Brief regering : Consequenties controversieel verklaren wijziging Luchthavenverkeerbesluit en Luchthavenindelingbesluit
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 406
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 april 2021
In de procedurevergadering van 14 april 2021 heeft uw Kamer verzocht om tot de volgende
procedurevergadering van de commissie op 21 april 2021 geen onomkeerbare stappen te
zetten ten aanzien van de ontwerpwijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol
(LVB) (Kamerstuk 29 665, nr. 399) en de ontwerpwijziging van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) (Kamerstuk
29 665, nr. 405). Daarnaast heeft u verzocht om ten behoeve van besluitvorming op de volgende procedurevergadering
een inhoudelijke toelichting aan de Kamer te doen toekomen op de consequenties van
het al dan niet controversieel verklaren van de desbetreffende ontwerpbesluiten, alsmede
van een eventuele verlenging van het verzoek om geen onomkeerbare stappen te zetten.
LVB
In 2008 is door meerdere partijen aangedrongen op een nieuw geluidsstelsel (het nieuwe
normen- en handhavingstelsel: NNHS). Een stelsel dat meer flexibel, transparant en
beter uitlegbaar is dan het huidige stelsel met handhavingspunten.
De basis voor het nieuwe stelsel is vervolgens vastgelegd in een wet tot wijziging
van de Wet luchtvaart1, die door de Staten-Generaal is aanvaard en in het Staatsblad is gepubliceerd in
2016. De voorliggende ontwerpwijziging van het LVB is de definitieve uitwerking van
dit stelsel. Op dit moment wordt er gewerkt aan de verwerking van de zienswijzen op
het ontwerpbesluit2. Met de wijziging van het LVB wordt een einde gemaakt aan het anticiperend handhaven
van de regels van het NNHS door de Inspectie Leefomgeving en Transport. Dit is belangrijk
omdat er anders sprake blijft van een rechtsvacuüm waarbij wel volgens de regels van
het NNHS inclusief de maximale capaciteit van 500.000 vliegtuigbewegingen wordt gevlogen,
maar dit niet formeel in wet- en regelgeving is verankerd. Het beëindigen van het
anticiperend handhaven is dus noodzakelijk om de rechtspositie van de omwonenden te
verbeteren en vanwege rechterlijke uitspraken hierover.
Door het controversieel verklaren van de ontwerpwijziging van het LVB kan sprake zijn
van vertraging van het beëindigen van het anticiperend handhaven. Het is van belang
dat het nieuwe stelsel, waarmee het anticiperend handhaven wordt beëindigd, zo snel
mogelijk in werking treedt.
Ten behoeve van de voorhangprocedure zal ik uw Kamer rond de zomer de zienswijzen
en de zogenaamde nota van antwoord toesturen. Daarbij wordt ook het advies van de
Commissie voor de m.e.r. betrokken. Zo is uw Kamer geïnformeerd over alle bevindingen
op het ontwerpbesluit en worden geen onomkeerbare stappen gezet.
LIB
Met de ontwerpwijziging van het LIB wordt de grens van het luchthavengebied op enkele
plaatsen beperkt aangepast, zonder dat dit ruimtelijke gevolgen heeft in de omgeving.
Dit is te zien als een noodzakelijke technische aanpassing. Deze aanpassing is met
name noodzakelijk vanwege de verdubbeling van het zuidelijke rijbaanviaduct over de
A4, onderdeel van de verdubbeling van taxibaan Quebec. De gefaseerde aanleg van taxibaan
Quebec is een veiligheidsmaatregel, die – ook nu er minder vliegtuigbewegingen zijn
op Schiphol – een belangrijke bijdrage levert aan de voorspelbaarheid van de operatie
en daarmee het verminderen van de complexiteit op Schiphol. Dit blijkt ook uit de
evaluatie van de OVV aanbevelingen en de Integrale Veiligheidsanalyse Schiphol3.
Ook moet in verband met wijzigingen in eigendomsposities en vanwege verbetering van
de efficiency van de beveiliging, de grens van het luchthavengebied op negen andere
plaatsen worden aangepast. Het gaat bij deze laatste categorie zowel om verkleining
als uitbreiding van het gebied en het gaat in totaal om enkele tientallen meters.
De voorliggende wijziging staat op geen enkele manier toekomstige wijzigingen van
het LIB in de weg. Op dit moment staat de ontwerpwijziging van het LIB open voor zienswijzen4. Net als bij het LVB kan ik de nota van antwoord rond de zomer aan uw Kamer toesturen.
Over de verdubbeling van het taxibanenstelsel bent u met enige regelmaat geïnformeerd
in de voortgangsrapportages over de veiligheid op Schiphol5. De terminal van Schiphol en de opstelplaatsen voor vliegtuigen worden grotendeels
omringd door een dubbel rijbaansysteem. Aan de zuidzijde ontbreekt nog een deel in
dit dubbele rijbaansysteem (de enkele rijbaan Quebec). Het ontbreken van dit dubbele
gedeelte leidt op bepaalde momenten op de dag tot congestie op het rijbaansysteem,
wat extra werkdruk voor de verkeersleiders en meer uitstoot met zich mee brengt. Het
luchthaventerrein wordt op deze plek van de aanleg van de dubbele taxibaan doorsneden
door de A4, daarom is een viaduct nodig. Met de voorliggende wijziging van het LIB,
wordt het viaduct boven de snelweg onderdeel van het luchthaventerrein. De uitbreiding
van het luchthaventerrein bedraagt ook daar enkele tientallen meters. De dubbele taxibaan
wordt gefaseerd aangelegd. Fase 1A, waaronder de bouw van het viaduct over de A4,
is in uitvoering en loopt op schema6. Schiphol heeft gepland om deze fase op 20 december 2021 op te leveren en te gaan
gebruiken. Fase 1B, de finale aansluiting aan de oostelijke zijde, wordt naar verwachting
in 2025 opgeleverd. Zonder wijziging van het LIB kan het viaduct over de A4 niet worden
gebruikt door taxiënd vliegverkeer, omdat het nog geen onderdeel uitmaakt van het
luchthaventerrein. Door de wijziging controversieel te verklaren kan de ingebruikname
vertraging oplopen. Het is van belang om voortvarend verder te gaan met deze veiligheidsverbetering
zodat de ingebruikname volgens planning kan verlopen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Indieners
-
Indiener
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat