Nota van wijziging : Derde nota van wijziging
35 928 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2022)
Nr. 10 DERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 9 november 2021
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel II, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
a. In subonderdeel 1 wordt in het voorgestelde artikel 38, vierde lid, «Een kindercentrum
of gastouderbureau» vervangen door «Kindercentra en gastouderbureaus» en wordt «verstrekt»
vervangen door «verstrekken».
b. Onder vernummering van het tweede subonderdeel tot vierde subonderdeel worden twee
subonderdelen ingevoegd, luidende:
2. In het achtste lid (nieuw) wordt «in het eerste of tweede lid bedoelde gegevens
en inlichtingen» vervangen door «gegevens en inlichtingen, bedoeld in het eerste,
tweede of vierde lid,» en vervalt «onderscheidenlijk». Voorts wordt toegevoegd «, onderscheidenlijk
aan kindercentra of gastouderbureaus als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de
Wet kinderopvang».
3. In het tiende lid (nieuw) wordt «of persoon» vervangen door «, persoon, kindercentrum
of gastouderbureau» en wordt «eerste of tweede lid» telkens vervangen door «eerste,
tweede of vierde lid».
B
In artikel II wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
In artikel 41, vijfde lid, wordt «eerste of tweede lid» vervangen door «eerste, tweede
of vierde lid».
C
Artikel VI, onderdeel L, aanhef, komt te luiden:
Voor artikel 16b wordt een artikel ingevoegd, luidende:.
TOELICHTING
I. Algemeen
Met deze nota van wijziging worden een aantal omissies hersteld. Met de in het wetsvoorstel
opgenomen wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) wordt
de verplichting voor kindercentra en gastouderbureaus vastgelegd om eigener beweging
gegevens voor elk ingeschreven kind aan de Belastingdienst/Toeslagen te verstrekken.
Per abuis zijn bij deze wijziging van de Awir drie bepalingen die zien op informatieverstrekking
van bepaalde organisaties en personen niet van toepassing verklaard op kindercentra
en gastouderbureaus. Dat wordt met deze nota van wijziging hersteld. Het gaat om de
volgende drie zaken:
1. de verplichting voor ouders hun bsn aan de kinderopvangorganisatie te verstrekken;
2. de mogelijkheid voor een kinderopvangorganisatie om de kosten van een onterechte verstrekking
vergoed te krijgen van de Belastingdienst/Toeslagen;
3. de bevoegdheid voor de Belastingdienst/Toeslagen om een hogere boete op te kunnen
leggen indien sprake is van een vergrijp bij het niet-nakomen van de informatieverplichting.
Door deze verwijzingen te herstellen, blijft de behandeling van de gegevensverstrekking
door kinderopvangorganisaties gelijk aan de huidige behandeling. Er is dus geen sprake
van nieuw beleid. Met deze nota van wijziging wordt ook een redactionele verbetering
aangebracht.
Daarnaast wordt een redactionele wijziging aangebracht op de in het wetsvoorstel opgenomen
wijziging van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992.
Uitvoeringsaspecten
De nota van wijziging is door de Belastingdienst en Toeslagen beoordeeld met de uitvoeringstoets.
Voor beide wijzigingen geldt dat de door de Belastingdienst en Toeslagen dienaangaande
eerder uitgebrachte uitvoeringstoetsen onverkort van kracht zijn.
II. Onderdeelsgewijs
Onderdeel A
Artikel II, onderdeel B (artikel 38 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen)
Gezien het feit dat het huidige eerste en tweede lid van artikel 38 Awir meervoudig
zijn geformuleerd, wordt in het kader van consistentie met deze nota van wijziging
ook de formulering van artikel 38, vierde lid (nieuw), Awir naar meervoud omgezet.
Artikel 38, achtste lid (nieuw), Awir regelt dat de organisaties en personen die op
grond van artikel 38, eerste en tweede lid, Awir informatie aan de Belastingdienst/Toeslagen
moeten verstrekken en daarbij ook het burgerservicenummer (bsn) van de betreffende
persoon dienen te vermelden, hiertoe in staat worden gesteld door aan degene op wie
die informatie betrekking heeft (de belanghebbende) de verplichting op te leggen om
zijn bsn te verstrekken. Gezien het feit dat kindercentra en gastouderbureaus het
bsn van de belanghebbende op grond van artikel 38, vierde lid (nieuw), Awir dienen
te verstrekken aan de Belastingdienst/Toeslagen, moet deze verplichting ook komen
te gelden voor belanghebbenden die gebruikmaken van kinderopvang die wordt aangeboden
door een kindercentrum of gastouderbureau. Deze verplichting vloeit momenteel voort
uit het huidige artikel 38, zesde lid, Awir, in samenhang bezien met artikel 38, eerste
lid, Awir. Deze verplichting is per abuis komen te vervallen en met deze nota van
wijziging wordt dit hersteld.
Artikel 38, tiende lid (nieuw), Awir regelt dat ingeval een organisatie of persoon
de verplichting tot informatieverstrekking aan de Belastingdienst/Toeslagen, bedoeld
in artikel 38, eerste of tweede lid, Awir, is nagekomen, maar meent dat die verplichting
onrechtmatig is opgelegd, op diens verzoek een vergoeding kan worden toegekend van
de kosten die rechtstreeks verband houden met deze nakoming. Deze mogelijkheid moet
gelijkelijk komen te gelden ten aanzien van de verplichting tot informatieverstrekking
van kindercentra en gastouderbureaus, bedoeld in artikel 38, vierde lid (nieuw), Awir,
aangezien er geen reden is om kindercentra en gastouderbureaus anders te behandelen.
Onderdeel B
Artikel II, onderdeel Ba (artikel 41 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen)
Artikel 41, vijfde lid, Awir regelt dat de Belastingdienst/Toeslagen in afwijking
van het eerste lid, ter zake van een vergrijp ten aanzien van een verplichting als
bedoeld in artikel 38, eerste of tweede lid, Awir een verhoogde boete kan opleggen.
Deze afwijking moet gelijkelijk komen te gelden voor een vergrijp ten aanzien van
een verplichting tot informatieverstrekking aan de Belastingdienst/Toeslagen door
kindercentra en gastouderbureaus als bedoeld in artikel 38, vierde lid (nieuw), Awir
aangezien er geen reden is om kindercentra en gastouderbureaus op dit punt anders
te behandelen.
Onderdeel C
Artikel VI, onderdeel L (Overige fiscale maatregelen 2022)
Er wordt voorgesteld om redactioneel duidelijker vast te leggen dat in de Wet op de
belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 een nieuw artikel 16a wordt ingevoegd,
in plaats van dat het bestaande artikel 16a wordt vervangen. Het voorgestelde artikel 16a
moet opnieuw worden ingevoegd, omdat het bestaande artikel 16a immers vervalt als
gevolg van het Belastingplan 2021.
De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Voor |
D66 | 24 | Voor |
PVV | 17 | Voor |
CDA | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Voor |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
FVD | 5 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
Groep Van Haga | 3 | Voor |
JA21 | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 3 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Voor |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Omtzigt | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.