Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van de leden Paternotte en Kuiken ter vervanging van nr. 29 over het in de wet regelen van de (hoofd)voorwaarden voor vaccinatiebewijzen en herstelbewijzen
35 807 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het stellen van tijdelijke regels over de inzet van testbewijzen bij de bestrijding van het virus SARS-CoV-2 (Tijdelijke wet testbewijzen covid-19)
Nr. 52 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN PATERNOTTE EN KUIKEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 29
Ontvangen 7 mei 2021
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt «inzet van testbewijzen» vervangen door «inzet van coronatoegangsbewijzen»
en «testbewijzen covid-19» vervangen door «coronatoegangsbewijzen».
II
In de beweegreden wordt « kan» vervangen door «, een bewijs van vaccinatie tegen dat
virus en een bewijs van herstel van een infectie met dat virus kunnen».
III
In artikel I, onderdeel A, wordt het begrip testbewijs vervangen door:
coronatoegangsbewijs:
bewijs van een testuitslag, een bewijs van vaccinatie tegen SARS-CoV-2 of een bewijs
van herstel van een infectie met het virus SARS-CoV-2;
resultaat:
testuitslag, vaccinatie tegen covid-19 of herstel van een infectie met het virus SARS-CoV-2;.
IV
In artikel I, onderdeel B, wordt «testuitslag» vervangen door «resultaat».
V
In artikel I, onderdeel C, wordt in het opschrift van paragraaf 3a «Testbewijzen»
vervangen door «Coronatoegangsbewijzen».
VI
In artikel I, onderdeel C, wordt het voorgestelde artikel 58ra als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «testuitslag» vervangen door «daarbij te bepalen resultaat».
2. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
1a. Regels met betrekking tot het beschikken over vaccinatie tegen covid-19 of herstel
van een infectie met het virus SARS-CoV-2 worden slechts gesteld indien:
a. op basis van een bewijs van vaccinatie tegen covid-19 of een bewijs van herstel van
een infectie met het virus SARS-CoV-2 kan worden vastgesteld dat een vergelijkbare
kans op overdracht van het virus SARS-CoV-2 bestaat als bij een bewijs van een negatieve
testuitslag; en
b. de mogelijkheid wordt geboden in plaats van een bewijs van vaccinatie tegen covid-19
of een bewijs van herstel van een infectie met het virus SARS-CoV-2 gebruik te maken
van een testuitslag.
3. In het derde lid wordt «testuitslag beschikken» vervangen door «coronatoegangsbewijs
beschikt».
VII
In artikel I, onderdeel C, wordt in het voorgestelde artikel 58rb, onder b, «testuitslag»
vervangen door «resultaat».
VIII
In artikel I, onderdeel C, wordt het voorgestelde artikel 58rc als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «Testuitslag» vervangen door «Resultaat».
2. In het eerste lid wordt «de test, die in elk geval» vervangen door «de test, de vaccinatie
of het herstel om voor een resultaat te worden gebruikt, die voor een test in elk
geval».
3. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «de testuitslag» vervangen door «het resultaat».
4. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «testuitslag» vervangen door «resultaat».
IX
In artikel I, onderdeel C, wordt het voorgestelde artikel 58rd als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «Testbewijs» vervangen door «Coronatoegangsbewijs».
2. In het eerste lid wordt «de testuitslag» vervangen door «het resultaat» en «testbewijs»
telkens vervangen door «coronatoegangsbewijs».
3. In het tweede lid wordt «testbewijs» telkens vervangen door «coronatoegangsbewijs»
en «testuitslagen» vervangen door «resultaten».
4. In het derde lid wordt «testbewijs» vervangen door «coronatoegangsbewijs».
5. In het vierde lid wordt «testuitslagen» vervangen door «resultaten».
6. In het zesde lid wordt «De uitvoerder van de test,» vervangen door «De uitvoerder
van de test, de toediener van het vaccin, de verklaarder van het herstel,» en wordt
«testbewijs» vervangen door «coronatoegangsbewijs».
7. In het zevende lid wordt «testbewijs» vervangen door «coronatoegangsbewijs».
8. Het achtste lid, wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «de uitvoerder van de test» vervangen door «de uitvoerder van
de test, de toediener van het vaccin of de verklaarder van het herstel» en «testbewijs»
door «coronatoegangsbewijs».
b. In onderdeel b wordt «testbewijs» vervangen door «coronatoegangsbewijs».
c. In onderdeel c wordt «de uitvoerder van de test» vervangen door «de uitvoerder van
de test, de toediener van het vaccin, de verklaarder van het herstel,».
d. In onderdeel d wordt «testbewijs» vervangen door «coronatoegangsbewijs».
9. Het negende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «testbewijs» vervangen door «coronatoegangsbewijs».
b. In onderdeel a wordt «de uitvoerder van de test» vervangen door «de uitvoerder van
de test, de toediener van het vaccin of de verklaarder van het herstel».
X
In artikel I, onderdeel C, wordt het voorgestelde artikel 58re als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en derde lid wordt «testbewijs» telkens vervangen door «coronatoegangsbewijs».
2. In het vierde lid wordt «testbewijs» vervangen door «coronatoegangsbewijs», wordt
«de uitvoerder van de test» vervangen door «de uitvoerder van de test, de toediener
van het vaccin of de verklaarder van het herstel», en wordt aan het slot een zin toegevoegd,
luidende: De voorschriften en beperkingen kunnen voor de verschillende categorieën
van het coronatoegangsbewijs verschillen.
XI
In artikel I, onderdeel C, vervalt het voorgestelde artikel 58rf.
XII
In artikel I, onderdeel C, wordt in het opschrift van artikel 58rg «behandelingsovereenkomst»
vervangen door «behandelingsovereenkomst bij uitvoering test».
XIII
In artikel IV wordt «testbewijzen covid-19» vervangen door «coronatoegangsbewijzen».
Toelichting
Dit amendement beoogt dat het voorliggende wetsvoorstel niet langer alleen de (hoofd)voorwaarden
voor testbewijzen regelt, maar deze op gelijke voet regelt voor vaccinatiebewijzen
en herstelbewijzen (hierna als geheel: «coronatoegangsbewijzen»).
Het voorliggend wetsvoorstel voorziet primair in de mogelijkheid regels te kunnen
stellen over het tonen van een testbewijs. Dit met als doel om bij het tegengaan van
de verspreiding van het virus onderdelen van de samenleving sneller te heropenen of
geopend te houden. De precieze invulling of, waar en hoe kan daarna bij ministeriële
regeling volgen. Het wetsvoorstel bevat slechts één artikel dat mogelijke gelijkstelling
regelt voor een vaccinatiebewijs en herstelbewijs, onder de voorwaarde dat een vergelijkbare
kans op overdracht van het virus bestaat, in een aparte algemene maatregel van bestuur
(hierna: AMvB). Indieners achten dit onderscheid om meerdere redenen onjuist.
Allereerst regelt het wetsvoorstel de hoofdvoorwaarden. Nadere inkleuring vindt geheel
in lagere regelgeving plaats, omdat dit afhangt van de sector, de actuele omstandigheden,
de dan geldende maatregelen, de effectiviteit, de testbereidheid en de praktische
uitvoerbaarheid. Het ligt in dit licht voor de hand dat de wet het kader voor alle
coronatoegangsbewijzen regelt, en eventuele differentiatie tussen de bewijzen ook
later in lagere regelgeving volgt. Gelet op het ingrijpende karakter van een verplicht
coronatoegangsbewijs, is het ook prudent dat voor alle bewijzen de waarborgen bij
wet worden verankerd.
In de tweede plaats, achten indieners het ook epidemiologisch verantwoord de verschillende
coronatoegangsbewijzen in de wet gelijk te stellen. Van vaccinatie is inmiddels bekend
dat het de transmissie van het virus wezenlijk vermindert, volgens het ECDC tot wel
60%. Het ECDC adviseert daarom in haar nieuwste richtlijn dat als mensen of huishoudens
die volledig zijn gevaccineerd elkaar ontmoeten, zij zich niet aan de coronamaatregelen
hoeven te houden. Dit terwijl sneltesten slechts 58% van de positieve gevallen detecteren
als mensen zich zonder klachten laten testen.
Ten derde is dit ook het juiste tijdstip om de verschillende bewijzen gelijk te trekken.
De verordening voor de Europees «Digital Green Pass» wordt al in juni verwacht. Als
alle coronatoegangsbewijzen binnenkort in Europa kunnen worden ingezet, zou het bevreemden
als we voor toegang binnen Nederland slechts testbewijzen hanteren. Daarbij vervult
de wet een brugfunctie. De komende maanden kan het gros van de samenleving een vaccin
krijgen. Zo krijgen we echt onze vrijheden terug. Het is goed van meet af aan de verschillende
bewijzen wettelijk gelijkwaardig te verankeren. Dat maakt de wet toekomstbestendig.
Ten aanzien van de vergelijkbare kans op overdracht van het virus, merken indieners
op dat men de bewijzen niet precies kwantitatief kan vergelijken. Bij vaccinatie en
herstel van het virus gaat het om de vraag in hoeverre het de transmissie vermindert,
bij testbewijzen om het aantal vals-negatieve testen en het aantal mensen dat na de
negatieve test alsnog besmettelijk wordt. Het gaat er bij alle drie de type bewijzen
om dat er sprake is van een aanvaardbaar te achten risico dat iemand geïnfecteerd
is en het virus overdraagt. De weging van dit restrisico zal worden gemaakt op basis
van wetenschappelijk adviezen. Een ministeriële regeling voor de inzet van een of
meerdere bewijzen zal altijd worden voorgelegd aan de Kamers volgens de gebruikelijke
nahangprocedure.
Indieners gaan voorts graag kort in op het advies van de Raad van State. De Raad van
State stelt dat een vaccinatiebewijs leidt tot onderscheid tussen gevaccineerde personen
en personen die zich niet kunnen vaccineren, niet willen of dit niet zijn. Gezien
deze differentiatie adviseert zij de in het voorstel opgenomen gelijkstellingsbepaling
te schrappen, en zo nodig een apart wetsvoorstel in te brengen. Indieners willen daarover
opmerken dat een vaccinatiebewijs met dit amendement altijd naast de mogelijkheid
van een testbewijs wordt gezet. Hoe keuzerijker men is waar het gaat om bewijzen voor
toegang, des te gelijker is de situatie voor allen. Dit amendement gaat onwenselijk
onderscheid derhalve juist tegen. Door vaccinatiebewijzen meer integraal in de wet
te verankeren, komen indieners tevens tegemoet aan de wens van de Raad van State dit
zoveel mogelijk op wettelijk niveau te regelen.
Uit het voorgaande blijkt dat dit amendement de wettelijke voorwaarden gelijktrekt
voor alle coronatoegangsbewijzen: een bewijs van een testuitslag, een bewijs van vaccinatie
tegen SARS-CoV-2 en een bewijs van herstel van een infectie met het virus. Dit is
consequent doorgevoerd in de verschillende artikelen. Daar waar op enkele plekken
in het wetsvoorstel bepalingen over de testuitslag zelf zijn opgenomen, hebben indieners
dit gelijkgetrokken met de vaststelling dat een persoon een vaccinatie tegen SARS-CoV-2
heeft ontvangen of is herstelt van een infectie met het virus. Het gaat bij alle drie
om het «resultaat», dat dient als bron voor het schriftelijk of elektronisch coronatoegangsbewijs.
Aldus ontstaat een wetsvoorstel dat een gelijke grondslag biedt en gelijke voorwaarden
stelt, bijvoorbeeld op het gebied van de identificatieplicht en bescherming van persoonsgegevens.
Nadere inkleuring en mogelijke differentiatie geschiedt bij ministeriële regeling,
met een week nahang. Zo wordt de betrokkenheid van de Kamer gewaarborgd, hetgeen bij
ingrijpende keuzes en beperkingen van Grondrechten van groot belang is.
Tot slot regelt dit amendement – conform bovenstaande aanpassingen – dat de titel
van de wet komt te luiden Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen.
Paternotte
Kuiken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Jan Paternotte, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Voor |
D66 | 24 | Voor |
PVV | 17 | Tegen |
CDA | 15 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Tegen |
FVD | 8 | Tegen |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Tegen |
ChristenUnie | 5 | Voor |
DENK | 3 | Tegen |
JA21 | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Tegen |
Volt | 3 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Voor |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |