Amendement : Amendement van het lid Leijten over instemming van de betrokkene voorafgaand aan het verwijderen van elektronische berichten
35 261 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de herziening van afdeling 2.3 van die wet (Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer)
Nr. 18
AMENDEMENT VAN HET LID LEIJTEN
Ontvangen 12 april 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel D, wordt het voorgestelde artikel 2:27 als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst, en in de tekst wordt na «kunnen»
ingevoegd «, onverminderd het eerste lid, nadere» en wordt «ten minste en ten hoogste»
vervangen door «in ieder geval».
2. Na het opschrift wordt een lid ingevoegd, luidende:
1. Een bericht dat is verzonden via een voorziening voor elektronisch berichtenverkeer
en informatieverschaffing als bedoeld in artikel X van de Wet elektronisch berichtenverkeer
Belastingdienst, wordt niet vernietigd dan nadat de afzender van een aan het bestuursorgaan
gezonden bericht of de geadresseerde van een door het bestuursorgaan verzonden bericht
daarmee heeft ingestemd, tenzij die instemming redelijkerwijs niet kan worden verleend.
Toelichting
Dit amendement regelt dat mensen altijd uitdrukkelijk toestemming moeten geven indien
een bestuursorgaan na de wettelijke bewaartermijn een elektronisch bericht wil verwijderen.
Indiener is van mening dat mensen zelf zeggenschap moeten hebben over of zij hun digitale
archief willen behouden. Ondanks wettelijke bewaartermijnen kunnen oudere documenten
immers belangrijk zijn. Zo kunnen documenten belangrijke bewijsstukken blijken te
zijn, ook in zaken die al langer geleden speelden. Dit amendement verhindert dat bestuursorganen
eenzijdig digitale correspondentie kunnen verwijderen. Uitzondering is alleen mogelijk
indien instemming redelijkerwijs niet meer verwacht kan worden, bijvoorbeeld als iemand
is overleden.
Leijten
Indieners
-
Indiener
R.M. Leijten, Tweede Kamerlid