Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 670 Wijziging van de Kieswet in verband met de definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
ARTIKEL VI
ARTIKEL VII
ARTIKEL VIII
ARTIKEL IX
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de op grond van de Tijdelijke
experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming bestaande regelgeving ten aanzien
van een stembiljet voor kiezers buiten Nederland in de Kieswet vast te leggen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift van hoofdstuk G wordt na «de aanduiding» ingevoegd «en het logo».
B
Artikel G 1, vijfde lid, komt te luiden:
5. Van de beslissing van het centraal stembureau op het verzoek wordt mededeling gedaan
aan de gemachtigde en in de Staatscourant.
C
Na artikel G 1 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel G 1a
1. Een politieke groepering kan aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de
leden van de Tweede Kamer schriftelijk verzoeken haar logo bij te schrijven in het
register, bedoeld in artikel G 1 van de Kieswet. De verzoeken die zijn ontvangen of
aangevuld als bedoeld in artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht,
na de tweeënveertigste dag voor de kandidaatstelling, blijven voor de daaropvolgende
verkiezing buiten behandeling.
2. Het centraal stembureau beschikt slechts afwijzend op het verzoek, indien:
a. bij dat centraal stembureau de aanduiding van de politieke groepering niet is geregistreerd
of, indien van toepassing, een reeds ingediend verzoek tot registratie van de aanduiding
wordt afgewezen;
b. het logo strijdig is met de openbare orde;
c. het logo geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds geregistreerd logo van
een andere politieke groepering, of met een logo waarvoor reeds eerder op grond van
dit artikel een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten
is;
d. het logo anderszins misleidend is voor de kiezers;
e. het logo geheel of in hoofdzaak overeenstemt met dat van een rechtspersoon die bij
onherroepelijke rechterlijke uitspraak verboden is verklaard en deswege is ontbonden;
f. het verzoek op dezelfde dag bij het centraal stembureau is ingekomen als een ander
verzoek, strekkende tot inschrijving van een geheel of in hoofdzaak overeenstemmend
logo, tenzij dat andere verzoek reeds op een van de onder a tot en met e genoemde
gronden moet worden afgewezen.
3. Van de beslissing van het centraal stembureau op het verzoek wordt mededeling gedaan
aan de gemachtigde en in de Staatscourant.
4. Een politieke groepering waarvan het logo is bijgeschreven in het register, kan schriftelijk
een verzoek tot wijziging van dit logo indienen bij het centraal stembureau. De laatste
volzin van het eerste lid, alsmede het tweede en derde lid, zijn op verzoeken tot
wijziging van overeenkomstige toepassing.
5. Het centraal stembureau schrapt het logo van een politieke groepering wanneer het
de aanduiding van die politieke groepering schrapt, dan wel op verzoek van die politieke
groepering.
6. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de wijze waarop
een logo wordt overgelegd.
D
Artikel G 2, vijfde lid, komt te luiden:
5. Van de beslissing van het centraal stembureau op het verzoek wordt mededeling gedaan
aan de gemachtigde en in de Staatscourant.
E
Artikel G 2a, vijfde lid, komt te luiden:
5. Van de beslissing van het centraal stembureau op het verzoek wordt mededeling gedaan
aan de gemachtigde en op de in het waterschap gebruikelijke wijze.
F
Artikel G 3, vijfde lid, komt te luiden:
5. Van de beslissing van het centraal stembureau op het verzoek wordt mededeling gedaan
aan de gemachtigde en op de in de gemeente gebruikelijke wijze.
G
In artikel G 5, eerste lid, onder a, wordt «de artikelen G 1 en G 2» vervangen door
«de artikelen G 1, G 1a en G 2».
H
In artikel G 6, tweede lid, wordt «de registers waarin de aanduidingen voor politieke
groeperingen worden vermeld» vervangen door «het verzoek om registratie van een aanduiding,
het verzoek om registratie van een logo».
I
In artikel J 20, eerste lid, vervalt «de handtekening van de voorzitter van het centraal
stembureau alsmede van».
J
In artikel M 3 worden onder vernummering van het derde lid tot vijfde lid twee leden
ingevoegd, luidende:
3. De kiezer vermeldt bij zijn verzoek het e mailadres waarop hij het stembiljet wil
ontvangen. Indien hij geen e-mailadres vermeldt, wordt hem het stembiljet per post
toegezonden.
4. De kiezer die het stembiljet per post wil ontvangen, vermeldt dit bij zijn verzoek.
K
Artikel M 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt onder verlettering van de onderdelen b tot en met e tot de
onderdelen c tot en met f een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. een overzicht van de kandidatenlijsten;
2. In het tweede lid wordt «behoudens het stembiljet, dat aan alle personen, bedoeld
in artikel M 1, zo spoedig mogelijk wordt toegezonden»» vervangen door «behoudens
het stembiljet en het overzicht van de kandidatenlijsten, die zo spoedig mogelijk
aan alle personen, bedoeld in artikel M 1, worden toegezonden» en wordt aan het slot
een volzin toegevoegd, luidende: «Aan kiezers die hun werkelijke woonplaats in Aruba,
Curaçao of Sint Maarten hebben, worden de stembescheiden met tussenkomst van de Vertegenwoordiging
van Nederland in Aruba, Curaçao of Sint Maarten toegezonden.»
3. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een nieuw lid ingevoegd,
luidende:
3. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid maakt de burgemeester van 's Gravenhage
het overzicht, bedoeld in het eerste lid, onder b, zo spoedig mogelijk op een algemeen
toegankelijke wijze elektronisch openbaar.
4. In het vierde lid (nieuw) wordt «onder b, c, d en e» vervangen door «onder a tot
en met f».
L
Na artikel M 6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel M 6a
1. Op het stembiljet en het overzicht van de kandidatenlijsten, bedoeld in artikel M
6, eerste lid, onder a en b, wordt het logo van een politieke groepering geplaatst,
indien:
a. dat logo is geregistreerd bij het centraal stembureau; en
b. op het stembiljet en het overzicht van de kandidatenlijsten de aanduiding van die
groepering wordt geplaatst.
2. De logo’s van twee of meer politieke groeperingen worden gezamenlijk geplaatst, indien:
a. die logo’s zijn geregistreerd bij het centraal stembureau; en
b. op het stembiljet en het overzicht van de kandidatenlijsten een aanduiding staat,
gevormd door samenvoeging van geregistreerde aanduidingen of afkortingen daarvan,
van die politieke groeperingen.
3. Indien op het stembiljet en het overzicht van de kandidatenlijsten een aanduiding
staat, gevormd door samenvoeging van geregistreerde aanduidingen of afkortingen van
twee of meer politieke groeperingen, en niet van al deze politieke groeperingen een
logo is geregistreerd bij het centraal stembureau, wordt geen logo op het stembiljet
en het overzicht van de kandidatenlijsten geplaatst.
M
Artikel M 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Een kiezer stemt door op het stembiljet:
1°. het stemvakje, geplaatst vóór de lijst waartoe de kandidaat van zijn keuze behoort,
in te kleuren met een kleur naar keuze; en vervolgens
2°. het stemvakje, geplaatst vóór het nummer van de kandidaat van zijn keuze op die lijst,
in te kleuren met een kleur naar keuze.
2. In het vijfde en zesde lid wordt «artikel M 6, eerste lid, onderdeel b,» telkens
vervangen door «artikel M 6, eerste lid, onderdeel c,».
N
Artikel N 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde en vierde lid komen te luiden:
3. Een stem is geldig die op een kandidaat of blanco is uitgebracht, met een stembiljet
dat bij of krachtens deze wet mag worden gebruikt en waarop geen bijvoegingen zijn
geplaatst waardoor de kiezer kan worden geïdentificeerd.
4. Een stem is op een kandidaat uitgebracht indien dat op ondubbelzinnige wijze kenbaar
is gemaakt door het geheel of gedeeltelijk inkleuren van zowel het stemvakje, geplaatst
vóór een lijst, als het stemvakje, geplaatst vóór het nummer van een kandidaat op
die lijst.
2. Er wordt een lid toegevoegd:
5. Een stem is blanco uitgebracht indien dat op ondubbelzinnige wijze is kenbaar gemaakt
doordat op het stembiljet geen stemvakje is ingekleurd.
O
In artikel Y 10 wordt «Behalve» vervangen door «Naast» en wordt na «de verkiezing
van de leden van het Europees parlement» ingevoegd «eveneens».
P
Na artikel Y 11 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel Y 11a
Naast op de in artikel G 1a, tweede lid, genoemde gronden wordt op een verzoek om
registratie van het logo van een politieke groepering ten behoeve van de verkiezing
van de leden van het Europees parlement eveneens afwijzend beschikt, indien het logo
geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een logo van een andere politieke groepering
die reeds ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer is geregistreerd,
of met een logo waarvoor reeds eerder ten behoeve van die verkiezing een registratieverzoek
is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is.
ARTIKEL II
De logo’s die op grond van artikel 4 van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten
en centrale stemopneming in de registers bedoeld in artikel G 1 en artikel Y 2 juncto
G 1 van de Kieswet zijn geregistreerd, worden geacht op basis van artikel G 1a respectievelijk
artikel Y 2 juncto G 1a van de Kieswet te zijn geregistreerd.
ARTIKEL III
Indien het bij koninklijke boodschap van 6 juni 2019 ingediende voorstel van wet tot
Wijziging van de Bekendmakingswet en andere wetten in verband met de elektronische
publicatie van algemene bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen (Wet elektronische
publicaties) (35 218) tot wet is of wordt verheven en artikel 4.7, onderdelen B, C, D en F van die wet:
a. eerder in werking treedt of zijn getreden dan artikel I van deze wet, wordt artikel
I van deze wet als volgt gewijzigd:
1°. In onderdeel D wordt «in de Staatscourant» vervangen door «in het provinciaal blad».
2°. In onderdeel E wordt «op de in het waterschap gebruikelijke wijze» vervangen door
«in het waterschapsblad».
3°. In onderdeel F wordt «op de in de gemeente gebruikelijke wijze» vervangen door «in
het gemeenteblad».
4°. In onderdeel G wordt «de artikelen G 1 en G 2» vervangen door «de artikelen G 1,
G 2, G 2a en G 3» en «de artikelen G 1, G 1a en G 2» door «de artikelen G 1 tot en
met G 3».
b. later in werking treedt dan artikel I van deze wet, wordt artikel I van die wet als
volgt gewijzigd:
1°. Onderdeel C, onder 1, komt te luiden:
1. In het vijfde lid wordt «op de in het waterschap gebruikelijke wijze» vervangen door
«in het waterschapsblad».
2°. Onderdeel D, onder 1, komt te luiden:
1. In het vijfde lid wordt «op de in de gemeente gebruikelijke wijze» vervangen door
«in het gemeenteblad».
3°. In Onderdeel F, onder 1, wordt «de artikelen G 1 en G 2» vervangen door «de artikelen
G 1, G 1a en G 2» en wordt «de artikelen G 1, G 2, G 2a en G 3» vervangen door «de
artikelen G 1 tot en met G 3».
ARTIKEL IV
Indien het bij koninklijke boodschap van 11 mei 2020 ingediende voorstel van wet houdende
Tijdelijke regels voor experimenten met nieuwe stembiljetten (Tijdelijke experimentenwet
nieuwe stembiljetten) (35 455) tot wet is of wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
In artikel 6, tweede lid, wordt «Artikel 4, tweede tot en met zesde lid, van de Tijdelijke
experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming is van overeenkomstige toepassing»
vervangen door «Artikel G 1a, tweede tot en met zesde lid, van de Kieswet is van overeenkomstige
toepassing» en wordt «of een op grond van artikel 4 van de Tijdelijke experimentenwet
stembiljetten en centrale stemopneming, geregistreerd logo» vervangen door «of een
op grond van artikel G 1a van de Kieswet, geregistreerd logo».
B
Artikel 7, tweede lid wordt als volgt gewijzigd.
1°. In de aanhef wordt «Artikel 4, tweede tot en met zesde lid, van de Tijdelijke experimentenwet
stembiljetten en centrale stemopneming is van overeenkomstige toepassing» vervangen
door «Artikel G 1a, tweede tot en met zesde lid, van de Kieswet is van overeenkomstige
toepassing».
2°. In onderdeel a wordt «of een op grond van artikel 4 van de Tijdelijke experimentenwet
stembiljetten en centrale stemopneming» vervangen door «of een op grond van artikel
G 1a van de Kieswet».
3°. Onderdeel b komt te luiden: «in afwijking van het derde lid wordt van de beslissing
mededeling gedaan aan de gemachtigde en op de in het waterschap gebruikelijke wijze.»
C
Artikel 8, tweede lid, worden als volgt gewijzigd.
1°. In de aanhef wordt «Artikel 4, tweede tot en met zesde lid, van de Tijdelijke experimentenwet
stembiljetten en centrale stemopneming is van overeenkomstige toepassing» vervangen
door «Artikel G 1a, tweede tot en met zesde lid, van de Kieswet is van overeenkomstige
toepassing».
2°. In onderdeel a wordt «of een op grond van artikel 4 van de Tijdelijke experimentenwet
stembiljetten en centrale stemopneming» vervangen door «of een op grond van artikel
G 1a van de Kieswet».
3°. Onderdeel b komt te luiden: «in afwijking van het derde lid wordt van de beslissing
mededeling gedaan aan de gemachtigde en op de in de gemeente gebruikelijke wijze.»
D
In artikel 9, tweede lid, wordt «Artikel 4, tweede tot en met zesde lid, van de Tijdelijke
experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming is van overeenkomstige toepassing»
vervangen door «Artikel G 1a, tweede tot en met zesde lid, van de Kieswet is van overeenkomstige
toepassing» en wordt «of een op grond van artikel 4 van de Tijdelijke experimentenwet
stembiljetten en centrale stemopneming» vervangen door «of een op grond van artikel
G 1a van de Kieswet».
E
In artikel 10, eerste lid, wordt «en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en
centrale stemopneming» vervangen door «en de Kieswet».
F
In artikel 12, eerste lid, onderdeel b, wordt «of een op grond van artikel 4 van de
Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming» telkens vervangen
door «of een op grond van artikel G 1a van de Kieswet».
ARTIKEL V
Indien het bij koninklijke boodschap van 11 mei 2020 ingediende voorstel van wet houdende
Tijdelijke regels voor experimenten met nieuwe stembiljetten (Tijdelijke experimentenwet
nieuwe stembiljetten) (35 455) tot wet is of wordt verheven en artikel 5 van die wet eerder in werking is getreden
of treedt dan deze wet, komt artikel II van deze wet te luiden:
ARTIKEL II
De logo’s die op grond van artikel 4 van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten
en centrale stemopneming dan wel artikel 5 van de Tijdelijke experimentenwet nieuwe
stembiljetten in de registers bedoeld in artikel G 1 en artikel Y 2 juncto G 1 van
de Kieswet zijn geregistreerd, worden geacht op basis van artikel G 1a respectievelijk
artikel Y 2 juncto G 1a van de Kieswet te zijn geregistreerd.
ARTIKEL VI
Indien het bij koninklijke boodschap van 11 mei 2020 ingediende voorstel van wet houdende
Tijdelijke regels voor experimenten met nieuwe stembiljetten (Tijdelijke experimentenwet
nieuwe stembiljetten) (35 455) tot wet is of wordt verheven en artikel 5 van die wet eerder in werking is getreden
of treedt dan deze wet, vervalt artikel 5 van die wet.
ARTIKEL VII
Indien het bij koninklijke boodschap van 11 mei 2020 ingediende voorstel van wet houdende
Tijdelijke regels voor experimenten met nieuwe stembiljetten (Tijdelijke experimentenwet
nieuwe stembiljetten) (35 455) tot wet is of wordt verheven en artikel 17 van die wet eerder in werking is getreden
of treedt dan artikel IV van deze wet, wordt artikel IV van deze wet als volgt gewijzigd:
A
In de onderdelen A, B, onder 1°, C, onder 1°, en D wordt telkens «Artikel 4, tweede
tot en met zesde lid, van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale
stemopneming is van overeenkomstige toepassing» vervangen door «Artikel 5, tweede
tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing».
B
In de onderdelen A, B, onder 2°, C, onder 2°, D en F wordt «of een op grond van artikel
4 van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming» telkens
vervangen door «, een op grond van artikel 5, of een op grond van artikel 4 van de
Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming».
ARTIKEL VIII
Indien het bij koninklijke boodschap van 10 juni 2020 ingediende voorstel van wet
tot wijziging van Kieswet in verband met de aanpassing van de procedure voor de vaststelling
van verkiezingsuitslagen alsmede regeling van enkele andere onderwerpen in die wet,
de Waterschapswet, de Mediawet 2008 en de Mediawet BES (Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen) (35 489) tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet:
a. eerder in werking treedt of is getreden dan artikel I van deze wet, wordt artikel
I van deze wet als volgt gewijzigd:
1°. Onderdeel H komt te luiden:
H
In artikel G 6, tweede lid, wordt na «het verzoek om registratie van een aanduiding»
ingevoegd: «, het verzoek om registratie van een logo».
2°. Onderdeel J komt te luiden:
I
In artikel M 3 worden onder vernummering van het vierde lid tot zesde lid twee leden
ingevoegd, luidende:
4. De kiezer vermeldt bij zijn verzoek het e-mailadres waarop hij het stembiljet wil
ontvangen. Indien hij geen e-mailadres vermeldt, wordt hem het stembiljet per post
toegezonden.
5. De kiezer die het stembiljet per post wil ontvangen, vermeldt dit bij zijn verzoek.
3°. Na onderdeel J wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
Ja
In artikel M 5, tweede lid, onderdeel a, wordt «artikel M 6a» vervangen door «artikel
M 6b».
4°. Onderdeel K komt te luiden:
K
Artikel M 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt onder verlettering van de onderdelen b tot en met e tot de
onderdelen c tot en met f een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. een overzicht van de kandidatenlijsten;
2. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid, en het derde lid tot het
tweede lid, wordt in het derde lid (nieuw) «behoudens het stembiljet, dat aan alle
personen, bedoeld in artikel M 1, zo spoedig mogelijk wordt toegezonden» vervangen
door «behoudens het stembiljet en het overzicht van de kandidatenlijsten, die zo spoedig
mogelijk aan alle personen, bedoeld in artikel M 1, worden toegezonden» en wordt aan
het slot een volzin toegevoegd, luidende: «Aan kiezers die hun werkelijke woonplaats
in Aruba, Curaçao of Sint Maarten hebben, worden de stembescheiden met tussenkomst
van de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao of Sint Maarten toegezonden.»
3. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een nieuw lid ingevoegd,
luidende:
4. Onverminderd het bepaalde in het derde lid maakt de burgemeester van 's Gravenhage
het overzicht, bedoeld in het eerste lid onder b, zo spoedig mogelijk op een algemeen
toegankelijke wijze elektronisch openbaar.
4. In het vijfde lid (nieuw) wordt «onder b, c, d en e» vervangen door «onder a tot
en met f».
5°. Na onderdeel K wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
Ka
Artikel M 6a van de Kieswet wordt vernummerd tot artikel M 6b.
6°. Onderdeel M komt te luiden:
M
Artikel M 7, eerste lid, komt te luiden:
1. Een kiezer stemt door op het stembiljet:
1°. het stemvakje, geplaatst vóór de lijst waartoe de kandidaat van zijn keuze behoort,
in te kleuren met een kleur naar keuze; en vervolgens
2°. het stemvakje, geplaatst vóór het nummer van de kandidaat van zijn keuze op die lijst,
in te kleuren met een kleur naar keuze.
7°. Onderdeel N komt te luiden:
N
Artikel N 26 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het briefstembureau beslist over de geldigheid van een stem.
2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot vijfde en zesde lid worden drie
leden ingevoegd:
2. Een stem is geldig die op een kandidaat of blanco is uitgebracht, met een stembiljet
dat bij of krachtens deze wet mag worden gebruikt en waarop geen bijvoegingen zijn
geplaatst waardoor de kiezer kan worden geïdentificeerd.
3. Een stem is op een kandidaat uitgebracht indien dat op ondubbelzinnige wijze kenbaar
is gemaakt door het geheel of gedeeltelijk inkleuren van zowel het stemvakje, geplaatst
vóór een lijst, als het stemvakje, geplaatst vóór het nummer van een kandidaat op
die lijst.
4. Een stem is blanco uitgebracht indien dat op ondubbelzinnige wijze is kenbaar gemaakt
doordat op het stembiljet geen stemvakje is ingekleurd.
b. later in werking treedt dan artikel I van deze wet, wordt artikel I van die wet als
volgt gewijzigd:
1°. Onderdeel Q vervalt.
2°. In onderdeel PP wordt «tweede en derde lid tot derde en vierde lid» vervangen door
«tweede tot en met vijfde lid tot derde tot en met zesde lid».
3°. In onderdeel RR wordt «artikel M 6a» vervangen door «artikel M 6b».
4°. Onderdeel SS komt te luiden:
SS
Artikel M 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede tot en met het vierde lid tot het derde tot en
met vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Op het briefstembewijs wordt een nummer vermeld.
2. In het vierde lid (nieuw) wordt «het tweede lid» vervangen door «het derde lid».
3. Aan het vijfde lid (nieuw) wordt een zin toegevoegd, luidende: «Onze Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt tijdig voor de verkiezing aan
de gemeente ’s-Gravenhage de informatie nodig voor het produceren van het briefstembewijs.»
5°. In onderdeel TT wordt «artikel M 6» vervangen door «artikel M 6a» en wordt «artikel
M 6a» vervangen door «artikel M 6b».
6°. In onderdeel UU vervalt subonderdeel 1.
7°. In onderdeel MMM wordt artikel N 26 als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het briefstembureau beslist over de geldigheid van een stem.
2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot vijfde en zesde lid worden drie
leden ingevoegd, luidende:
2. Een stem is geldig die op een kandidaat of blanco is uitgebracht, met een stembiljet
dat bij of krachtens deze wet mag worden gebruikt en waarop geen bijvoegingen zijn
geplaatst waardoor de kiezer kan worden geïdentificeerd.
3. Een stem is op een kandidaat uitgebracht indien dat op ondubbelzinnige wijze kenbaar
is gemaakt door het geheel of gedeeltelijk inkleuren van zowel het stemvakje, geplaatst
vóór een lijst, als het stemvakje, geplaatst vóór het nummer van een kandidaat op
die lijst.
4. Een stem is blanco uitgebracht indien dat op ondubbelzinnige wijze is kenbaar gemaakt
doordat op het stembiljet geen stemvakje is ingekleurd.
ARTIKEL IX
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Voor |
D66 | 24 | Voor |
PVV | 17 | Tegen |
CDA | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Voor |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
FVD | 5 | Tegen |
DENK | 3 | Tegen |
Groep Van Haga | 3 | Tegen |
JA21 | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 3 | Voor |
BBB | 1 | Tegen |
BIJ1 | 1 | Voor |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Omtzigt | 1 | Tegen |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.