Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 785 Verandering in de Grondwet strekkende tot het opnemen van een bepaling over een door niet-ingezetenen gekozen kiescollege voor de verkiezing van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL VI
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat de wet van 14 oktober 2020 (Stb. 2020, 429) heeft verklaard dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering
in de Grondwet strekkende tot het opnemen van een bepaling over een door niet-ingezetenen
gekozen kiescollege voor de verkiezing van de Eerste Kamer der Staten-Generaal;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Grondwet ondergaat de in de artikelen II en III omschreven veranderingen.
ARTIKEL II
Artikel 55 van de Grondwet wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. In het eerste lid wordt «en de leden van een kiescollege als bedoeld in artikel 132a,
derde lid» vervangen door «en de leden van de kiescolleges, bedoeld in het tweede
lid en artikel 132a, derde lid».
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Ten behoeve van Nederlanders die geen ingezetenen zijn en die voldoen aan de vereisten
die gelden voor de verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, worden verkiezingen
gehouden voor een kiescollege voor de Eerste Kamer. De leden van dit kiescollege worden
rechtstreeks gekozen door deze Nederlanders. Voor het lidmaatschap gelden dezelfde
vereisten. Artikel 129, tweede tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL III
Aan de Grondwet wordt het volgende additionele artikel toegevoegd:
ARTIKEL VI
1. Artikel 55 naar de tekst van 2017 blijft gedurende vijf jaren of een bij of krachtens
de wet te bepalen kortere termijn van kracht. Deze termijn kan bij de wet voor ten
hoogste vijf jaren worden verlengd.
2. Dit additionele artikel vervalt op de dag waarop de termijn, bedoeld in het eerste
lid, eindigt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Voor |
D66 | 24 | Voor |
PVV | 17 | Tegen |
CDA | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Tegen |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Tegen |
ChristenUnie | 5 | Voor |
FVD | 5 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
Groep Van Haga | 3 | Voor |
JA21 | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Tegen |
Volt | 3 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Voor |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Omtzigt | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.