Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 973 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met differentiatie in coronatoegangsbewijzen (Tijdelijke wet differentiatie coronatoegangsbewijzen)
ARTIKEL I
            ARTIKEL II
            ARTIKEL III
            ARTIKEL IV
            ARTIKEL V
Nr. 2
                   VOORSTEL VAN WET
            
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
                     enz. enz. enz.
                  
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om te kunnen differentiëren
                     in het met een coronatoegangsbewijs aan te tonen resultaat, zodat deelname aan activiteiten
                     of toegang tot voorzieningen in bepaalde situaties slechts kan worden geboden met
                     een coronatoegangsbewijs op basis van vaccinatie tegen het coronavirus of herstel
                     van een infectie met dat virus;
                  
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
                     overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
                     en verstaan bij deze:
                  
ARTIKEL I
                  
De Wet publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 58ra wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «een vergelijkbare kans op overdracht» vervangen
                           door «ten hoogste een vergelijkbare kans op overdracht».
                        
2. In het negende lid wordt aan de eerste volzin toegevoegd «, indien uitsluitend of
                           onder meer met een testuitslag deelgenomen kan worden aan activiteiten of toegang
                           verkregen kan worden tot voorzieningen» en wordt in de tweede volzin na «afgenomen»
                           ingevoegd «, alsmede degene die deze vaststelling doet,».
                        
B
Na artikel 58ra wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 58raa
                           
1. In afwijking van artikel 58ra, tweede lid, onderdeel b, kan in regels als bedoeld
                                    in het eerste lid van dat artikel worden bepaald dat uitsluitend met een bewijs van
                                    vaccinatie tegen het virus SARS-CoV-2 of een bewijs van herstel van een infectie met
                                    dat virus, al dan niet in combinatie met een bewijs van een testuitslag, deelgenomen
                                    kan worden aan activiteiten of toegang verkregen kan worden tot voorzieningen op de
                                    volgende terreinen:
                                 
a. cultuur;
b. evenementen; of
c. horeca.
2. Het eerste lid is slechts van toepassing indien de overdracht van het virus SARS-CoV-2
                                    gelet op de wijze van samenkomst van personen met het oog op de gevolgen voor de volksgezondheid
                                    onvoldoende kan worden tegengegaan wanneer behalve met een bewijs van vaccinatie tegen
                                    het virus SARS-CoV-2 of een bewijs van herstel van een infectie met dat virus ook
                                    met een bewijs van een testuitslag deelgenomen kan worden aan activiteiten of toegang
                                    verkregen kan worden tot voorzieningen.
                                 
3. Het eerste lid is niet van toepassing indien degene die bevoegd is tot het toelaten
                                    van personen tot de activiteiten of voorzieningen als bedoeld in het eerste lid, zorgdraagt
                                    voor een andere, in een krachtens paragraaf 2 van dit hoofdstuk vast te stellen ministeriële
                                    regeling te bepalen wijze van samenkomst.
                                 
4. Het eerste lid geldt niet voor personen die om medische redenen niet gevaccineerd
                                    kunnen worden tegen het virus SARS-CoV-2. Bij ministeriële regeling worden nadere
                                    regels gesteld over de toepassing van de eerste volzin, in ieder geval met betrekking
                                    tot de vaststelling dat een persoon om medische redenen niet gevaccineerd kan worden,
                                    alsmede degene die deze vaststelling doet, en met betrekking tot de deelname aan of
                                    toegang tot activiteiten of voorzieningen voor deze personen, waarbij kan worden bepaald
                                    dat beschikt dient te worden over een testuitslag.
                                 
ARTIKEL II
                  
Indien het bij koninklijke boodschap van 12 november 2021 ingediende voorstel van
                     wet tot wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met aanpassing van de
                     tijdelijke regels over de inzet van coronatoegangsbewijzen bij niet-essentiële detailhandel
                     en niet-essentiële dienstverlening op publieke plaatsen (Kamerstukken 35 961) tot wet is of wordt verheven en die wet:
                  
a. eerder in werking treedt of is getreden dan deze wet, wordt in artikel I, onderdeel
                        B, van deze wet in het voorgestelde artikel 58raa, eerste lid, de onderdelen a tot
                        en met d vervangen door de volgende onderdelen:
                     
a. cultuur;
b. evenementen;
c. horeca; of
d. niet-essentiële dienstverlening.
b. later in werking treedt dan deze wet, wordt aan artikel I van die wet een onderdeel
                        toegevoegd, luidende:
                     
C
In artikel 58raa, eerste lid, worden de onderdelen a tot en met d vervangen door de
                           volgende onderdelen:
                        
a. cultuur;
b. evenementen;
c. horeca; of
d. niet-essentiële dienstverlening.
ARTIKEL III
                  
Indien het bij koninklijke boodschap van #### ingediende voorstel van wet tot wijziging
                     van de Wet publieke gezondheid in verband met uitbreiding van de tijdelijke regels
                     over de inzet van coronatoegangsbewijzen ten aanzien van personen die beroeps- of
                     bedrijfsmatig werkzaamheden verrichten en bezoekers (Tijdelijke wet verbreding inzet
                     coronatoegangsbewijzen) (Kamerstukken ####) tot wet is of wordt verheven en artikel
                     I, onderdeel C, van die wet eerder in werking treedt of is getreden dan deze wet,
                     wordt in artikel I, onderdeel A, onder 2, van deze wet «negende lid» vervangen door
                     «twaalfde lid».
                  
ARTIKEL IV
                     
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
                        voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
                     
ARTIKEL V
                     
Deze wet wordt aangehaald als: Tijdelijke wet differentiatie coronatoegangsbewijzen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
                        autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
                        de hand zullen houden.
                     
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
De Minister van Justitie en Veiligheid,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.