Lijst van vragen : Lijst van vragen over het akkoord Curaçao en Nederland inzake voorwaarden liquiditeitssteun (Kamerstuk 35420-177)
2020D45455 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft een aantal vragen voorgelegd aan
de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de overeenstemming
die Curaçao en Nederland hebben bereikt over de derde tranche liquiditeitssteun 2020,
in combinatie met een pakket aan maatregelen die gericht zijn op het realiseren van
structurele hervormingen in Curaçao (Kamerstuk 35 420, nr. 177).
De voorzitter van de commissie, Paternotte
De adjunct-griffier van de commissie, De Vos
Nr.
Vraag
1
Op welke punten verschilt de huidige overeenkomst met het voorstel dat deze Kamer
ontvangen heeft in de brief van 10 juli jl.?
2
Op welke wijze zullen de investeringen bijdragen aan het behalen van de Sustainable
Development Goals, in het bijzonder de duurzaamheidsdoelstellingen?
3
Klopt het dat op dit moment 15 tot 20% van de bevolking op Curaçao afhankelijk is
van voedselsteun? Welke incidentele en structurele initiatieven neemt de Curaçaose
en de Nederlandse overheid om de bevolking in staat te stellen om in hun eigen levensonderhoud
te voorzien?
4
Welke groepen hebben vooral last van de ongelijke verdeling van inkomen op Curaçao?
Welke groepen leven vooral in grote armoede op Curaçao en hoe zal dit landspakket
bijdragen aan de verlichting van deze armoede?
5
Zijn er voldoende data beschikbaar om een goede analyse te maken van de economische
en sociale impact van Covid-19 op basis waarvan de juiste maatregelen ter ondersteuning
kunnen worden besproken?
6
Hoe worden de noden van de meest kwetsbare mensen op korte termijn geborgd? Is daar
additionele financiering in voorzien? En hoe worden de noden geborgd van de mensen
die geen recht hebben op het sociale zekerheidsstelsel omdat ze werkzaam waren in
de informele economie?
7
Hoe wordt ervoor zorggedragen dat ook in de praktijk onverzekerde hulpzoekers op Curaçao
toegang hebben tot medisch noodzakelijke zorg?
8
Welke mogelijkheden ziet de Staatssecretaris om met de totstandkoming van deze meerjarige
afspraken te komen tot een situatie dat toekomstige nadere liquiditeitssteun niet
telkens achteraf maar juist vooraf per incidentele suppletoire begroting aan de Kamer
wordt voorgelegd?
9
Is de Staatssecretaris bereid om de Kamer op korte termijn per brief te informeren
over inrichting en werking van het voorgenomen COHO, op die wijze bevorderend dat
op voorhand politiek draagvlak ontstaat op de hoofdlijnen van het nog in te dienen
wetsvoorstel van Rijkswet?
10
Op welke wijze wordt voorzien dat het op te richten COHO door de jaren heen aan budget
gaat komen om de opgedragen taken te kunnen uitvoeren? Lopen deze budgetten jaarlijks
via de reguliere begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
inclusief controle van de Tweede Kamer, of zijn er andere geldstromen voorzien?
11
Hoe wordt toezicht gehouden op de uitvoering van de aan de derde tranche liquiditeitssteun
verbonden voorwaarden zolang het COHO nog niet functioneert? Wilt u bij de beantwoording
van deze vraag vooral betrekken de afspraken die gemaakt zijn over vervroegde uittreding
en afslanking van het ambtenarenapparaat?
12
Hoe passen de financiële uitdagingen van het Medical Centre (ziekenhuis) op Curaçao
binnen de afspraken van de liquiditeitssteun?
13
Welke ruimte blijft er voor het land Curaçao om op de eigen kapitaalmarkt (tegen relatief
hoge rente) leningen aan te gaan, naast de liquiditeitssteun? Zou dit wenselijk zijn?
14
Hoe verhoudt het in te stellen Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling (COHO)
zich tot het College financieel toezicht (C(A)ft)? Verandert de taak van het C(A)ft
door de komst van het COHO? Zo ja, in welke zin?
15
Hoe lang kan het landspakket Curaçao voortbestaan zonder dat er een Rijkswet COHO
is vastgesteld?
16
Wordt de uiterlijk per 1 februari vast te stellen uitvoeringsagenda (zie het landspakket
Curaçao) aan de Kamer voorgelegd? Zo nee, waarom niet?
17
Wat gebeurt er met de tweede en derde tranche liquiditeitssteun als de voor het voorstel
van Rijkswet COHO vereiste consensus ontbreekt of aan het voorstel is komen te ontvallen?
18
Waarop baseert de Staatssecretaris dat Curaçao nu wel hervormingen zal doorvoeren?
19
Welke sancties zijn er bij het niet doorvoeren van hervormingen?
20
Wanneer wordt begonnen met het daadwerkelijk verstrekken van de gelden uit de tweede
en derde tranche liquiditeitssteun?
21
Op welke wijze worden de adviezen van het rapport «Kleine eilanden, grote uitdagingen»
meegenomen in het landspakket?
22
Op welke wijze dragen de hervormingen in de sociale zekerheid bij aan het bestrijden
van armoede? Welke verdere aanknopingspunten ziet de Staatssecretaris hiervoor?
23
Is bekend hoe Aruba en Sint Maarten aankijken tegen het COHO? Hoe groot is de kans
dat deze Landen toetreden tot de Rijkswet Caribisch Orgaan voor hervorming en ontwikkeling?
Mocht de wet al in werking zijn getreden op het moment dat deze landen zouden willen
toetreden, moet de wet dan worden gewijzigd?
24
Moet voor het in aanmerking komen voor eventuele aanvullende liquiditeitssteun voor
de periode tot en met 31 december 2020 worden voldaan aan (extra) voorwaarden? Zo
ja, welke?
25
In de brief staat te lezen dat Aruba en Sint Maarten eveneens kunnen toetreden tot
de Rijkswet Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling (COHO). Betekent dit
dat hoe dan ook de voorwaarden en afspraken zoals die thans gemaakt zijn tussen Curaçao
en Nederland waar het gaat om de werking en inrichting het COHO bepalend zijn voor
de met Aruba en Sint Maarten te maken afspraken?
26
Komt er nog een eindevaluatie van het Groeiakkoord Curaçao, in de zin dat op een rij
wordt gezet wat wél en wat niet gerealiseerd is?
27
In welke opzichten zal de Rijkswet financieel toezicht worden aangepast?
28
Welke investeringen worden gedaan om bij te dragen aan de diversificatie van de economie
van Curaçao?
29
Op welke wijze worden de basisbehoeften van de meest kwetsbare groepen op Curaçao
in de uitvoeringsagenda geborgd en op welke termijn?
30
Hoe worden de mensenrechten en de humanitaire behoeften van de ongedocumeenteerden
op Curaçao geborgd? Op welke wijze wordt gepoogd om werkenden in de informele economie
te betrekken in de formele economie?
31
Waarom wordt in de brief, daar waar het gaat om het functioneren van de rechtsstaat,
geen aandacht besteed aan het Openbaar Ministerie? Klopt het dat Curaçao thans niet
voldoet aan haar financiële verplichtingen om de formatie van het Openbaar Ministerie
(het lokale parket en het parket PG) op orde te houden en zou het nakomen van die
verplichtingen niet onderdeel van deze afspraken moeten zijn?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.M. Paternotte, voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
A.C.W. de Vos, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.