Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
35 902 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2021 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake het steun- en herstelpakket vanaf het vierde kwartaal van 2021)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaat die onderdeel is van de Rijksbegroting, wordt op grond van artikel
2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel
strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:
De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze
memorie van toelichting toegelicht.
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet
heeft geautoriseerd. Aangezien de uitvoering van de spoedeisende maatregelen uit deze
3e incidentele suppletoire begroting niet kan wachten tot formele autorisatie van
beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen
starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Voor de indiening van deze 3e incidentele suppletoire begroting is uw Kamer vooraf
geïnformeerd via de brief het steun- en herstelpakket vanaf het vierde kwartaal van
2021.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees
B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN
1. Leeswijzer
1.1 De departementale begroting
In deze derde Incidentele suppletoire begroting (ISB) van 2021 wordt de begroting
voor het jaar 2021 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) gecorrigeerd
in verband met het Steun- en herstelpakket vanaf het vierde kwartaal. Onderstaande
bedragen hebben betrekking op 2021.
Uitgaven en verplichtingen
– De uitgaven van beleidsartikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet worden
in 2021 per saldo verlaagd met – 1,4 miljoen. Voor de tijdelijke transitie Bbz worden
de uitgaven verlaagd met – € 7,4 miljoen. Verder worden de uitgaven vehoogd met € 6,0
miljoen voor de bodemstorting waarborgfonds.
– Op artikel 99 Nog te verdelen worden de uitgaven voor 2021 met per saldo € 36,0 miljoen
verhoogd. Voor middelen eilandelijk beleid Caribisch Nederland worden de uitgaven
met € 1,0 miljoen verhoogd. Verder worden de uitgaven voor de tegemoetkoming Sociale
Werkvoorzieningsbedrijven (SW) met € 35,0 miljoen verhoogd.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1.000
5
10
=> 1.000
10
20
1.2 Beleid
1.2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven mutaties.
Tabel 1 Overzicht belangrijkste uitgaven mutaties 3e ISB (bedragen x € 1.000)
uitgaven 2021
artikel nr
Stand begroting 2021 na 1e suppl begroting
59.208.292
alle
Belangrijkste suppletoire mutaties:
Tijdelijke transitie Bbz
– 7.405
2
Bodemstorting waarborgfonds
6.000
2
Middelen eilandelijk beleid CN
1.000
99
Tegemoetkoming SW-bedrijven
35.000
99
Stand begroting 2021 na 3e ISB
59.242.887
2. Beleidsartikelen
2.1 Artikel 2
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid 2e Incidentele suppletoire begroting 2021 artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet
(bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2021 incl. NvW en amendementen
Stand na suppletoire begroting (inclusief ISB's)
Mutaties 3e ISB
Stand 3e ISB
Verplichtingen:
8.243.719
8.559.212
– 1.405
8.557.807
Uitgaven:
8.261.204
8.574.872
– 1.405
8.573.467
waarvan juridisch verplicht
99,60%
Inkomensoverdrachten
8.190.148
8.493.693
– 7.405
8.486.288
Macrobudget participatiewet uitkeringen
6.845.226
6.463.382
– 7.405
6.455.977
en intertemporele tegemoetkoming
Bijstand zelfstandigen bedrijfskrediet en Tozo
475.029
1.194.542
1.194.542
AIO
365.962
351.687
0
351.687
Toeslagenwet
496.673
479.107
0
479.107
Bijstand overig
960
960
0
960
Onderstand en re-integratie (Caribisch Nederland)
6.298
4.015
0
4.015
Subsidies
26.489
35.615
6.000
41.615
Europees fonds meestbehoeftigen
100
100
0
100
SBCM
2.800
2800
0
2.800
Nibud
314
314
0
314
Overige subsidies algemeen
8.704
17500
0
17.500
Armoedeschulden
1.140
1280
0
1.280
Alle kinderen doen mee
13.431
13.431
0
13.431
Regionale kansen kinderen
0
190
0
190
Waarborgfonds Saneringskredieten
0
0
6.000
6.000
Opdrachten
33.089
34.086
0
34.086
Bekostiging
1.297
1.297
0
1.297
ZonMw
1.297
1.297
0
1.297
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
172
172
0
172
ZonMw
172
172
0
172
Bijdrage B&S fondsen
10.000
10.000
0
10.000
Pensioenfonds PRWI
10.000
10.000
0
10.000
Bijdrage aan internationale organisaties
9
9
0
9
Contributie CASS
9
9
0
9
Ontvangsten
4.415
962.709
0
962.709
Toelichting
Tijdelijke transitie BBZ
Gemeenten worden gefinancierd voor de uitkeringslasten van het Bbz 2004 via het Macrobudget
Participatiewetuitkeringen. Eerder is een effect op het deelbudget Bbz van het Macrobudget
ingeboekt onder de veronderstelling dat de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig
ondernemers (Tozo) per 1 juli 2021 stopgezet zou worden. Het stopzetten van de Tijdelijke
overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) zorgt naar verwachting voor een
verhoogde instroom in de reguliere bijstand voor zelfstandigen (het besluit bijstandverlening
zelfstandigen, Bbz). De uitkeringslasten van het Bbz zullen toenemen. Voor de periode
1 juli – 31 december 2021 werd toen € 92 miljoen geraamd. Nu de Tozo per 1 oktober
2021 wordt stopgezet, wordt het eerdere effect van € 92 miljoen uitgeboekt en overschreven
met een nieuwe raming, die in samenhang is gemaakt met tijdelijke beleidsmatige aanpassingen
van het Bbz voor het vierde kwartaal van 2021.
Om de overgang van de Tozo naar het Bbz voor de uitvoering bij de gemeenten behapbaar
te maken heeft het kabinet besloten het Bbz gedurende het vierde kwartaal van 2021
tijdelijk te vereenvoudigen (zoals vermeld in de Kamerbrief over het steun- en herstelpakket
vanaf het vierde kwartaal van 2021). Door het stopzetten van de Tozo en de tijdelijke
wijzigingen van het Bbz neemt het aantal zelfstandigen met recht op een Bbz-uitkering
toe. De budgettaire gevolgen voor het vierde kwartaal van 2021 worden geraamd op € 22
miljoen voor het overstappen op de maandsystematiek en op € 63 miljoen voor de verwachte
hogere instroom in het tijdelijk vereenvoudigde Bbz. Het totale effect van voorgaande
mutaties bedraagt -/- € 7 miljoen (som van € – 92 + 22 + 63 miljoen).
Met ingang van 1 januari 2022 zal het Bbz weer zonder wijzigingen worden uitgevoerd.
Een deel van de zelfstandigen zal ook dan nog gebruik maken van het Bbz 2004. Voorlopige
inschatting is dat de Bbz-uitgaven in 2022 daardoor met € 125 miljoen toenemen. Deze
mutatie wordt budgettair verwerkt via de SZW-begroting 2022, omdat dit een mutatie
voor begrotingsjaar 2022 betreft.
Bodemstorting waarborgfonds
De motie Segers (Kamerstukken II 2020/21, 35570 nr. 24) verzoekt het kabinet om te komen tot een Waarborgfonds dat garant staat voor saneringskredieten.
Het kabinet heeft hiervoor € 30 miljoen euro beschikbaar gesteld. Voor een periode
van maximaal vijf jaar wordt er via een subsidie een bodemstorting van maximaal € 6
miljoen per jaar gedaan aan de Stichting Toegang Bemiddeling Beheer Gelden van de
NVVK. Deze stichting zal het Waarborgfonds beheren. De eerste bodemstorting wordt
gedaan in 2021. In een Kamerbrief wordt binnenkort de vormgeving van het fonds verder
toegelicht.
2.2 Artikel 99
Tabel 3 Budgettaire gevolgen van beleid 3e Incidentele suppletoire begroting (ISB)
artikel 99 Nog te verdelen (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2021 incl. NvW en amendementen
Stand na suppletoire begroting (inclusief ISB's)
Mutaties 3e ISB
Stand 3e ISB
Verplichtingen:
271.724
384.208
36.000
420.208
Uitgaven:
271.724
392.268
36.000
428.268
Overige beleidsuitgaven
271.724
392.268
36.000
428.268
Loonbijstelling
0
0
0
0
Prijsbijstelling
0
0
0
0
Onvoorzien
271.724
392.268
36.000
428.268
Ontvangsten
0
0
0
0
Toelichting
Middelen eilandelijk beleid CN
De Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomstenverlies CN en de subsidieregeling
Tegemoetkoming Vaste Lasten BES worden in het 4e kwartaal niet verlengd. Om de overgang
naar een situatie zonder subsidie van rijkswege soepel te laten verlopen, continueert
en verhoogt het kabinet de tijdelijke middelen voor aanvullend eilandelijk beleid
via de vrije uitkering. De openbare lichamen zijn op eilandelijk niveau het beste
in staat om te bepalen welk maatwerk in deze overgangssituatie nodig is. Voor het
vierde kwartaal is incidenteel een bedrag van € 1 miljoen beschikbaar. Het bedrag
wordt gereserveerd op artikel 99 en zal bij de eerste mogelijkheid worden toegevoegd
aan het BES-fonds.
Tegemoetkoming SW-bedrijven
Omdat SW-bedrijven geen aanspraak kunnen maken op NOW-steun, is in 2020 besloten tot
een tegemoetkoming aan gemeenten voor de loonkosten van SW-personeel. Ook in 2021
is er naar verwachting nog sprake van omzetverlies bij SW-bedrijven als gevolg van
de coronamaatregelen. Het kabinet heeft daarom besloten om € 35 miljoen beschikbaar
te stellen voor de periode 1 januari tot 1 juli 2021. Het bedrag zal bij de decembercirculaire
worden toegevoegd aan de integratie-uitkering Participatie van het gemeente Fonds
via een verhoging van de Rijksbijdrage Wsw in 2021.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.