post 4 een post ingevoegd, luidende:
5.
a. aardgas dat wordt geleverd via een op het grondgebied van de Unie gesitueerd aardgassysteem
of een op een dergelijk systeem aangesloten net;
b. stadsverwarming via een warmtenet;
c. elektriciteit die wordt geleverd via het elektriciteitsnet;
2. In onderdeel b wordt na post 12 een post ingevoegd, luidende:
13. de beheerdiensten die zien op een net of systeem als bedoeld in post a 5;
ARTIKEL II
In de Wet op de omzetbelasting 1968 vervallen in tabel I met ingang van 1 januari
2023 onderdeel a, post 5, en onderdeel b, post 13.
ARTIKEL III
1. De omzetbelasting die na 30 juni 2022 wordt verschuldigd ter zake van leveringen
en diensten ter zake waarvan ingevolge artikel I het tarief met ingang van 1 juli
2022 wordt verlaagd en die worden verricht vóór de laatstgenoemde datum, wordt berekend
naar het tarief dat geldt op het tijdstip waarop de levering of de dienst wordt verricht.
2. Ingeval omzetbelasting in de periode van 1 juli 2022 tot en met 31 december 2022
wordt verschuldigd ter zake van leveringen en diensten ter zake waarvan ingevolge
artikel II het tarief met ingang van 1 januari 2023 wordt verhoogd, wordt hetgeen
meer verschuldigd zou zijn geweest indien de belasting zou zijn berekend naar het
tarief dat geldt op het tijdstip waarop de levering of de dienst wordt verricht, alsnog
verschuldigd op het tijdstip van de afrekening van de verbruiksperiode.
3. De omzetbelasting die na 31 december 2022 wordt verschuldigd ter zake van leveringen
en diensten ter zake waarvan ingevolge artikel II het tarief met ingang van 1 januari
2023 wordt verhoogd en die worden verricht in de periode van 1 juli 2022 tot en met
31 december 2022, wordt berekend naar het tarief dat geldt op het tijdstip waarop
de levering of de dienst wordt verricht.
ARTIKEL IV
In de Wet op de accijns wordt artikel 27, eerste lid, als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «€ 823,71» vervangen door «€ 650,71».
2. Onderdeel b komt te luiden:
b. halfzware olie, per 1000 L bij een temperatuur van 15°C, € 528,46 en gasolie, per
1000 L bij een temperatuur van 15°C, € 417,46;.
3. In onderdeel d wordt «€ 359,85» vervangen door «€ 284,29».
ARTIKEL V
In de Wet op de accijns wordt artikel 27, eerste lid, met ingang van 1 januari 2023
als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «€ 650,71» vervangen door «€ 823,71».
2. Onderdeel b komt te luiden:
b. halfzware olie en gasolie, per 1000 L bij een temperatuur van 15°C, € 528,46;.
3. In onderdeel d wordt «€ 284,29» vervangen door «€ 359,85».
ARTIKEL VI
In de Douane- en Accijnswet BES wordt artikel 4.8, eerste lid, als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «USD 31,86» vervangen door «USD 15,86».
2. In onderdeel b wordt «USD 24,27» vervangen door «USD 8,27».
ARTIKEL VII
In de Douane- en Accijnswet BES wordt artikel 4.8, eerste lid, met ingang van 1 januari
2023 als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «USD 15,86» vervangen door «USD 31,86».
2. In onderdeel b wordt «USD 8,27» vervangen door «USD 24,27».
ARTIKEL VIII
Artikel 84a van de Wet op de accijns vindt geen toepassing op de in artikel V opgenomen
verhogingen van de accijns.
ARTIKEL IX
1. Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juli 2022 met dien verstande dat:
a. de artikelen IV en VI terugwerken tot en met 1 april 2022;
b. artikel V in samenhang met artikel VIII toepassing vindt voordat de artikelen XI en
XIA van de Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord in samenhang met artikel XXX, eerste
lid, onderdeel b, van die wet worden toegepast.
2. In afwijking van het eerste lid treedt, indien het Staatsblad waarin deze wet wordt
geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2022, deze wet in werking met ingang van de
dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met dien
verstande dat:
a. zij ten aanzien van de artikelen I en III terugwerkt tot en met 1 juli 2022;
b. zij ten aanzien van de artikelen IV en VI terugwerkt tot en met 1 april 2022;
c. artikel V in samenhang met artikel VIII toepassing vindt voordat de artikelen XI en
XIA van de Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord in samenhang met artikel XXX, eerste
lid, onderdeel b, van die wet worden toegepast.
ARTIKEL X
Deze wet wordt aangehaald als: Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen |
---|---|---|---|
VVD | 34 | Voor | |
D66 | 24 | Voor | |
PVV | 17 | Voor | |
CDA | 14 | Voor | |
PvdA | 9 | Voor | |
SP | 9 | Voor | |
GroenLinks | 8 | Voor | |
PvdD | 6 | Tegen | |
ChristenUnie | 5 | Voor | |
FVD | 5 | Voor | |
DENK | 3 | Voor | |
Groep Van Haga | 3 | Voor | |
JA21 | 3 | Voor | |
SGP | 3 | Tegen | |
Volt | 2 | Voor | |
BBB | 1 | Voor | |
BIJ1 | 1 | Niet deelgenomen | |
Fractie Den Haan | 1 | Voor | |
Gündogan | 1 | Tegen | |
Omtzigt | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.