Lijst van vragen : Lijst van vragen, gesteld aan de regering, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2020 bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (Kamerstuk 35830-XIII-2)
2021D20233 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2020 bij het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat (Kamerstuk 35 830 XIII, nr. 2).
De fungerend voorzitter van de commissie, Azarkan
De griffier van de commissie, Nava
Nr
Vraag
1
Herinnert de Minister zich dat NCG en IMG In een convenant hebben afgesproken dat
samenwerking van deze organisaties erop gericht moet zijn om bewoners zoveel mogelijk
te ontzorgen? Herinnert de Minister zich dat in een evaluatie van het convenant staat
dat in het najaar van 2020 een gezamenlijk loket zou worden vormgeven, «bijvoorbeeld
een gezamenlijke webpagina die doorverwijst naar de websites van beide organisaties
en/of een overkoepelend telefoonnummer of routering van gesprekken naar de juiste
organisatie», terwijl begin 2021 daarvan echter nog geen sprake is? Hoe komt het dat
dit gezamenlijke loket vertraagd is? Wanneer is dit gezamenlijke loket er?
2
Welk effect heeft de conclusie van de Algemene Rekenkamer voor de SDE-tarieven op
de energierekening?
3
Kan worden ingegaan op de constatering van de Rekenkamer over de effectiviteit van
de Investeringsaftrekregeling (KIA)?
4
Waarom volgt de regering het advies van de Algemene Rekenkamer niet op om op korte
termijn over de mogelijke aanpassing van de TO2-regeling te besluiten? Wat is het
doel van het huidige overleg hierover met de TO2-instellingen?
5
Hoe wordt gevolg gegeven aan de conclusie van de Algemene Rekenkamer dat een bedrag
van € 312 miljoen TOGS als «onzeker» is aangemerkt?
6
Hoeveel klachten met betrekking tot de COL zijn er ingediend bij de ROM's, in het
licht van de conclusie van de Algemene Rekenkamer dat ondernemers die een COL-aanvraag
deden een andere rechtspositie hadden dan ondernemers die bij een andere uitvoeringsorganisatie
een aanvraag deden voor coronasteun?
7
Kan worden ingegaan op het advies van de Algemene Rekenkamer om de KIA af te schaffen,
in het bijzonder op de effectiviteit van de KIA?
8
Kan worden ingegaan op de bevindingen van de Rekenkamer waarin wordt gesteld dat de
KIA niet voldoet aan de vereisten om als fiscale regeling te worden opgezet?
9
Kan een reflectie worden gegeven op de citeria van het toetsingskader fiscale regelingen
waarop de Rekenkamer de KIA heeft getoetst?
10
Welke additionele maatregelen ziet de regering om op korte en middellange termijn
een versnelling te realiseren en daarmee te voorkomen dat er wederom onder tijdsdruk
dure en ineffectieve maatregelen genomen moeten worden, gezien de conclusie van van
de Algemene Rekenkamer concludeert dat de genomen klimaatmaatregelen mogelijk te duur
zijn omdat ze voortkomen uit druk om resultaat te behalen op de korte termijn? Zijn
er maatregelen uit het klimaatakkoord die versneld uitgevoerd kunnen worden? Zijn
er andere maatregelen die nog genomen kunnen worden op de korte termijn?
11
Is de regering bereid om op het midden van bandbreedtes te gaan sturen, gezien de
conclusie van de Algemene Rekenkamer dat er door opeenvolgende bewindspersonen is
vastgehouden aan de meest optimistische scenario’s en dat daardoor de gestelde doelen
niet gerealiseerd zijn?
12
Op welke termijn zal de afspraak met Denemarken over het inzetten van geld voor een
nieuw waterstofproject verder worden uitgewerkt, zodat duidelijk wordt op welke manier
Denemarken zal aantonen de extra hernieuwbare energie te hebben geproduceerd, bijvoorbeeld
via navolgbare certificeringsprocedures?
13
Op welke wijze zal invulling worden gegeven aan de aanbeveling van de Rekenkamer om
de effecten die verschillende maatregelen hebben op de uitwerking van andere maatregelen
en andere (sub)doelen, niet alleen op de korte, maar ook langere termijn, en in samenhang
met het Europees klimaat- en energiebeleid te onderbouwen?
14
Op welke wijze wordt de Kamer in de toekomst meer inzicht geboden met betrekking tot
de raming van SDE-uitgaven? Welke mogelijkheden daarvoor worden onderzocht?
15
Op welke wijze wordt invulling gegeven aan de aanbeveling van de Rekenkamer uit 2018
om het parlement te informeren over de verwachte uitgaven bij voorstellen voor nieuwe
regelingen en het effect van deze voorstellen op de ruimte binnen het meerjarig beschikbaar
gestelde budget? Waarom is deze aanbeveling uit 2018 eerder niet opgevolgd?
16
Wanneer zal het ramingsmodel van RVO met betrekking tot SDE-subsidieverplichting worden
geëvalueerd?
17
Is de regering bereid om het parlement te informeren over de verwachte uitgaven bij
voorstellen voor de openstelling van nieuwe SDE+(+) rondes? Zo nee, waarom niet?
18
Gezien het IMG voor elke euro schadevergoeding 56 eurocent kwijt was aan uitvoeringskosten,
wat gaat de Minister eraan doen om dit probleem nu eindelijk eens op te lossen? Welke
concrete, maatbare doelen formuleert de Minister daarvoor in de tijd?
19
Om te kunnen sturen op doelmatigheid is een helder inzicht in directe en indirecte
kosten in relatie tot de resultaten noodzakelijk, hoe gaat de Minister dit realiseren?
20
Kan de Minister uitgebreid reageren op hoe hij de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer
concreet gaat oppakken?
21
Welke initiatieven wordt op gedoeld om de samenwerking te verbeteren tussen IMG en
NCG?
Hoe gaat de Minister concreet de relatie tussen kosten en resultaten beter in beeld
brengen?
22
Kan de Minister reageren op de suggestie van de Algemene Rekenkamer om de schadeafhandeling
anders te financieren en te verantwoorden, zoals via een afkoopregeling met de NAM?
Kan de Minister wel een beeld geven van de voor- en nadelen en de gevolgen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Azarkan, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
D.S. Nava, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.