Lijst van vragen : Lijst van vragen over het Jaarverslag Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2020 (Kamerstuk 35830-XV-1)
2021D20197 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het Jaarverslag Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2020 (Kamerstuk 35 830 XV, nr. 1).
De voorzitter van de commissie, Peters
De adjunct-griffier van de commissie, Kraaijenoord
Nr
Vraag
1
Wat is de stand van zaken rondom het in kaart brengen van hardheden in de Participatiewet?
2
Zit er een verschil in de raming van de kosten voor gratis kinderopvang tussen het
Centraal Planbureau (CPB) (Keuzes in Kaart) en de Scenariostudie Vormgeving Kindvoorzieningen?
3
Wat zou het in 2025 en structureel kosten als de vergoeding van alle kinderopvang
(0–12 jaar) op 96% wordt vastgesteld voor alle inkomensgroepen en de arbeidseis wordt
losgelaten?
4
Wat zou het in 2025 en structureel kosten als elk kind van 0–12 jaar recht krijgt
op twee dagen gratis kinderopvang en de overige vergoeding op 96% wordt vastgesteld
voor alle inkomensgroepen en de arbeidseis wordt losgelaten?
5
Wat zou het in 2025 en structureel kosten als elk kind van 0–12 jaar recht krijgt
op drie dagen gratis kinderopvang en de overige vergoeding op 96% wordt vastgesteld
voor alle inkomensgroepen en de arbeidseis wordt losgelaten?
6
Wat zou het in 2025 en structureel kosten als elk kind van 0–12 jaar recht krijgt
op twee dagen gratis kinderopvang en voor inkomens tot modaal de vergoeding op 96%
wordt vastgesteld voor alle inkomensgroepen en de arbeidseis wordt losgelaten?
7
Wat zou het in 2025 en structureel kosten als elk kind van 0–12 jaar recht krijgt
op drie dagen gratis kinderopvang en voor inkomens tot modaal de vergoeding op 96%
wordt vastgesteld voor alle inkomensgroepen en de arbeidseis wordt losgelaten?
8
Wat zou het in 2025 en structureel kosten als elk kind van 0–12 jaar recht krijgt
op twee of drie dagen gratis kinderopvang (ongeacht de arbeid van ouders) zonder aanpassing
van tabel voor andere dagen?
9
Wat is de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting in de bijstand in het basispad
tot 2025 en wat zijn de kosten om die afbouw op nul te zetten?
10
Hoeveel kinderen maken nu gebruik van voor- en vroegschoolse educatie (VVE)?
11
Hoeveel mensen betalen nu meer dan de maximumuurprijs voor kinderopvang?
12
Hoe ver is de dubbele algemene heffingskorting in de bijstand nu afgebouwd?
13
Hoe lang loopt de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting nog door?
14
Wat is de invloed van de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting in de bijstand
in het basispad op de koopkracht van uitkeringsgerechtigden en het laagste inkomenskwintiel?
15
Wat is de hoogte en het budgettaire beslag van het Lage-inkomensvoordeel (LIV) en
het Jeugd-LIV in het basispad in 2025 en structureel?
16
Wat is de hoogte van de uitgaven van de Inspectie SZW? Wat is het overzicht van de
financiële jaarrekening van de Inspectie SZW uitgesplitst en gespecificeerd per post?
17
Onder welke sectoren is het LIV uitgegeven? Wat is het bedrag per sector?
18
Onder welke sectoren is het Jeugd-LIV uitgegeven? Wat is het bedrag per sector?
19
Over hoeveel banen is het bedrag dat is uitgegeven aan het LIV verdeeld? Welk bewijs
is er dat deze banen er niet zouden zijn zonder het LIV?
20
Wat is de oorzaak voor het grote verschil in uitgaven tussen de Tijdelijke overbruggingsregeling
zelfstandig ondernemers (Tozo) 1 en de latere Tozo-regelingen? In hoeverre heeft de
introductie van de partnertoets hier een rol in gespeeld?
21
Welke effecten heeft de partnertoets gehad op de effectiviteit en doelmatigheid van
de Tozo-regelingen? Welke effecten heeft de partnertoets gehad op de beschikbaarheid
voor burgers en uitvoerbaarheid voor ambtenaren?
22
Hoeveel kinderen, in absolute getallen en percentages, leefden in 2020 in armoede?
Met hoeveel is dat aantal af- of toegenomen sinds 2019?
23
Welke wijzigingen zijn er de afgelopen 20 jaar geweest in de definitie van kinderarmoede?
24
Welke wijzingen zijn er de afgelopen 20 jaar geweest in de meetmethode voor kinderarmoede?
25
Welke data en rapporten zijn er over de samenhang tussen hogere collectieve arbeidsovereenkomst
(cao)-lonen en het aandeel kinderen in armoede?
26
Welke data zijn er bekend over de ontwikkeling van de cao-lonen in combinatie met
de ontwikkeling rond het percentage kinderen dat in armoede leeft?
27
Welke ontwikkelingen worden er verwacht in 2021 en verder met betrekking tot kinderarmoede
in Nederland?
28
Welke data en onderzoeken zijn er bekend over de invloed van een stijging in het wettelijk
minimumloon op kinderarmoede in Nederland?
29
Wat zou het effect op kinderarmoede zijn bij een verhoging van het wettelijk minimumloon
naar 14 euro per uur?
30
Wat zou het effect op armoede zijn bij een verhoging van het wettelijk minimumloon
naar 14 euro per uur?
31
In welke tien wijken in Nederland is kinderarmoede het grootst?
32
In welke steden is kinderarmoede het grootst?
33
Welke steden lopen voorop in de aanpak van kinderarmoede? Via welke projecten loopt
deze aanpak?
34
Wat is de rol van voedselprijzen in de hoogte van kinderarmoede?
35
Wat is de rol van de hoogte van de huren in de mate van kinderarmoede?
36
In hoeverre is er sprake van een gebrek aan dagelijkse inname van calorieën, honger,
onder kinderen? Hoe wordt dit gemeten? Wat is het historisch overzicht en de trend
hiervan?
37
In hoeverre is er sprake van een gebrek aan dagelijkse inname van macro- en micronutriënten
onder kinderen? Hoe wordt dit gemeten? Wat is het historisch overzicht en de trend
hiervan?
38
Welke feiten, cijfers en rapporten zijn er bekend over de relatie tussen vervoersarmoede
en kinderarmoede?
39
Welke feiten, cijfers en rapporten zijn er bekend over de relatie tussen de hoogte
van medische kosten, zoals tandheelkunde, en kinderarmoede?
40
Hoeveel aanvragen waren er voorzien en hoeveel zijn er gerealiseerd als het gaat om
de Stimuleringsregeling leren en ontwikkelen in midden- en kleinbedrijf (mkb)-ondernemingen
(SLIM)-regeling? Van hoeveel mkb-ondernemingen zijn die aanvragen? En hoeveel budget
is er per aanvraag gemoeid met een toekenning?
41
Hoeveel mkb-ondernemingen hebben een afwijzing gekregen van hun SLIM-aanvraag en is
bekend op welke manier zij vervolg hebben gegeven aan de scholingsbehoefte?
42
Is het mogelijk een overzicht te geven van sectoren of type nascholingen waarvoor
de SLIM-aanvragen zijn gedaan?
43
Wat is het tijdpad voor de verschillende te nemen maatregelen uit het rapport van
het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten? Welke maatregelen kunnen op korte termijn
worden genomen en welke maatregelen vragen om meer voorbereiding?
44
Wat wordt er bedoeld met «netto bereik»?
45
Hoeveel kinderen leefden er in 2020 in armoede?
46
Kunt u een aantal maatregelen noemen die in de rondetafelgesprekken zijn afgesproken?
47
Wat is de planning voor de uitwerking van de verschillende maatregelen en het voorzien
van uitvoeringstoetsen daarvan?
48
Wat is de status van de «Werkagenda voor de uitvoering»?
49
Wat is de reden dat vooral de arbeidsmarktpositie van werkzoekenden met een beperking
is verslechterd?
50
Hoeveel Werkloosheidswet (WW)-gerechtigden deden een beroep op de Ziektewet (ZW) in
2020 en hoeveel meer is dat dan in 2019?
51
Op basis waarvan krijgt een WW-gerechtigde ZW toegekend en hoe vaak gebeurde dat in
2020?
52
Hoe vaak is de compensatieregeling transitievergoeding toegekend? Wat zijn de bedragen
die daarbij zijn uitgekeerd? Wat was het gemiddelde dienstverband bij ontslag?
53
Wat is de reden dat er 20% (€ 39 miljoen) minder is uitgegeven aan re-integratie in
2020? Indien de belangrijkste reden de coronapandemie is, wat is dan nodig om dit
geld over te hevelen naar re-integratie ten behoeve van het jaar 2021?
54
Hoe komt het dat de uitvoeringskosten van onder andere Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
(UWV) en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) € 239 miljoen hoger uitkomen dan begroot?
55
Hoe groot was het beroep op de ondersteuningstrajecten van zelfstandigen in 2020?
56
Constaterende dat per 1 april 2020 de regeling Compensatie transitievergoeding bij
langdurige arbeidsongeschiktheid (compensatieregeling LAO) in werking is
getreden en voor het onderdeel «ziekte of gebreken van de werkgever» inwerkingtreding
per 1 januari 2021 nog niet mogelijk bleek, wanneer wordt duidelijk wanneer dit wel
mogelijk is?
57
Hoeveel mensen hebben een Tijdelijke Overbruggingsregeling Flexibele Arbeidskrachten
(TOFA)-tegemoetkoming ontvangen in 2020?
58
Hoeveel van de 61 MKB!dee-subsidieprojecten zijn afgerond in het eerste kwartaal van
2021? Wat zijn de belangrijkste leerpunten over de belemmeringen van mkb-ondernemers
met betrekking tot investeren in opleiding en ontwikkeling? Hoe wordt aan deze leerpunten
vervolg gegeven?
59
Wanneer wordt de effectevaluatie van NL leert door verwacht?
60
Hoe komt het dat er meer banen onder het LIV vielen dan verwacht? En om hoeveel banen
gaat dit?
61
Een aantal begrote subsidies die onder de post overige subsidies algemeen vallen op
het werkterrein van gezond en veilig werken, is als gevolg van de coronacrisis in
vertraging gekomen en gedeeltelijk doorgeschoven naar 2021, om welke subsidies gaat
het?
62
Hoe kan de genoemde «gedegen evaluatie» naar de ontwikkeling van het aandeel vaste
contracten en een afname van het aandeel flexibele contracten worden vormgegeven?
Wordt een dergelijke evaluatie gepland en zo ja, wanneer is deze gereed?
63
Is de extra capaciteit van het vorige regeerakkoord bij de Inspectie SZW nu volledig
ingezet?
64
Kunt u budgettair aangeven wat er gebeurt in het basispad tot 2025 met de afbouw van
de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon voor de bijstand?
Wat is het bijstandsniveau in 2025 zonder ongewijzigd beleid? In welk jaar is de afbouw
voltooid? Kunt u de kosten inzichtelijk maken van het op nul houden van de afbouw
de aankomende vier jaar en de kosten van de afbouw structureel terugdraaien?
65
Hoeveel banen, in het kader van de Wet banenafspraak, heeft de rijksoverheid afgelopen
jaar gecreëerd? Heeft de rijksoverheid een inhaalslag gemaakt? Kunt u dit per ministerie
onderverdelen?
66
Kunt u aangeven hoe in het aankomende jaar wordt omgegaan met uitvoeringsproblemen
rond de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet?
67
Welk bedrag van het macrobudget algemene bijstand en loonkostensubsidies is uitgegeven
aan loonkostensubsidies?
68
Waarom is er geen recent cijfer van het aantal gestarte banen na re-integratievoorziening
door gemeenten bekend?
69
Constaterende dat de uitgaven aan de Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte
werkloze Werknemers (IOAW) en de Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte
gewezen Zelfstandigen (IOAZ) samen € 17 miljoen lager dan begroot zijn, is een dergelijke
onderuitputting te verwachten voor 2021?
70
Voor het kerncijfer «kennis van de verplichtingen» is een andere insteek van het onderzoek
gekozen, wat is deze andere insteek en waarom leidt dit tot een trendbreuk?
71
Constaterende dat er een lichte stijging zichtbaar is in de onderzochte fraudesignalen
en het aantal overtredingen met een financiële benadeling in de Toeslagenwet (TW),
kunt u aangeven wat de oorzaak hiervan is?
72
In 2020 heeft een minder groot aantal personen een Aanvullende Inkomensvoorziening
Ouderen (AIO)-uitkering aangevraagd dat verwacht, kunt u aangeven hoe u ervoor gaat
zorgen dat iedereen die hier recht op heeft een AIO-uitkering ontvangt? Kunt u aangeven
of mensen waarvan de gemeente verwacht dat zij in aanmerking komen voor de AIO nu
actief benaderd worden door de SVB?
73
Constaterende dat de uitwerking van het wetsvoorstel om Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
(WIA)-uitkeringsgerechtigden die het werk hervatten gedurende vijf jaar niet te herbeoordelen
is beëindigd, kunt u weergeven waarom het wetsvoorstel technisch niet uitvoerbaar
is naast de verwachting van UWV dat het de angst bij uitkeringsgerechtigden om het
werk te hervatten niet wegneemt en het feit dat UWV het niet uitlegbaar acht?
74
Kunt u aangeven wat mogelijke verklaringen/hypotheses zijn voor de hogere instroom
van vrouwen in de WIA op basis van eerder onderzoek en de wetenschappelijke literatuur?
75
Op welke termijn is monitoring van UWV met betrekking tot de vraag of mensen met scholing
vaker aan het werk komen beschikbaar?
76
Is er inmiddels onderzoek beschikbaar naar de rol van laaggeletterdheid en/of taal
in relatie tot arbeidsongeschiktheid? Zo ja, wat zijn daarvan de resultaten? Zo nee,
is het mogelijk om «laaggeletterdheid/taal» op te nemen in het genoemde aanvullend
onderzoek?
77
Constaterende dat de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ)
in 2004 is ingetrokken, mocht de WAZ opnieuw worden ingevoerd, op welke termijn zou
dat dan kunnen?
78
Wat is de oorzaak van de relatief hoge uitstroom in de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten (Wajong)?
79
Wat wordt de structurele vervanging van de regeling werktijdverkorting (Wtv)? En wanneer
verwacht u deze regeling gereed te hebben? Is het mogelijk de tijdelijke Noodmaatregel
Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) op termijn om te vormen naar een verbeterde
Wtv-regeling?
80
Wat is de verklaring van de hogere Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW)-uitgaven?
Kunt u aangeven wat het verlengen van de IOW tot 2025 zou kosten?
81
Hoe lang duurt het gemiddeld om te komen tot werkhervatting uit de WW in de jaren
2016 t/m 2020?
82
Wat is de verklaring voor de dalende trend ten opzichte van 2016 als het gaat om het
aandeel werkhervatting binnen 12 maanden en binnen drie maanden na instroom?
83
Is het mogelijk inzicht te geven in de aandelen werkhervatting binnen drie maanden,
binnen zes maanden, binnen 12 maanden, binnen 18 maanden en binnen 24 maanden, over
de jaren 2016 t/m 2020? Zo ja, kunt u een dergelijke tabel opleveren?
84
Wat is het meest recente onderzoek als het gaat om de relatie tussen re-integratiebudgetten
en werkhervatting en welke conclusies komen daaruit voort?
85
Wat is de conclusie uit de aangekondigde analyse naar misbruikrisico’s en welke beheersmaatregelen
worden door het UWV ingezet?
86
Kunt u aangeven wat nodig is om de winsten van private kinderopvanginstellingen publiekelijk
inzichtelijk te maken? En als dit wettelijk geregeld moet worden, op welke termijn
dit mogelijk zou zijn?
87
Wat is de verklaring voor het sterk toegenomen aantal kinderen dat naar de dagopvang
gaat en het hogere gemiddelde urengebruik in de eerste maanden van 2020?
88
Wat was het beroep op de Overbruggingsregeling AOW (OBR) in 2020?
89
Wat is de reden van de terugkeer van een aantal grote eigenrisicodragende uitzendbureaus
per 1 januari 2020 naar het publieke bestel? Kwam dat door een premieverschil?
90
Met hoeveel mensen is de «ondertussen-groep» toegenomen door het uitstellen van de
nieuwe Wet Inburgering van 1 juli 2021 naar 1 januari 2022?
91
Hoe groot is de «ondertussen-groep» op dit moment?
92
Hoeveel kost het om het nieuwe inburgeringsstelsel met terugwerkende kracht uit te
breiden naar de «ondertussen-groep»?
93
Hoeveel wordt in totaal beschikbaar gesteld voor de nieuwe Wet Inburgering?
94
Welke opties zijn er om gezinsmigranten ook onder de nieuwe voorzieningen in het nieuwe
inburgeringsstelsel mee te nemen?
95
Wat kost of levert het schrappen van het onderdeel Kennis van de Nederlandse Samenleving
op in de nieuwe Wet Inburgering?
96
Klopt het dat gemeenten geen belasting over de toegevoegde waarde (btw) betalen over
de inkoop van de maatschappelijke begeleiding in de nieuwe Wet Inburgering? En klopt
het dat gemeenten straks een veel lager budget ontvangen voor de maatschappelijke
begeleiding, terwijl dit niet wordt gecompenseerd, doordat zij hiervoor geen beroep
kunnen doen op een aanvulling uit het btw-compensatiefonds?
97
Kunt u nader toelichten hoe in de nieuwe Wet Inburgering uitvoering wordt gegeven
aan motie van de leden Van den Berge en Paternotte (Kamerstuk 35 300 XV, nr. 13), waarin de regering wordt verzocht om in de nieuwe wet bij voorkeur meer, maar in
elk geval niet minder ruimte te bieden voor maatschappelijke begeleiding, als door
het btw-verschil gemeenten hiervoor geen € 2.250,– maar € 1.944,– per persoon ontvangen?
98
Kunt u toelichten wat de stand van uitvoering is van amendement 35 570 XV, nr. 10? Zijn de eisen voor subsidieverstrekking vastgesteld? Welke partijen komen in aanmerking
voor een subsidie en wat is het doel van de projecten?
99
Kunt u een overzicht geven van de extra subsidies (€ 3,9 miljoen) die zijn verstrekt?
Waarom waren deze bij het vaststellen van de begroting onvoorzien? Bent u bij een
van deze subsidies voornemens het structureel of meerjarig te maken? Hoe heeft u dit
bedrag van € 3,9 miljoen gedekt?
100
Kunt u het aantal remigranten met een periodieke uitkering uitsplitsen per nationaliteit?
101
Is bij de € 45,2 miljoen lager uitgevallen post Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)-leningen
sprake van te verwachten uitstel van dit bedrag of van afstel? Als er sprake is van
uitstel, wordt dit bedrag gereserveerd voor volgend jaar of is het voor andere uitgaven
gebruikt?
102
Kunt u nader toelichten waarom het aantal gehuisveste vergunninghouders en daardoor
het aantal trajecten maatschappelijke begeleiding in 2019 lager was uitgevallen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
S. Kraaijenoord, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.