Brief lid / fractie : Brief van het lid Arib inzake de kandidaatstelling voor de functie van Voorzitter van de Tweede Kamer
35 777 Benoeming van een Voorzitter
Nr. 8
                   BRIEF VAN HET LID ARIB
            
Aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Amsterdam, 6 april 2021
Geachte leden,
De afgelopen vijf jaar mocht ik uw Voorzitter zijn. Dat deed ik met volle overtuiging.
                  Dankzij uw steun en uw vertrouwen heb ik veel voor de Tweede Kamer als instituut kunnen
                  betekenen.
               
Dit eervolle ambt wil ik in de komende periode graag opnieuw bekleden.
De samenleving is, als gevolg van de coronapandemie, geconfronteerd met de grootste
                  crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Veel burgers maken zich zorgen en zijn onzeker
                  over de toekomst. Juist in de huidige crisissituatie speelt – meer dan ooit – het
                  vertrouwen in de politiek en de democratie een cruciale rol. Het gezag en het vertrouwen
                  dat de Kamervoorzitter in haar functie uitstraalt, is een belangrijk signaal naar
                  de samenleving. Als Voorzitter is het versterken van de positie van de gekozen volksvertegenwoordiging
                  in ons staatsbestel een belangrijke prioriteit, waar ik in de komende periode een
                  betekenisvolle bijdrage aan wil leveren.
               
De uitslag van de Tweede Kamerverkiezing op 17 maart illustreert de grote diversiteit
                  aan uitgesproken opvattingen en laat zien hoe de samenleving in beweging is. Ons parlement
                  is daar een afspiegeling van. We hebben zeventien politieke partijen, met tien nieuwe
                  fractievoorzitters. Tegelijkertijd hebben we vorige week afscheid genomen van 69 collega
                  parlementariërs. De gemiddelde zittingsduur van een Kamerlid is iets meer dan zes
                  jaar. Deze veranderingen brengen nieuwe uitdagingen en dynamiek met zich mee en vragen
                  om een Kamer waar de procedures en geschreven en ongeschreven regels helder zijn.
                  Alleen dan is er sprake van een gelijk speelveld voor ieder Kamerlid. Juist met deze
                  nieuwe Kamer en in deze roerige tijd zijn ervaring en kennis van de werkwijze van
                  de Tweede Kamer een voorwaarde en zijn stabiliteit en continuïteit cruciaal. Ik zie
                  het als een opdracht om me hier, met mijn ervaring als Voorzitter, voor in te zetten.
               
Daarnaast zijn de redenen die vijf jaar geleden belangrijk voor mij waren om mij te
                  kandideren voor het Kamervoorzitterschap nog steeds actueel en nodig voor het goed
                  functioneren van de Tweede Kamer. Te beginnen met de informatiepositie van de Tweede
                  Kamer. Artikel 68 van de Grondwet is hier helder over. Naast haar (mede)wetgevende
                  rol heeft het parlement ook de taak om de regering te controleren. Zonder juiste,
                  volledige en tijdige informatie is het vormen van een oordeel hierover niet mogelijk
                  en kan controle niet effectief zijn. Hoewel regering en parlement het hierover eens
                  zijn, is er geen ander grondwetsartikel dat tijdens debatten in de Tweede Kamer zo
                  vaak wordt aangehaald, omdat blijkt dat de verlangde inlichtingen niet worden verstrekt.
                  Daar mag het niet bij blijven. In mijn rol als Kamervoorzitter heb ik hier meermaals
                  in het openbaar, via brieven en in gesprekken, mijn ongenoegen over geuit. Ik heb
                  de premier en afzonderlijke bewindspersonen gewezen op de nalatigheid en slordigheid
                  waarmee Kamerleden worden geconfronteerd en hoe dit de positie van de Tweede Kamer
                  aantast. De Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag heeft dit probleem
                  in het rapport «Ongekend onrecht» blootgelegd. Het kabinet heeft dit probleem ook
                  erkend en heeft haar aftreden daaraan verbonden. Met de installatie van een nieuwe
                  Tweede Kamer en straks het aantreden van een nieuw kabinet zal een start worden gemaakt
                  met een nieuwe bestuurscultuur en moet er een einde komen aan een cultuur van terughoudende
                  en minimalistische informatievoorziening aan de Tweede Kamer.
               
De informatiepositie van de Tweede Kamer hangt nauw samen met de positie van de Tweede
                  Kamer ten opzichte van de regering en het bevorderen van dualisme. Met het aannemen
                  van de motie-Leijten c.s. (Kamerstuk 35 777, nr. 4) d.d. 1 april 2021, geeft de Tweede Kamer haar Voorzitter de mogelijkheid om het
                  dualisme tussen regering en volksvertegenwoordiging te bevorderen en oog te houden
                  voor de mogelijkheden om wetsvoorstellen zorgvuldig en gedegen te behandelen. Waar
                  het gaat om de behandeling van wetten en de informatiepositie van de Tweede Kamer
                  zal de Voorzitter zich door deze motie gesterkt voelen om het kabinet aan te spreken.
                  Echter, als het gaat om dualistisch optreden richting het kabinet is dit ook een verantwoordelijkheid
                  van alle Kamerleden. Dit vraagt ook om een cultuurverandering binnen de fracties en
                  de Tweede Kamer als geheel.
               
De komende zittingsperiode staat de Tweede Kamer een verhuizing te wachten. Nu de
                  besluiten over de renovatie van het Binnenhof en de tijdelijke huisvesting zijn genomen,
                  is het belangrijk om deze immense operatie in goede banen te leiden. Daarbij staat
                  de continuïteit van het parlementaire proces centraal. Op dit moment worden daarvoor
                  de voorbereidingen getroffen.
               
Bij dit alles is ondersteuning van en voor Kamerleden een voorwaarde. In de afgelopen
                  periode heb ik, samen met het presidium, goede stappen gezet richting professionalisering
                  van de organisatie. In de coronacrisis heeft de organisatie laten zien hoe dienend
                  en flexibel ze is, om op alle onverwachte ontwikkelingen te kunnen inspelen.
               
Als Voorzitter heb ik naast de primaire taak van voorzitten ook een representatieve
                  rol. Door de coronacrisis zijn in de afgelopen periode alle externe bezoeken afgezegd,
                  maar andere activiteiten hebben – gelukkig – wel doorgang kunnen vinden. Zo mocht
                  ik namens de Tweede Kamer spreken bij de indrukwekkende Nationale Holocaust Herdenking
                  «Nooit meer Auschwitz» en hebben we als Tweede Kamer een mooie bijeenkomst georganiseerd
                  om de eerste vergadering van de Tweede Kamer na de Tweede Wereldoorlog te memoreren.
                  In het jaar daarvoor hebben we uitgebreid stilgestaan bij het honderdjarig bestaan
                  van het algemeen kiesrecht, voor mannen en voor vrouwen. Tijdens mijn voorzitterschap
                  ben ik veelvuldig naar buiten getreden over de waarde en betekenis van onze democratie
                  en het functioneren van ons parlement.
               
Ik zie uit naar het debat met u, waarin ik deze brief verder kan toelichten.
Arib
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 K. Arib, Tweede Kamerlid
