Stenogram : CBR en medische keuringen rijgeschiktheid
8 CBR en medische keuringen rijgeschiktheid
Vergaderjaar 2019-2020
Vergaderingnummer 100
Te raadplegen sinds
2020-09-23Inhoudsopgave
Gerelateerde informatie
Toon alle stukken over dossier29398Toon alle items in vergaderingHandelingen TK 2019-2020, 100
Aan de orde is het VSO CBR en medische keuringen rijgeschiktheid (29398, nr. 809).
De voorzitter:
Aan de orde is behandeling van het verslag schriftelijk overleg over het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen en medische keuringen rijgeschiktheid. Het VSO is aangevraagd door mevrouw Postma van het CDA en die mag ook als eerste van de zijde van de Kamer spreken.
Mevrouw Postma (CDA):
Dank, voorzitter. Ik heb één motie en twee vragen. Ik dank de minister voor de toezegging om een pilot te doen om diabetespatiënten te helpen met de keuring. Daarover heb ik een motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat veel mensen die diabetes hebben naar hun idee dubbele keuringen moeten doen;
overwegende dat er een pilot is toegezegd om oogmetingen die diabetespatiënten moeten doen als reguliere controle te kunnen gebruiken voor de keuring van het CBR;
overwegende dat het CBR een organisatie is die van ver komt en de aanvrager van het rijbewijs nog onvoldoende centraal heeft staan;
verzoekt de regering om de pilot zo in te richten dat er vanuit de aanvrager van het rijbewijs wordt gedacht, de Diabetesverenging wordt betrokken bij de opzet en de Kamer voor het AO CBR wordt geïnformeerd over de opzet van de pilot,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Postma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 852 (29398).
Mevrouw Postma (CDA):
Mijn eerste vraag gaat over autisme. Jaarlijks zijn er 5.000 à 7.000 mensen met autisme die een medische keuring ondergaan voor de verlenging van het rijbewijs. Het waarom is voor het CDA echter niet duidelijk. Waar is de wetenschappelijke onderbouwing hiervoor? Volgens de Nederlandse Vereniging voor Autisme geeft autisme geen extra risico in het verkeer. Als dat zo is, zouden mensen met autisme makkelijk door de medische keuring komen en bij twijfel met vlag en wimpel slagen voor de extra rijtest van het CBR. Om die reden wil het CDA graag inzicht in de cijfers. Hoeveel mensen hebben in 2018, 2019 en 2020 een medische keuring vanwege autisme moeten doen? Hoeveel van deze mensen kwamen niet door de keuring. Hoeveel van deze mensen moesten een extra rijtest doen en kwamen vervolgens niet door de keuring? Is de minister bereid om het advies voor deze groep aan te passen als blijkt dat veel problemen door die keuring en test komen?
Mijn laatste vraag. Het CDA krijgt signalen dat ook bij theorie-examens lange wachtrijen zijn. Iemand wou een theorie-examen aanvragen voor zijn dochter en die bleek pas in april 2021 aan de beurt te zijn bij haar in de buurt. Zijn er meer van dit soort signalen? Klopt het dat er vertragingen bij theorie-examens zijn omdat ze massaal worden ingekocht door grote theoriebedrijven? Zo ja, wat gaat de minister eraan doen om de wachtrijen terug te dringen?
Dat was het, voorzitter.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Exact binnen de spreektijd. Ik maak nog even van de gelegenheid gebruik om de minister van Infrastructuur en Waterstaat van harte welkom te heten. Dat had ik aan het begin verzuimd. De volgende spreker is mevrouw Van Brenk namens 50PLUS. De motie moet even worden afgegeven, mevrouw Postma.
Mevrouw Van Brenk (50PLUS):
Dank, voorzitter. Ik heb geen motie, maar nog wel veel vragen. De minister heeft aangegeven dat de lidstaten een verlenging kunnen aanvragen van de Europese verordening die bepaalt dat mensen met een rijbewijs dat is verlopen tussen 1 februari en 1 september nog zeven maanden mogen doorrijden. Een dergelijk verzoek kon tot 1 augustus worden ingediend. Is dat ook gebeurd? En wat is het vervolg? Wij kunnen ons verder voorstellen dat deze verordening tijdelijk verlichting biedt. Het is voor de duur hiervan voor de betreffende rijbewijshouders een prachtige oplossing om in binnen- en buitenland, of althans in de EU te kunnen blijven rijden. Maar op welke wijze draagt dit bij aan de oplossing op lange termijn? Ligt er niet na afloop van de verordening weer een stuwmeer te wachten?
En welke invloed heeft de coronacrisis gehad op de voortgang van het inhaalproces bij het CBR? Hoe verloopt de werving van nieuwe keuringsartsen? Hoe kan het dat het totaalaantal verlopen rijbewijzen nog steeds zo ver boven prognose ligt? En in hoeverre is het einddoel, namelijk het wegwerken van alle achterstanden per uiterlijk zomer 2021, nog steeds haalbaar?
Voorzitter. Het overleg was een behoorlijk tijdje geleden. U kunt zich voorstellen dat we benieuwd zijn naar de antwoorden op deze vragen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord nu aan de heer Schonis. Hij spreekt namens de Democraten 66.
De heer Schonis (D66):
Dank u, voorzitter. Stel je voor, je bent 18 jaar, je hebt je rijlessen achter de rug en je bent klaar voor je rijexamen, en dan blijkt dat je toch nog even een medische keuring moet hebben en een extra rijtest moet afleggen want ja, je hebt een vorm van autisme. Je hele leven lang moet je, elke keer dat je je rijbewijs verlengt, je opnieuw laten keuren. Per jaar moeten 7.000 mensen die ooit zijn gediagnostiseerd met ASS door deze hoepel heen springen. Dat kan toch niet waar zijn? En waarom? Afgelopen zondag hoorde ik tijdens de radio-uitzending van Reporter op NPO1 dat er helemaal geen wetenschappelijk bewijs bestaat dat ASS tot een verminderde rijvaardigheid leidt. Het laatste advies van de Gezondheidsraad hierover is gebaseerd op een oud onderzoek en dateert alweer uit 2013. Ook in ons omringende landen zijn voor autisme geen keuringen voor een rijbewijs verplicht. Dit moet wat D66 betreft anders. Natuurlijk staat verkeersveiligheid voorop, maar iedereen die dat wil en die dat veilig kan, moet wat ons betreft een auto kunnen besturen zonder het stigma van ASS.
Ik wil daarom dat het advies van de Gezondheidsraad opnieuw tegen het licht wordt gehouden. En als daaruit blijkt dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is dat ASS tot een verhoogd risico in het verkeer leidt, wil ik dat de minister zo snel mogelijk de regeling daarop aanpast. Daarom dien ik de volgende motie in.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat mensen met een diagnose autisme in Nederland periodiek zich moeten laten keuren om hun rijvaardigheid te testen;
overwegende dat het onderzoek waarop de Gezondheidsraad zich destijds heeft gebaseerd, gedateerd is (2013) en op zijn minst niet eenduidig is over de vraag of wel een verband bestaat tussen autismespectrumstoornissen (ASS) en een verminderde rijvaardigheid;
verzoekt de regering om de Gezondheidsraad opnieuw een advies uit te laten brengen over de rijvaardigheid van mensen met ASS, en de bevindingen hiervan zo spoedig mogelijk aan de Kamer mee te delen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Schonis en Laçin. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 853 (29398).
De heer Schonis (D66):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De volgende spreker is de heer Van Aalst. Hij spreekt namens de Partij voor de Vrijheid.
De heer Van Aalst (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ondanks het reces gingen de problemen bij het CBR niet op vakantie. Onze mailbox bleef ook nu weer volstromen met klachten en noodkreten. Het toont aan dat het oplossen van deze problemen nog altijd niet is gelukt. De PVV vraagt zich wel af of deze problemen binnenkort dan wel opgelost zullen zijn. Er lijkt namelijk structureel iets fout te zitten bij het CBR. Dat komt niet alleen door de huidige coronacrisis. De PVV stelt daarom ook de vraag of de huidige bestuursvorm, een zbo, wel de juiste is. Hoe krijgt de minister de regie weer in handen? Om daar antwoord op te geven, dient de PVV de volgende motie in.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de problemen bij het CBR nog steeds niet opgelost zijn en leiden tot enorme wachttijden en hinder;
van mening dat de minister onvoldoende grip krijgt op het CBR;
verzoekt de regering te onderzoeken of de huidige bestuursvorm voor het CBR wel de juiste is,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Aalst. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 854 (29398).
De heer Van Aalst (PVV):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot slot van de zijde van de Kamer is het woord aan de heer Dijkstra namens de VVD. De heer Laçin heeft afgezien van spreektijd.
De heer Remco Dijkstra (VVD):
Voorzitter. Het is een tijdje geleden dat we het over het CBR hadden. We gaan het eind deze maand weer over het CBR hebben, dus we staan hier regelmatig. Ook voor corona waren de problemen bij het CBR natuurlijk aanzienlijk, maar corona doet daar nog een schepje bovenop. We hebben daarvóór een verlenging voor de 75-plussers geregeld en ook Europees een en ander geregeld voor de code 95 voor vrachtwagenchauffeurs en voor mensen met een verlopen rijbewijs. Dat is allemaal mooi, maar covid zorgt wel voor 300.000 vertragingen in examens, of dat nu praktijk of theorie is; alle soorten. Als VVD willen we dat die vertraging zo snel mogelijk wordt ingehaald. Hoe staat het daar op dit moment mee? Als de cijfers aan het eind van de maand komen, vind ik dat ook best. Maar we willen dat het wordt ingehaald, zo snel mogelijk natuurlijk.
Inderdaad, het duurt erg lang als je iets wilt bij het CBR. Je bent ook echt afhankelijk van het CBR. We hebben gekeken of de manier waarop dat hele proces op dit moment is ingeregeld, ook met de medische keuringen, niet anders kan. Ik weet dat er een onderzoek komt van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid naar de rol van de huisarts. Ik weet dat huisartsen dat in het verleden beslist niet wilden vanwege werkdruk en vooral objectiviteit tegenover je klant. Maar ik vraag me toch af ... In het buitenland zie je het wel. Daar heeft de huisarts een grotere rol en kan hij mensen keuren. Dat zou misschien verlichting kunnen geven. Ik wil nog niet weten of dat de oplossing is, maar ik wil die suggestie wel even meegeven. Ik hoop dat wij daar ook iets over horen van de SWOV. Dit is dus een suggestie waar de minister later op kan terugkomen bij ons.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Toch nog een vraag aan u, meneer Dijkstra: een interruptie van de heer Laçin.
De heer Laçin (SP):
Ik stel de vraag via de heer Dijkstra aan de minister. We zouden een stelselwijziging van de medische keuring ontvangen. Eind deze maand hebben we het CBR-debat. Ik zou de heer Dijkstra willen vragen of hij het met mij eens is dat de minister dit voor het debat naar ons toe zou moeten sturen.
De heer Remco Dijkstra (VVD):
Er komt informatie onze kant op. Het is altijd fijn als dat tijdig voor het volgende debat is. Wij staan hier regelmatig om te praten over het CBR, dus we blijven hier lekker mee bezig, helaas.
De voorzitter:
Dank. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Ik kijk even naar de minister. Zij moet even nadenken. Ik schors tot 19.30 uur.
De vergadering wordt van 19.16 uur tot 19.30 uur geschorst.
De voorzitter:
Aan de orde is de voortzetting van het VSO CBR en medische keuringen rijgeschiktheid. Het woord is aan de minister voor de beantwoording van de vragen en het geven van een oordeel over de drie ingediende moties.
Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:
Dank u wel, voorzitter. Vaak is het andersom met een hele rij moties en een paar vragen, maar dit keer begin ik met een toch vrij uitgebreide lijst met vragen en sluit ik af met drie moties.
Mevrouw Postma heeft vragen gesteld over de onderbouwing van de keuringen voor mensen met een autismespectrumstoornis. De heer Schonis heeft daar later in het debat ook naar gevraagd. In 2013 heeft de Gezondheidsraad geadviseerd om de keuring te behouden voor deze categorie die voor het eerst een rijbewijsaanvraag doet, omdat zij daar risico's zien voor de verkeersveiligheid. We hebben onlangs over onze zbo's gesproken. De Gezondheidsraad is een daarvan. Ik vertrouw natuurlijk op de expertise van onze instituties. Het advies is natuurlijk gebaseerd op hun eigen onderzoek en expert opinion, zo zeg ik in antwoord op de vraag van mevrouw Postma.
Mevrouw Postma heeft ook nog een aantal meer specifieke vragen hierover gesteld. Wat zijn nou de cijfers? Hoeveel mensen betreft het? Hoeveel mensen moeten opnieuw door de keuring? Hoeveel mensen mogen hun rijbewijs dan niet hebben? Ik stel voor om daar even heel specifiek naar te kijken. Ik kan dat nu niet zo uit de losse pols schudden en dan ook nog zeker weten dat het allemaal precies klopt. Uw Kamer heeft al gemeld dat we aan het eind van deze maand een overleg hebben over het CBR. Ik zeg graag toe dat ik uw Kamer deze informatie voorafgaand aan dit overleg zal doen toekomen. Dan hebt u dus voor dat debat de beschikking over deze informatie. Ik wil het namelijk wel helemaal precies zeker weten, want u hebt het ook over 2018, 2019 en 2020 gevraagd. We moeten er even voor zorgen dat we u ook van de juiste informatie voorzien.
Dan zal ik de vragen van de heer Schonis over dit onderwerp er maar meteen bij pakken. O nee, dat zit in een motie. Dat komt straks.
Dan had mevrouw Postma nog gevraagd hoelang het duurt voordat je theorie-examens kunt inplannen. Het CBR heeft ons gemeld dat de gemiddelde reserveringstermijn voor theorie-examens 12,6 weken is, met een minimale reserveringstermijn van tien weken en een maximale reserveringstermijn van vijftien weken. Dan heb ik het even over de grote bulk van de B-examens. Dat is de informatie die het CBR mij heeft gegeven. Zij geven daarmee aan dat zij uw voorbeeld waarin dat heel veel langer zou zijn, niet herkennen. Ik kan dus niet anders dan die informatie zo met u delen.
Het CBR geeft ook aan dat het er alles aan doet om de opgelopen achterstand zo snel mogelijk in te lopen, maar de impact van de coronacrisis is groot. Dat is door uw Kamer ook gememoreerd. Het heeft negen weken stilgestaan. Dat is natuurlijk best een hele termijn. Het is ingewikkeld om die achterstand in te lopen. Zowel voor de theorie- als de praktijkexamens wordt er door het CBR met meer dan 100% van de bezetting gedraaid. Bij de theorie-examens is dat op dit moment zelfs 150%. Ze doen dus echt hun uiterste best om de achterstand in te lopen. Het is natuurlijk altijd lastig om precies te voorspellen hoe snel je die inloopt, omdat je ook niet weet hoeveel nieuwe examens er in de tussentijd weer bij komen. De vraag vanuit de markt speelt dus ook een rol daarbij. Maar ik denk dat het nuttig is om in de aanloop naar het volgende AO de vinger aan de pols te houden en u dan ook inzicht te geven in de kant die dat opgaat.
Mevrouw Postma had daarbij nog de vraag gesteld of het ook te maken kan hebben met het op grote schaal inkopen van examens. Daar was in het verleden inderdaad sprake van. Het CBR heeft aangegeven dat het maatregelen heeft getroffen om dat opkopen te voorkomen. Voor de theorie-examens A, B, en AM is sinds augustus 2019 alleen een reservering mogelijk op naam van de kandidaat. Die reservering kan ook niet meer worden omgezet naar een andere kandidaat. Een rijschool kan dus niet meer zomaar zeggen: doe mij even twintig theorie-examens op die of die dag. Het moet echt aan een kandidaat gekoppeld zijn. De examenproducten voor de vakopleidingen zijn de enige categorie waarbij nog wel naamloze capaciteit wordt ingekocht. Dat wordt continu gemonitord door het CBR. Ze hebben eigenlijk nog geen aanleiding om te denken dat daar misbruik van wordt gemaakt.
De voorzitter:
Een interruptie door mevrouw Postma.
Mevrouw Postma (CDA):
Dank voor de antwoorden. Ik vind de wachtrij nog steeds lang. Ik vraag mij ook af of het in verschillende regio's anders is, omdat er een vrij grote variatie tussen zit. Als die cijfers worden opgestuurd, is het dan ook mogelijk om even te bekijken welke regio meer aandacht nodig heeft en in welke regio het goed gaat? Want het is voor mensen vaak fijn om in de buurt een theorie-examen te kunnen doen.
Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:
Dat is ook zo. Ik zal kijken hoe gedetailleerd wij die informatie nog voor het AO aan u ter beschikking kunnen stellen. Het is overigens wel mogelijk om, als je dat zou willen en haast hebt, naar een andere regio te gaan en daar het theorie-examen te doen als daar eerder plek is. Dat mag wel. Maar ik zal kijken hoe gedetailleerd we die informatie aan uw Kamer kunnen doen toekomen.
Mevrouw Van Brenk heeft vragen gesteld over de verlenging van de verordening. Zij heeft gevraagd of het voorstel in Europa is ingediend. Dat is inderdaad gebeurd en het verzochte is ook toegekend. Die AMvB is nu dus in werking.
Gaat dit dan leiden tot een stuwmeer aan mensen die vallen onder de 75-plusregeling? Dat was ook een vraag van haar. Nee, gelukkig geeft het CBR aan dat het aantal mensen dat onder de AMvB 75-plus valt, snel afneemt. Eind maart vielen nog 119.000 mensen onder die regeling. Eind augustus was dat aantal teruggelopen tot 74.000. Het CBR zet alles in om ervoor te zorgen dat die voorraden zijn weggewerkt voordat die regelingen zijn afgelopen. Daar zit dus gelukkig een dalende trend in.
Ook een vraag van mevrouw Van Brenk: hoe staat het met de werving van de keuringsartsen? U doelt natuurlijk niet op de keuringsartsen die in de medische sector de keuringen doen. Ik neem aan dat u doelt op de medisch adviseurs bij het CBR zelf. Dat zijn dus niet de keuringsartsen die bij mensen de eerste keuring doen. Het CBR heeft goed werk gemaakt van de werving van die medisch adviseurs. Zij verwerken dus weer de rapporten van de externe keuringsartsen en kunnen dan op basis van hun expertise op specifiek het gebied van de rijgeschiktheid tot een besluit komen. Het CBR heeft mij gemeld dat de werving van die medisch adviseurs zelfs boven de prognose van september 2019 ligt en dat er op dit moment voldoende medische capaciteit is om besluiten over de medische rijgeschiktheid te nemen. We hebben, ook door corona, nog wel heel veel problemen doordat mensen niet gekeurd konden worden omdat heel veel zaken buiten corona om stil zijn komen te liggen. Contactberoepen enzovoort; u weet het allemaal. Wat daarbij precies de stand van zaken en de voortgang zijn, zal ik u ook melden in de volgende rapportage.
Mevrouw Van Brenk vraagt nog welke invloed corona nou op dat herstel heeft gehad. Het productieproces van de divisie rijgeschiktheid kon gewoon doorgaan ondanks de intelligente lockdown. In de periode van maart tot mei van dit jaar is wel minder gekeurd door de externe keuringsartsen en medisch specialisten, omdat daar natuurlijk wel veel stil is komen te liggen. Dat gaf ik u net aan. De achterstand bij die externe keuringsartsen en medisch specialisten is nog niet volledig ingelopen; je ziet ook dat dit op veel plekken nog goed op gang moet komen.
Het aantal verlopen rijbewijzen is al een aantal maanden min of meer gelijk gebleven en neemt sinds juni licht af. Bij een groot deel van de dossiers inzake verlopen rijbewijzen wacht het CBR nu dus op een verslag van een externe keuringsarts of medisch specialist; er zijn inmiddels voldoende eigen adviseurs aanwezig.
De reserveringstermijn voor de rijtesten is ten gevolge van COVID-19 opgelopen. De impact op het aantal verlopen rijbewijzen is beperkt. Het CBR zet nog steeds onder andere het overwerken in en het opleiden van extra examinatoren — daar hadden we het net over — om die reserveringstermijn terug te brengen.
De hoofdvraag, ook van mevrouw Van Brenk, was eigenlijk: is het einddoel, namelijk medio 2020-2021 de boel op orde hebben, nog haalbaar? Nou, het CBR geeft aan dat dat nog steeds haalbaar is. Ik zal u daarvan binnenkort weer de tussenstand geven.
De heer Dijkstra vraagt of alle wegens COVID-19 uitgestelde theorie- en praktijkexamens opnieuw ingepland zijn. Het CBR heeft mij gemeld dat zo goed als alle uitgestelde examens die voor augustus gepland waren, opnieuw zijn ingepland. Maar laat ik dat ook nog even nader preciseren in de brief die u tegemoet kunt zien.
Dan had de heer Dijkstra nog een opmerking en een vraag over de huisartsen. Hoe kan het nou dat huisartsen in andere landen wel die keuringen af mogen nemen? Dat punt nemen we mee in de hele stelselherziening waar uw Kamer om gevraagd en waar ook de SWOV onderzoek naar uitvoert. Dus de rol van de arts, in welke vorm dan ook bij die rijgeschiktheid, wordt meegenomen in dit onderzoek. Dus ook de vraag wat op dat vlak wel of niet verwacht kan worden van een huisarts.
Voorzitter. Ik meen dat ik hiermee de vragen heb beantwoord. Ik zie niemand naar de microfoon rennen, dus ik ga over tot het geven van een reactie op de moties.
De motie op stuk nr. 852 verzoekt de regering om de pilot met betrekking tot de metingen die diabetespatiënten moeten ondergaan, zo in te richten dat er vanuit de aanvrager van het rijbewijs wordt gedacht, de diabetesvereniging wordt betrokken bij de opzet en de Kamer voor het AO CBR, waar we het steeds over hebben, nog wordt geïnformeerd over de opzet van de pilot. Met de nadruk op "over de opzet", want die pilot moet natuurlijk nog worden gehouden, kan ik deze motie oordeel Kamer geven. We hebben eind september al een gesprek met de diabetesvereniging voorzien om de opzet te bespreken. Maar ik zal u daarna ook zo snel mogelijk informeren.
Dan heb ik de motie op stuk nr. 853 van de leden Schonis en Laçin. Ik wil eerst iets opmerken over de overweging. Er staat: overwegende dat het onderzoek waarop de Gezondheidsraad zich destijds heeft gebaseerd, gedateerd is — van 2013 — en op zijn minst niet eenduidig is over de vraag of er wel een verband bestaat tussen autismespectrumstoornissen en een verminderde rijvaardigheid. U verbindt er min of meer een oordeel aan. U zegt: het is op zijn minst niet eenduidig. Ik wil niet treden in de positie van de Gezondheidsraad, die natuurlijk onafhankelijk is. Desalniettemin wil ik uw verzoek overbrengen aan de Gezondheidsraad. Ik zal vragen of de raad bereid is om opnieuw advies uit te brengen, zodat ik dat ook met uw Kamer kan delen. Maar u weet hoe dat gaat met onafhankelijke adviesorganen. Zij kunnen zeggen: dit is het en wij zien daarvoor geen reden. En of het nou het RIVM is of welke andere instelling dan ook, daar kan ik niet op gaan duwen. Maar met dat in acht nemende kan ik de motie oordeel Kamer geven. En dan is het dus aan de Gezondheidsraad om al dan niet op uw verzoek in te gaan.
De heer Schonis (D66):
Ik heb in die uitzending gezeten, dus het is mij echt wel duidelijk geworden dat er op z'n minst vraagtekens bij te zetten zijn. Ik ben blij om te horen dat de minister de Gezondheidsraad om een soort second opinion wil vragen. Mijn vraag is nog wel: wanneer denkt u dat u die second opinion kunt krijgen?
Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:
Ik zou het dus niet een second opinion willen noemen. Het is een onafhankelijk instituut, en om hun te vragen om een second opinion op hun eigen onderzoek te geven, vind ik ook een beetje gek. Maar ik wil graag de boodschap zoals die hier ook staat, aan hen overbrengen. Ik wil zeggen: nou, het is van 2013; is er misschien aanleiding om dat onderzoek nog eens te bezien, gegeven alle vragen die er in de samenleving over leven? Maar het is een beetje gek om van dezelfde instantie een second opinion op hun eigen onderzoek te vragen. Ik zou liever spreken over een update of zoiets.
De heer Schonis (D66):
Geef het beestje een naam! Maar mijn vraag was concreet: wanneer kunnen we dat onderzoek tegemoetzien? Kunt u daar een beetje spoed achter zetten?
Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:
Ik breng uw verzoek over aan de Gezondheidsraad. U zegt ook regelmatig dat ministers en het kabinet dit soort instituties niet onder druk moeten zetten. Ik breng het verzoek over en zij geven dan zelfstandig en onafhankelijk een reactie daarop. Die zal ik u dan zo spoedig mogelijk doen toekomen.
De voorzitter:
Op hetzelfde punt nog, mevrouw Postma.
Mevrouw Postma (CDA):
Ik denk dat het signaal vanuit deze Kamer dat wij er toch wat urgentie bij hebben, wel duidelijk is. Het heeft lang geduurd voordat de Gezondheidsraad op ons vorige verzoek gereageerd heeft. We waren maanden verder en we hebben één A4'tje gehad met daarop dat er niets mogelijk was. Ik snap dat de heer Schonis hier vraagt om een wat hardere deadline. Ik wil hiermee aangeven — en ik denk de rest van de Kamer ook — dat we dit heel belangrijk vinden en dat we dit signaal stevig willen overdragen.
Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:
Ik ga mijn best doen om het net zo stevig als de leden Postma en Schonis dat doen over te brengen aan de Gezondheidsraad. Maar het is natuurlijk aan hen hoe zij daarop reageren. Ik ga mijn best doen om het indringend over te brengen.
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 854 van de hand van de heer Van Aalst. De motie heeft betrekking op de zbo-vorm van het CBR en verzoekt de regering om te onderzoeken of de huidige bestuursvorm, dus een zbo, wel de juiste is. Ik zou de heer Van Aalst willen vragen om de motie aan te houden, omdat juist vanuit de Kamer breed onderzoek wordt gedaan naar alle zbo's en hoe daar het reilen en zeilen en vooral het presteren verbeterd kan worden. Het CBR is een van de zbo's die onderzocht worden. Ik zou het onderzoek van de Kamer willen afwachten en dan kijken of uw motie nog actueel is of niet.
De heer Van Aalst (PVV):
Ik ben de beroerdste niet. Ik wil de motie best aanhouden. Anderzijds vind ik het wel een beetje gek dat een bewindspersoon zich verschuilt achter een onderzoek van de Kamer. Dat is toch echt een zelfstandig onderzoek. Maar ik wil het onderzoek wel afwachten en de motie aanhouden. Uiteindelijk gaat het erom dat we de problemen oplossen bij het CBR.
Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:
Ik vind het heel plezierig dat de heer Van Aalst zo reageert. Het zou een beetje gek zijn om, als het kabinet bezig is om te kijken hoe je de uitvoeringsproblematiek bij allerlei zbo's kunt verbeteren en de Kamer ook een onderzoek doet, vooruitlopend daarop hier maar vast te zeggen dat we stoppen met deze vorm.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Van Aalst stel ik voor zijn motie (29398, nr. 854) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:
Dat was het, voorzitter.
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw beantwoording en het oordeel over de moties.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We gaan pas op 22 september 2020 over de moties stemmen, omdat we volgende week Prinsjesdag en Algemene Beschouwingen hebben. Het volgende debat dat u over dit onderwerp heeft, is een algemeen overleg op 30 september 2020. Dan kunt u weer volop met elkaar de degens kruisen.
De vergadering wordt van 19.45 uur tot 19.51 uur geschorst.