Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport : Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport
35 938 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kosovo tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontgaan of het ontwijken van belasting; Pristina, 29 juli 2020
B/ Nr. 2 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 25 november 2020 en het nader rapport d.d. 13 juli 2021, aangeboden aan de Koning
door de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Financiën.
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 11 september 2020, no. 2020001856, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad
van State haar advies inzake het bovenvermelde verdrag met protocol rechtstreeks aan
mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 25 november 2020, nr. W06.20.0329/III,
bied ik U hierbij aan. De tekst van het advies treft u hieronder aan, voorzien van
mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 11 september 2020, no. 2020001856, heeft Uwe Majesteit, op
voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris
van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kosovo tot
het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting; Pristina, 29 juli 2020
(Trb. 2020, 77), met toelichtende nota.
Het verdrag met protocol bevat afspraken om dubbele belasting met betrekking tot belastingen
naar het inkomen te vermijden en om het ontgaan of het ontwijken van belasting te
voorkomen.
De Afdeling advisering van de Raad van State maakt een opmerking over het waarborgen
van de bescherming van persoonsgegevens. In verband daarmee adviseert de Afdeling,
voor zover nodig, aanvullende afspraken te maken met de regering van Kosovo over de
doorgifte van persoonsgegevens en de toelichtende nota aan te passen.
1. Achtergrond
De Republiek Kosovo (hierna: Kosovo) heeft tot 1 september 2018 het belastingverdrag
met voormalige Joegoslavië toegepast in de relatie met Nederland. Vanaf 1 september
2018 is voor Nederland in de relatie met Kosovo op het gebied van belastingen een
verdragsloze situatie ontstaan.
Nederland heeft voor de periode tot 1 januari 2019 voor inwoners van Nederland het
verdrag met voormalig Joegoslavië toegepast.1 Vanaf 1 januari 2019 tot het van toepassing worden van het voorliggende verdrag met
protocol (hierna: verdrag) kan een beroep worden gedaan op het Besluit voorkoming
dubbele belasting 2001.
Het verdrag bevat afspraken om dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar
het inkomen te vermijden en om het ontgaan of het ontwijken van belasting te voorkomen.
Met het oog op het voorkomen van het ontgaan van belasting regelt het verdrag onder
meer wederzijdse administratieve bijstand in de vorm van onderlinge uitwisseling van
informatie over, en invordering van, belastingen en toeslagen.
2. Doorgifte van persoonsgegevens
In het kader van dit verdrag kunnen persoonsgegevens worden doorgegeven aan Kosovo,
een staat die geen lid is van de Europese Unie en waar de Algemene verordening gegevensbescherming
(AVG) niet geldt.2 Ingevolge de AVG is doorgifte naar een land buiten de EU toegestaan als de Europese
Commissie een adequaatheidsbesluit heeft genomen. Daarvoor is noodzakelijk dat de
Europese Commissie besluit dat een derde land, of een nader bepaalde sector, een passend
beschermingsniveau waarborgt voor de verwerking van persoonsgegevens.3 Een dergelijk besluit is voor Kosovo niet genomen.4
Doorgifte van persoonsgegevens is echter ook toegestaan als er geen adequaatheidsbesluit
voor het land genomen is, mits het desbetreffende land passende waarborgen biedt en
betrokkenen over afdwingbare rechten en doeltreffende rechtsmiddelen beschikken.5 De AVG noemt een aantal instrumenten waarmee die passende waarborgen kunnen worden
geboden.6
Met betrekking tot overheidsinstanties springen twee instrumenten het meest in het
oog.7 Dit betreffen enerzijds juridisch bindende en afdwingbare instrumenten tussen overheidsinstanties
of -organen,8 en anderzijds bepalingen in administratieve regelingen tussen overheidsinstanties
of -organen, mits toestemming van de Autoriteit Persoonsgegevens is verkregen.9 Hieronder kan onder andere een memorandum van overeenstemming worden begrepen, waarin
beide landen afspraken maken over passende waarborgen, afdwingbare rechten voor betrokkenen
en voldoende rechtsbescherming.10
De Afdeling merkt op dat daaraan in de toelichtende nota geen aandacht wordt besteed
en dat daaruit dus niet blijkt of dergelijke afspraken tussen Nederland en Kosovo
zijn gemaakt.
De Afdeling wijst er verder op dat het verdrag mogelijkheden biedt om aanvullende
regelingen te treffen ter uitvoering van het verdrag.11 Op grond van dit artikel zouden afspraken tussen Nederland en Kosovo, zoals hierboven
beschreven, kunnen worden gemaakt over de waarborgen voor de verwerking van persoonsgegevens,
afdwingbare rechten en doeltreffende rechtsmiddelen.
De Afdeling adviseert, voor zover dit nog niet is gedaan, aanvullende afspraken te
maken met de regering van Kosovo over de doorgifte van persoonsgegevens en de toelichtende
nota aan te passen.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het
verdrag en adviseert daarmee rekening te houden voordat het verdrag aan de beide Kamers
der Staten-Generaal wordt overgelegd.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Aan het advies en de opmerking is gevolg gegeven door in de toelichting op artikel
24 van het verdrag aandacht te besteden aan de regels in Kosovo met betrekking tot
de uitwisseling en verwerking van persoonsgegevens. Daarbij wordt geconcludeerd dat
in Kosovo betrokkenen over afdwingbare rechten en doeltreffende rechtsmiddelen beschikken,
zodat een passend beschermingsniveau is gewaarborgd. Aanvullende afspraken met Kosovo
over de doorgifte van persoonsgegevens zijn derhalve niet nodig.
Van de gelegenheid is verder gebruikgemaakt om in de toelichtende nota enkele redactionele
wijzigingen aan te brengen.
Ik verzoek U, mede namens de Staatsecretaris van Financiën, mij te machtigen gevolg
te geven aan mijn voornemen het verdrag met protocol vergezeld van de gewijzigde toelichtende
nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State -
Mede ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.