Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 628 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het evenwichtiger maken van de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in het bestuur en de raad van commissarissen van grote naamloze en besloten vennootschappen
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de verhouding tussen het
aantal mannen en vrouwen in het bestuur en de raad van commissarissen van grote naamloze
en besloten vennootschappen evenwichtiger te maken en dat daartoe Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek dient te worden gewijzigd;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 142a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 142b
1. Dit artikel is van toepassing op een vennootschap waarvan aandelen of certificaten
van aandelen zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld
in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht in Nederland.
2. Zolang de raad van commissarissen niet voor ten minste een derde van het aantal leden
uit mannen bestaat en voor ten minste een derde van het aantal leden uit vrouwen,
kan een persoon wiens benoeming de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen
in de raad van commissarissen niet evenwichtiger zou maken, niet tot commissaris worden
benoemd, tenzij sprake is van een herbenoeming binnen acht jaar na het jaar van benoeming
of van uitzonderlijke omstandigheden als bedoeld in artikel 135a lid 5. Indien het
aantal leden van de raad van commissarissen niet door drie deelbaar is, wordt het
naastgelegen hogere getal dat wel door drie deelbaar is in aanmerking genomen voor
de vaststelling van het aantal leden bedoeld in de vorige zin. De vorige zinnen gelden
niet indien de raad van commissarissen bestaat uit één persoon.
3. Indien toepassing is gegeven aan artikel 129a, zijn de vorige leden van overeenkomstige
toepassing op niet-uitvoerende bestuurders.
4. Voor de toepassing van leden 2 en 3 geldt een tijdelijke aanstelling overeenkomstig artikel 349a lid 2 of artikel 356 onder c niet als benoeming en telt de aangestelde commissaris of niet-uitvoerende
bestuurder niet mee.
5. De nietigheid van een benoeming wegens strijd met lid 2 of lid 3 heeft geen gevolgen
voor de rechtsgeldigheid van de besluitvorming waaraan is deelgenomen.
6. Een benoeming in geval van uitzonderlijke omstandigheden als bedoeld in lid 2 geldt
voor de duur van ten hoogste twee jaar.
B
In Afdeling 7 van titel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 166
1. Dit artikel is van toepassing op een vennootschap die op twee opeenvolgende balansdata,
zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, niet heeft voldaan aan
ten minste twee van de vereisten, bedoeld in artikel 397 leden 1 en 2.
2. De vennootschap stelt passende en ambitieuze doelen in de vorm van een streefcijfer
vast om de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in het bestuur en de raad
van commissarissen, alsmede bij nader door de vennootschap te bepalen categorieën
werknemers in leidinggevende functies, evenwichtiger te maken. Indien het bestuur
en de raad van commissarissen bestaan uit één persoon, kan een streefcijfer worden
vastgesteld voor beide organen gezamenlijk. Indien artikel 142b lid 2 of 3 van toepassing
is, behoeft voor de raad van commissarissen dan wel de niet-uitvoerende bestuurders
geen streefcijfer te worden vastgesteld.
3. De vennootschap stelt een plan op om de in het vorige lid gestelde doelen te bereiken.
4. Jaarlijks binnen tien maanden na afloop van het boekjaar, rapporteert de vennootschap
aan de Sociaal Economische Raad over het aantal mannen en vrouwen dat aan het eind
van het boekjaar deel uitmaakt van het bestuur en de raad van commissarissen, alsmede
van de nader door de vennootschap te bepalen categorieën werknemers in leidinggevende
functies, de doelen in de vorm van een streefcijfer, het plan om deze doelen te bereiken
en als één of meer doelen niet zijn bereikt, de redenen daarvoor.
5. Een tot een groep behorende vennootschap behoeft niet te voldoen aan de leden 2 tot
en met 4, mits de vennootschap die aan het hoofd staat van de groep in plaats van
de groepsmaatschappij aan de uit deze leden voortvloeiende verplichtingen uitvoering
geeft, al dan niet voor de betreffende groepsmaatschappijen gezamenlijk.
C
In artikel 187, eerste volzin, wordt na «135b,» ingevoegd: «142b,» en in de laatste
volzin wordt na «artikelen» ingevoegd: «142b,».
D
In Afdeling 7 van titel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 276
1. Dit artikel is van toepassing op een vennootschap die op twee opeenvolgende balansdata,
zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, niet heeft voldaan aan
ten minste twee van de vereisten, bedoeld in artikel 397 leden 1 en 2.
2. De vennootschap stelt passende en ambitieuze doelen in de vorm van een streefcijfer
vast om de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in het bestuur ende raad
van commissarissen, alsmede bij nader door de vennootschap te bepalen categorieën
werknemers in leidinggevende functies, evenwichtiger te maken. Indien het bestuur
en de raad van commissarissen bestaan uitéén persoon, kan een streefcijfer worden
vastgesteld voor beide organen gezamenlijk. Indien artikel 142b lid 2 of 3 van toepassing
is, behoeft voor de raad van commissarissen dan wel de niet-uitvoerende bestuurders
geen streefcijfer te worden vastgesteld.
3. De vennootschap stelt een plan op om de in het vorige lid gestelde doelen te bereiken.
4. Jaarlijks binnen tien maanden na afloop van het boekjaar, rapporteert de vennootschap
aan de Sociaal Economische Raad over het aantal mannen en vrouwen dat aan het eind
van het boekjaar deel uitmaakt van het bestuur en de raad van commissarissen, alsmede
van de nader door de vennootschap te bepalen categorieën werknemers in leidinggevende
functies, de doelen in de vorm van een streefcijfer, het plan om deze doelen te bereiken
en als één of meer doelen niet zijn bereikt, de redenen daarvoor.
5. Een tot een groep behorende vennootschap behoeft niet te voldoen aan de leden 2 tot
en met 4, mits de vennootschap die aan het hoofd staat van de groep in plaats van
de groepsmaatschappij aan de uit deze leden voortvloeiende verplichtingen uitvoering
geeft, al dan niet voor de betreffende groepsmaatschappijen gezamenlijk.
ARTIKEL II
Vijf jaar na inwerkingtreding wordt deze wet geëvalueerd.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld,
en vervalt acht jaar na de datum van inwerkingtreding van de wet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Rechtsbescherming,
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Tegen |
PVV | 20 | Tegen |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Tegen |
PvdD | 4 | Voor |
50PLUS | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Tegen |
FVD | 2 | Tegen |
Krol | 1 | Voor |
Van Kooten-Arissen | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.