Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
35 731 Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds (B) voor het jaar 2021 (Tweede incidentele suppletoire begroting inzake coronamaatregelen)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 3
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van
artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel
strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat
van het gemeentefonds.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van
deze memorie van toelichting toegelicht.
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet
heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze
incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk zijn,
niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal
het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld conform
lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.
Wetsartikel 3
Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben gemeenten gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting
voor het totaal van de algemene uitkering c.a. en de aanvullende uitkeringen is opgenomen.
Ingevolge artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben de gemeenten gezamenlijk recht op de bedragen die in de begroting als verplichting
voor het totaal van de integratie-uitkeringen en het totaal van de decentralisatie-uitkeringen
zijn opgenomen.
De in dit wetsartikel opgenomen bedragen zijn niet rechtstreeks uit de begrotingsstaat
af te leiden. De bedragen worden nader onderbouwd in deze memorie van toelichting.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief
B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN
Artikel 1 Gemeentefonds
Tabel 1 Budgettaire gevolgen van beleid incidentele suppletoire begroting (ISB) (bedragen
x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2021 incl. NvW en amendementen
Stand na 1e ISB
Mutaties 2e ISB
Stand 2e ISB
Mutatie 2022
Mutatie 2023
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Verplichtingen
33.215.875
33.234.875
98.100
33.332.975
0
0
0
0
Uitgaven
33.215.875
33.234.875
98.100
33.332.975
0
0
0
0
Waarvan juridisch verplicht
100%
Financiering gemeenten
Bijdrage aan medeoverheden
33.214.364
33.233.364
98.100
33.331.464
0
0
0
0
Algemene uitkering en de aanvullende uitkeringen
27.727.260
27.746.260
93.000
27.839.260
0
0
0
0
Decentralisatie-uitkeringen
1.322.481
1.322.481
5.100
1.327.581
0
0
0
0
Integratie-uitkering Voogdij 18+
723.378
723.378
0
723.378
0
0
0
0
Integratie-uitkering Beschermd wonen
1.501.271
1.501.271
0
1.501.271
0
0
0
0
Integratie-uitkering Participatie
1.903.278
1.903.278
0
1.903.278
0
0
0
0
Integratie-uitkeringen Overig
36.696
36.696
0
36.696
0
0
0
0
Kosten Financiële verhoudingswet
Opdrachten
1.511
1.511
0
1.511
0
0
0
0
Onderzoeken verdeelsystematiek
1.511
1.511
0
1.511
0
0
0
0
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
0
0
0
0
0
0
0
0
Onderzoeken verdeelsystematiek
0
0
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
33.215.875
33.234.875
98.100
33.332.975
0
0
0
0
Toelichting
Het Kabinet heeft nieuwe steunmaatregelen voor gemeenten toegezegd. Dit is onder meer
opgenomen in de Kamerbrief over het aanvullend compensatiepakket medeoverheden van
16 december 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 207) en in de Kamerbrief over de uitbreiding van het Economisch steun- en herstelpakket
van 21 januari 2021 (Kamerstukken I 2020/21, 35 420, nr. AB).
Concreet worden in deze Incidentele Suppeltoire Begroting drie mutaties verwerkt.
Tabel 2 Mutaties 2e ISB (bedragen * € 1.000)
2021
Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK)
65.000
Afvalverwerking
28.000
Kinderopvang
5.100
Totaal
98.100
Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)
De Tijdelijke Ondersteuning voor Noodzakelijke Kosten (TONK) is bedoeld voor huishoudens
die door de huidige omstandigheden te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke
terugval in hun inkomen, en die daardoor noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen
en waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden. Dat geldt bijvoorbeeld
voor werknemers die hun baan verliezen en geen recht (meer) hebben op een uitkering,
of voor zelfstandigen die vanwege de coronamaatregelen hun opdrachten zien verdwijnen
maar geen aanspraak op de Tozo kunnen maken. Maar ook burgers die al in 2020 ingestroomd
zijn in een uitkering (WW, Bijstand of Tozo) vanwege de coronacrisis, maar waarvoor
de hoogte van de uitkering onvoldoende is om de vaste lasten te betalen, komen in
aanmerking voor de TONK. De TONK kan dan voorzien in (gedeeltelijke) tegemoetkoming
voor noodzakelijke kosten. Voor het eerste kwartaal van 2021 komt € 65 miljoen beschikbaar
via de Algemene uitkering van het gemeentefonds.
Afvalinzameling
Door de corona hebben gemeenten zowel extra kosten gemaakt als inkomsten gemist met
betrekking tot afvalinzameling. Met name het restafval is, door o.a. het thuiswerken,
in hoeveelheid gegroeid. Veel gemeenten hebben contracten gesloten met een variabele
prijs voor de verwerking hiervan. Deze prijs is door de brede toestroom, gestegen.
Tegelijkertijd ontvangen de gemeenten voor andere afvalstromen een vergoeding. Maar
omdat deze stromen zijn toegenomen, is de vergoeding hiervoor gedaald. In overleg
met de VNG is besloten deze kosten ad € 32 miljoen voor 2020 te vergoeden. Hiervan
wordt € 28 miljoen in 2021 uitgekeerd via de Algemene uitkering van het gemeentefonds.
De resterende € 4 miljoen wordt bij Voorjaarnota 2021 toegevoegd aan het BTW-compensatiefonds.
Kinderopvang
Gemeenten ontvangen van het Rijk middelen om een bepaalde groep ouders die kosten
hebben gemaakt voor kinderopvang tijdens de sluiting van de opvang van 16 december
tot 8 februari te vergoeden. Het betreft ouders die in deze periode een eigen bijdrage
hebben betaald voor de gemeentelijke regelingen rondom kinderopvang (Sociaal medische
indicatie, Voorschoolse Educatie en het peuteraanbod). De vergoeding van de eigen
bijdrage door gemeenten aan ouders wordt gefinancierd doordat het Rijk éénmalig de
al bestaande decentralisatie-uitkering Voorschoolse voorziening peuters met € 5,1
miljoen ophoogt.
Algemeen
Afdrachten aan het Gemeentefonds hebben gevolgen voor de belastingontvangsten. Deze
worden op artikel 1 Belastingen van de begroting van het Ministerie van Financiën
(IXB) verantwoord. De budgettaire gevolgen voor de belastingontvangsten worden in
de reguliere 1e suppletoire begroting van Financiën in 2021 verwerkt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.