Brief regering : Stand van zaken Lelystad Airport
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 839
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2021
Met mijn brief van 18 februari 20181 heb ik u de actualisatie van het MER Lelystad Airport aangeboden waarover de Commissie
m.e.r. op 18 april 2018 advies heeft uitgebracht. In haar advies komt de Commissie
m.e.r. tot de conclusie dat met de actualisatie van het MER het milieubelang op een
volwaardige manier kan worden meegewogen in de verdere besluitvorming over Lelystad
Airport.
Vervolgens heb ik op 11 januari 20192 het ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenbesluit, in het kader van de wettelijk
voorgeschreven voorhangprocedure op grond van artikel 8.71 van de Wet Luchtvaart,
aan beide Kamers der Staten-Generaal voorgelegd.
N.V. Luchthaven Lelystad heeft op 3 mei 2019 een herziene melding gedaan bij het Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) voor de exploitatie en uitbreiding
van Lelystad Airport met 45.000 vliegtuigbewegingen aangevuld met klein verkeer. De
juridische status van deze melding is komen te vervallen als gevolg van de PAS uitspraak
van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In mijn brief van 5 september
20193 heb ik u de consequentie van deze uitspraak voor Lelystad Airport geschetst en aangegeven
dat de project specifieke aanpak weer is opgepakt om tot een passende beoordeling
te komen. In de beantwoording van de commissievragen over de besluitvorming Lelystad
Airport van 11 juni 20204 heb ik aangegeven dat u de passende beoordeling ontvangt wanneer deze gereed is.
De passende beoordeling is inmiddels door N.V. Luchthaven Lelystad aan de Minister
van LNV aangeboden ten behoeve van de vergunningaanvraag in het kader van de Wet natuurbescherming
(Wnb). Deze passende beoordeling is daarnaast opgesteld om de effecten van het Luchthavenbesluit
Lelystad Airport inzichtelijk te maken.
De herziene melding van 3 mei 2019 is betrokken bij de lopende legalisatie van de
PAS-meldingen.5 Omdat de daarvoor uit te voeren nationale bronmaatregelen nog niet volledig zijn
gerealiseerd is de aanvraag beperkt tot een natuurvergunning voor 10.000 vliegtuigbewegingen
handelsverkeer (groot verkeer) aangevuld met klein verkeer. In de passende beoordeling
is daarnaast ook het effect op de Natura 2000-gebieden van 45.000 vliegtuigbewegingen
groot verkeer aangevuld met klein verkeer, inclusief de bijbehorende grondgebonden
activiteiten en de verkeersaantrekkende werking, in beeld gebracht. De in de passende
beoordeling opgenomen stikstofdepositieberekeningen zijn uitgevoerd conform het advies
van de Commissie voor de m.e.r en het RIVM van 31 maart 20206.
De ontwerp vergunning op grond van de Wnb is op 16 februari 2021 door de Minister
van LNV gepubliceerd als onderdeel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure
in het kader van de Algemene wet bestuursrecht. Aangezien de passende beoordeling
vanaf dat moment openbaar is bied ik u met deze brief de passende beoordeling7 aan, zodat u deze te zijner tijd kunt betrekken bij de behandeling van het ontwerpbesluit
tot wijziging van het Luchthavenbesluit8.
Onlangs heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak
gedaan over de wijze waarop stikstofdeposities als gevolg van wegverkeer in beeld
wordt gebracht. De komende periode zal nader worden bekeken of en in welke mate die
uitspraak van de Raad van State moet leiden tot aanpassingen in de passende beoordeling.
Ik zal uw Kamer hierover informeren.
Naast het openbaar maken van de passende beoordeling heb ik de VVR gepubliceerd, zodat
u het bijgevoegde advies van de Raad van State over de VVR kunt ontvangen9. Voor de volledigheid voeg ik hierbij ook de VVR zelf toe (het besluit en de regeling)
waarover ik u eerder heb geïnformeerd10,11. Hiermee geef ik uitvoering aan hetgeen besproken is door uw Kamer tijdens de behandeling
van de motie van het lid Stoffer12. De publicatie van de VVR is geen onomkeerbare stap aangezien de VVR pas in werking
treedt bij koninklijk besluit. Dit besluit zal pas worden genomen nadat in beide Kamers
de voorhang van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenbesluit Lelystad
is afgerond.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Indieners
-
Indiener
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat