Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
35 781 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake incidentele tegemoetkoming vuurwerkbranche)
Nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 18 mei 2021
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm
van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 21 april 2021 voorgelegd aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat. Bij brief van 14 mei 2021 zijn ze door de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De fungerend voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
Adjunct-griffier van de commissie, Schuurkamp
Vraag 1
Hoe is het subsidieplafond voor detailhandelaren van 9,4 miljoen euro bepaald en onderbouwd?
Antwoord 1
Het kabinet heeft een bedrag van maximaal € 40 miljoen beschikbaar gesteld voor alle
coronasteun voor de vuurwerkbranche samen, zoals aan de Tweede Kamer geïnformeerd
op 13 november 2020. Deze € 40 miljoen is opgebouwd uit de generieke coronasteun (€ 12,5
miljoen), extra steun voor detailhandelaren (maximaal € 9,4 miljoen), extra steun
voor opslag en transport van onverkocht vuurwerk (maximaal € 16 miljoen) en de begrote
uitvoerings- en handhavingskosten (€ 2,1 miljoen). De verdeling van de maximaal € 25,4
miljoen over subsidie voor verkoopactiviteiten enerzijds, en opslag en vervoer anderzijds
is in overleg met de belangen- en brancheverenigingen tot stand gekomen op basis van
de werkelijk gemaakte kosten.
Vraag 2
Hoe is het subsidieplafond voor opslag en transport van 16 miljoen euro bepaald en
onderbouwd?
Antwoord 2
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 3
Zijn de subsidieplafonds voldoende om alle aanvragen te kunnen honoreren? Welke mogelijkheden
zijn er als de ondernemers het subsidieplafond hebben bereikt? Kunnen zij aanspraak
maken op een andere vorm van compensatie?
Antwoord 3
Naar verwachting zijn de subsidieplafonds toereikend voor het honoreren van alle aanvragen.
Als toch een subsidieplafond wordt overschreden, worden de subsidiebedragen voor alle
aanvragers lager vastgesteld. Naast de subsidie op grond van de extra regelingen voor
de vuurwerkbranche kunnen ondernemers ook gebruik maken van de generieke coronasteunmaatregelen
voor bijvoorbeeld vaste lasten.
Vraag 4
Hoe is het eenmalige bedrag van 3.500 euro plus 6% van de omzet over 2019 bepaald
en onderbouwd?
Antwoord 4
De subsidiebedragen zijn bepaald op basis van de werkelijk gemaakte kosten voor de
voorbereiding en annulering van de vuurwerkverkoop voor de jaarwisseling 2020/2021.
Vraag 5
Hoe is de vergoeding van de opslag van vuurwerk van 0,63 euro per kilo met een minimum
van 10.000 kilo per locatie vastgesteld? Hoe is bepaald dat een minimum van 10.000
kilo vuurwerk moet gelden?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 4. Het minimum van 10.000 kilo is gebaseerd op het Vuurwerkbesluit,
op grond waarvan voor een opslaglocatie voor meer dan 10.000 kg vuurwerk een vergunningplicht
geldt.
Vraag 6
Is het loket voor de aanvragen van de Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19
inmiddels opengesteld? Zo nee, wanneer verwacht u dit loket te kunnen openstellen?
Antwoord 6
Het loket voor subsidieaanvragen wordt geopend na publicatie van de regeling. Voorzien
is dat het loket voor aanvragen voor detailhandelaren spoedig open zal gaan. In de
verzamelbrief vuurwerk IENW/BSK-2021/135809 wordt nader ingegaan op de voortgang tijdelijke
subsidieregeling vuurwerkverbod covid-19.
Vraag 7
Welke gevolgen heeft de vertraagde openstelling van het loket voor de ondernemers
in de vuurwerkbranche? Kunnen de voorschotten nog steeds voor 1 juli 2021 uitbetaald
zijn?
Antwoord 7
Na sluiting van het loket gaat RVO over tot het uitkeren van voorschotten (100% van
het subsidiebedrag in het geval van detailhandel). RVO doet dit zo snel mogelijk.
Door de inmiddels opgelopen vertraging is het niet mogelijk om de voorschotten voor
1 juni uit te betalen.
Vraag 8
Wanneer is de uitvoering van steekproeven en controles afgerond en kan tot definitieve
vaststelling en uitbetalen van restanten worden overgegaan? Kunt u hiervan een tijdindicatie
geven?
Antwoord 8
RVO streeft ernaar de regelingen nog in 2021 volledig uit te voeren, dat wil zeggen
inclusief steekproeven, controles, vaststelling en volledige uitbetaling.
Vraag 9
Heeft u de formele reactie van de Europese Commissie voor de openstelling van de Tijdelijke
subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19 inmiddels ontvangen? Zo nee, wanneer verwacht
u deze reactie te ontvangen?
Antwoord 9
De Europese Commissie heeft in het afgelopen jaar de voorwaarden en de procedure voor
beoordeling van coronasteunmaatregelen aangescherpt. Daardoor bleek dat de subsidieregeling
zoals die voor consultatie is voorgelegd, niet volgens de verwachtingen van IenW kon
worden goedgekeurd. Momenteel is IenW in overleg met de Europese Commissie om de regeling
zo snel mogelijk in lijn te brengen met de voorwaarden voor een goedkeuring volgens
de nieuwe beoordelingskaders.
Vraag 10
Kunt u motiveren waarom u wachten op parlementaire autorisatie bij deze incidentele
suppletoire begroting niet wenselijk acht?
Antwoord 10
De Kamer heeft aangedrongen op een tegemoetkoming aan de vuurwerkbranche voor de extra
kosten als gevolg van het vuurwerkverbod. Met de beoogde steunmaatregelen wordt derhalve
tegemoet gekomen aan een verzoek van uw Kamer. De beschikbaarstelling van de middelen
aan de Rijksbegroting (zie 1) zijn eerder aan uw Kamer voorgelegd. Met deze incidentele
begrotingswijziging worden de beschikbaar gestelde middelen overgeheveld naar de begroting
van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Voor de maatregelen die opgenomen
zijn in deze incidentele suppletoire begroting geldt dat deze tot verplichtingen en/of
betalingen leiden na de publicatie van de regeling TVSC-19. Publicatie van deze regeling
was eerder voorzien eind maart, maar heeft vertraging opgelopen vanwege nader overleg
over inpassing in de Europese steunkaders. Indien de formele autorisatie van beide
Kamers op het moment van publiceren van de regeling niet is afgerond zal het kabinet
reeds de verplichtingen aangaan voor de uitvoering van de voorgenomen en met Tweede
Kamer gedeelde maatregelen, conform artikel 2.27 eerste lid, van de Comptabiliteitswet
2016, vanwege bovengenoemde redenen.
Vraag 11
Kunt u toelichten waarom u geen rekening heeft gehouden met parlementaire autorisatie
vooraf bij het inrichten van de subsidieregeling en het indienen van deze incidentiele
suppletoire begroting?
Antwoord 11
De Tweede Kamer heeft meermaals de wens uitgesproken tot een zo snel mogelijke uitwerking
en uitvoering van de regeling. Hierdoor is het niet wenselijk de regelingen mee te
nemen in de reguliere Voorjaarsnota en eerste suppletoire begroting die aan de Tweede
Kamer wordt voorgelegd. Om deze redenen zijn de bedragen via deze incidentele suppletoire
begroting toegevoegd aan de begroting van IenW. Zie verder de beantwoording onder
vraag 10.
Vraag 12
Is er in de begroting óók ruimte gemaakt voor compensatie van lokale vuurwerkhandelaren
die de dupe zijn van lokale vuurwerkverboden? Zo ja, wat voor soort compensatie?
Antwoord 12
Omdat er een landelijk verbod van kracht is geworden, worden ook de tegemoetkomingen
voor de gemaakte extra kosten landelijk geregeld via de regelingen Tijdelijke subsidie
vuurwerkverbod COVID-19.
Vraag 13
Is de regeling Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19 100% kostendekkend
voor alle ondernemers (importeurs en dealers)?
Antwoord 13
De regeling is bedoeld als tegemoetkoming in de extra kosten die zijn gemaakt als
gevolg van het vuurwerkverbod en zijn niet 100% kostendekkend.
Vraag 14
Staan alle vuurwerkdealers wel ingeschreven als detailhandelaar? Waarom is voor deze
eis in de subsidievoorwaarden gekozen?
Antwoord 14
Met het vereiste van inschrijving als detailhandelaar wordt aangesloten bij het Vuurwerkbesluit.
Vraag 15
Kan een dealer, die is verdeeld over meerdere vestigingen, maar wel meer dan 10.000
kilogram opslag heeft, ook aanspraak maken op de opslagvergoeding of moet de opslag
echt meer dan 10.000 kilogram per locatie/adres zijn?
Antwoord 15
De precieze uitwerking van de voorwaarden voor de subsidie voor opslag is momenteel
nog onderwerp van gesprek met de Europese Commissie; mogelijk leidt dit nog tot aanpassingen.
Volgens het huidige ontwerp voor de regeling kunnen detailhandelaren subsidie krijgen
als zij beschikken over een opslaglocatie waar meer dan 10.000 kg eindejaarsvuurwerk
is opgeslagen. Voor opslag van kleinere hoeveelheden is voor detailhandelaren niet
voorzien in een subsidie.
Vraag 16
Maakt het verschil waar de opslaglocatie zich bevindt? Oftewel, wordt er ook uitgekeerd
als de opslaglocatie zich in China bevindt?
Antwoord 16
Volgens het huidige ontwerp voor de regeling kunnen detailhandelaren subsidie krijgen
voor opslag in Nederland. Vuurwerkbedrijven (zoals importeurs) hebben voor een deel
gebruik moeten maken van opslag in buurlanden, omdat er in Nederland te weinig ruimte
beschikbaar was en kunnen daarom ook voor opslag in Duitsland en België subsidie krijgen.
Vraag 17
Waarom wordt er niet ook om eigendomspapieren van de opslaglocatie gevraagd en/of
om huurcontracten?
Antwoord 17
De subsidie wordt verstrekt voor de kosten die worden gemaakt voor opslag. Hiervoor
kan een eigen of door de aanvrager gehuurde opslaglocatie worden gebruikt, maar het
is ook mogelijk dat via een andere weg opslag is «ingekocht». Daarnaast gaat het niet
zozeer om het bestaan van een opslaglocatie, maar vooral om het daadwerkelijk gebruiken
daarvan, waarvoor kosten worden gemaakt. Bij controle door RVO van de door de aanvrager
geleverde gegevens (aantal kg opgeslagen vuurwerk) moet de aanvrager met zijn administratie
kunnen bewijzen dat het aantal opgegeven kg vuurwerk klopt. Verder moet de aanvrager
bij het verzoek tot vaststellen van de subsidie een rapport van een accountant overleggen
waarin de accountant op grond van zijn controle de juistheid van de bij aanvraag opgegeven
hoeveelheid opgeslagen vuurwerk bevestigt.
Vraag 18
Hoe wordt er controle uitgevoerd op de opslaglocaties/de opgegeven aantallen kilo’s?
Worden hiervoor aanvullende documenten gevraagd, zoals bijvoorbeeld foto’s of locatiebezoeken?
Antwoord 18
Bij het verzoek tot vaststelling moet de aanvrager een accountantsrapport verstrekken
ter bevestiging van het opgegeven aantal kg opgeslagen vuurwerk. Daarnaast kan RVO
controles uitvoeren en daarvoor stukken opvragen bij de aanvrager. Om dit mogelijk
te maken, moet de aanvrager die stukken een aantal jaren bewaren.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
B. Schuurkamp, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.