Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit wijziging Aanbestedingsbesluit in verband met wijziging Gids proportionaliteit (rechtsverwerkingsclausules) - aanvulling (Kamerstuk 32400-116)
2021D19101 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het Ontwerpbesluit
wijziging Aanbestedingsbesluit in verband met wijziging Gids proportionaliteit (rechtsverwerkingsclausules)
– aanvulling (Kamerstuk 32 440, nr. 116)
De fungerend voorzitter van de commissie, Azarkan
Adjunct-griffier van de commissie, Reinders
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
II
Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige
stukken. Zij zijn positief over de aandacht die de Staatssecretaris heeft voor aanbesteden
in het algemeen en de rechtsbescherming in het bijzonder. Deze leden hebben nog de
volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Adviescommissie vragen heeft gesteld over
het feit dat de voorgehangen Gids proportionaliteit niet langer ingaat op de mogelijkheid
van brancheorganisaties en aanbestedingsadviescentra om namens een ondernemer een
klacht in te dienen bij een aanbestedende dienst. De Staatssecretaris plaatst dit
niet terug, omdat het kabinet de Gids proportionaliteit geen geschikte plaats vindt
voor kwalitatieve eisen aan klachtafhandeling. Deze redenatie volgen de leden van
de CDA-fractie niet direct. Juist in hoofdstuk 4, paragraaf 4.4 van de Gids wordt
toch expliciet aandacht besteed aan klachtafhandeling? Bovendien wordt de Gids in
de praktijk door veel aanbestedende diensten als handleiding en naslagdocument gebruikt.
Kan de Staatssecretaris hier nader op in gaan? Welk alternatief ziet zij waar dit
verder verduidelijkt kan worden als daarvoor niet de Gids wordt benut? Deelt de staatsecretaris
de mening dat de mogelijkheid voor brancheorganisaties om namens hun leden op te kunnen
treden een belangrijk onderdeel van de rechtsbescherming van ondernemers vormt, met
name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) en familiebedrijven en dat het van belang
is daar helder over te zijn?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Staatssecretaris in haar toelichting bij
de derde herziening schrijft dat sinds de overgang van de Schrijfgroep naar de Adviescommissie
Gids proportionaliteit het penvoerderschap van de Gids proportionaliteit bij haar
ligt, waarbij zij geadviseerd wordt door de Adviescommissie. Waarom is ervoor gekozen
de Schrijfgroep van de Gids proportionaliteit, die destijds is ingesteld om de Gids
te ontwikkelen en welke groep paritair is samengesteld, om te vormen tot een Adviescommissie
en het penvoerderschap bij de Staatssecretaris neer te leggen?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de tenderkostenvergoeding onder Voorschrift
3.8B is opgenomen. Echter, in de praktijk wordt deze – zo vernemen deze leden – nog
slechts heel beperkt ingevuld of nageleefd. Marktpartijen vrezen dat het als disproportioneel
aanwijzen van het beperken van rechtsbescherming onvoldoende zeggingskracht heeft.
Kan de Staatssecretaris hierop reflecteren en is zij nog voornemens om andere/aanvullende
maatregelen te nemen, zodat dit voorschrift in de Gids proportionaliteit ook (meer)
in de praktijk invulling krijgt?
De leden van de CDA-fractie zijn voorts benieuwd hoe de kennispositie van brancheverenigingen,
die zelf over weinig of geen inkoop- en aanbestedingskennis beschikken, zou kunnen
worden versterkt? Ziet de Staatssecretaris hierbij een rol voor zichzelf weggelegd
om dit te stimuleren? Hoe zou dat kunnen? Acht de Staatssecretaris daarnaast relatief
kleinere aanbestedende diensten, die weinig of geen inkoop- en aanbestedingskennis
in huis hebben, voldoende toegerust om de aanvullende administratieve verantwoordings-
en monitoringstaken uit te voeren, vragen deze leden zich af? Op welke manieren kunnen
zij daarbij worden ondersteund?
De leden van de CDA-fractie lezen in de bijlage bij debrief van de Staatssecretaris
onder 7 dat in plaats van over «publieke opdrachtgever» voortaan over «aanbestedende
dienst» wordt gesproken, die «alleen proportionele eisen aan het indienen van een
bezwaar of klacht mag stellen». Klopt het dat hiermee inhoudelijk is afgeweken van
het advies van de Adviescommissie Gids proportionaliteit, die voorstelde op te nemen
«De aanbestedende dienst mag het maken van bezwaar op geen enkele manier beperken»?
Kan de Staatssecretaris dit toelichten? In hoeverre doet de huidige tekst voldoende
recht aan het uitgangspunt van een goede rechtsbescherming van ondernemers?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben aan de wieg gestaan van de Gids proportionaliteit
en de oprichting van de bijbehorende commissie in 2012. Sindsdien is er een hoop gebeurd.
In 2017 is de werkwijze van de schrijfcommissie veranderd en de commissie verworden
tot een adviescommissie. Het staat voor de leden van de ChristenUnie-fractie buiten
kijf dat er een scherpe focus moet zijn op proportioneel aanbestedingsbeleid. Er worden
hier namelijk nog fouten gemaakt. Ook bij de grootste inkoper van Nederland het Rijk.
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in het verantwoordingsonderzoek van 2020
dat de Algemene Rekenkamer diverse onvolkomenheden in het financieel beheer constateerde,
waarvan twee ernstig: 5,1 miljard publiek geld dat deels onrechtmatig is uitgegeven
aan onder meer de inkoop van beschermingsmiddelen. Vorig jaar waarschuwde de Algemene
Rekenkamer al dat het reëel was dat door de coronacrisis er meer problemen ontstaan
bij aanbestedingen. Het Ministerie van Volksgezondheid besloot onder het mom van snelheid
en urgentie het sneltesten bij evenementen niet openbaar aan te besteden, waar zij
wel wettelijk toe verplicht is.
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat ook los van de Coronacrisis bedrijven
tegen het inkoopbeleid van het Rijk aanlopen: opdrachten die gebundeld worden zodat
het voor kleinere bedrijven onmogelijk wordt om mee te dingen, of juist klussen die
opgeknipt worden zodat er geen aanbesteding hoeft plaats te vinden. Dit roept bij
deze leden dezelfde vraag op die de Algemene Rekenkamer ook onderzoekt: wordt er rechtmatig
omgegaan met publiek geld? Specifiek vragen deze leden dan ook aan de Staatssecretaris:
wordt bij het maken van een afweging voor een aanbesteding door het Rijk en dus de
vraag hoe publiek geld besteed moet worden, de Algemene Rekenkamer betrokken? Waarom
wel of niet? Zo ja, hoe wordt de Algemene Rekenkamer betrokken in het proces van aanbesteding?
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden dat de resultaten van de Algemene Rekenkamer
en de genoemde problemen rondom aanbesteden laten zien dat het belangrijk is om goed
aanbestedingsbeleid te voeren. Een belangrijk onderdeel van dat beleid is de Gids
proportionaliteit. Deze leden willen eerst ingaan op het meest recente advies van
de adviescommissie en wat de Staatssecretaris daarmee heeft gedaan. Vervolgens gaan
zij nader in op de rol van de Gids proportionaliteit, de Adviescommissie en het penvoerderschap
van de Gids.
De Staatssecretaris schrijft dat het ontwerpbesluit en de nota van toelichting voor
de wijziging van de Gids proportionaliteit in stand wordt gehouden. Toch schrijft
zij ook dat er nog enkele wijzigingen van de tekst van de Gids proportionaliteit gewenst
zijn. De leden van de ChristenUnie-fractie willen graag van de Staatssecretaris weten
waarom zij deze wijzigingen niet volgens de normale manier van wijzigingen van de
Gids proportionaliteit doorvoert en kenbaar maakt.
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn op de hoogte van de lopende evaluatie en
ziet uit naar de resultaten. Omdat de Staatssecretaris in haar brief echter ingaat
op de rolverdeling tussen de Adviescommissie van de Gids proportionaliteit en het
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, willen deze leden nog enkele vragen stellen
over dit onderwerp. De commissie van de Gids proportionaliteit is oorspronkelijk in
het leven geroepen om het veld van inkopers te representeren en zo wijzigingen door
te voeren in de Gids die maken dat het aanbestedingsbeleid rechtmatig is en blijft
voor zowel grote bedrijven alsook het mkb. In 2017 zijn aan de commissie twee Rijksinkopers
toegevoegd zodat ook de grootste aanbestedende partij van Nederland gerepresenteerd
zou zijn.
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden die ontwikkeling begrijpelijk en steunen
ook de gedachte dat het belangrijk is dat de commissie representatief is. Deze leden
waren destijds echter tegen de verandering naar de rol van adviescommissie. Hierdoor
is het ministerie penvoerder geworden en mag het besluiten om wijzigingsadviezen wel
of niet door te voeren. Deze leden achten deze ontwikkeling nu nog steeds als zeer
onwenselijk en willen graag het volgende van de Staatssecretaris weten:. Denkt zij
dat de invoering van de Gids proportionaliteit heeft geleid tot rechtvaardiger en
rechtmatiger aanbestedingsbeleid? Deelt zij de mening dat de Gids proportionaliteit
daarmee van toegevoegde waarde voor het mkb is? Vindt zij het van toegevoegde waarde
dat er een commissie is waarin het veld van inkopers gerepresenteerd is? Wat vindt
de Staatssecretaris van de verhouding tussen de adviescommissie en het ministerie,
waarin het ministerie vertegenwoordigd is in de, terwijl het ministerie ook uiteindelijk
besluit om wijzigingen wel of niet door te voeren? Vindt de Staatssecretaris het in
dat licht wenselijk dat het penvoerderschap bij het ministerie ligt?
II Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Azarkan, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
R.D. Reinders, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.