Lijst van vragen : Lijst van vragen over de Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën (Kamerstuk 35570-1)
2020D36488 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
van Financiën over zijn brief van 15 september 2020 «Nota over de toestand van ’s
Rijks Financiën» (Miljoenennota 2021), Kamerstuk 35 570, nr. 1.
De ondervoorzitter van de commissie, Geurts
De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink
Nr
Vraag
1.
Hoe kan onderbouwd worden dat de baangerelateerde investeringskorting (BIK) een budgettair
belang van 2 miljard euro zou hebben?
2.
Waarom is enkel het gebruik van milieuaftrekposten niet compatibel met het gebruik
van de BIK?
3.
Welke kwantitatieve analyses zijn gemaakt om de doeltreffendheid en doelmatigheid
van de BIK te onderbouwen?
4.
Waarom is nu reeds besloten dat het budget in de toekomst gebruikt zal worden om de
werkgeverskosten te verlagen?
5.
Waarom is ervoor gekozen de BIK niet nog specifieker te relateren aan baanbehoud,
zodat voorkomen wordt dat bijv. de aanschaf van een robot om een deel van de werknemers
te vervangen, in aanmerking komt voor de baangerelateerde investeringskorting?
6.
Waarom is er niet voor gekozen om de BIK in te zetten voor specifieke projecten, zoals
het bevorderen van de bouw, zodat gegarandeerd is dat de BIK leidt tot daadwerkelijk
baanbehoud?
7.
Welke lessen heeft het kabinet in haar ontwerp voor de BIK getrokken uit het verleden,
met name de Wet Investeringsregeling (WIR), en welke elementen van de BIK zorgen ervoor
dat de negatieve aspecten van de WIR (misbruik, ondoelmatigheid) niet materialiseren
in de BIK?
8.
Heeft het kabinet in het ontwerp voor de BIK de kritiek van economische experts meegenomen
dat een algehele investeringsregeling zelden doeltreffend of doelmatig is, en op welke
manier komt dit terug in de rationale voor en onderbouwing van de BIK?
9.
Zijn er verschillende scenario's voor de inzet van fiscale maatregelen voor het bevorderen
van baanbehoud onderzocht en op welke manier vergelijken deze scenario's zich met
de BIK op het gebied van doeltreffendheid en doelmatigheid? Kan dit onderbouwd worden?
10.
Wat is bekend over de mate waarin de BIK ingezet zal worden door het mkb en de mate
waarin de BIK gebruikt zal worden door grotere bedrijven?
11.
Waarom vraagt het kabinet het parlement een reservering van 300 miljoen euro goed
te keuren, terwijl het parlement zelf nog niet weet of het Solvabiliteitsfonds een
probleem oplost?
12.
Waarom heeft het kabinet er niet voor gekozen eerst de doeltreffendheid en doelmatigheid
van een mogelijk Solvabiliteitsfonds te onderzoeken, alvorens tot een reservering
van 300 miljoen euro over te gaan?
13.
Hoe verhoudt de reservering van 300 miljoen euro voor het Solvabiliteitsfonds zich
met de wettelijke vereisten uit artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016, nu het
kabinet zelf aangeeft dat nog getoetst moet worden of het fonds een probleem oplost?
Vereist een dergelijke reservering juridisch gezien een artikel 3.1-toets?
14.
Kunt u onderbouwen dat de opstelling van het kabinet als stille investeerder inzake
het Solvabiliteitsfonds ervoor zorgt dat de betrokkenheid van de staat bij het Solvabiliteitsfonds
niet gezien zal worden als ongeoorloofde staatssteun?
15.
Welke maatregelen uit de begrotingen hebben specifiek tot doel om de grote vermogensongelijkheid
in Nederland terug te dringen (waarbij de rijkste 1 procent bijna een kwart van het
totale Nederlandse vermogen (exclusief pensioenen) in bezit heeft) en kan onderbouwd
worden wat de doeltreffendheid en de doelmatigheid van deze maatregelen is om de vermogensongelijkheid
terug te dringen?
16.
Welke maatregelen neemt het kabinet met betrekking tot het gegeven dat directeur-grootaandeelhouders
200 miljard euro meer aan vermogen hebben dan initieel werd gedacht en kan, als er
sprake is van maatregelen, de doeltreffendheid en de doelmatigheid onderbouwd worden?
17.
Waarom is ervoor gekozen beleggingen door geleend geld in box 3 niet zwaarder te belasten,
in lijn met het op dit punt eerder aangekondigde plan?
18.
In welke mate is de grondslagverschuiving voor het lage tarief in de vennootschapsbelasting
(vpb) (van 200.000 naar 400.000) een maatregel die gericht is op het mkb? En hoe beziet
het kabinet vanuit dat perspectief dat slechts 5% van het mkb meer winst maakt dan
200.000 euro?
19.
Wat is de doelstelling, de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de grondslagverschuiving
in de vpb?
20.
Kan onderbouwd worden waarom er 680 miljoen euro weggehaald wordt bij de SDE+ voor
andere problemen op de Rijksbegroting en kan onderbouwd worden hoe dit niet ten koste
gaat van de omvang van rijksuitgaven gericht op de verduurzaming van de economie?
21.
Hoe verhoudt de Emission Trading System (ETS)-compensatie van 179 miljoen euro zich
met het uitgangspunt van de ETS, namelijk dat milieuexternaliteiten beprijsd moeten
worden? Kunt u onderbouwen hoe deze compensatie compatibel is met het uitgangspunt
dat de vervuiler betaalt?
22.
Hoe beziet u de doeltreffendheid van een eenmalige vrijstelling van de overdrachtsbelasting
in de context waarin de vraag naar woningen het aanbod overtreft?
23.
Heeft u rekening gehouden met het risico dat, zolang de vraag naar woningen het aanbod
overstijgt, de overdrachtsbelasting die mensen tot 35 jaar nu (eenmalig) niet zullen
betalen, zich alsnog zal vertalen in hogere prijzen voor deze groep?
24.
Hoe beziet u de stelling van de Raad van State dat de eenmalige vrijstelling in de
overdrachtsbelasting haaks staat op de wens om ervoor te zorgen dat starters en doorstromers
minder prikkels hebben om hoge schulden aan te gaan?
25.
Wat zijn de gevolgen voor de huurmarkt en kopers van 35 jaar en ouder van de eenmalige
vrijstelling in de overdrachtsbelasting, en kan het kabinet onderbouwen op welke manier
zij deze gevolgen heeft meegewogen in het besluit tot deze eenmalige vrijstelling?
26.
Wat is de samenhang tussen de eenmalige vrijstelling overdrachtsbelasting en de schenkingsvrijstelling
eigen woning? Hoe werkt de co-existentie van deze maatregel uit voor verschillende
vermogensgroepen? En op welke manier heeft het kabinet deze co-existentie meegenomen
in zijn besluit om een eenmalige vrijstelling in te stellen?
27.
Kunt u de doelmatigheid van de eenmalige vrijstelling in de overdrachtsbelasting onderbouwen
in de context van het gegeven dat afhankelijk van het extra aantal koopstarters, de
kosten van de vrijstelling per starter kunnen oplopen tot boven de 200.000 euro?
28.
Kan een overzicht gegeven worden (incl. bedragen) welke incidentele suppletoire begrotingen
(ISB’s) al zijn verwerkt in de stand Miljoenennota en ontwerpbegrotingen, en welke
daarvan zijn reeds goedgekeurd door beide Kamers?
29.
Is het kabinet van mening dat het voortduren van de coronacrisis op zich geen gegronde
reden is om uitgaven alvast te doen voordat het parlement via een ISB goedkeuring
heeft gegeven, met het beroep op artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet?
30.
Is overwogen, nu de steunpakketten gedurende een langere periode worden toegepast
(zoals aangekondigd bij de presentatie van steunpakket 3.0), ministeriële regelingen
om te zetten in een wet in formele zin, zodat het parlement ten volle gebruik kan
maken van het recht van amendement?
31.
Kan een systematisch cijfermatig overzicht gegeven worden van de (aangekondigde) maatregelen
binnen het Noodpakket Banen en Economie en het Steun- en Herstelpakket?
32.
Op grond van welk criterium worden sommige investeringen tot het steunpakket gerekend
(bijvoorbeeld de investeringen door het naar voren halen van investeringen op het
terrein van bouw en leefomgeving, uit steunpakket 3.0) en andere, in de Miljoenennota
aangekondigde investeringen, zoals de BIK niet?
33.
Wat is de omvang van deze extra investeringen in verhouding tot de reguliere investeringen
in de begroting 2021?
34.
Hoe verklaart u de totale verschillen in coronamaatregelen in de Macro Economische
Verkenningen en de Miljoenennota?
35.
Kunt u een overzicht verstrekken van het totale bedrag aan extra investeringen dat
het kabinet in 2021 mogelijk maakt?
36.
Kunt u een cijfermatig overzicht geven van de manier waarop de maatregelen uit het
Steun- en Herstelpakket hun beslag hebben gekregen in ISB's 2020 dan wel de ontwerpbegrotingen
voor 2021?
37.
Kunt u een overzicht geven van de incidentele suppletoire begrotingen, de eerste suppletoire
begrotingen (bij de Voorjaarsnota) en de begrotingswetten voor 2021 waarin crisismaatregelen
zijn aangekondigd?
38.
Om welke reden is de liquiditeitssteun voor Aruba, Curaçao en Sint-Maarten voor de
derde tranche en later, alsmede voor het jaar 2021 nog niet begroot? Om welke reden
is de voortzetting van de noodhulp aan deze landen in 2021 niet begroot? (p. 34 Miljoenennota
2021; p. 183 e.v. Bijlagenboek Miljoenennota 2021)
39.
Hoe hebben de volgende uitgaven en lastenmaatregelen zich als percentage van het bbp
ontwikkeld met 2017 als basisjaar: onderwijsuitgaven, zorguitgaven, sociale zekerheid,
vermogensbelasting, vpb?
40.
Hoe hoog zijn de totale uitgaven aan personeel in de publieke sector in 2020 en 2021?
41.
Op welke wijze bent u in de Miljoenennota tegemoetgekomen aan de motie-Van Raan (Kamerstuk
35 470, nr. 9) waarin gevraagd wordt om de ontwikkeling van de brede welvaart op te nemen in de
Miljoenennota, wat zou helpen bij de ontkokering van beleidsterreinen? Welke vervolgstappen
bent u voornemens te zetten? Wordt daarbij ook de focus «elders» meegenomen?
42.
Hoe hebben de gemiddelde zorguitgaven zich per volwassene per jaar ontwikkeld sinds
2017 tot en met 2021?
43.
Wordt het plan van aanpak van de Planbureaus over de relaties tussen verschillende
aspecten van welvaart dat eind dit jaar verschijnt ook naar de Kamer gestuurd (Kamerstuk
34 298, nr. 31)?
44.
Hoe hebben de gemiddelde huuruitgaven zich per volwassene per jaar ontwikkeld sinds
2017 tot en met 2021?
45.
Hoe ziet tabel 4 van de startnota met het inkomstenkader van 2018–2021 er nu uit?
46.
Waarom acht u het niet mogelijk om een uitputtend beeld van brede welvaart op te nemen
in de begrotingssystematiek?
47.
In hoeverre bent u voornemens om de mogelijkheden voor het opnemen van brede welvaart
in de begrotingssystematiek verder te onderzoeken, mede op basis van het te verschijnen
plan van aanpak van de Planbureaus?
48.
Heeft het kabinet overwogen om concrete doelen te stellen op het gebied van de immateriële
gevolgen van de coronacrisis en het crisisbeleid, in de geest van bredewelvaartsindicatoren,
gelet op de toezegging van de Staatssecretaris van BZK in het Verantwoordingsdebat
over het jaar 2019?
49.
Bent u bereid om voor het komende begrotingsjaar alsnog concrete (bredewelvaarts)doelstellingen
te definiëren gericht op de immateriële gevolgen van de coronacrisis en het crisisbeleid
en daarover op Verantwoordingsdag te rapporteren?
50.
Op welke manier is opvolging gegeven aan de toezegging gedaan in het Verantwoordingsdebat
over het jaar 2019 om na de zomer met een strategie te komen voor de evaluatie van
de steunpakketten? En hoe ziet deze strategie eruit?
51.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de toezegging gedaan bij het Verantwoordingsdebat
om de Kamer nader te informeren over het gegeven dat de Minister de aanbeveling van
de Algemene Rekenkamer om tot aanpassing van artikel 4.7 van de Comptabiliteitswet
te komen, zal bestuderen?
52.
Wat betekent de daling van de zorguitgaven 2021–2024 ten opzichte van de stand ontwerpbegroting
2020 als gevolg van de aanpassing raming loon- en prijsbijstelling 2021–2024 concreet
voor de salarissen van zorgmedewerkers in 2021 en wat is het gevolg van de stijgende
pensioenpremies voor zorgmedewerkers voor het nettoloon?
53.
Hoeveel is er nu in totaal geïnvesteerd sinds de start van Rutte III in onderwijs?
(Regeerakkoord plus aanvullende intensiveringen)
54.
Hoeveel is er nu in totaal geïnvesteerd sinds de start van Rutte III in de zorg? (Regeerakkoord
plus aanvullende intensiveringen)
55.
Hoeveel is er nu in totaal geïnvesteerd sinds de start van Rutte III in veiligheid?
(Regeerakkoord plus aanvullende intensiveringen)
56.
Hoeveel is er nu in totaal geïnvesteerd sinds de start van Rutte III in defensie?
(Regeerakkoord plus aanvullende intensiveringen)
57.
Hoeveel kost het verlengen van het totale huidige steunpakket met een maand? Hoeveel
kost dit per regeling?
58.
Met hoeveel is de arbeidskorting toegenomen voor een modaal inkomen sinds de start
van Rutte I? Hoeveel is er in totaal door de kabinetten Rutte geïntensiveerd in de
arbeidskorting?
59.
Hoeveel is een modaal inkomen minder aan inkomstenbelasting gaan betalen vanwege het
regeerakkoord en aanvullend beleid van het kabinet? Kan een uitsplitsing gegeven worden
mét maatregelen van het kabinet en zonder?
60.
Kunt u de gemiddelde prijzen weergeven voor elektriciteit en gas (incl. energiebelasting)
voor de periode 2010–2020? Kunt u dit per onderdeel uitsplitsen?
61.
Kan het feitelijk EMU-saldo (reeks uit tabel 1.3.1, absoluut en procentueel) gegeven
worden voor de komende jaren bij een 1 procentpunt hogere of lagere groei?
62.
Met hoeveel zijn de huurprijzen de afgelopen tien jaar (2010–2020) gestegen? Kunt
u dit per onderdeel uitsplitsen?
63.
Hoeveel heeft Nederland in de afgelopen 10 jaar (2010–2020) uitgegeven aan ontwikkelingshulp?
Kunt u dit per onderdeel uitsplitsen?
64.
Hoeveel geeft Nederland per saldo uit aan de EU in de periode 2020–2025 Kunt u dit
uitsplitsen naar jaar, BNI-afdracht, BTW-afdracht, landbouwheffingen en invoerrechten,
perceptiekostenvergoeding en overige inkomsten?
65.
Kunt u per branche aangeven met hoeveel de omzet is gedaald als gevolg van de coronacrisis?
66.
Is het mogelijk om de volledige staatsschuld te herfinancieren tegen een negatieve
rente? Hoeveel besparen we dan op de rente-uitgaven van de staatsschuld?
67.
Hoeveel moeten zzp’ers dit jaar en volgend jaar inleveren?
68.
Wat is aandeel van niet-westerse allochtonen in de sociale verzekeringen en uitkeringen
in 2020 en 2021? Kunt u dit per onderdeel uitsplitsen?
69.
Wat is het aandeel van niet-westerse allochtonen in de bijdrage aan de sociale verzekeringen/premies
in 2020 en 2021?
70.
Met hoeveel miljard zijn de lasten verhoogd/verlaagd in de periode 2010–2021? Kunt
u dit per jaar uitsplitsen en uitsplitsen naar gezinnen en bedrijven?
71.
Hoeveel is er in de periode 2010–2021 omgebogen? Kunt u dit per jaar uitsplitsen?
72.
Kunt u aangeven hoeveel er in de jaren 2018 t/m 2021 uitgegeven is/wordt aan werkloosheids-,
bijstands-, arbeidsongeschiktheids- en AOW-uitkeringen? Kunt u dit per onderdeel uitsplitsen?
73.
Hoeveel investeert het kabinet in de publieke sector? Kunt u hierbij ook aangeven
waarin het kabinet investeert en de bijbehorende bedragen vermelden?
74.
Kunt u voor de periode 2010–2021 per jaar aangeven met hoeveel de zorgpremie en het
eigen risico zijn gestegen/zullen stijgen?
75.
Hoeveel levert het de staat op wanneer salarissen van politici met tien procent worden
verlaagd?
76.
Hoeveel levert het de staat op wanneer de wachtgeldregeling wordt afgeschaft?
77.
Hoeveel levert het de staat op wanneer de reis- en verblijfkostenregeling voor politici
wordt afgeschaft?
78.
Hoeveel zou het opleveren wanneer de leden van het koninklijk huis zelf hun privékosten
gaan betalen?
79.
Hoeveel zou het opleveren wanneer de leden van het koninklijk huis inkomstenbelasting
gaan betalen?
80.
Hoeveel zou het opleveren wanneer het inkomen van de Koning wordt gelijkgesteld aan
dat van de premier?
81.
Hoeveel levert het de staat op wanneer de renteaftrek voor bedrijven op 20 procent
wordt gemaximeerd? En hoeveel wanneer deze op 10 procent wordt gemaximeerd? En hoeveel
als deze wordt afgeschaft?
82.
Hoeveel levert een procentuele verhoging van de dividendbelasting op? Waarom staat
dit niet in de sleuteltabel?
83.
Wat zou het opleveren om leningen uit de eigen vennootschap volledig te belasten?
84.
Hoeveel zou het opleveren wanneer iedere vorm van subsidie wordt afgeschaft die nu
naar biomassa en niet-duurzame energie gaat?
85.
Hoeveel vennootschappen zijn er in Nederland die werkgelegenheid bieden aan 100 medewerkers
of meer?
86.
Hoeveel kost het om alle thuiswonende studenten te compenseren voor de studieschuld
die zij hebben opgelopen als gevolg van het leenstelsel?
87.
Wat kost het om alle studenten die onder het leenstelsel vallen met terugwerkende
kracht een thuiswonende basisbeurs toe te kennen?
88.
Hoe hebben de zorgpremies zich de laatste jaren ontwikkeld ten opzichte van de geraamde
premiestijging? Hoeveel verschil zat er de laatste 10 jaar tussen?
89.
Kan het budget voor ontwikkelingssamenwerking tot en met 2025 gegeven worden? Welk
percentage van het bbp is dit? Kan het verschil ten opzichte van deze reeks zoals
die voor corona geraamd werd (bijvoorbeeld bij Miljoenennota 2020) gegeven worden?
90.
Wat kost het om de compensatie die studenten in het mbo, hbo en wo ontvangen als gevolg
van studievertraging vanwege COVID-19 als ze afstuderen tussen september en januari
uit te breiden naar alle studenten mbo, hbo en wo, ongeacht of er sprake is van studievertraging
of studiejaar?
91.
Welke positieve en negatieve effecten heeft de coronacrisis voor de Zorgverzekeringswet?
92.
Hoeveel kost het om de btw op groente en fruit te verlagen naar zes procent? En hoeveel
om dit te verlagen naar nul procent?
93.
Wat kost de verlaging van de pensioenleeftijd naar 65 jaar, zowel volgend jaar als
structureel?
94.
Welke positieve en negatieve effecten heeft de coronacrisis voor de Wet langdurige
zorg?
95.
Hoeveel belastinginkomsten levert het op wanneer de rekenrente van pensioenfondsen
naar de gemiddelde rente van de afgelopen vijf jaar wordt gebracht?
96.
Is er een meevaller door verminderde zorgvraag door corona?
97.
Hoeveel kost het schrappen van de RVU-heffing op vroegpensioen?
98.
Hoeveel kost het om de kinderopvang drie dagen gratis te maken voor kinderen vanaf
2,5 jaar?
99.
Hoeveel kost het om de klassen te verkleinen tot maximaal 23 kinderen?
100.
Hoeveel kost het om de studiebeurs te herintroduceren (inclusief indexatie)?
101.
In welke mate is er sprake van een structureel effect van corona op de zorgvraag?
102.
Hoeveel levert het op wanneer de hypotheekrenteaftrek wordt afgetopt op 350.000 euro?
En op 400.000 euro? En op 500.000 euro?
103.
Hoeveel kost het afschaffen van de vpb voor woningcorporaties?
104.
Hoeveel levert het op wanneer de eigen woning in box 3 wordt geplaatst met een vrijstelling
van 5 ton eigenwoningschuld?
105.
Wat is de invloed van de gebruikte systematiek van loon- en prijsbijstelling op de
onderschrijding?
106.
Hoe heeft de inkomensongelijkheid zich gedurende deze kabinetsperiode ontwikkeld?
107.
Hoe komt het dat er een neerwaartse aanpassing is van het plafond voor het kader Zorg
voor 2021, terwijl er sprake is van een structurele stijging van de zorgkosten?
108.
Hoe heeft de vermogensongelijkheid zich gedurende deze kabinetsperiode ontwikkeld?
109.
Hoe hebben zich sinds 2012 jaarlijks de lasten voor het bedrijfsleven ontwikkeld?
110.
Hoe heeft de arbeidsinkomensquote zich gedurende deze kabinetsperiode ontwikkeld?
111.
Kunt u de cumulatieve koopkrachtgroei van de verschillende inkomensgroepen gedurende
de kabinetsperiode weergeven?
112.
Wat is sinds 2012 jaarlijks de bijdrage van het bedrijfsleven geweest aan de inkomsten
van de overheid?
113.
Hoe heeft zich de werkgelegenheid ontwikkeld in de marktsector sinds 2012?
114.
Hoe is de ontwikkeling van het aantal fte in de zorg sinds 2012?
115.
Wat zijn omgerekend de kosten voor een bewoner in een verpleeghuis sinds 2012?
116.
Hoeveel fte zijn er werkzaam in de verpleeghuissector sinds 2012?
117.
Hoe heeft de marginale lastendruk zich ontwikkeld sinds 2012 voor tweeverdieners waarvan
het hoofdinkomen een modaal inkomen heeft en de partner half-modaal verdient?
118.
Hoe heeft de marginale lastendruk zich ontwikkeld sinds 2012 voor een eenverdiener
met een modaal inkomen?
119.
Wat is de ontwikkeling geweest van de micro-lastenontwikkeling sinds 2012 voor tweeverdieners
waarvan het hoofdinkomen een modaal inkomen heeft en de partner half-modaal verdient?
120.
Wat is de ontwikkeling geweest van de micro-lastenontwikkeling sinds 2012 voor een
eenverdiener met een modaal inkomen?
121.
Op welke wijze wordt de arbeidsproductiviteit berekend van een medewerker in de langdurige
zorg?
122.
Op welke wijze wordt de arbeidsproductiviteit berekend van een medewerker in het primair
onderwijs?
123.
Wat is het gemiddeld aantal uren dat een onderwijzer in het primair onderwijs voor
de klas staat sinds 2012?
124.
Wat is het effect geweest van de loonsverhogingen in het primair onderwijs op het
aantal gewerkte uren per leerkracht?
125.
Hoe vaak is het bedrag aan buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking (BHOS)
de laatste 5 jaar opwaarts aangepast omdat de economie sneller groeide dan voorzien?
126.
Welk percentage van de uitgaven aan BHOS is gericht op ondersteuning van de volksgezondheid
in donorlanden?
127.
Welk percentage van de uitgaven aan BHOS is gericht op versterking van de positie
van de vrouw in donorlanden?
128.
Welk effect zou het (tijdelijk) verlagen van de Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof)-premie
ten bedrage van 4 miljard euro in plaats van het instellen van de BIK hebben op werkgelegenheid
en investeringsruimte bij bedrijven?
129.
Zijn de inkomsten en uitgaven, zonder daarin de overheidsinkomsten- en lasten in relatie
tot de coronapandemie mee te nemen, nog in lijn met de afspraken in het regeerakkoord?
130.
Hoe hebben het structureel saldo, begrotingstekort en de staatsschuld zich in 2020
en 2021 ontwikkeld als je de inkomsten en lasten in verband met de coronapandemie
buiten beschouwing laat?
131.
Welke opties verkent u om de brede welvaart meer in de beleidscyclus in te brengen?
132.
Zijn de effecten van de Wet excessief lenen meegenomen in de Miljoenennota? Wat zou
het effect hiervan zijn op de koopkracht van aanmerkelijkbelanghuishoudens?
133.
Kunt in een tabel per ministerie per jaar en per afzonderlijke kostenpost uitsplitsen
welke kosten elk ministerie heeft gemaakt ten behoeve van (leden van) het Koninklijk
Huis in 2018 en 2019? En welk bedrag is hiervoor precies per ministerie en per kostenpost
gereserveerd in de begroting van 2020?
134.
Heeft de regering overwogen de WW-uitkering anticyclisch in te richten zodat, zoals
nu wel het geval is, de meest kwetsbare groepen in de arbeidsmarkt meer worden beschermd
voor de gevolgen van de coronacrisis?
135.
Wat gaat de regering op de lange termijn doen voor de ongelijkheden in de arbeidsmarkt
die door de coronacrisis zijn blootgelegd, zoals tevens blijkt uit hoofdstuk 1.2 van
de MEV?
136.
Welke structurele veranderingen zijn er nodig in de arbeidsmarkt om de ongelijkheid
op de arbeidsmarkt aan te pakken en hoe wordt de diepe breuklijn tussen mensen met
veel en weinig baan- en inkomenszekerheid teruggedrongen?
137.
Wanneer kan de wet tegen discriminatie in sollicitatieprocedures worden verwacht,
aangezien de crisis ook de effecten van discriminatie kan versterken?
138.
Wat doet de regering om het gebrek aan kennismigranten als gevolg van de coronacrisis
op te vangen?
139.
Wat voorkomt dat we in toekomstige besluitvorming te veel focus leggen op koopkrachtcijfers
en welke alternatieven bestaan daarvoor?
140.
Kunt u een overzicht verstrekken van de totale lastenontwikkeling voor bedrijven en
burgers?
141.
Kunt u een uitputtend overzicht geven van de maatregelen die dit kabinet heeft genomen
om belastingontwijking- en ontduiking aan te pakken?
142.
Kunt u een actualisatie geven van de bovenste tabel op p. 5–6 van Kamerstuk 35 300, nr. 46 zoals op 27 september naar de Kamer verstuurd? (Het betreft een overzicht van de
beleidsmatige lastenontwikkeling gedurende deze kabinetsperiode, uitgesplitst naar
burgers en bedrijven, en onderverdeeld naar het basispad, zorgpremies en compensatie,
het regeerakkoord, veranderingen daarna en het totaal aan kabinetsbeleid.)
143.
Beschikt u reeds over een scenario voor het bijstellen van verschillende begrotingen
voor het geval een tweede golf zich aandient?
144.
Bij welke epidemiologische en/of economische parameters is het moment aangebroken
dat de huidige begroting, volgens de woorden van de Minister van Financiën zelf, de
prullenbak in kan omdat er sprake is van een tweede golf?
145.
Kunt u een toelichting geven op de drie belangrijkste factoren die hebben bijgedragen
aan de verslechtering van het houdbaarheidssaldo?
146.
Kunt u inzicht geven in hoeverre de verslechtering van het structurele EMU-saldo in
2025 en het houdbaarheidssaldo veroorzaakt wordt door verslechterde economische omstandigheden,
door extra structurele uitgaven, of door corona-gerelateerde uitgaven?
147.
Waarom heeft het kabinet ervoor gekozen de uitgaven vanwege corona en daarmee samenhangende
steunmaatregelen niet separaat naast de uitgavenkaders te presenteren?
148.
Waarom is ervoor gekozen een asymmetrie te hanteren, waarbij aan de inkomstenkant
de fiscale coronamaatregelen in een apart inkomstenkader zijn geplaatst, terwijl de
uitgavenkaders wel zijn aangepast voor de noodpakketten?
149.
Waarom wordt de bezuiniging van 110 miljoen euro op de begroting van BHOS pas ingevuld
bij de Voorjaarsnota?
150.
Hoe kijkt u aan tegen het advies van de Raad van State om elementen van een kapitaaldienst
(of baten-lastendienst) in de begrotingssystematiek en het begrotingsbeleid te incorporeren?
Bent u van mening dat dit in de komende jaren, nu grote investeringen zijn voorzien,
een toegevoegde waarde kan hebben zoals de Raad van State suggereert in zijn advies
bij de Miljoenennota (p. 11)?
151.
Kunt u het onderdeel «overig» uit de uitgavenmaatregelen uitsplitsen (18,8 miljard
euro)? Kan dit per jaar, per maatregel en per bijbehorend bedrag?
152.
Kunt u het onderdeel «fiscale maatregelen» uit de uitgavenmaatregelen uitsplitsen
(4,4 miljard euro)? Kan dit per jaar, per maatregel en per bijbehorend bedrag?
153.
Wat is de onderverdeling van de 45,9 miljard euro uitgavenmaatregelen voor de steunpakketten
1, 2 en 3? In hoeverre is het voor de pakketten 1 en 2 op basis van ramingen? Of is
het op basis van daadwerkelijke uitgaven? Kan een overzicht worden gegeven van de
daadwerkelijke uitgaven voor de pakketten 1 en 2 ten opzichte van de ramingen?
154.
Kunnen de kosten hier verder uitgesplitst worden per kostencategorie? Kunnen bijvoorbeeld
de kosten voor het uitstel van de belastingen verder uitgesplitst worden?
155.
Kan een overzicht worden gegeven van het gebruik van de verschillende garanties? En
ook van de effecten van de garanties?
156.
Wat zijn de rentelasten op de uitgavenmaatregelen?
157.
Wat is de bijdrage van Nederland in de garanties en financiering van de noodmaatregelen
van de Europese Unie?
158.
Welke gevolgen kan het toenemende verschil tussen het hoge en lage vpb-tarief hebben
voor de structuur van bedrijven? Zijn er risico's dat bedrijven zich vaker zullen
opknippen in kleinere bv's? Welke indicatoren kunnen behulpzaam zijn om deze mogelijke
gevolgen te monitoren?
159.
Waarom wordt hier specifiek gesproken over belasting multinationals, want in Nederland
hebben we daar toch geen specifieke belasting voor?
160.
Op welke manieren probeert het kabinet meer investeringen in Research & Development
(R&D), innovatie en kennisontwikkeling te stimuleren en waarom op deze manier(en)?
161.
Kunnen de Gini-coëfficiënten van alle Europese landen gegeven worden?
162.
Kan het effect van het meerekenen van de pensioenvermogens op de vermogensongelijkheid
gekwantificeerd worden?
163.
Kan bij benadering een schatting gegeven worden hoe groot de economische schade (in
bbp-krimp) geweest was als het kabinet geen steunpakketten had opgezet?
164.
Wat wordt gezien als een acceptabel percentage tot waar de overheidsschuld kan stijgen
in de crisis?
165.
Kan de mutatie in de collectieve lastenquote verder uitgesplitst worden? Welk deel
komt door het noemereffect? Welk deel van de mutatie is «beleidsmatig»?
166.
Klopt het dat de overheidsschuld en het begrotingstekort de komende jaren alleen maar
zullen stijgen? Kunt u meer toelichting geven waarom deze schuld de komende jaren
alleen maar zal stijgen en wanneer weer zal worden begonnen met het afbouwen van de
schuld?
167.
Welke afstand tot de begrotingsnormen hanteert het kabinet in de huidige crisistijd?
Welke normen wilt u aanhouden in het geval van een tweede golf?
168.
Wat wordt gezien als een goed moment voor terugkeer naar de begrotingsdiscipline,
indachtig de uitspraak van Commissievoorzitter Von der Leyen, die heeft aangegeven
dat dit niet het moment voor begrotingsdiscipline is of zelfs voor gesprekken over
tijdschema’s voor een terugkeer naar begrotingsdiscipline?
169.
Wat is het effect van een negatievere bbp-raming op het EMU-saldo? Met hoeveel muteert
het EMU-saldo wanneer de bbp-groei 1 procentpunt hoger of lager uitvalt? Hoe werkt
dit door in de jaren daarna?
170.
Kunnen alle (significante) door dit kabinet ingevoerde beleidswijzigingen die een
effect hebben op de belastingafdracht van grote bedrijven gegeven worden, en hun beleidsmatige
effect op de lasten? Wat is het totaal aan mutaties?
171.
Wat is de oorzaak dat het overheidssaldo in 2021 een groter tekort laat zien naar
verwachting dan in Duitsland, Denemarken, Finland, België en Frankrijk?
172.
Kan daar een overzicht worden gegeven (ten opzichte van de raming) van de harder dan
eerder verwacht stijgende uitgaven aan langdurige zorg? Wat zijn daarvan de oorzaken?
173.
Welke strategie of scenario’s zijn er voor het in de toekomst weer afbouwen van alle
garanties?
174.
Wat doet de regering om ervoor te zorgen dat zij niet in het scenario terechtkomt
van een «Europese Schuldencrisis, waarin de staatsschuld enorm toeneemt?
175.
Voor welke garanties is de gevraagde premie niet kostendekkend? Voor welke garanties
wordt er geen enkele premie gevraagd?
176.
Hoe hoog zijn de internationaal uitstaande risicogaranties in 2008 en in 2020?
177.
Is er een onderscheid te maken tussen garanties met een hoog en een laag risico? Zo
ja, wordt er binnen de begroting in geval van een hoog risico gerekend met een hogere
reservering/afschrijving?
178.
Wat is de reden dat na 2016 de uitstaande risicogaranties weer zijn opgelopen?
179.
Waarom zijn er aan de steun aan medeoverheden in het kader van de coronacrisis geen
voorwaarden gesteld, bijvoorbeeld aan de stijging van de lokale lasten en/of aan ondersteunend
beleid voor ondernemers?
180.
Wat is de verwachting van de inkomsten van het Rijk door de opschalingskorting tussen
2022–2025?
181.
Beïnvloedt de tijdelijke ondersteuning van gemeenten (reële compensatie en incidenteel
schrappen van de oploop van de opschalingskorting) ook de structurele tekorten bij
gemeenten?
182.
Hoe stelt u zich er zeker van dat het budget voor de BIK (2 miljard euro) niet wordt
overschreden?
183.
Kunt u garanderen dat de BIK het bedrag van 2 miljard euro niet overschrijdt?
184.
Kunt u een vergelijkend overzicht van de BIK en de WIR verstrekken?
185.
In hoeverre bent u met de BIK beter in staat oneigenlijk gebruik tegen te gaan, hetgeen
bij de WIR niet is gelukt?
186.
Kunt u het budgettaire beslag van de WIR in de loop der jaren schetsen?
187.
Welk percentage van de uitgaven aan de WIR is te wijten aan oneigenlijk gebruik?
188.
Klopt het dat structureel 2 miljard euro per jaar wordt ingeboekt voor de BIK-regeling,
terwijl deze een looptijd van twee jaar heeft? Zo ja, waarvoor worden de middelen
na twee jaar ingezet?
189.
Leidt de BIK per definitie tot meer werkgelegenheid als deze niet wordt gekoppeld
aan het aannemen van werknemers?
190.
Zijn ten aanzien van de BIK de effecten van de verlaging van de loonheffing op de
belastbare winst in de vennootschapsbelasting meegenomen in de budgettering?
191.
Kunt u een kwantitatieve inschatting maken van de economische effecten van de BIK
in termen van economische groei, investeringen en werkgelegenheid, absoluut en relatief
aan de vpb-tariefsverlaging?
192.
Waarom zijn er niet meer investeringen naar voren gehaald bij de ministeries van I&W,
BZK en Defensie? Waarom was dit niet mogelijk? Kan een overzicht worden gegeven van
de investeringen die naar voren gehaald worden?
193.
Hoe is het verschil te verklaren tussen het staafdiagram over de noodpakketten in
verschillende landen als percentage van het bbp op deze pagina en die op pagina 10
van de MEV? Waarom is Griekenland weggelaten op pagina 36? Hoe kan het dat Griekenland
zo’n enorm steunpakket heeft neergezet?
194.
Hoe verhouden de cijfers in figuur 2.1.2 zich tot het gegeven dat ruim 30 miljard
euro is uitgegeven aan noodmaatregelen tijdens de kredietcrisis?
195.
Welke landen hebben als onderdeel van hun noodpakket de btw (tijdelijk) verlaagd?
196.
Wat zou de budgettaire invloed zijn van een tijdelijke verlaging van de btw zoals
in Duitsland, bijvoorbeeld met 2 procent? Wat zou de invloed zijn van een tijdelijke
verlaging van de btw met 2 procent op de koopkracht?
197.
Welke landen hebben als onderdeel van het noodpakket incidentele maatregelen genomen
waardoor huishoudens direct meer te besteden hebben?
198.
Zijn er landen die als onderdeel van het noodpakket directe inkomensondersteuning
hebben gegeven aan gezinnen? Zo ja, welke landen?
199.
Hoe ziet het aflossingsschema van het Europese coronaherstelfonds eruit? Dus van het
giftendeel (390 miljard euro), het leningendeel (360 miljard euro) en het SURE-instrument
(100 miljard euro)? Hoe hoog is de rente? Welk deel wordt betaald uit de plastictaks
en/of andere taksen (nieuwe eigen middelen)?
200.
Kunt een overzicht geven van hoeveel de lidstaten uit het giftendeel (390 miljard
euro), het leningendeel (360 miljard euro) en SURE (100 miljard euro) kunnen ontvangen?
Kunt u dit per onderdeel uitsplitsen? Indien het nog niet mogelijk is om deze uitsplitsing
te geven, kunt u dan een indicatie geven?
201.
Kunt u per lidstaat aangeven wat de bijdrage is aan het nieuwe meerjarig financieel
kader (MFK) 2021–2027 en wat het aandeel is (percentage) hierin? Kunt u dit per onderdeel
uitsplitsen? Indien het nog niet mogelijk is om deze uitsplitsing te geven, kunt u
dan een indicatie geven?
202.
Klopt het dat Nederland gedurende 30 jaar ongeveer een miljard euro per jaar extra
moet afdragen aan de EU als gevolg van het Europese coronaherstelfonds? Zo ja, welke
berekening hierbij is gemaakt om op dit bedrag uit te komen? Zo nee, hoeveel gaat
het Europese coronaherstelfonds Nederland dan kosten?
203.
Welke onderzoeken, met welke onderzoeksvraag en welke onderzoeksopzet heeft het kabinet
uitgezet m.b.t. de vormgeving van een verdere beperking van de renteaftrek in de vpb?
204.
Zijn er EU-lidstaten die de lasten voor bedrijven gaan verhogen per 1 januari 2021?
205.
Kennen landen als Duitsland, België, Frankrijk en Denemarken vrijstellingen van belastingheffing
op vermogen? Zo ja, hoe zien die eruit?
206.
Wat zijn de effecten op zelfstandigen van het verlagen van de zelfstandigenaftrek
in samenhang met verlaging van het percentage waartegen dit bedrag kan worden afgetrokken?
Worden deze effecten volledig gecompenseerd door de aanpassing van de arbeidskorting?
207.
Wat zijn de effecten voor het mkb en voor grotere ondernemingen van het verlengen
van de eerste schijf in de Vennootschapsbelasting? En hoe beïnvloedt dit werkgelegenheid?
208.
Kan er een overzicht gemaakt worden met alle maatregelen die dit kabinet neemt die
direct of indirect de hoogte van de verhuurderheffing raken met bijbehorend budgettair
effect en of ze structureel worden doorgevoerd?
209.
Wat is de netto korting op de verhuurderheffing die woningcorporaties komend jaar
tegemoet zien?
210.
Hoe wordt de kaspositie van woningcorporaties beïnvloed door de maatregelen die dit
kabinet neemt? Kan er een overzicht gemaakt worden welke woningcorporaties een positief
en negatief effect verwachten op hun kaspositie door de voorgestelde maatregelen?
211.
Hoeveel gaan woningcorporaties er netto op vooruit door de voorgestelde maatregelen
(inclusief veranderingen verhuurderheffing, verplichte huurverlaging en compenserende
maatregelen)?
212.
Waarom loopt het budgettair beslag van de verhuurderheffing voor komend jaar terug
om in 2022 weer op te lopen? Is dit het gevolg van tijdelijke maatregelen? Zo ja,
welke zijn dat en wat is hun budgettair beslag?
213.
Heeft de verruiming van de koppeling gewerkte uren in de kinderopvangtoeslag een arbeidsaanbodversterkend
of -verkrappend effect?
214.
Wat is het effect op de last voor woningcorporaties als gevolg van de verlaging van
de verhuurderheffing in combinatie met de verlaging van de huurprijzen voor huurders?
215.
Wat is het effect van het verhogen van de 8 procent overdrachtsbelasting voor beleggers
en de ontwikkeling van nieuwbouw?
216.
Kunt u aangeven hoeveel het kabinet in de periode 2020 t/m 2025 uitgeeft aan klimaat
en de energietransitie? Kunt u dit per jaar en per bedrag uitsplitsen?
217.
Waarom moeten de tegenvallers op de OCW-begroting niet conform de begrotingsregels
binnen het ministerie zelf opgelost worden?
218.
Wat is de ontwikkeling van de gasbaten voor de Nederlandse overheid sinds 2012?
219.
Hoeveel jongeren onder de 18 jaar kent Nederland sinds 2015?
220.
Hoeveel jongeren doen een beroep op de Jeugdzorg sinds 2015?
221.
Hoe hoog waren de uitgaven macro aan de Jeugdzorg in 2012, 2013 en 2014?
222.
Kunt u nader verduidelijken waar het Bedrijvenpakket uit bestaat?
223.
Kunt u de bedragen die voor de periode 2020–2025 gereserveerd zijn voor «capaciteit
justitiële en asielketen» uitsplitsen in capaciteit asielketen? Hoeveel geeft het
kabinet dus per jaar uit aan capaciteit asielketen in de periode 2020–2025?
224.
Hoeveel geeft het kabinet in 2020 en 2021 uit aan asiel? Kunt u dit per departement
uitsplitsen?
225.
Wat zijn de rentelasten van het Nationaal Groeifonds? Hoe wordt dit geld «aangetrokken»
c.q. geleend? Gaat dit op basis van de prognose van de daadwerkelijke verplichtingen
en/of uitgaven, of op een ander manier? Hoe is het kastritme van het Nationaal Groeifonds
bepaald?
226.
Kunt u de bedragen voor «Toeslagen (compensatie ouders)» uit tabel 2.2.1 voor elk
jaar uitsplitsen naar uitvoeringskosten (totaal 110 miljoen) en compensatie ouders
(390 miljoen)?
227.
Kunt u aangeven hoeveel ouders het kabinet verwacht te compenseren in 2020, 2021 en
in 2022 met deze bedragen?
228.
Kan het verschil tussen de kasreeks en de verplichtingen reeks uitgelegd worden?
229.
Wat betekent een stijging van de bijstand met 10% in 2020 voor de uitgaven van het
Rijk in 2020?
230.
Betekent voor een kleine gemeente waarvan het geld voor de bijstand verdeeld wordt
op basis van historie dat ze twee jaar lang moeten interen op reserves om de bijstandsuitgaven
te betalen?
231.
Wat zou ervoor nodig zijn om de systematiek van de automatische stijging van de zorgkosten
te vervangen door de systematiek die op andere beleidsterreinen wordt toegepast?
232.
Hoeveel financiële middelen hebben gemeenten in totaal erbij gekregen gedurende deze
kabinetsperiode? Wat is het totaal van structurele middelen (bijvoorbeeld volgend
uit trap-op-trap-af) en incidentele middelen (zoals de steunpakketten)?
233.
Wat zijn de kosten van het traject Werk aan Uitvoering (graag uitgesplitst)? Op welke
wijze zijn burgers en ondernemers die gebruikmaken van de dienstverlening van de overheid
betrokken bij het traject?
234.
Hoe is de 9,8 miljard euro aan misgelopen inkomsten vanwege een economische terugval
opgebouwd? Kunt u dit toelichten/uitsplitsen?
235.
Hoeveel loopt het kabinet in 2020 en 2021 mis aan inkomsten en wat zijn de oorzaken
hiervan? Kunt u dit per jaar, per oorzaak en per bijbehorend bedrag uitsplitsen?
236.
Hoe kan het dat in tijden van economische recessie de belasting- en premieontvangsten
in 2021 toenemen met ongeveer 10,1 miljard euro? Welk deel daarvan heeft betrekking
op terugbetaling van belastinguitstel 2020? In hoeverre is het mogelijk om ook in
2021 nog een coronareserve te vormen ten laste van 2020?
237.
Kan een totaaloverzicht worden gegeven van de kosten (uitgaven) en opbrengsten (inkomsten)
van de omvorming van ProRail tot een zelfstandig bestuursorgaan? Hoe is de 7,1 miljard
euro opgebouwd? Waarom zijn er enkel incidentele gevolgen? Wat zijn de structurele
gevolgen? Kan gegarandeerd worden dat het budgettair neutraal is? Hoe wordt daarover
aan de Tweede Kamer gerapporteerd?
238.
Kunnen de maatregelen die onderliggend zijn aan het basispad (de 10 miljard euro)
gegeven worden?
239.
Hoe ontwikkelt zich de collectieve lastendruk bij ongewijzigd beleid tussen 2022–2025?
240.
Wat is de oorzaak van een eventuele stijging van de collectieve lastendruk na 2022?
241.
Hoe en op welke basis is de belastingaftrek van 2 miljard euro op de loonsom bepaald
dan wel vastgesteld (BIK)?
242.
In hoeverre wordt bij de BIK getoetst of een bepaalde investering rechtstreeks gekoppeld
is aan het behoud dan wel creatie van banen?
243.
Hoe wordt concreet getoetst welke samenhang er bestaat tussen banen en investeringen?
244.
Hoeveel economische groei en banen levert de BIK op?
245.
Waarom staan er voor de CO2-heffing geen bedragen gereserveerd, terwijl de beoogde ingangsdatum 1 januari 2021
is? Vanaf welke ingangsdatum gaat de CO2-heffing wel belastinginkomsten genereren en hoeveel bedragen deze belastingopbrengsten
dan?
246.
Hoeveel gaat de CO2-heffing de schatkist opleveren?
247.
Is de verwachting om op 1 januari 2021 de vliegbelasting in te voeren, gezien de grote
impact van corona op de vliegsector, nog wel reëel te noemen? Zo ja, waarom wel? Zo
nee, waarom niet?
248.
Kan naast de staafdiagram van de private schulden een staafdiagram worden opgenomen
voor het privaat vermogen (bijvoorbeeld in huis of pensioen)?
249.
Wanneer komt de Studiegroep Begrotingsruimte met het eindadvies en kan de studiegroep
ook ingaan op mogelijke begrotingsregels ten aanzien van het Nationaal Groeifonds?
250.
Op welke manier houdt het kabinet bij het beter in evenwicht brengen van vreemd en
eigen vermogen ook de huidige liquide positie van ondernemingen na de zware coronaklap
in overweging?
251.
Welke van de door het CPB genoemde vormen van ongelijkheid die volgens het CPB worden
verergerd gaat u aanpakken? Hoe gaat u dat doen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.L. Geurts, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.