Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda European Space Summit van 16 februari 2022
2022D05338 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de Geannoteerde agenda
van 9 februari 2022 voor de European Space Summit van 16 februari 2022.
De fungerend voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Van Dijke
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II
Antwoord / Reactie van de Minister
4
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat de Europese Commissie twee ambitieuze
ruimtevaartprogramma’s zal lanceren om het economisch en innovatief potentieel van
de sector te maximaliseren. De leden van de VVD-fractie zijn tevens verheugd over
de inzet van het kabinet om het groeiende en innovatieve ruimtevaartecosysteem te
versterken. Kan aangegeven worden op welke wijze Nederland maximaal gaat profiteren
van de uitrol van deze programma’s?
De leden van de VVD-fractie achten het positief dat met het Secure Connectivity Initiative
wordt getracht de technologische en industriële afhankelijkheden van niet-Europese
aanbieders te beperken. De leden lezen dat de Minister verwacht dat ook Nederlandse
publieke en private partijen gebruik zullen gaan maken van de Europese satelliet-infrastructuur
voor veilige, snelle communicatie en dataverkeer. In hoeverre is er in de Nederlandse
ruimtevaartsector en -industrie sprake van strategische afhankelijkheden van niet-Europese
aanbieders? Om welke diensten en (half)producten gaat het en om welke landen?
De leden van de VVD-fractie zijn content met het feit dat Nederland het European Space
Research and Technology Centre (ESTEC) huisvest, het onderzoeks-, ontwikkelings- en
testcentrum van het Europese Ruimtevaartagentschap. Is de Minister het met de leden van de VVD-fractie eens dat hier
voor Nederland als gastheer van de ESTEC een aanjagersrol is weggelegd bij het realiseren
van de veilige satellietverbindingen voor datacommunicatie alsook bij het aanjagen
van technologische en industriële ontwikkelingen? Zo ja, op welke wijze is de Minister
voornemens deze aanjagersrol vorm te geven? Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de agenda van de ministeriële
bijeenkomst van het European Space Agency (ESA) en in het bijzonder van de rollen
van accelerators en inspirators. Deze leden zijn verheugd dat de Europese Unie zich
hier inzet om het Europees investeringsniveau in de ruimtevaart te verhogen. Om hier
ook voor Nederland meer invulling aan te kunnen geven zijn deze leden benieuwd welke
rol de Minister hier weggelegd ziet voor Nederland. Ziet zij Nederland als een accelerator
of een inspirator? Kunt zij haar keuze toelichten? Kan de Minister aangeven wat de
inzet van het kabinet tijdens de ministeriële bijeenkomst zal zijn voor wat betreft
het binnenhalen van Europese ruimtevaartprojecten de komende drie jaar?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie vragen of de Secure Connectivity Initiative (SCI) ook
kansen en mogelijkheden biedt voor klimaatwetenschap.
De leden van de D66-fractie lezen dat het kabinet zal inbrengen dat, bij de verdere
uitwerking van SCI, aandacht wordt gevraagd voor eerlijke concurrentie, handhaving
van het staatssteunkader, een Europese markt voor veilige en snelle communicatie en
eerlijke, open en transparante aanbestedingsprocedures op alle niveaus. Deze leden
vragen het kabinet om per punt toe te lichten wat precies het aandachtspunt is waarnaar
wordt gevraagd en wat de mogelijke risico’s zijn. De leden van de D66-fractie lezen
dat het kabinet positief staat tegenover de verdere uitwerking van accelerators en
inspirators. Deze leden vragen wat het kabinet concreet in gedachten heeft; op welke
wijze kan Nederland bijdragen? Kunnen hier voorbeelden van worden gegeven? Deze leden
vragen tevens waar de verwachting op is gebaseerd dat meer Europese investeringen
zullen plaatsvinden wanneer dit programma verder wordt ontwikkeld.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige stuk. Zij hebben
daarover de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie lezen over de initiatieven SCI en Space Traffic Management
(STM). Zij zien uit naar de uitwerking hiervan, in het bijzonder van het SCI dat veilige
breedband-communicatie-infrastructuur voor perifere gebieden in Europa mogelijk moet
maken en technologische en industriële afhankelijkheden van niet-Europese aanbieders
beperken.
De leden van de CDA-fractie zijn voorts benieuwd of de Minister vindt dat ruimtevaart
een Important Project of Common European Interest (IPCEI) zou moeten worden en of
er, naar het voorbeeld van de Europese Chips Act, bijvoorbeeld ook een Europese Space
Act zou moeten komen in het kader van Gateway to Europe, onder andere vanwege het
strategische belang van toegang tot de ruimte.
De leden van de CDA-fractie lezen, met betrekking tot de op 16 februari aanstaande
in Toulouse plaats te vinden European Space Summit, het volgende in het ESA-persbericht:
«Leaders attending the space summit are due to discuss the EU strategy for secure
connectivity and the EU strategy for space traffic management. They will also exchange
views on ESA’s three «accelerators» identified by Josef Aschbacher, who has collaborated
with a high-level advisory group to raise Europe’s space ambitions to the next level.»
Hieruit maken de leden op dat gesproken zal worden over de noodzaak om tot een stevige
«next level» Europese ruimtevaartambitie te komen. Hoe staat het kabinet hierin, vragen
de leden de Minister. Welke ambitieuze stappen denkt het kabinet te gaan zetten, bijvoorbeeld
in relatie tot de genoemde accelerators Space for a Green Future, Rapid and Resilient
Crisis Response en Protection of Space Assets? Hoe kan Nederland hieraan bijdragen?
Heeft Nederland met de huidige middelen voldoende mogelijkheden om de kansen die er
voor de kennis- en industriesector liggen optimaal te benutten?
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Minister verder in de geannoteerde
agenda schrijft dat de ESA verwacht dat deze accelerators en inspirators op de langere
termijn kunnen leiden tot een hoger Europees investeringsniveau in de ruimtevaart,
waarmee een vergroting van de achterstand van Europa op de Verenigde Staten en wellicht
andere ruimtevaartmachten kan worden voorkomen. De leden zijn benieuwd hoe de Minister
hier tegenaan kijkt.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het kabinet positief staat tegenover de verdere
uitwerking van de accelerators en inspirators en wil bijdragen aan het bevorderen
van het gebruik van satellietdata en ruimtevaarttechnologie. Kan de Minister aangeven
aan welke van deze initiatieven Nederland dan wil deelnemen en op welke wijze(n)?
De leden van de CDA-fractie wijzen op het coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken
naar de toekomst», waarin staat dat we de basis van onze kennisinstellingen en innovatieve
ecosystemen versterken, zoals het ruimtevaartcluster bij ESTEC, en ze stimuleren om
in de regio en internationaal samen te werken. Uit de hoofdlijnenbrief die de Minister
op 7 februari 2022 met de Kamer heeft gedeeld (Kamerstuk 35 925 XIII, nr. 87) blijkt niet hoe die versterking gaat plaatsvinden. Welke ideeën heeft de Minister
hierover?
II Antwoord / reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
D.D. van Dijke, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.