Lijst van vragen : Verslag houdende een lijst van vragen over Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake de aanpassingen in het economische steun- en herstelpakket als gevolg van de ontwikkeling in de bestrijding van het coronavirus)(Kamerstuk 35677)
2021D01699 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van
een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging
over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Renkema
De adjunct-griffier van de commissie, Witzke
Nr
Vraag
1
Kunnen horecagelegenheden waar mensen met een verstandelijke beperking werkzaam zijn,
die worden geëxploiteerd als stichting en SBI-code dagbesteding in plaats van horeca
hebben, in aanmerking komen voor een Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) of andere ondersteuning?
2
Is het mogelijk voor bedrijven met een gewijzigde sbi-code om de peildatum 15 maart
2020 te verschuiven, zodat zij ingeval van aantoonbaar omzetverlies als gevolg van
COVID-19 een TVL passend bij de feitelijke bedrijfsactiviteiten kunnen ontvangen?
3
Kan een, in augustus 2020, nieuw opgericht bedrijf dat open is sinds september 2020
en ontstaan is door een overname, met aantoonbaar omzetverlies als gevolg van COVID-19,
in aanmerking komen voor TVL als uit de overgenomen boekhouding/automatisering referentieomzet
tot vijf jaar terug kan worden afgeleid?
4
Waarom is het niet mogelijk in 2020 gestarte bedrijven tot de TVL toe te laten? Welke
(juridisch-)technische en organisatorische aspecten spelen hierbij een rol?
5
Hoeveel ondernemers zijn in 2020 een bedrijf gestart? Van hoeveel van deze bedrijven
kan worden aangenomen dat zij een omzetverlies hebben geleden vanwege COVID-19, omdat
zij op enig moment van overheidswege tijdelijk moesten sluiten (zoals horecaondernemingen)?
Naar schatting hoeveel van deze (horeca)bedrijven hebben in het derde kwartaal van
2020, toen zij open waren, omzet gedraaid?
6
Klopt het dat, wanneer sprake is van een omzethistorie, er tot een (meer of minder
representatieve) referentieomzet kan worden gekomen waarop compensatie voor omzetverlies
kan worden gebaseerd? Zou het derde kwartaal van 2020, waarin (horeca)bedrijven open
waren en omzet hebben kunnen draaien, een basis kunnen bieden voor een vorm van compensatie
aan startende bedrijven (waarbij altijd sprake zal zijn van over- dan wel ondercompensatie)?
Zouden op grond van het gelijkheidsbeginsel (gelijke gevallen gelijk behandelen) in
2020 gestarte bedrijven met aantoonbaar omzetverlies vanwege COVID-19 vanaf het vierde
kwartaal van 2020 moeten worden toegelaten tot reguliere steunmaatregelen, zoals de
TVL?
7
Zou een oplossing voor in 2020 (of in 2019) gestarte bedrijven die nu geen steun ontvangen
binnen de huidige TVL kunnen worden gevonden, of juist daarbuiten in de vorm van een
aparte regeling (een TVL speciaal voor starters)? Welke andere oplossingen, zowel
binnen als buiten de TVL, zijn door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
met uitvoeringsorganisaties en sociale partners verkend, refererend aan de kabinetsbrief
van 9 december 2020 (Kamerstuk nr. 2020D51083) waarin staat dat «het kabinet hier in overleg met de uitvoeringsorganisaties en
sociale partners serieus naar heeft gekeken» maar «het uiteindelijk niet is gelukt
om binnen de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW)-regeling en de
TVL-regeling tot een uitvoerbare oplossing te komen»? Welke dilemma's spelen mee bij
de afwegingen die tot dusver zijn gemaakt?
8
In hoeverre zouden bij een corona-startersregeling risico’s op misbruik of oneigenlijk
gebruik kunnen worden gemitigeerd door een verklaring van een accountant, overheid
of andere partij?
9
Hoezeer zouden provincies of gemeenten, die voor wat betreft dienstverlening het dichtst
bij ondernemers staan, bij de uitvoering van een corona-startersregeling een rol kunnen
spelen, zoals zij dat ook doen bij de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig
ondernemers (Tozo) en de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)?
10
Is het mogelijk om, met de tot dusver opgedane kennis uit de TVL, een ruwe schatting
te geven van het budget en de uitvoeringscapaciteit die nodig zouden zijn om voor
startende ondernemers een voorziening zoals de TVL te treffen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.T. Renkema, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
E.M. Witzke, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Voor |
D66 | 24 | Voor |
PVV | 17 | Voor |
CDA | 15 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Voor |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Tegen |
ChristenUnie | 5 | Voor |
FVD | 5 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
Groep Van Haga | 3 | Voor |
JA21 | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 3 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Voor |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.