Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op de brief van de Actiegroep Stop Plunderen Duits Pensioenen (Kamerstuk 35955-4)
2022D13975 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 7 april 2022 enkele vragen en opmerkingen
aan de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst voorgelegd
over zijn op 15 februari 2022 toegezonden brief inzake de reactie op verzoek commissie
over de brief van de Actiegroep Stop Plunderen Duitse Pensioenen (Kamerstuk 35 955, nr. 4).
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Lips
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie en de leden van de CDA-fractie
De leden van de VVD-fractie en van de CDA-fractie hebben met interesse kennisgenomen
van de brief van de Staatssecretaris van Financiën van 15 februari 2022. Deze leden
constateren dat uit de eerdere brief van Staatssecretaris van Financiën Vijlbrief
van 15 oktober 2021 blijkt dat het mogelijk is «dat inwoners van Nederland die een
klein Duits pensioen ontvangen in hun specifieke situatie een hogere belastingdruk
ervaren dan het geval zou zijn geweest wanneer het oude Verdrag niet was vervangen»
(pagina 2). Deze leden vragen of de Staatssecretaris bereid is om deze specifieke
situatie(s) waarin sprake is van een «hogere belastingdruk» te concretiseren in enkele
voorbeelden, aangezien de in het verslag van een schriftelijk overleg van 2 december
2021 gedeelde voorbeelden (Kamerstuk 35 955, nr. 3, bijlage I) alleen zien op een vergelijking tussen «Huidig verdrag» en «Wijzigingsprotocol».
Voorts vragen deze leden specifiek of voor deze voorbeelden ook de vergelijking met
het «Oude verdrag» (uit 1957) kan worden toegevoegd. Deze leden vragen verder of het
klopt dat deze groep potentieel circa 70.000 belastingplichtigen betreft.
De leden van de VVD-fractie en van de CDA-fractie constateren dat de Staatssecretaris
in zijn brief van 15 februari 2022 schrijft: «Als de grens van € 15.000 uit het Verdrag
zou worden verwijderd zou dat inhouden dat er opnieuw een groep belastingplichtigen
met negatieve inkomensgevolgen te maken krijgt (ten opzichte van de huidige situatie)»
(pagina 3). Waarom is destijds voor het bedrag van 15.000 euro gekozen? Hoe verhoudt
dit bedrag zich tot het gemiddelde pensioen van de betrokkenen? Waarom is het verschil
aangebracht van wanneer iemand met pensioen is gegaan (Kamerstuk 35 955, nr. 4, pagina 2, alinea 2)?
Deze leden vragen of de Staatssecretaris kan beschrijven wat de gevolgen zouden zijn
indien deze grens niet wordt verwijderd, maar wordt verlaagd naar bijvoorbeeld 5.000
euro. Deze leden vragen verder of de Staatssecretaris in zijn antwoord hierop kan
meenemen de stelling dat het gemiddelde pensioen uit Duitslang 2.801 euro bedraagt.
Deze leden vragen bovendien of een dergelijke wijziging zou betekenen dat het belastingverdrag
met Duitsland opengebroken zou moeten worden.
De leden van de VVD-fractie en van de CDA-fractie vragen of de Nederlandse insteek
bij onderhandelingen prioriteit geeft aan eventuele uitvoeringskosten of de persoonlijke
belangen van onze inwoners. Wat gaat dan voor? Kan de Staatssecretaris daarop uitgebreid
reageren in het licht van deze casus?
De leden van de VVD-fractie en van de CDA-fractie vragen, gelet op de slepende discussie
over dit onderwerp, welke proportionele en uitvoerbare mogelijkheden er zijn om de
groep belastingplichtigen die door de verdragswijziging op dit specifieke punt een
hogere belastingdruk ervaart, tegemoet te komen? En indien de Staatssecretaris hier
geen mogelijkheden toe ziet, kan hij dit onderbouwen?
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie en van de CDA-fractie of de Staatssecretaris
kan reflecteren op deze situatie. Welke lessen worden hieruit getrokken voor toekomstige
onderhandelingen? Hoe wordt dan omgegaan met de communicatie richting belanghebbenden
zodat zij sneller duidelijkheid hebben over hun (financiële) situatie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief die
de regering heeft gestuurd naar aanleiding van de brief van de Actiegroep Stop Plunderen
Duitse Pensioenen (hierna: de Actiegroep). Deze leden hebben hierbij nog een aantal
vragen en opmerkingen.
De doelstelling van het belastingverdrag met Duitsland, om in principe belasting te
heffen in het bronland tenzij de administratieve lasten niet opwegen tegen de heffing,
kan over het algemeen op steun rekenen van de leden van de D66-fractie. Voorts begrijpen
deze leden dat de rekenvoorbeelden slechts een indicatie hebben gegeven en dat de
uiteindelijke verschillen afhangen van de persoonlijke omstandigheden van de belastingplichtige.
De leden van de D66-fractie vragen of de Staatssecretaris met de kennis van nu opnieuw
zou stellen dat het verschil tussen het oude belastingverdrag en het nieuwe verdrag
voor ontvangers van een Duitse rente van minder dan 15.000 euro «nihil» is.
Dat de belasting die ontvangers van een pensioen uit Duitsland nu ongeveer evenveel
is als de belasting die ontvangers van een pensioen uit Nederland betalen vinden de
leden van de D66-fractie logisch klinken. Kan de Staatssecretaris dit bevestigen?
Zo ja, heeft hij hierover gesproken met de leden van de Actiegroep? Wat is zijn reactie
op de brief van de Actiegroep hierover?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de reactie van de Staatssecretaris
op de brief van de actiegroep Stop Plunderen Duitse Pensioenen en van de reactie van
de actiegroep daar weer op. Deze brieven leiden bij de leden van de SP-fractie tot
enkele vragen.
De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris te reageren op het overzicht
van de actiegroep over de lusten en lasten van verschillende groepen.
Klopt het dat het aantal gedupeerden onder de 15.000 euro grens ligt op een slordige
70.000 personen en dat dit 95 procent bedraagt van het totaal aantal mensen met een
Duits pensioen in Nederland? Zo nee, aan welk aantal denkt de Staatssecretaris?
Kan de Staatssecretaris voor de groep gedupeerden aangeven hoe groot het financiële
verlies op jaarbasis is in vergelijking met het oude verdrag met Duitsland? Tot welk
bedrag kan dit oplopen?
Wat is de reactie van de Staatssecretaris op de bewering van de actiegroep dat de
rekenvoorbeelden geen juiste voorstelling van zaken betreffen vanwege het niet openbaar
maken van een aantal stukken?
De leden van de SP-fractie lezen in de reactie van de actiegroep dat de administratieve
lasten in de praktijk blijken mee te vallen. De leden ontvangen hierop graag een reactie
van de Staatssecretaris.
Klopt het dat voor de desbetreffende groep het enige verschil tussen het oude en het
nieuwe verdrag is dat de correctie voor dubbele belasting wordt weggenomen?
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft met verbazing kennisgenomen van de reactie op de
brief van de Actiegroep Stop Plunderen Duitse Pensioenen
Het lid van de BBB-fractie constateert dat de Staatssecretaris zich wel goed kan voorstellen
dat de leden van de Actiegroep niet tevreden zijn met het pensioenartikel in het verdrag,
maar de Staatssecretaris geeft ook aan dat de belastingdruk op pensioenuitkeringen
voor inwoners van Nederland die een Duits pensioen van 15.000 euro of minder ontvangen
niet anders is dan voor inwoners van Nederland die onder gelijke omstandigheden een
gelijk bedrag aan Nederlands pensioen ontvangen.
De Staatssecretaris gaat er volgens het lid van de BBB-fractie echter aan voorbij
dat het sluiten van een dergelijk verdrag ook kan leiden tot absurde situaties bij
de uitvoering ervan. Er werden bijvoorbeeld forse bedragen met terugwerkende kracht
opgeëist. In 2011 schreef Tubantia: „Stel je voor dat je als 94-jarige Amsterdamse
weduwe opeens een dik pak formulieren en aanslagen van de Duitse belastingdienst krijgt,
met een vertaalde begeleidende brief erbij, in net zulke ambtelijke taal. De post
die sommige Duitsers van de Nederlandse fiscus krijgt doet daar overigens niks voor
onder.»
Daarom vraagt het lid van de BBB-fractie aandacht voor de uitvoering bij het sluiten
van verdragen en voor het vermijden van acties met terugwerkende kracht die burgers
op deze manier overvallen. Vindt de Staatssecretaris ook dat hieruit lessen moeten
worden getrokken en zo ja welke?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
W.A. Lips, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.