Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over bijlage bij Stand van zakenbrief COVID-19 en kabinetsreactie op 100e en 101e OMT-advies) (Kamerstuk 25295-995)
2021D08725 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport betreffende de bijlage «Hoe gaat het met thuiswonende ouderen tijdens
COVID-19: inzichten uit de literatuur» bij de Stand van zakenbrief COVID-19 en kabinetsreactie
op 100e en 101e OMT-advies (Kamerstuk 25 295, nr. 995).
De voorzitter van de commissie, Lodders
De griffier van de commissie, Esmeijer
Inhoudsopgave
blz.
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
5
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
6
II.
Reactie van de Minister
8
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden hebben kennisgenomen van de stand van zakenbrief en de factsheet van de Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over «Hoe gaat het met thuiswonende ouderen
tijdens COVID-19: inzichten uit de literatuur» (bijlage bij Stand van zakenbrief COVID-19
en kabinetsreactie op 100e en 101e OMT-advies) (Kamerstuk 25 295, nr. 995). De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk om zo veel mogelijk informatie
te hebben over hoe het gaat met de thuiswonende ouderen in Nederland, een groep mensen
die we proberen te beschermen en waar we mede de maatregelen tegen het coronavirus
voor hebben opgesteld. Zij hebben hierbij nog een paar vragen.
Stand van zakenbrief COVID-19 en kabinetsreactie op 100e en 101e OMT-advies
De leden van de VVD-fractie zouden graag willen weten of er zicht is op de verhouding
tussen het percentage ouderen die zich laat testen en jongeren. Hoe is de testbereidheid
van ouderen?
Met betrekking tot de vaccinatiebereidheid bij ouderen vinden de leden van de VVD-fractie
het belangrijk om inzichtelijk te hebben wat de responsiviteit is. Welk percentage
ouderen reageert op een vaccinatieoproep? Als ze niet reageren wat is hier dan de reden hiervoor? Op basis van pagina
59 zouden de leden van de VVD-fractie graag willen weten wat het dekkingspercentage
van gevaccineerden is van thuiswonende ouderen in de verschillende leeftijdscategorieën?
Op basis van pagina 61 zouden de leden van de VVD-fractie graag willen weten in hoeverre
het aantal vaccinaties met het griepvaccin in de winterperiode 2020/2021 afwijkt van
de winterperiode 2019/2020?
«Hoe gaat het met thuiswonende ouderen tijdens COVID-19: inzichten uit de literatuur»
Algemeen
De leden van de VVD-fractie zouden graag willen weten welke lessen de Minister trekt
uit de bevindingen van het onderzoek.
Deze leden lezen in het onderzoek dat vervolgonderzoek zou kunnen gaan over de invloed
van de coronamaatregelen op het welzijn (fysiek en mentaal) van ouderen. Gaat de Minister
dit vervolgonderzoek doen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer? Waar wil de Minister
nog meer vervolgonderzoek naar doen?
Daarnaast vinden de leden van de VVD-fractie het belangrijk om te weten of het bekend
is hoe het zit met het bewegen van ouderen in coronatijd. Zitten hier structurele
ontwikkelingen in?
Ambitie 1 & 2
Het onderzoek naar »gevolgen verminderde deelname aan het maatschappelijk leven» op
pagina 5 lijkt te gaan over de periode tot en met juni 2020. Welk inzicht is er, voor
wat betreft dit onderwerp, over het afgelopen half jaar? Wat zijn de effecten van
de aanhoudende epidemie op ouderen?
Op pagina 6 lezen de leden van de VVD-fractie het volgende: «De mantelzorgers gaven aan zich zorgen te maken over een versnelde achteruitgang
in de gezondheid en de cognitieve vaardigheden van deze ouderen. Ook rapporteerde
driekwart van de mantelzorgers een toename van gedragsproblemen gerelateerd aan dementie,
zoals apathie, veranderd slaapritme en agressie. Daarnaast rapporteerde 56% van de
mantelzorgers zich zwaarder belast te voelen dan voor de COVID-19 epidemie het geval
was (8). In de peilingen van AlzheimerNL gaf in april 83% en in juni 80% van de mantelzorgers
aan zich sinds de COVID-19 epidemie meer belast te voelen met de zorg voor hun naaste
(15, 16)»
De leden van de VVD-fractie zouden graag willen weten wat er wordt gedaan aan de geconstateerde
28% afgeschaalde zorg, zoals genoemd op pagina 6.
Mantelzorgers voelen zich veel zwaarder belast (56%). Wat heeft de Minister gedaan
om de mantelzorgers zo veel als mogelijk te ontlasten en te informeren? Wat wil de
Minister in de toekomst gaan doen om mantelzorgers te ontlasten?
Ambitie 5
De leden van de VVD-fractie lezen dat 4 op de 5 ouderen telefonisch contact niet zien
als volwaardige vervanging. Hoe wil de Minister op dat feit anticiperen en daarnaast
voorkomen dat hier grotere problemen uit ontstaan?
Beschouwing
Op pagina 10 lezen de leden van de VVD-fractie dat er meer aandacht moet zijn voor
de diversiteit binnen de groep van thuiswonende ouderen. Hoe en waar wordt in de publiekscampagne
specifiek aandacht besteedt aan ouderen? In hoeverre is het corona dashboard geschikt
voor ouderen zowel in gebruik als in voorspellend vermogen?
Hoe wil de Minister de diversiteit binnen de groep waarborgen in het toekomstige coronabeleid?
Wat voor rol gaat de diversiteit binnen de groep thuiswonende ouderen spelen bij het
versoepelen van de maatregelen?
Daarnaast lezen de leden dat er ook verschillen waren tussen zorgorganisaties waarop
de versoepelingen van afgelopen zomer werden opgevat. Deze verschillen leidden volgens
het onderzoek tot verwarring en gevoelens van ongelijkheid bij groepen ouderen. De
leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat er maatwerk is en dat zorgorganisaties
de mogelijkheid hebben om die maatwerk te leveren, maar deze leden zouden graag willen
weten van de Minister hoe het verschil aan opvattingen aan de voorkant zo veel mogelijk
weggenomen zouden kunnen worden.
Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennis genomen van de bijlage «Hoe gaat het met
thuiswonende ouderen tijdens COVID-19: inzichten uit de literatuur» bij de stand van
zakenbrief COVID-19 en kabinetsreactie op 100e en 101e OMT advies. De leden van de PVV-fractie maken zich grote zorgen om de thuiswonende
ouderen en hebben daarover nog de volgende vragen en opmerkingen.
Uit verschillende bronnen blijkt dat er sprake is of is geweest van afgeschaalde zorg
en ondersteuning. Ruim 1/3 van de dagbesteding werd stopgezet en er werd geen alternatief
aangeboden. Kan de Minister aangeven of de dagbesteding inmiddels toegankelijk is
voor de ouderen die daar behoefte aan hebben? En op welke wijze deze plaatsvindt?
Dagbesteding op de eigen kamer is voor ons geen dagbesteding zoals die was. Hoe gaat
het met de dagbesteding in de buitenlucht? De kans op besmetting met corona in de
buitenlucht is nagenoeg nihil. «Buiten is beter dan binnen», zei OMT-voorzitter Van
Dissel tijdens de een-na-laatste technische briefing. Hoeveel van de dagbesteding
wordt in de buitenlucht georganiseerd? Is de Minister bereid dagbesteding in de buitenlucht
onder de aandacht te brengen?
Kan de Minister aangeven of welke manier de afweging omtrent de behandeling van Corona
(tot wanneer behandelingen wel of niet opname in het ziekenhuis/op IC) heeft plaatsgevonden?
Wie maakte uiteindelijk de keuze tot wel of geen opname? Hoeveel mensen met COVID-19
werden niet opgenomen in het ziekenhuis en zijn daarna overleden in de thuissituatie?
Hoeveel mensen met COVID-19 werden opgenomen op een zogeheten eerstelijnsbed? Hoeveel
mensen met COVID-19 zijn overleden in een eerstelijnsbed?
De leden van de PVV-fractie willen weten welke logeer- of opvangmogelijkheden er zijn
voor thuiswonende ouderen. Kan de Minister aangeven of en hoe vaak daar gebruik van
gemaakt is? Zijn er voldoende plaatsen?
80% van de mantelzorgers geeft aan zich meer belast te voelen met de zorg voor hun
naasten, bovendien wordt er een toename van gedragsproblemen gerapporteerd door deze
mantelzorgers. Heeft de Minister hier meer concrete informatie over? Welke acties
treft de Minister voor deze mantelzorgers om te voorkomen dat zij omvallen? Welke
actie treft de Minister om ontspoorde zorg te voorkomen? Hoe wordt dit gemonitord?
Zijn alle kwetsbare ouderen voldoende in beeld?
De leden van de PVV-fractie lezen dat ouderen voorzichtig bleven tijdens de versoepelingen
tijdens de zomer van 2020 en vasthielden aan de maatregelen om besmetting te voorkomen.
Veel ouderen zien digitaal of telefonisch contact bovendien veelal niet als volwaardige
vervanging voor fysiek contact. In het overzicht aanvullende adviezen aan zelfstandig
wonende ouderen lezen de leden van de PVV-fractie niet terug dat buitenshuis afspreken
veiliger is. Deze leden vinden dit een gemiste kans. Is de Minister bereid te communiceren
aan thuiswonende ouderen, dat fysiek contact in de buitenlucht veiliger is dan binnenhuis
en er op die manier meer fysiek veilig contact voor deze ouderen mogelijk is? Zo nee,
waarom niet?
Tot slot willen de leden van de PVV-fractie opmerken dat zij in de aanvullende adviezen
voor zelfstandig wonende ouderen bij de Corona Routekaart het vaccinatiebeleid missen.
De groep thuiswonende ouderen wordt immers als eerste gevaccineerd. Is de Minister
van mening dat vaccinatie niet van invloed is op de aanvullende adviezen en perspectieven
voor thuiswonende ouderen? Kan de Minister de routekaart aanvullen? Zo nee, waarom
niet? Waarom is er niet besloten om de circa 50.000 wijkverpleegkundigen en wijkziekenverzorgenden
in te zetten voor de vrijwillige vaccinatie van de 565.000 thuiswonenden ouderen zie
zij dagelijks bezoeken? Kan de Minister dat alsnog doen?
Hoe staat het met de COVID-19 patiënten die met behulp van huisarts en wijkverpleging,
wijkziekenverzorging en thuishulp eerder naar huis kunnen vanuit het ziekenhuis? Is
dit landelijk beleid of zijn dit vooral lokale initiatieven?
Wanneer start de vrijwillige vaccinatie van 65–70 jarigen met een medische aandoening
en wanneer is de Minister daarmee klaar?
Vragen en opmerkingen van de D66-fractie
Algemeen
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de eerste factsheet van het RIVM
waar de focus ligt op ambitiepunten 1, 2 en 5. Deze leden vinden het van groot belang
dat thuiswonende ouderen op een veilig en gelijkwaardig niveau kunnen participeren
in de maatschappij tijdens de COVID-19 epidemie. De leden steunen in dit kader dat
er een strategie is vastgesteld met acht ambitiepunten die gezamenlijk nagestreefd
worden. Zij hebben in dit verband nog verschillende vragen.
Zorg en ondersteuning tijdens de coronacrisis voor ouderen
De leden van de D66-fractie lezen dat van de thuiswonende ouderen die al voor de coronacrisis
gebruik maakten van betaalde zorg, 36% te maken had met stopzetting, vermindering
of uitstel van betaalde zorg. In het geval van uitgestelde zorg werd er in 75% van
de gevallen volgens de mantelzorgers geen alternatief aangeboden. De leden van de
D66-fractie vragen welke maatregelen de Minister wil nemen om ervoor te zorgen dat
in de komende maanden, ondanks de aanhoudende coronacrisis, de zorg – op een veilige
manier – alsnog doorgang kan vinden dan wel dat er altijd een alternatief in de plaats
komt.
De leden van de D66-fractie lezen voorts dat het initiatief om de zorg te verminderen
of te stoppen niet altijd bij de zorgaanbieder lag, een deel van de zorg en ondersteuning
werd namelijk door de ouderen zelf uitgesteld. Dit was uit angst om besmet te worden
of omdat ze de zorg niet wilden belasten. Hoe is de Minister van plan om deze ouderen
die de zorg zelf hebben stopgezet, te stimuleren om wel gebruik te maken van deze
hulp als immers blijkt dat die veilig kan doorgaan?
Zorg en ondersteuning bij ouderen met dementie
De leden van de D66-fractie constateren dat ook onder ouderen met dementie er sprake
is geweest van afgeschaalde zorg en ondersteuning. Voornamelijk de afschaling van
dagbesteding is een pijnpunt. Afschaling van dagbesteding heeft zowel gevolgen voor
ouderen met dementie als voor de mantelzorgers. Zo heeft een studie van 400 thuiswonenden
met (een voorstadium van) dementie laten zien dat er onder 28% van hen sprake is van
sociale isolatie als gevolg van de afgeschaalde zorg. Mantelzorgers geven aan zich
zorgen te maken over een versnelde achteruitgang in de gezondheid en de cognitieve
vaardigheden van deze ouderen. Daarnaast rapporteerde driekwart van de mantelzorgers
een toename van gedragsproblemen gerelateerd aan dementie. Om welke maatregelen vraagt
dit volgens de Minister, en is de Minister voornemens om de benodigde stappen op te
nemen in de strategie thuiswonende ouderen? Deelt de Minister met deze leden dat er
meer aandacht moet komen voor deze groep ouderen die extra kwetsbaar is voor de maatregelen?
De leden van de D66-fractie lezen dat 80% van de mantelzorgers aangeeft zich sinds
de coronacrisis meer belast te voelen met de zorg voor hun naasten. Deze leden vragen
of de Minister van plan is deze grote groep mantelzorgers te gaan ondersteunen. Zo
ja, hoe?
Drempels en eenzaamheid
De leden van de D66-fractie lezen dat sommige ouderen het gebruik van digitale communicatiemiddelen
als een drempel ervaarden. Ze konden er bijvoorbeeld niet goed mee overweg of kregen
geen hulp om ermee om te leren gaan. Deze leden benadrukken het belang van digitale
vaardigheden. Hierdoor kunnen ouderen namelijk op een veilige manier sociale contacten
blijven onderhouden en zo eenzaamheid tegengaan. Daarnaast kunnen online activiteiten
deel uitmaken van alternatieven voor de reguliere zorg die ouderen aangeboden krijgen.
Het is volgens deze leden dan ook van cruciaal belang dat ouderen deze vaardigheden
beheersen. Kan de Minister toelichten welke maatregelen hij wil nemen om ouderen digitaal
vaardiger te maken, zodat ouderen op een verantwoordelijke en veilige manier digitaal
contact kunnen onderhouden met mensen in hun persoonlijke netwerk?
De leden van de D66-fractie vragen op welke andere manieren de Minister eenzaamheid
onder ouderen wil voorkomen en aanpakken? Zijn er al effecten bekend van de campagne
«één tegen eenzaamheid»? Kan de Minister toelichten in hoeverre deze maatregelen de
doelgroep bereikt? De leden lezen immers dat eenzaamheid onder ouderen is immers toegenomen
sinds de coronacrisis en dat deze stijging zowel toe te schijven is aan sociale als
emotionele eenzaamheid.
Vaccinatie
De leden van de D66-fratie lezen onder ambitie 1 dat een deel van de ouderen niet
geheel naar eigen wens en vermogen kon deelnemen aan het maatschappelijke leven. Bijvoorbeeld
omdat door de overheid werd opgeroepen om ouderen niet te bezoeken met kleinkinderen.
Zo lopen sommige ouderen bijvoorbeeld visite mis. Ouderen hadden het gevoel dat zij
tijdens de versoepelingen minder makkelijk het «normale» leven weer konden oppakken
in vergelijking met jongeren en minder kwetsbaren. Zijn meer vrijheden voor thuiswonende
ouderen mogelijk dankzij de vaccinaties? Op welke termijn kan de vaccinatiestrategie
ervoor zorgen dat deze groep ouderen wel naar eigen wens en vermogen kunnen deelnemen
aan het maatschappelijk leven? Welke doelgroepen moeten hiervoor minimaal gevaccineerd
zijn? Welke rol speelt testen in combinatie met vaccinatie? Daarnaast lezen de leden
dat vanwege de coronamaatregelen, soms door zorgverleners en soms door ouderen, ervoor
is gekozen om de zorg en ondersteuning af te schalen of zelfs tijdelijk te stoppen.
Op welke termijn kan de vaccinatiestrategie ervoor zorgen dat het afschalen voorkomen
wordt? Welke doelgroepen moeten hiervoor minimaal gevaccineerd zijn?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het rapport en hebben daarover
alvast onderstaande opmerkingen en vragen.
De coronacrisis heeft voor iedereen grote gevolgen, de leden van de SP-fractie vinden
het van belang dat er specifiek is gekeken naar de gevolgen voor de thuiswonende ouderen.
De leden vinden de resultaten zoals in de factsheet zijn weergegeven schokkend. Dat
bijvoorbeeld voor mensen met (een voorstadium van) dementie bij 66% de zorg is afgeschaald
is een zeer ernstige situatie. In de factsheet staat onder ander de volgende zinsnede:
«De mantelzorgers gaven aan zich zorgen te maken over een versnelde achteruitgang
in de gezondheid en de cognitieve vaardigheden van deze ouderen. Ook rapporteerde
driekwart van de mantelzorgers een toename van gedragsproblemen gerelateerd aan dementie,
zoals apathie, veranderd slaapritme en agressie. Daarnaast rapporteerde 56% van de
mantelzorgers zich zwaarder belast te voelen dan voor de COVID-19 epidemie het geval
was. In de peilingen van AlzheimerNL gaf in april 83% en in juni 80% van de mantelzorgers
aan zich sinds de COVID-19 epidemie meer belast te voelen met de zorg voor hun naaste.» De leden van de SP-fractie vragen naar een uitgebreide reactie hierop. Bestaat er
het plan om dergelijke onderzoeken te herhalen en de resultaten te actualiseren en
cijfermatig te onderbouwen? Welke (onherstelbare) schade hebben de thuiswonende ouderen
precies opgelopen? Is de zorg, dagbesteding en ondersteuning inmiddels weer op volledige
sterkte? Zo nee, per wanneer zal dit wel het geval zijn? Kan een uitgebreid overzicht
worden gegeven van de ondersteuning die geboden wordt aan (overbelaste) mantelzorgers?
Is bekend in welke mate aanbod en behoefte in dit geval op elkaar aansluiten?
Er is gekozen voor 65-plussers, de leden begrijpen dat dit een zeer diverse doelgroep
is. De leden begrijpen ook uit het document dat er met name gebruik is gemaakt van
informatie tot en met september 2020, en dat de gehele tweede golf en de aanloop naar
de derde golf dus niet zijn meegenomen. Er wordt ingegaan op de informatie die beschikbaar
is met betrekking tot uitgestelde zorg. Het is blijkbaar moeilijk een duidelijk beeld
te schetsen van de uitgestelde zorg bij thuiswonende ouderen, er blijkt immers maar
zeer beperkt informatie beschikbaar te zijn. De leden van de SP-fractie vinden dit
echter wel zeer relevante informatie en vragen of hierover op termijn meer duidelijkheid
gegeven kan worden inclusief een actualisering van het beeld. Welke onderzoeken zullen
er de komende tijd precies nog op dit onderwerp volgen?
Daarnaast missen de leden inzicht met betrekking tot de effecten van uitgestelde zorg
voor zorgverleners, is of komt hierover meer informatie beschikbaar? Bijvoorbeeld
als het gaat om het werken van meer of minder uren, het opnemen van verplicht vakantie
dagen, et cetera, in hoeverre heeft de Minister daar signalen over gekregen?
De leden van de SP-fractie lezen dat thuiswonende ouderen zich tijdens de eerste golf
eenzamer voelden dan vóór de COVID19-epidemie, het cijfer eenzame ouderen is in de
daarop volgende maanden alleen maar opgelopen. Worden deze cijfers ten opzichte van
juni vorig jaar nog geactualiseerd? Als het gaat om eenzaamheid wordt echter in de
factsheet nauwelijks ingegaan op de sociale gevolgen hiervan, zo menen de leden. Graag
ontvangen de leden van de SP-fractie hierover meer informatie, kan tevens een uitputtend
overzicht gegeven worden van de maatregelen die door de Minister op dit punt zijn
ondernomen?
Dat het nog niet bekend is in hoeverre de coronamaatregelen invloed hebben gehad op
de mentale en fysieke gezondheid van ouderen vinden de leden van de SP-fractie een
gemis. De leden vragen dan ook of hier met spoed een onderzoek naar plaats kan vinden?
Tenslotte vragen de leden naar een overzicht van de uitgevoerde onderzoeken met betrekking
tot nu thuiswonende ouderen in relatie tot een plek in het verpleegtehuis. Zijn ouderen
banger om in een verpleegtehuis te gaan wonen? Hoeveel ouderen stonden op de wachtlijst
maar besluiten nu een dergelijke verhuizing uit te stellen? Wat zijn precies de gevolgen
geweest van de coronacrisis op de wachtlijsten en de bezetting van verpleeghuizen?
Wat zijn precies de redenen om een verhuizing (tijdelijk) uit te stellen? In hoeverre
was dit in eerste golf en in de tweede golf en hoe is dat nu?
II. Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
M.E. Esmeijer, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.