Nota van wijziging : Nota van wijziging
35 927 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2022)
Nr. 11 NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 27 oktober 2021
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel X wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel C, eerste onderdeel, wordt onder verlettering van de subonderdelen
a en b tot subonderdelen b en c, een subonderdeel ingevoegd, luidende:
a. in onderdeel k wordt «de artikelen 9.1.3. en 9.2.2» vervangen door «artikel 9.1.3»
en wordt «de artikelen 76q, tweede lid, en 98, tweede lid» vervangen door «artikel 76q».
2. Onderdeel D komt te luiden:
D
Artikel 15a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De schriftelijke verklaring, bedoeld in artikel 14, tweede lid, artikel 15, eerste
lid, onderdeel p, of indien van toepassing artikel 15, vierde lid, wordt door iedere
verkrijger afgelegd door het:
a. ondertekenen van de notariële akte waarin een door de inspecteur voorgeschreven
standaardtekst is opgenomen; of
b. afzonderlijk invullen van het daartoe door de inspecteur ter beschikking gestelde
standaardformulier.
2. In het tweede lid wordt na «wordt» ingevoegd «, indien deze is afgelegd op de wijze,
bedoeld in het eerste lid, onderdeel b,».
3. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.
4. In het derde lid (nieuw) wordt na «de schriftelijke verklaring» ingevoegd «, indien
deze op de wijze, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is afgelegd,».
5. Er wordt na het derde lid (nieuw) een lid ingevoegd, luidende:
4. De verkrijger die aannemelijk maakt dat hij of zijn rechtsvoorganger krachtens
erfrecht door onvoorziene omstandigheden die zich hebben voorgedaan voor het tijdstip
van de verkrijging maar nadat de aan die verkrijging ten grondslag liggende koopovereenkomst
tot stand is gekomen, redelijkerwijs niet in staat is de woning anders dan tijdelijk
als hoofdverblijf te gaan gebruiken en dit voorafgaand aan de verkrijging duidelijk
en stellig verklaart in een schriftelijke verklaring, wordt geacht die woning anders
dan tijdelijk als hoofdverblijf te hebben gebruikt. De schriftelijke verklaring vervangt
de schriftelijke verklaring, bedoeld in artikel 14, tweede lid, of artikel 15, eerste
lid, onderdeel p, onder 3°.
6. In het zesde lid wordt «tot de wijze van aanleveren» vervangen door «tot de inhoud
en de wijze van aanleveren».
B
Na artikel X wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel XA
Artikel 15a, eerste tot en met vierde lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer
zoals dat luidde op 31 december 2021 blijft tot en met 31 maart 2022 van toepassing
wanneer een notaris niet beschikt over de juiste software om te voldoen aan de nieuwe
vereisten die met ingang van 1 januari 2022 gelden voor de inhoud van het elektronische
aangiftebericht als onderdeel van de aangifte overdrachtsbelasting.
C
In de in artikel XVI, eerste lid, opgenomen tabel wordt in de eerste kolom «81» vervangen
door «80», wordt «105» vervangen door «104» en wordt «146» vervangen door «145».
TOELICHTING
I. Algemeen
In deze nota van wijziging is een aantal wijzigingen met betrekking tot de overdrachtsbelasting
en de belasting van personenauto’s en motorrijwielen opgenomen.
1. Overdrachtsbelasting
Door middel van deze nota van wijziging wordt het wetsvoorstel Belastingplan 2022
op het gebied van overdrachtsbelasting aangevuld met:
– een vereenvoudiging van het aangifteproces voor het notariaat (met overgangsrecht);
– een technische wijziging die het schrappen van verwijzingen naar vervallen bepalingen
inhoudt.
Vereenvoudiging aangifteproces notariaat
Met ingang van 1 januari 2022 wordt de inhoud van het elektronische aangiftebericht
voor de overdrachtsbelasting uitgebreid. Vanaf die datum moet de notaris meer gegevens
via het elektronische bericht, als onderdeel van de aangifte, aanleveren (zoals het
burgerservicenummer en de vrijstelling waarop een beroep wordt gedaan).
In de toelichting op de ministeriële regeling van 31 december 20201 is aangekondigd dat bij de inwerkingtreding van dat vernieuwde elektronische bericht
zal worden bekeken of het aangifteproces efficiënter kan worden gemaakt en onnodige
administratieve lasten kunnen worden voorkomen. Bijvoorbeeld door te bezien of de
verplichting van de notaris om bepaalde gegevens in de akte dan wel schriftelijke
verklaring op te nemen, zoals dit met de Wet differentiatie overdrachtsbelasting is
geregeld, (gedeeltelijk) kan komen te vervallen, omdat deze gegevens reeds via het
elektronische bericht aan de Belastingdienst worden toegestuurd.
De Belastingdienst en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) hebben in
augustus 2021 gezamenlijk aangegeven dat administratieve lasten voor het notariaat
en burgers kunnen worden voorkomen door bepaalde verplichtingen te laten vervallen
zonder dat daarmee effectief toezicht door de Belastingdienst wordt belemmerd. Het
gaat onder meer om de verplichting voor de notaris om het standaardformulier, waarmee
een particuliere koper van een woning een schriftelijke verklaring aflegt voor de
toepassing van de startersvrijstelling of het verlaagde tarief, standaard te gebruiken
en op te sturen naar de Belastingdienst.
Omdat met ingang van 1 januari 2022 de gegevens uit dit standaardformulier, met uitzondering
van de verklaring, via het elektronische bericht worden aangeleverd, wordt voorgesteld
om de Wet op belastingen van rechtsverkeer (Wet BRV) met ingang van die datum aan
te passen, om zo onnodige administratieve lasten voor het notariaat en burgers te
voorkomen.
Overgangsrecht
Zoals hiervoor is toegelicht wordt het elektronische bericht met ingang van 1 januari
2022 uitgebreid. Om deze aanvullende gegevens geautomatiseerd via het elektronische
bericht te kunnen leveren en verkrijgen, moeten de systemen bij het notariaat, de
KNB, en de Belastingdienst worden aangepast en op elkaar worden afgestemd. Dit gebeurt
in onderlinge samenspraak.
De KNB heeft in gesprekken met de Belastingdienst aangegeven dat het niet haalbaar
is dat alle notarissen op 1 januari 2022 over de nieuwe systemen die hiervoor nodig
zijn beschikken. Dit heeft onder meer te maken met de implementatiecapaciteit van
de softwareleveranciers. Daarom wordt in de zogenoemde eindejaarsregeling 2021 een
overgangsregeling opgenomen. Die overgangsregeling bewerkstelligt dat voor notarissen
waarbij het niet mogelijk is de nieuwe software met ingang van 1 januari 2022 geïmplementeerd
te krijgen, tot uiterlijk 31 maart 2022 de aangifteverplichtingen zoals deze golden
op 31 december 2021 blijven gelden. De hiervoor toegelichte vereenvoudiging van het
aangifteproces voor het notariaat is pas mogelijk als de benodigde gegevens via het
elektronische bericht worden geleverd. In aansluiting op die overgangsregeling wordt
met deze nota van wijziging tevens geregeld dat notarissen pas het vereenvoudigde
aangifteproces kunnen hanteren zodra zij de benodigde gegevens via het elektronische
aangiftebericht kunnen leveren. In de praktijk is dat het moment waarop de software-update
bij de notaris heeft plaatsgevonden.
2. Uitvoeringsgevolgen
De Belastingdienst beoordeelt de nota van wijziging met de uitvoeringstoets.
Voor de wijzigingen in de overdrachtsbelasting geldt dat de door de Belastingdienst
dienaangaande eerder uitgebrachte uitvoeringstoets bij de Wet differentiatie overdrachtsbelasting2 onverkort van kracht is.
Voor het herstel van de omissie van de schijfgrenzen in de Wet op de belasting van
personenauto’s en motorrijwielen 1992 (Wet BPM 1992) geldt dat de door de Belastingdienst
dienaangaande eerder uitgebrachte uitvoeringstoets onverkort van kracht is.3
II. Onderdeelsgewijs
Onderdeel A
Artikel X, onderdeel C (artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer)
Met deze wijziging worden in artikel 15, eerste lid, onderdeel k, Wet BRV de verwijzingen
naar artikel 9.2.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 98, tweede lid,
van de Wet op het voortgezet onderwijs geschrapt. Deze bepalingen zijn namelijk per
1 augustus 2015, respectievelijk 6 april 2005 vervallen. Een inhoudelijke wijziging
is hiermee niet beoogd.
Artikel VIII, onderdeel D (artikel 15a van de Wet belastingen van rechtsverkeer)
De wijziging in artikel 15a Wet BRV regelt dat voor het notariaat het aangifteproces
wordt vereenvoudigd. Dit wordt in de eerste plaats bewerkstelligd door niet langer
verplicht te stellen dat de schriftelijke verklaring, bedoeld in artikel 14, tweede
lid, artikel 15, eerste lid, onderdeel p, of indien van toepassing artikel 15, vierde
lid, Wet BRV geschiedt door het invullen van het daartoe door de inspecteur ter beschikking
gestelde standaardformulier. Verkrijgers kunnen de schriftelijke verklaring voortaan
ook afleggen door ondertekening van de akte waarin de notaris een, door de KNB en
de Belastingdienst overeengekomen, standaardpassage opneemt die dezelfde functie en
strekking heeft als de verklaring middels het standaardformulier. Anders dan bij het
standaardformulier, dat door iedere verkrijger afzonderlijk moet worden ingevuld,
kan als gevolg van de vereenvoudigingen worden volstaan met een akte met daarin de
genoemde standaardpassage. De akte met de schriftelijke verklaring wordt door iedere
verkrijger ondertekend, en vervolgens door de notaris.4
De tweede vereenvoudiging houdt in dat de notaris niet langer op een door de inspecteur
aangegeven wijze uit de notariële akte hoeft te laten blijken dat een beroep wordt
gedaan op artikel 14, tweede lid, of artikel 15, eerste lid, onderdeel p, Wet BRV
(het verlaagde tarief of de vrijstelling).
De te vervallen verplichtingen voor het opnemen van bepaalde gegevens in de akte of
een aangehechte schriftelijke verklaring zijn niet langer nodig omdat de betreffende
gegevens zullen worden aangeleverd via het vernieuwde elektronische aangiftebericht.
Onderdeel B
Artikel XA (overgangsrecht)
Het overgangsrecht regelt dat de bij artikel 15a Wet BRV geregelde vereenvoudiging
pas door de verkrijger en de notaris mag worden toegepast zodra de notaris conform
artikel 4 van de Uitvoeringsregeling registratiewet 1970 zoals dat artikel luidt met
ingang van 1 januari 2022 aanvullende gegevens in het elektronische bericht opneemt.
De verkrijgingen waarbij notarissen niet kunnen voldoen aan genoemd artikel 4 kunnen
worden aangegeven op de wijze zoals die geldt tot 1 januari 2022. Zodra de notaris
beschikt over de juiste software dient hij over te gaan op het indienen van het elektronische
bericht zoals dit moet worden opgemaakt volgens de nieuwe regelgeving edoch uiterlijk
op 1 april 2022.
Onderdeel C
Artikel XVI (artikel 9 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen
1992)
In de in artikel XVI, eerste lid, opgenomen tabel ter vervanging van de tabel die
is opgenomen in artikel 9, eerste lid, Wet BPM 1992 zijn de schijfgrenzen 81, 105
en 146 abusievelijk met 1 verhoogd. Bij deze nota wordt deze omissie hersteld en worden
die grenzen 80, 104 respectievelijk 145.
De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Voor |
D66 | 24 | Voor |
PVV | 17 | Voor |
CDA | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Voor |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Tegen |
ChristenUnie | 5 | Voor |
FVD | 5 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
Groep Van Haga | 3 | Voor |
JA21 | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 3 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Voor |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Omtzigt | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.