Brief regering : Peer review EASO en landeninformatieonderzoekers van immigratiediensten uit andere EU lidstaten
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 2706
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 maart 2021
Ik stuur u deze brief in reactie op de op 13 oktober 2020 door uw Kamer aangenomen
motie1 van de leden Groothuizen en Voordewind. Voorts informeer ik u over enkele ontwikkelingen
die door de IND zijn ingezet naar aanleiding van de opgevolgde aanbevelingen van de
ACVZ in het rapport Weten en Wegen2, zoals vermeld in de Kabinetsreactie van 2 juli 2020.3 Ten slotte ontvangt u een reactie op het verzoek van de vaste commissie Justitie
en Veiligheid (VKC) van 3 december 2020 om in te gaan op het promotieonderzoek van
mevrouw F.G.H.W. Vogelaar over het gebruik van landeninformatie in de context van
de asielprocedure.
Toelichting:
In de genoemde motie verzoekt uw Kamer om een uitwerking van de suggestie een peer review te laten uitvoeren door EASO en landeninformatieonderzoekers van immigratiediensten
uit andere EU lidstaten.
Ik kan u hierover melden dat de IND, in het verlengde van de afspraken met EASO over
het gebruik van het openbare EASO portal, waarover ik uw Kamer bij brief van 18 november
20204 heb geïnformeerd, in gesprek is gegaan met EASO over de zogeheten peer review van
de IND landeninformatie. EASO is graag bereid zijn medewerking te verlenen aan deze
kwalitatieve toets van de IND landeninformatie. Deze samenwerking zal de komende maanden
verder worden uitgewerkt. De eerste peer review door EASO heeft reeds recent plaatsgevonden.
Het betreffende landenrapport van de IND5, zal naar verwachting binnen enkele weken worden gepubliceerd. Verder is de IND in
gesprek met de Belgische zusterdienst om op basis van wederkerigheid tot een peer
review van landeninformatie te komen. Ik verwacht u hiermee voldoende geïnformeerd
te hebben over de uitvoering van de motie.
Ik informeer u voorts over de voortgang van maatregelen die voortkomen uit overgenomen
aanbevelingen van het ACVZ, waarover ik u eerder heb geïnformeerd in de hiervoor genoemde
kabinetsreactie.
Allereerst verwijs ik naar hiervoor genoemde brief van 18 november 2020 «gebruik van
het landeninformatie Content management System» die ingaat op het publiceren van nieuwe
landeninformatie rapportages op de portals van EASO en de IND.
Voorts heeft de IND op 24 november 2020 een instructie (WI 2020/17, «Het gebruik van
bronnen en landeninformatie binnen het asielproces») gepubliceerd. Hiermee wordt de
IND beslispraktijk geïnstrueerd om gebruikte landeninformatie op een meer eenduidige
en systematische wijze te vermelden in besluitvorming. Dit is ook onderdeel gemaakt
van het opleidingsprogramma binnen de IND. De transparantie, herleidbaarheid en de
eenduidigheid met betrekking tot de gebruikte landeninformatie wordt op die wijze
in de praktijk beter geborgd. En het EASO heeft in december jl. een «Practical guide
on the use of country of origin information by case officers for the examination of
asylum applications» gepubliceerd. De IND beziet of deze instructie ook onderdeel
kan gaan uitmaken van het standaard instrumentarium van de IND-praktijk.
Daarnaast treft de IND voorbereidingen om een bijeenkomst met externe partijen te
organiseren om op die wijze de feedback op IND landeninformatie te ontvangen. In ieder
geval zullen vertegenwoordigers van de vreemdelingenadvocatuur, de UNHCR en VluchtelingenWerk
Nederland voor deze bijeenkomst worden uitgenodigd. Gelet op de beperkingen die COVID-19
met zich meebrengt zal deze bijeenkomst, die is voorzien in april 2021, digitaal plaatsvinden.
De IND heeft een inventarisatie gemaakt van de in het rapport van de ACVZ gesignaleerde
interne beleidsinstructies en zal die omzetten naar openbaar beleid in de Vreemdelingencirculaire
(Vc). Uit de inventarisatie is gebleken dat er op een beperkt aantal landen/onderwerpen
sprake is van interne instructies die als beleid kunnen worden aangemerkt. In dit
kader is reeds recentelijk aangepast beleid gepubliceerd in de Vc ten aanzien van
Irak, China en Venezuela.
Ook kan ik uw Kamer melden dat in lijn met het ACVZ-advies de IND het belang van samenwerking
en delen van landeninformatie nogmaals heeft benadrukt bij EASO en de zusterdiensten
van de lidstaten. Mede op verzoek van de IND is dit agendapunt medio november 2020
besproken op de EASO strategic meeting van het EASO COI-netwerk. Voorts heeft EASO een planning opgesteld waarin de lidstaten
aangeven welke rapporten (bij voorkeur in het Engels) zij zullen publiceren. Op die
wijze kan de afstemming beter plaatsvinden en onnodig dubbel werk worden voorkomen.
In dit kader is het ook goed te melden dat verscheidene lidstaten gebruik van de EASO
COI portal om hun landenrapportages openbaar te publiceren.
Ten slotte ga ik in op het het verzoek van de vaste commissie Justitie en Veiligheid
om te reageren op een promotieonderzoek over het gebruik van landeninformatie in de
context van de asielprocedure.
Het promotieonderzoek richt zich op de vraag welke kwaliteitsnormen aan country-of-origin
information (COI) worden gesteld en hoe deze normen worden toegepast. Tevens wordt
onderzoek gedaan naar de rol van COI in beleidsinstructies en toonaangevende jurisprudentie.
Kortgezegd wordt onderzocht hoe de beoordeling van COI kan worden verbeterd en hoe
COI beter kan worden weergegeven in besluitvorming en beleidsrichtlijnen. Het onderzoek
concentreert zich daarbij op enkele instellingen (EHRM, Verenigd Koninkrijk Upper
Tribunal, UNHCR en EASO) die op verschillende niveaus betrokken zijn bij de besluitvorming
op asielgebied. Het onderzoek eindigt met aanbevelingen aan deze instellingen.
Ik heb kennis genomen van het onderzoek en zie thans geen aanleiding inhoudelijk in
meer gedetailleerde zin op het genoemde promotieonderzoek te reageren, anders dan
dat de thema ‘s en het belang van goede toepassing van de landeninformatie worden
herkend en erkend.
Ik wijs op de ingezette ontwikkelingen naar aanleiding van het genoemde ACVZ onderzoek
en de omstandigheid dat het promotieonderzoek zich veelal op dezelfde thema’s richt
als het ACVZ onderzoek. De specifieke aanbevelingen van het promotieonderzoek richten
zich op internationale instellingen die niet onder mijn verantwoordelijkheid vallen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol
Indieners
-
Indiener
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid