Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de eerste periodieke rapportage staatsagent KLM
2021D31588 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 31 augustus 2021 enkele vragen en opmerkingen
aan de Minister van Financiën voorgelegd over de brief van 11 juni 2021 inzake de
eerste periodieke rapportage staatsagent KLM
De fungerend voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de eerste periodieke rapportage
van de staatsagent KLM. Zij hebben hierbij nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie lezen in de rapportage van de staatsagent dat een van
de afspraken tussen KLM en de Nederlandse staat is, dat ook externe leveranciers en
ketenpartners een rol spelen in de verlaging van de kosten. In het herstructureringsplan
heeft KLM daartoe meer dan 90 initiatieven benoemd die een besparingspotentieel hebben.
Kan de Minister de lijst met initiatieven en het daar bijbehorende besparingspotentieel
delen met de Kamer?
Voorts lezen de leden van de VVD-fractie dat de staatsagent onderzoekt of sprake is
of is geweest van mogelijke medewerking met of facilitering van belastingontwijking
door medewerkers van de KLM-groep. Kan de Minister aangeven welke aanwijzingen hiervoor
zijn? Kan de Minister tevens aangeven, indien er daadwerkelijk sprake is of is geweest
van medewerking met of facilitering van belastingontwijking door medewerkers van de
KLM-groep, welke consequenties hieraan verbonden zullen worden?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de staatsagent in gesprek is met het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat en met KLM om te bevorderen dat er spoedig een basis
is voor rapportage van de conform de Framework Agreement en het Akkoord Duurzame Luchtvaart
te monitoren uitstootcijfers. Daarvoor is een operationele definitie nodig die kan
aansluiten bij het vervolg op het Akkoord Duurzame Luchtvaart en de Luchtvaartnota
2020–2050. Kan de Minister aangeven wat bedoeld wordt met «operationele definitie»?
Kan de Minister tevens aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot het ontwikkelen
van deze operationele definitie en de basis voor rapportage van de te monitoren uitstootcijfers?
Air France-KLM heeft de ambitie om op het gebied van duurzaamheid vooraanstaand te
zijn, zo lezen de leden van de VVD-fractie. Naast het Japanse ANA is het de enige
luchtvaartgroep die is opgenomen in de Dow Jones Sustainability World Index 2020.
Kan de Minister toelichten waarom er slechts twee luchtvaartgroepen opgenomen zijn
in de Dow Jones Sustainability World Index 2020? Wat zijn de criteria om opgenomen
te worden in deze index en kan de Minister ingaan op het concurrentievoordeel voor
Air France-KLM?
Kan de Minister daarnaast ingaan op recente oproep van KLM dat aanvullende overheidssteun
nodig is in het licht van de wereldwijde coronapandemie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de eerste periodieke rapportage
van de staatsagent KLM en hebben daar nog enkele vragen bij.
De leden van de fractie van D66 lezen dat KLM «op schema loopt om in 2021 en 2022
ruimschoots aan de voorwaarden te voldoen» van een reductie van ten minste 15% van
de beïnvloedbare kosten. Zij zijn geïnteresseerd in de maatregelen die KLM hiervoor
genomen heeft en vragen naar een overzicht van de geplande en gerealiseerde kostenbesparingen
in de komende jaren.
De leden van de D66-fractie begrijpen dat de vorderingen op de luchtvaartgerelateerde
eisen moeilijker te kwantificeren zijn en dat de coronacrisis dit verder bemoeilijkt.
Wel zouden zij graag nog wat opheldering zien over de vorderingen die volgens de staatsagent
al wel reeds gemaakt zijn. De leden van de D66-fractie lezen bijvoorbeeld dat afgewacht
moet worden tot de juridische verankering van de 29.000 nachtvluchten in het Luchthavenverkeersbesluit
totdat bezien kan worden of KLM de afgesproken evenredige bijdrage levert aan de vermindering.
Tegelijkertijd hebben zij in het advies reductie nachtvluchten (Kamerstuk 29 665, nr. 400) gelezen dat op dit moment sprake is van een transitieperiode voor de nachtvluchten
waarin luchtvaartmaatschappijen vrijwillig hun nachtslots kunnen opgeven en omzetten
naar een dagslot. Wat zijn de concrete plannen van KLM voor de reductie van de nachtvluchten
voor 2030?
De leden van de D66-fractie ondersteunen de bevinding dat de coronacrisis een sterk
vertekend beeld kan geven van de CO2-winst die is geboekt de afgelopen tijd. Zij zouden daarom graag nu, en in toekomstige
rapportages, ook op andere wijze op de hoogte worden gehouden van de inspanningen
die KLM levert om bij te dragen aan een duurzamere luchtvaart op de langere termijn,
die niet afhankelijk is van een terugvallend aantal passagiers. De leden van de D66-fractie
zien daarom graag uiteengezet welke andere CO2-besparende maatregelen getroffen zijn of investeringen gedaan zijn die kunnen leiden
tot besparingen op de langere termijn. Hierbij is ook de vraag op welke wijze KLM
heeft bijgedragen aan het aantrekkelijk maken van de trein als alternatief voor steden
waar de trein een goede verbinding mee heeft, zoals Brussel, Parijs, Londen, Düsseldorf
of Frankrijk.
De leden van de D66-fractie vragen daarnaast naar de plannen met het oog op het behoud
van de netwerkfunctie van Schiphol. Wat zijn de vooruitzichten hiervoor?
De leden van de D66-fractie zien het beoordelingskader van de staatsagent met interesse
tegemoet en vragen wanneer dit kader met de Kamer wordt gedeeld.
De leden van de fractie van D66 kijken verder met interesse uit naar de tweede rapportage
van de staatsagent waarin onder meer wordt ingegaan op het onderzoek naar belastingontwijking.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de eerste periodieke rapportage
van de staatsagent KLM. De leden van de PVV-fractie brengen daarover het volgende
naar voren.
Allereerst merken de leden van de PVV-fractie op dat KLM heeft aangegeven meer steun
nodig te hebben als gevolg van het stoppen van de NOW-regeling per 1 oktober1. De leden van de PVV-fractie willen weten om hoeveel extra steun KLM vraagt en hoe
de Minister dit beoordeelt. Tevens willen de leden van de PVV-fractie weten welke
gevolgen dit kan hebben voor het aflossen van 3,4 miljard euro van banken en de Nederlandse
staat. Verwacht de Minister dat KLM opnieuw zal moeten ingrijpen in de organisatie?
Voorts vragen de leden van de PVV-fractie hoeveel KLM-medewerkers er in totaal wegens
de coronacrisis hebben moeten vertrekken. Klopt het dat Air France-KLM 1,5 miljard euro
verlies heeft geleden in het tweede kwartaal van dit jaar?
Voortbouwend hierop willen de leden van de PVV-fractie weten hoe dit valt te rijmen
met het gegeven dat KLM-directeur Pieter Elbers 535.000 euro verdiende. Kan de Minister
tevens in kaart brengen wat de salarissen zijn van andere grootverdieners bij KLM?
Verder willen de leden van de PVV-fractie weten of het klopt dat de boekwaarde eigen
vermogen staatdeelnemingen met ruim 10 miljard euro daalde2, hoe de Minister dit beoordeelt en welke gevolgen dit heeft. Kan de Minister dit
bedrag uitsplitsen per staatsdeelneming?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de eerste
periodieke rapportage van de staatsagent KLM. Zij vragen onder meer aan de Minister
of hij kan aangeven of de staatsagent van mening is dat de gedefinieerde voorwaarden
voldoende zijn en voldoende passend zijn bij de situatie waarin KLM zich bevindt.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de besparingen in lijn lopen met de gemaakte
afspraken. Wel vragen zij in hoeverre kostenbesparingen een gevolg zijn van de coronamaatregelen
wereldwijd en daarmee incidenteel en welk gedeelte van de kostenbesparingen structureel
is. De leden van de CDA-fractie vragen in dat kader naar de kostenbesparingen na 2022
en of daar al meer duidelijkheid over is verkregen door de staatsagent.
De leden van de CDA-fractie vragen of er signalen zijn dat er afspraken gemaakt zijn
om op enig moment dat er extra dividend uitgekeerd gaat worden, dit hoger zal uitvallen
ter compensatie van de dividendpauze.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de staatsagent niet is geconsulteerd ten
tijde van de acquisitie van een meerderheidsbelang in Airtrade door KLM, terwijl dit
wel een strategische acquisitie betrof die van invloed was op de activiteiten van
de KLM-groep. De leden van de CDA-fractie vragen wat de reden was dat de staatsagent
niet geconsulteerd is. Welke gevolgen heeft een niet-consulteren van de staatsagent
bij dergelijke besluiten, zo vragen de leden van de CDA-fractie. In het bijzonder
vragen zij of niet consulteren bij dergelijke besluiten in het uiterste geval ook
gevolgen kan hebben voor het steunpakket.
De leden van de CDA-fractie merken op dat KLM nog steeds een beloningsverhouding heeft
waarbij de topman acht keer meer verdient dan de gemiddelde KLM’er en een van de weinige
staatsdeelnemingen is die een dergelijk groot beloningsverschil kent. De leden van
de CDA-fractie vragen hoe de Minister dat beoordeelt.
De leden van de CDA-fractie constateren dat Schiphol haar prognose voor 2021 nog verder
naar beneden heeft bijgesteld. In hoeverre is dat nog van invloed op de prognoses
voor KLM, zo vragen de leden van de CDA-fractie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van
de Ministers van Financiën en van Infrastructuur en Waterstaat, waarmee zij de Eerste
periodieke rapportage van de staatsagent KLM hebben toegezonden. Deze leden hebben
hierbij nog enkele kritische vragen en opmerkingen.
Aanstelling en bevoegdheden staatagent
De leden van de SP-fractie vragen zich af wat de reden is dat de rapportages vanuit
de staatsagent halfjaarlijks worden verstrekt terwijl de staatsagent per kwartaal
rapportages vanuit KLM ontvangt? De leden van de SP-fractie zijn van mening dat rapportages
vanuit de staatsagent per kwartaal meer mogelijkheden bieden om als overheid tijdig
bij te kunnen sturen indien blijkt dat niet aan de afspraken uit de overeenkomst tussen
Air France-KLM en de Nederlandse Staat wordt voldaan. Kunnen de Ministers hierop reageren?
Bevindingen staatsagent
De leden van de SP-fractie maken zich ernstige zorgen over de gevolgen die de beoogde
kostenbesparingen op arbeidsvoorwaarden zullen hebben voor de medewerkers van KLM.
KLM is een voorname werkgever met een groot en divers werknemersbestand met sterk
uiteenlopende arbeidsvoorwaarden. De leden van de SP-fractie lezen in de rapportage
van de staatsagent dat KLM op schema ligt om ruimschoots aan de voorwaarden te voldoen
als het gaat om de afgesproken kostenreducties. Hoe ruim wordt de beoogde 15 procent
overschreden en kunnen de Ministers toelichten hoe dit in de praktijk uitpakt voor
de mensen op de werkvloer? Hoeveel arbeidsplaatsen dan wel fte zijn er sinds het uitbreken
van de coronacrisis bij KLM precies verdwenen of zullen er nog verdwijnen en welke
loonoffers zijn uiteindelijk gevraagd van de KLM-medewerkers? En wat is er terechtgekomen
van de missie van de staat om de topman van Air France-KLM geen bonus van 2 miljoen euro
te doen toekomen?
Arbeidsvoorwaarden
De leden van de SP-fractie zijn benieuwd in hoeverre er op het gebied van besparing
op arbeidsvoorwaarden is voldaan aan het geformuleerde uitgangspunt dat de sterkste
schouders de zwaarste lasten dragen. Kunnen de Ministers voor verschillende inkomenscategorieën
specificeren welk percentages de medewerkers hebben moeten inleveren op hun voormalige
inkomen? En kan daarbij tevens worden vermeld om hoeveel medewerkers per inkomenscategorie
en beroepsgroep dit gaat? Voorts vernemen de leden van de SP-fractie graag van de
Ministers wat de matiging van de loonkosten heeft betekend voor de secundaire arbeidsvoorwaarden
van de KLM-medewerkers.
De leden van de SP-fractie merken op dat het afgelopen half jaar regelmatig berichten
verschenen over medewerkers die weliswaar hun baan konden behouden, maar daarbij wel
te maken kregen met andere zeer nadelige inkomenseffecten zoals het schrappen van
onregelmatigheidstoeslagen, het vervangen van vast werk voor goedkoop flexwerk, of
het werken met deeltijdroosters waarbij deeltijders hun contracturen -als het aan
KLM lag- over steeds meer werkdagen uitgesmeerd zouden krijgen.
Houden de Ministers bij de gemaakte afspraken naast de effecten op de primaire inkomens
ook rekening met dergelijke bijkomende verslechteringen en zo nee, zijn zij bereid
om dit mee te nemen bij de verdere monitoring van de afspraken?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PvdD
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben kennisgenomen van de eerste
periodieke rapportage van de staatsagent KLM, die is aangesteld om toezicht te houden
op de naleving door KLM van de voorwaarden en afspraken rond het steunpakket van 3,4 miljard euro.
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren constateren dat KLM volgens het
Jaarverslag 2020 de doelstelling heeft om een beperking van de CO2-uitstoot van de vliegoperatie – waarmee wordt bedoeld de vluchten die uit Nederland
vertrekken – in 2030 met 15 procent te realiseren ten opzichte van 2005. Aangezien
de wereld in een klimaatcrisis verkeert, is dit een weinig ambitieuze doelstelling,
zo vinden de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren. Zij lezen bovendien
dat KLM in 2019 al 4 procent onder het niveau van 2005 zat. Zij vragen zich af: kan
deze doelstelling worden opgeschroefd, aangezien het er zo op lijkt dat de huidige
doelstelling al twee jaar niet uitdagend genoeg is.
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren willen de Minister van Financiën
en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat erop wijzen dat de luchtvaart rigoureus
zal moeten krimpen, omdat de leefbaarheid van de aarde in het gedrang is gekomen.
Paradoxaal genoeg kunnen de leningen met hoge rentes niet worden terugbetaald zonder
groei. Hoe verhoudt de reductiedoelstelling zich tot de veronderstelde groei die moet
plaatsvinden? Hoe reflecteert de staatsagent op dit spanningsveld? De leden van de
fractie van de Partij voor de Dieren constateren dat de vraag om aan te geven wat
het verdienmodel is van KLM met een CO2-plafond van 2,5 tot 3,5 megaton er al sinds 1 maart 2019 ligt. Hoeveel CO2-ruimte zou KLM onder dit plafond mogen innemen, naar rato van het huidige marktaandeel?
En wat betekent dit vervolgens voor andere luchtvaartmaatschappijen? Hoeveel CO2-ruimte blijft er dan over voor andere luchtvaartmaatschappijen?
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben tijdens het algemeen overleg
Staatsdeelnemingen van 3 februari 2021 de toezegging gekregen dat de vraag om aan
te geven wat het verdienmodel is van KLM met een CO2-plafond van 2,5 tot 3,5 megaton zou worden meegenomen «in de bespiegelingen over
de toekomst van deze onderneming». Wanneer vinden deze bespiegelingen plaats, wie
nemen daaraan deel en hoe wordt de Kamer hierover geïnformeerd? Kan de staatsagent
hierover rapporteren?
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren constateren dat de staatsagent
ook zal rapporteren over de prestaties van KLM bij het terugdringen van vlieghinder.
Hoe verhoudt het terugdringen van de vlieghinder zich tot de groei die nodig is om
de leningen terug te betalen? Hoe ziet de staatsagent dit? Hoe gaat hij de prestaties
van KLM op dit vlak meten?
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren constateren dat vliegtuigen geluidsverstoring
veroorzaken in Natura 2000-gebieden. Dit zijn binnen de EU beschermde natuurgebieden,
geregeld (onderdeel van) stiltegebieden, en tevens gebieden waar mensen graag recreëren.
Vormt KLM hier een uitzondering op onder vliegtuigmaatschappijen of veroorzaakt ook
KLM geluidsverstoring in Nederlandse Natura 2000-gebieden?
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren merken in dit kader nog op dat
de gemeente Nieuwkoop bij het Natura 2000-gebied «Nieuwkoopse Plassen en De Haeck»
ligt, dat vrijwel volledig in stiltegebied valt dat groter is dan het Natura 2000-gebied
zelf. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vragen zich af of de Minister
de waarde van stiltegebieden voor de natuur erkent. Erkent de Minister de recreatieve
waarde van stiltegebieden? Erkent de Minister de economisch-recreatieve waarde van
stiltegebieden?
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren constateren dat er op dit moment
geluidsverstoring plaatsvindt in dit Natura 2000-gebied door de luchtvaart. In de
notitie Stiltegebieden Zuid-Holland 20183 staat zelfs: «het aangrenzende Utrechtse deel van de Nieuwkoopse Plassen is in het
verleden door de provincie Utrecht geschrapt als stiltegebied vanwege de overlast van vliegverkeer
van en naar Schiphol» en «Opgemerkt wordt dat in het kader van de implementatieregelgeving voor luchthavens
geen aandacht wordt besteed aan de invloed van bijvoorbeeld grote luchthavens, zoals
Schiphol, op stiltegebieden in ons land. In de toelichting op de betreffende wetgeving
is niet aangegeven waarom dit, anders dan voor industrieterreinen, horecaconcentratiegebieden,
rijks- en provinciale wegen en hoofdspoorwegen, niet vereist is. Informatie is voor provincies relevant bijvoorbeeld in verband met de vraag welk gebieden
in ieder geval niet in aanmerking zouden moeten komen voor aanwijzing als stiltegebied.» Hieruit blijkt dat de luchtvaart bepalend is voor het aanwijzen van stiltegebieden,
in plaats van dat flora, fauna en eventueel recreanten in die gebieden bepalend zijn.
Wat rechtvaardigt de uitzonderingspositie van luchtvaartmaatschappijen in stiltegebieden
en beschermde natuurgebieden en op grond waarvan valt deze uitzonderingspositie die
gewone burgers en andere sectoren niet hebben, te legitimeren? Hoeveel geluidsverstoring
veroorzaakt KLM in Natura 2000-gebieden en stiltegebieden in Nederland? De leden zijn
van de fractie van de Partij voor de Dieren is van mening dat het kabinet als aandeelhouder
moet zorgen dat KLM beschermd natuurgebied en stiltegebied respecteert en daar dus
geen geluidsverstoring veroorzaakt. Hoe gaat de staatsagent het geluid dat wordt veroorzaakt
door KLM in beschermde natuurgebieden en stiltegebieden meten en hoe gaat hij bepalen
hoe KLM presteert op het gebied van hinder terugdringen?
Tot slot willen de leden van de Partij voor de Dieren benadrukken dat het de bedoeling
is dat er minder wordt gevlogen. Op welke manier leiden de voorwaarden op het gebied
van verduurzaming en het terugdringen van hinder tot minder vliegbewegingen door KLM?
Kan de staatsagent rapporteren over de manier waarop de prestaties van KLM op het
gebied van verduurzaming en het terugdringen van hinder, hebben geleid tot minder
vliegverkeer?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SGP
De leden van de SGP-fractie hebben vragen over de aanpassingen van de arbeidsvoorwaarden
als onderdeel van de afspraken. Is er inmiddels al meer bekend over de verdere invulling
van het voorstel dat gedaan is, waarmee werknemers inleveren op hun arbeidsvoorwaarden?
Worden er maxima gesteld aan de percentages waarmee de arbeidsvoorwaarden van lage
en middeninkomens kunnen worden versoberd? Of geldt hier net als voor de hoogste inkomens
een minimaal percentage?
Daarnaast vragen de leden van de SGP-fractie naar de stand van zaken met betrekking
tot de uitvoering van de motie van de leden Stoffer en Slootweg over werknemers tot
anderhalf keer modaal zo veel mogelijk ontzien (Kamerstuk 35 505, nr. 17). In de brief wordt gewezen op het feit dat werknemers met een modaal inkomen ook
inleveren op hun arbeidsvoorwaarden. Komt deze invulling overeen met de invulling
die overeengekomen is, en waarnaar verwezen wordt in de brief van 3 november 2020
(Kamerstuk 29 232, nr. 45)?
Vragen en opmerkingen van de leden van de Groep Van Haga
De leden van de Groep Van Haga hebben kennisgenomen van de stukken met betrekking
tot de eerste periodieke rapportage staatsagent KLM 2021. De leden zijn erg benieuwd
naar de economische gevolgen voor KLM en Schiphol veroorzaakt door het Luchthavenverkeersbesluit
waarin juridisch vastgelegd wordt dat het aantal nachtvluchten gereduceerd wordt.
De leden van de Groep Van Haga lezen het volgende:
«In het gebruiksjaar 2019 bedroeg het totale aantal nachtvluchten op Schiphol 30.112,
waarvan 20.359 door de KLM-groep. De ontwerpwijziging van het Luchthavenverkeersbesluit
waarmee de eerste stap naar 29.000 nachtvluchten juridisch wordt verankerd, is in
procedure. Dit geldt ook voor de mogelijk daaropvolgende, voorwaardelijke reductiestappen
naar 27.000 en daarna naar 25.000 nachtvluchten, die een separate wijziging van het
Luchthavenverkeersbesluit zullen vereisen.»
De leden van de Groep Van Haga vragen of de nachtvluchten die geschrapt zijn mogelijk
worden herverdeeld over andere vliegvelden in Nederland of dat deze verplaatst worden
naar overdag. Het is aannemelijk dat na de coronacrisis het aantal vluchten gestaag
zal toenemen, dus zal in het drukke overdagschema weinig plek zijn om nachtvluchten
in te plannen. Dit betekent dus dat het totaalaantal vliegbewegingen zal afnemen en
dat zal invloed hebben op de economische vooruitzichten van KLM en Schiphol in het
algemeen.
Voorts vragen deze leden hoe jet zit met de concurrentiepositie van Schiphol t.o.v.
andere Europese concurrerende vliegvelden in de buurt als de afname van nachtvluchten
juridisch wordt vastgelegd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.