Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 695 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met een verduidelijking van de tijdelijke grondslag voor het stellen van regels over de toegang tot en het gebruik van voorzieningen voor personenvervoer
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de verspreiding van
het SARS-CoV-2-virus zoveel mogelijk te belemmeren en in verband daarmee de tijdelijke
grondslag in de Wet publieke gezondheid voor het stellen van regels over de toegang
tot en het gebruik van voorzieningen voor personenvervoer te verduidelijken;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 58p van de Wet publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over het aanbieden van, de
toegang tot en het gebruik van voorzieningen voor personenvervoer binnen Nederland
of met een bestemming in Nederland. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen
categorieën van personenvervoer, gebieden van waaruit de reiziger vertrekt en categorieën
van personen voor wie de regels gelden en kan worden afgeweken van artikel 58f, derde
lid, aanhef en onder a.
2. Er worden drie leden toegevoegd, luidende:
3. Tot de in het tweede lid bedoelde regels kunnen behoren:
a. een verplichting voor de aanbieder van personenvervoer ervoor zorg te dragen dat aan
een reiziger die vertrekt vanuit een door Onze Minister aangewezen gebied in het buitenland
of reist tussen het Europese deel van Nederland, Bonaire, Sint Eustatius of Saba,
uitsluitend vervoer wordt aangeboden, toegang daartoe wordt verschaft en gebruik daarvan
wordt toegestaan, indien de reiziger een testuitslag kan tonen aan de aanbieder van
personenvervoer en een toezichthouder, waaruit blijkt dat hij op het moment van testen
niet was geïnfecteerd met het virus SARS-CoV-2;
b. een verplichting voor de reiziger die vertrekt vanuit een door Onze Minister aangewezen
gebied in het buitenland of reist tussen het Europese deel van Nederland, Bonaire,
Sint Eustatius of Saba om bij de toegang tot het vervoermiddel en tijdens het vervoer
te beschikken over een testuitslag waaruit blijkt dat hij op het moment van testen
niet was geïnfecteerd met het virus SARS-CoV-2, en een verplichting voor de reiziger
deze op verzoek te tonen aan de aanbieder van personenvervoer en een toezichthouder.
4. In een regeling als bedoeld in het derde lid worden eisen gesteld met betrekking
tot de test, die in elk geval betrekking hebben op:
a. de vaststelling van de identiteit van de geteste persoon;
b. het type test dat is uitgevoerd;
c. de wijze waarop de testuitslag wordt aangetoond;
d. de termijn waarbinnen de test moet zijn uitgevoerd ten opzichte van het moment van
binnenkomst in Nederland.
5. Een regeling als bedoeld in het derde lid is niet van toepassing op degenen die het
grondgebied van Nederland als het eigen land willen betreden en die niet kunnen beschikken
over een testuitslag waaruit blijkt dat zij op het moment van testen niet waren geïnfecteerd
met het virus SARS-CoV-2.
ARTIKEL II
Na de inwerkingtreding van deze wet berusten de artikelen 6.7a en 6.7b van de Tijdelijke
regeling maatregelen covid-19 mede op artikel 58p, tweede lid (nieuw), van de Wet
publieke gezondheid.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
De Minister van Justitie en Veiligheid,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 4 | Voor |
50PLUS | 3 | Voor |
DENK | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Tegen |
Krol | 1 | Tegen |
Van Kooten-Arissen | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.