Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden voor de 75e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties
2020D35685 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de Inzet van Nederland voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties
(AVVN) (Kamerstuk 26 150, nr. 186)
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De adjunct-griffier van de commissie, Reinders
Inhoudsopgave
blz.
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II.
Antwoord/Reactie van de Minister
21
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voorgenomen
Nederlandse inzet voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN), alsmede
de Kabinetsreactie op het advies van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke
vraagstukken (CAVV) over de bescherming van het milieu in relatie tot gewapend conflict.
Zij hebben de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie steunen de inzet van het kabinet inzake het bevorderen
van multilateralisme: om het Nederlands belang te behartigen is het van groot belang
actief te participeren in multilaterale organisaties zoals de Verenigde Naties (VN)
en daarbij ook onze mondiale verantwoordelijkheid te nemen, zoals wij die met anderen
moeten uitoefenen en daar ook anderen op moeten aanspreken. De leden van de VVD-fractie
constateren dat het multilateralisme momenteel sterk onder druk staat en pleiten daarom
voor een actieve Nederlandse inzet, en daarbij voor een focus, zowel van Nederland
als van de Verenigde Naties, op beleidsterreinen en daden waar concrete meerwaarde
te bereiken is. Dit betekent ook dat de Verenigde Naties er verstandig aan doen beperkingen
te stellen aan het vergunnen van het label «VN-expert» aan politieke activisten waarvan
de uitspraken ten onrechte publiekelijk worden opgevat als gezaghebbende uitspraken
namens de Verenigde Naties, of het door de Secretaris-Generaal recentelijk doen van
bevreemdende uitlatingen over een beweerdelijk historische, patriarchale verantwoordelijkheid
voor de COVID pandemie en een beoordeling van zogenaamd «mannelijk» ten opzichte van
«vrouwelijk» leiderschap. Dit schaadt de Verenigde Naties en ondermijnt het noodzakelijke
draagvlak voor het multilateralisme. Zij vragen of het kabinet deze boodschap wil
overbrengen.
De leden van de VVD-fractie vinden het goed om te lezen dat de Verenigde Naties aan
haar eigen functioneren werkt en fit for purpose wil zijn. Onderschrijft het kabinet alle voorliggende hervormingen, of zijn er ook
voorgenomen hervormingen die volgens het kabinet niet effectief zullen zijn, en wat is hiertegen te doen? Hoe worden lopende hervormingen
geëvalueerd en welke consequenties zullen aan deze evaluatie worden verbonden? Erkent
het kabinet daarnaast het probleem van de bovenmatige politisering van het personeelsbestand
van de Verenigde Naties, en de invloed op personeelsbeslissingen van identiteitspolitiek
die de noodzaak van geografische spreiding en voldoende carrièreperspectieven voor
zowel mannen als vrouwen overstijgt? Welk effect heeft dit op de kwaliteit van het
werk van de VN, alsook op het carrièreperspectief van goede werknemers? Welk is het
Nederlandse aandeel in het werknemersbestand van de VN op de verschillende niveaus
en in de verschillende organisaties? In hoeverre wordt hierop actief beleid gevoerd
en is dit beleid ingericht op een goede Nederlandse vertegenwoordiging op de lange
termijn?
De leden van de VVD-fractie ondersteunen de inzet van het kabinet bij de Verenigde
Naties ten aanzien van de internationale samenwerking tegen terrorisme. Zij vragen
daarbij welke plannen bestaan om deze samenwerking verder te intensiveren. Klopt het
daarbij dat de financiering van deze activiteiten disproportioneel wordt gedragen
door enkele lidstaten? Zo ja, welk effect heeft dit op de uitvoering van de bewuste
activiteiten en op de houdbaarheid daarvan op de lange termijn?
De leden van de VVD-fractie steunen de inzet van het kabinet ten aanzien van mensenrechten.
Zij vragen hierbij in hoeverre het bestrijden van marteling en het bestrijden van
hedendaagse slavernij hierbij prioriteit zijn, hoe dit zich verhoudt tot de huidige
prioriteiten van het kabinet en van de VN, en welke concrete stappen hiertoe door
beiden worden gezet.
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd te lezen dat het Koninkrijk zich zal inzetten
voor het opstellen en verbeteren van juridische kaders over ontwapening en wapenbeheersing.
Zij vernemen graag op welke concrete wijze zal het kabinet de AVVN aangrijpt om uitvoering
te geven aan de motie Koopmans c.s., waarin het kabinet is opgeroepen om met gelijkgezinde
landen praktisch en realistisch aanjager te zijn van een zo breed gedragen en verstrekkend
mogelijk verdrag of andere bindende internationale regelgeving ter beheersing van de productie, plaatsing, verspreiding en
inzet van nieuwe potentiele massavernietigingswapens, waaronder dronezwermen en andere
al dan niet met kunstmatige intelligentie versterkte robotica.
De leden van de VVD-fractie verwerpen de recente Amerikaanse sancties ten aanzien
van het Internationaal Strafhof. Zij vragen op welke wijze het kabinet bij de AVVN-steun
zal vergaren voor het bestrijden van deze sancties en op welke wijze zij bij de Verenigde
Staten zullen aandringen op het intrekken van deze onaanvaardbare maatregelen.
De leden van de VVD-fractie vragen naar de stand van de professionalisering van peacekeeping.
Welke stappen worden momenteel gezet om de kwaliteit van de troepen te garanderen?
Welk aandeel heeft Nederland daarin? Welke stappen worden gezet om peacekeepers voldoende
mandaat en middelen te geven om zo nodig met geweldsmiddelen in hun mandaatgebied
op te treden tegen geweld en ernstige misdrijven? Welke stappen worden gezet om de
strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor misdaden door peacekeepers te garanderen
en hoe wordt er gezorgd voor de slachtoffers?
De leden van de VVD-fractie vragen verder naar de stand van de professionalisering
van door de VN uitgevoerde of ondersteunde mediation en vredesonderhandelingen. Welke
stappen worden er gezet door Nederland en door de VN zelf om duurzaam niet-functionerende
vredesprocessen te beëindigen en eventueel niet-functionerende bemiddelaars te vervangen?
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat er stil wordt gestaan bij het
twintigjarige bestaan van VN-resolutie 1325 en het belang van het recht van vrouwen
en meisjes om mee te beslissen. Deelt het kabinet de mening dat het niet alleen belangrijk
is dat vrouwen meespreken, maar ook dat zij meespreken op alle onderwerpen en niet
alleen traditioneel beweerdelijk «vrouwelijke» onderwerpen, alsook dat niet alleen
vrouwen, maar ook mannen verantwoordelijkheid dragen voor dergelijke onderwerpen en
daarop aangesproken worden? Hoe kan de VN voorkomen dat er door de huidige programmering
een scheiding plaatsvindt tussen «vrouwenonderwerpen» en «mannenonderwerpen»?
De leden van de VVD-fractie vragen of het opschorten van de financiering van de World Health Organisation (WHO) door de Verenigde Staten van Amerika (VS) invloed heeft op het functioneren
van de WHO. Hoe kan de WHO effectief blijven optreden als de VS en wellicht anderen
daadwerkelijk uittreden? Welke rol kan Nederland spelen in het voorkomen van politisering
van de WHO?
Ten aanzien van de kabinetsreactie op het advies van de CAVV over de bescherming van
het milieu in relatie tot gewapend conflict merken de leden van de VVD-fractie het
volgende op. Zij onderschrijven de essentiële betekenis van internationaal publiekrecht
voor Nederland en de wereld. Zij zien ook de belangrijke rol van de International Law Commission (ILC) in de voortschrijdende codificering en verheldering van het recht. In de opvatting
van de leden van de VVD-fractie is het daarom ook van groot belang dat de ILC haar
reputatie op dit vlak blijft bestendigen en zich verre houdt van pogingen om op idealistische
gronden het internationaal recht te veranderen. Daar zijn veel andere mogelijkheden
voor. Een activistische poging om nieuw recht te creëren zonder dat dit een basis
vindt in de statenpraktijk of zelfs alleen in een wereldwijd gedeelde opinio juris ondermijnt niet alleen de positie van de ILC maar beperkt ook de kansen dat het goede
werk van de ILC op het voorliggende en andere terreinen ertoe bijdraagt dat het recht
effectief wordt gecodificeerd en verhelderd. Derhalve steunen de leden van de VVD-fractie
het standpunt van het kabinet waar dat dat de keuze van de ILC onderschrijft om de
studie van de ILC te beperken tot codificatie en de resultaten vast te leggen in beginselen,
en wensen zij net als het kabinet niet een eventuele «rechtscheppende» bedoeling van
het werk van de ILC-rapporteurs te accepteren, ook daar waar dergelijke ambities materieel
eventueel de steun van deze leden zouden kunnen krijgen. Daarvoor hechten de leden
van de VVD-fractie te veel aan het internationale recht.
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie danken het kabinet voor de toegezonden brief over de inzet
van Nederland aangaande de 75e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Over het geheel genomen
zijn de leden van de CDA-fractie tevreden over de uitgebreide Nederlandse inzet binnen
de Verenigde Naties. Over een aantal onderwerpen hebben zij vragen en opmerkingen
richting het kabinet.
Chinese invloed in de Verenigde Naties
De leden van de CDA-fractie maken zich zorgen over de toenemende invloed van China
binnen de Verenigde Naties en de consequenties die dit heeft voor de neutraliteit
en professionaliteit van de organisatie. China is vandaag de dag de op één na grootste
financier van de Verenigde Naties en vier van de vijftien gespecialiseerde VN-agentschappen
worden geleid door een Chinees. An sich is hier niets mis mee. Het valt alleen maar
toe te juichen dat de grote mogendheden hun verantwoordelijkheid pakken binnen multilaterale
organisaties. Echter, de intenties achter China’s toenemende betrokkenheid binnen
de VN lijken niet voort te komen uit gemeenschapszin. Het heeft er alle schijn van
dat China de organisatie zodanig naar haar hand probeert te zetten dat het de belangen
van China dient in plaats van de collectieve belangen.
De leden van de CDA-fractie menen dat de aanpak van coronacrisis door de WHO heeft
dit duidelijk blootgelegd. Onder politieke druk van China heeft het WHO in de beginfase
van de corona-uitbraak haar taken niet goed uitgevoerd. Het WHO had slechts lof voor
China, ook toen Beijing steken liet vallen, zoals het muilkorven van klokkenluidende
artsen of de melding dat besmetting van mens tot mens een beperkt risico zou zijn.
De WHO moest weken smeken voordat ze de situatie in China met eigen ogen mocht bekijken.
Verder werd de virusuitbraak langdurig gebagatelliseerd, tot het moment dat het voor
iedereen duidelijk werd dat de situatie veel ernstiger was dan China deed voorkomen,
en de WHO wel moest toegeven dat we te maken hadden met een pandemie. Kostbare tijd
is verloren gegaan. Dit is niet alleen erg schadelijk geweest voor de wereldwijde
initiële reactie op het coronavirus, maar ook voor geloofwaardigheid van de organisatie.
Goed dat de Minister het gevaar van politisering erkent in de kamerbrief, maar kan
het kabinet ook ingaan op het functioneren van de WHO de afgelopen maanden? En welke
inzet kan Nederland binnen de VN leveren om dergelijk mismanagement in de toekomst
te voorkomen?
De leden van de CDA-fractie stellen dat de WHO is niet de enige VN-organisatie die
in toenemende mate onder invloed staat van Beijing. Ook het Department of Economic and Social Affairs (DESA) van de VN, de afdeling die de bewerkstelliging van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen
coördineert, lijkt ten prooi te vallen aan de geopolitieke ambities van China. De
Chinezen proberen in toenemende mate de haalbaarheid van de Sustainable Development Goals (SDG) te koppelen aan het welslagen van het Chinese Belt-and-Road Initiatief (BRI). En met succes: het BRI wordt inmiddels beschouwd als een belangrijk project
om de ontwikkelingsdoelstellingen te bereiken en wordt dan ook breed ondersteund.
We mogen ons niet vergissen in de doelstellingen van het BRI-project. Dit project
dient in de eerste plaats de Chinese geopolitieke ambities en is niet opgezet als
internationaal ontwikkelingsproject. De leden van de CDA-fractie hechten veel waarde
aan de internationaal afgesproken ontwikkelingsdoelstellingen. Zij vormen de basis
van de wereldwijde ambitie om de wereld een betere, eerlijkere en duurzamere plek
te maken. Hoe gaat Nederland ervoor zorgen dat de VN SDG agenda niet in toenemende
mate wordt ingezet ter ondersteuning van de Chinese geopolitieke agenda?
Verder vinden de leden van de CDA-fractie het zorgwekkend dat de Chinese interpretatie
van mensenrechten aan terrein wint binnen de Verenigde Naties. Dit vertaalt zich onder
meer in het schrappen van mensenrechtenfondsen bij VN-missies. Verder zet Beijing
de Verenigde Naties onder druk om het aantal uitnodigingen voor mensenrechtenorganisaties
voor VN-bijeenkomsten flink in te perken. En met succes. Vooral Oeigoerse organisaties
worden monddood gemaakt. Zou Nederland zich binnen de VN hard kunnen maken voor organisaties
die de ernstige schendingen van mensenrechten in China proberen aan te kaarten? En
kan Nederland blijven uitdragen dat mensenrechten een integraal en cruciaal onderdeel
uitmaken van iedere VN-activiteit?
De leden van de CDA-fractie lezen in de begroting van Buitenlandse Zaken dat de Verenigde
Naties onder het hoofdstuk «Goed functionerende internationale instellingen met een
breed draagvlak» valt. Het is cruciaal dat de VN goed werk verricht en daardoor brede
steun blijft genieten. Dit gebeurt niet als de organisatie aan de leiband van een
van de lidstaten loopt. Hoe gaat Nederland eraan bijdrage dat, onder druk van de oplopende
geopolitieke spanningen, de geloofwaardigheid, professionaliteit en onafhankelijkheid
van de Verenigde Naties gewaarborgd blijft?
Taiwan
De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze Nederland zich sterk zal maken voor
een constructieve rol voor Taiwan binnen de WHO? Wordt Taiwan uitgenodigd op de volgende
WHO Conferentie?
Jemen
De leden van de CDA-fractie maken zich zorgen over de scherpe terugval van de humanitaire
financiering aan Jemen. Jemen heeft dit jaar tot dusver slechts 30% (september 2020)
van de financiering ter beschikking gekregen in vergelijking met vorig jaar. Tegelijkertijd
zien we dat de humanitaire crisis in Jemen verslechterd. Uit een nieuw rapport van
de VN-Mensenrechtenraad blijkt dat er in Jemen inmiddels meer dan honderdduizend oorlogsdoden
zijn gevallen en dat zeventien tot negentien miljoen burgers afhankelijk zijn geworden
van voedselhulp.1 Het is goed dat dit rapport mede na aandringen van Nederland tot stand is gekomen.
Het kabinet geeft aan het lidmaatschap van de Mensenrechtenraad te zullen gebruiken
om druk te blijven houden op alle partijen ten aanzien van gerechtigheid in Jemen.
Is Nederland ook bereid om Jemen te prioriteren tijdens de AVVN, bijvoorbeeld in het
kader van resolutie 2417 over conflict en honger? En op welke wijze wil Nederland
het ernstige financieringstekort met betrekking tot. Jemen op de AVVN-agenda zetten, al dan niet samen met gelijkgezinde landen, en heeft Nederland concrete
voorstellen om tot maximale financiering te komen? Is Nederland bereid dit te bespreken
met andere lidstaten van de VN, waaronder landen die hun beloftes niet waarmaken?
Iran
De leden van de CDA-fractie willen graag speciale aandacht vragen voor de grootschalige
schendingen van de mensenrechten in Iran. De Iranese machthebbers lijken zich steeds
minder aan te trekken van de buitenlandse druk, getuige de recente executie van Navid
Afkari. Uit het onlangs gepubliceerde Amnesty Rapport: Trampling Humanity: Mass arrests,
disappearances and torture since Iran’s 2019 November protests blijkt dat de politie,
leden van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en gevangenispersoneel samen met
openbaar aanklagers en rechters verantwoordelijk zijn voor een scala aan mensenrechtenschendingen.
Ze hebben zich schuldig gemaakt aan onder meer willekeurige detentie, verdwijningen,
marteling en mishandeling van mensen die gevangengenomen zijn tijdens de landelijke
protesten in november 2019. Kan Nederland zich inspannen om de mensenrechtensituatie
in Iran hoog op de agenda van de AVVN te krijgen?
Explosieve wapens in bevolkte gebieden
Tot slot merken de leden van de CDA-fractie het volgende op. Nederland zou een constructieve
en progressieve rol moeten spelen in de internationale discussies over een politieke
verklaring om burgers beter te beschermen tegen het gebruik van explosieve wapens
in bevolkte gebieden. Daarom doen zij de oproep aan het kabinet om toe te werken naar
een verklaring die landen committeert om het gebruik van explosieve wapens met wide area effects te voorkomen in bevolkte gebieden, en dataverzameling en transparantie rondom de
impact op burgers te vergroten.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de 75ezitting van de AVVN. Deze leden hebben nog enkele vragen aan het kabinet.
Versterken multilaterale samenwerking
De leden van de D66-fractie willen de nadruk leggen op de broodnodige hervormingen
die nodig zijn binnen de VN. Zij zijn dan ook verheugd dat Nederland zich blijft inzetten
voor een effectievere werking van de VN en een goed functionerend multilateraal stelstel.
De leden van de D66-fractie steunen de belangrijke financiële bijdragen die Nederland
levert aan al deze instellingen, en zeker ook voor een wereldwijd toegankelijk vaccin
tegen COVID-19. Wereldwijde samenwerking op het gebied van gezondheid is een voorbeeld
van de grote meerwaarde die multilaterale instellingen kunnen hebben, mits zij goed
functioneren. Met name China, Rusland en de VS spelen hierin een negatieve rol. China
en Rusland ondermijnen de multilaterale instellingen door ofwel niet mee te doen,
ofwel te blokkeren. De terugtrekking van de VS uit de WHO helpt daarbij absoluut niet.
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet dan ook wederom, tijdens deze AVVN
en gezamenlijk met de Alliantie voor Multilateralisme, het belang van multilaterale
samenwerking uit te dragen, broodnodige hervormingen te bepleiten en daaraan bij te
dragen, en al deze landen op te roepen terug te keren naar een constructieve rol binnen
deze instellingen. Is het kabinet hiertoe bereid? Welke stappen zijn nog nodig om
de begrotingssystematiek te verbeteren en de financieringsbasis van de VN te verbreden,
en welke bijdrage levert het kabinet daaraan?
De leden van de D66-fractie zien de Veiligheidsraad als een belangrijk orgaan waar
hervormingen nodig zijn. Deze leden zien hervorming van dit orgaan echter niet terugkomen
in de geannoteerde agenda, terwijl hier juist een weg uit de impasse van blokkades
en veto’s gevonden moet worden. De aan het woord zijnde leden vragen het kabinet in
dat licht wederom een pleidooi te maken voor Europeanisering van de Franse zetel in
de Veiligheidsraad. De enige zetel die nog aan een EU-land behoort in het hoogste
besluitvormingsorgaan ter wereld, zou zwaarder wegen als het de stem van 520 miljoen
Europeanen vertegenwoordigt, dan de Franse stem van 67 miljoen mensen. Tevens zouden
we hiermee het voorbeeld van Europese eenstemmigheid laten zien in de Veiligheidsraad,
wat zou bij kunnen dragen aan het komen tot een eensgezinde posities. Is het kabinet
bereid samen met gelijkgestemde Europese partners, hier het gesprek over te starten
met de Franse regering?
Vrede, veiligheid en recht
De D66-fractie heeft met grote afkeur kennisgenomen van de sancties die de Verenigde
Staten hebben ingesteld jegens de hoofdaanklager en enkele medewerkers van het Internationaal
Strafhof. Juist bij deze AVVN, bij de viering van 75 jaar multilaterale samenwerking,
zou de nadruk moeten liggen op het behoud van de instituties die haar vertegenwoordigen
en de waarde die wij hechten aan respect voor internationaal recht. Deze leden vragen
het kabinet, als het gastland van het Hof, om tijdens deze AVVN een stevig pleidooi
te houden ter verdediging van het Internationaal Strafhof, deze sancties in alle toonaarden
af te keuren, en samen met gelijkgestemden landen op te roepen tot het opheffen van
deze sancties die het functioneren van het hof ondermijnen. Is het kabinet daartoe
bereid? Ziet het kabinet bijvoorbeeld een mogelijkheid om via een AVVN-resolutie op
te komen voor het Strafhof en de sancties te veroordelen?
De leden van de D66-fractie vragen tevens naar de stand van zaken omtrent de samenwerking
tussen het Strafhof en de transitieregering in Soedan inzake de berechting van Al-Bashir
en andere verdachten van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid? Heeft
de Minister van buitenlandse zaken dit recentelijk direct opgebracht bij de Soedanese
autoriteiten, en zo nee, is hij daartoe bereid?
De leden van de D66-fractie zien de VN als een belangrijk forum om te praten over
(kern-)ontwapening. Deze leden merken op dat sinds de oprichting van de VN, 75 jaar
geleden, er geen kernwapens meer zijn gebruikt. De 10e toetsingscommissie van het Non-proliferatieverdrag (NPV) zal binnenkort plaatsvinden.
Welke bijdrage is het kabinet voornemens te leveren om te stappen te zetten richting
een kernwapenvrije wereld? Is het kabinet bijvoorbeeld bereid in het kader van de
NPV een nationaal actieplan op te stellen voor een kernwapenvrije wereld, waarin handen
en voeten wordt gegeven aan de Nederlandse inzet op dit gebied? De aan het woord zijn
de leden zijn verheugd te lezen dat Nederland voornemens is deel te nemen aan de antinucleaire
wapentop dit jaar, en vragen zich af wat de inzet hier wordt? Is het kabinet bereid
om, binnen de kaders van bondgenootschappelijke verplichtingen, de Amerikaanse autoriteiten
te verzoeken om een vertrouwelijke briefing te geven aan de Tweede Kamer over de modernisering
van Amerikaanse kernwapens?
De leden van de D66-fractie maken zich zoals bekend ernstig zorgen over het aflopen
of opzeggen van ontwapeningsverdragen en wapenbeheersingsverdragen tussen de nucleaire
grootmachten. Er klonk recentelijk enige hoop op dit vlak van de Minister van buitenlandse
zaken van de VS Pompeo, toen hij stelde dat de verlenging van het New START verdrag
toch mogelijk leek en zelfs een veelomvattender akkoord mogelijk zou zijn. Welke informatie
heeft het kabinet over deze berichten? Is hier inderdaad een positieve beweging gaande?
Op welke manier kan Nederland daaraan bijdragen?
Een ander belangrijk thema dat de leden van de D66-fractie onder het voetlicht willen
brengen is de proliferatie en ontwikkeling van nieuwe wapens. Explosieve wapensystemen
met een breed gebiedseffect (wide area effect) die ingezet kunnen worden in dichtbevolkte gebieden, met burgerslachtoffers als
reële mogelijkheid, nopen tot internationale afspraken welke kaders moeten stellen
voor een ethische inzet van dit soort wapens. Daarnaast is er de ontwikkeling van
autonome wapensystemen, waarvoor er tot op heden geen internationale afspraken zijn
om deze in te kaderen of aan banden te leggen. De leden verzoeken de Minister zich
in te zetten voor bindende internationale afspraken voor zowel autonome wapensystemen
als nieuwe explosieve wapensystemen met een wide area effect. Voor de eerste categorie is het pertinent dat er te allen tijde sprake is van betekenisvolle
menselijke controle. Is de Minister het met deze leden eens dat Nederland een constructieve
kartrekkersrol behoort te vervullen in het toewerken naar dergelijke bindende internationale
afspraken? Wat explosieve wapens betreft, dient Nederland erop aan te dringen dat
deze niet in dichtbevolkte gebieden ingezet dienen te worden.
De leden van de D66-fractie waarderen het initiatief van de Minister van Buitenlandse
Zaken om tijdens de AVVN een bijeenkomst te organiseren over mensenrechtenschendingen
en foltering door het Syrische regime. De leden ondersteunen de oproep om daders ter
verantwoording te roepen van de gruweldaden binnen het Syrische regime om zo straffeloosheid
te voorkomen. Kan het kabinet toelichten of in deze sessie tevens gesproken zal worden
over de berechting van IS-strijders? Wat is op dit moment de inzet van het kabinet,
nu lokale berechting vooralsnog uitblijft en straffeloosheid van ook deze daders te
allen tijde voorkomen moet worden? Met welke andere landen wordt op dit punt samengewerkt?
Hoeveel Nederlandse IS-strijders bevinden zich nog ter plaatse en van hoeveel heeft
Nederland niet in beeld waar deze strijders zich precies bevinden?
Mensenrechten
De leden van de D66-fractie zijn blij met de inzet van Nederland ter bescherming van
de mensenrechten wereldwijd. Zij verwelkomen de inzet van de Minister van buitenlandse
handel en ontwikkelingssamenwerking in haar inzet om een speciale bijenkomst over
Mental health and psychosocial support (MHPSS) te benadrukken en brede steun hiervoor te verwerven. Deze leden maken zich
zorgen over de toegenomen druk, en in sommige gevallen onderdrukking, van het maatschappelijk
middenveld en mensenrechtenverdedigers wereldwijd. De covid-pandemie heeft de ruimte
voor kritiek op regeringen, vrije journalistiek en het uiten van een andere opinie
op veel plekken nog veel lastiger gemaakt dan het al was. Is het kabinet bereid dit
wereldwijde probleem aan te kaarten, en op te roepen tot het vrijlaten van mensen
die gevangen zijn voor het uiten van hun mening, op basis van ongefundeerde beschuldigingen,
of voor het opkomen voor mensenrechten?
De leden van de D66-fractie merken op dat veel mensenrechtenorganisaties ernstige
kritiek uiten op het rapport van de door de Minister van Buitenlandse Zaken van de
VS Pompeo ingestelde Commission on Unalienable Rights. Hoe kijkt het kabinet aan tegen deze commissie, en tegen diens rapport? Klopt het
dat onder meer vrouwenrechten en LHBTI-rechten hiermee onder druk komen te staan?
Hoe kijkt het kabinet aan tegen de verenigbaarheid van de universaliteit van mensenrechten
met de opvattingen uit dit rapport? Is het kabinet voornemens een afvaardiging sturen
naar het event dat Pompeo waarschijnlijk zal organiseren tijdens de ministeriële week?
Klimaat
De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat wederom het belang van (bilaterale)
klimaatdiplomatie wordt onderstreept. Helaas is deze inzet dit jaar relevanter dan
ooit geworden. In de eerste vier maanden van 2020 steeg de ontbossing in de Amazone
met 55 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2019. De overgrote meerderheid
hiervan vindt plaats door illegale houtkap en bosbranden. Is het kabinet bereid het
probleem van ontbossing, wereldwijd maar specifiek in de amazone, door illegale houtkap
en bosbranden dit jaar extra onder de aandacht te brengen? Is het kabinet daarbij
ook bereid de overige regeringsleiders aan te spreken op hun verantwoordelijkheid
in het tegengaan van illegale ontbossing?
Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de inzet van Nederland
voor de 75e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, en hebben daar nog enkele
vragen over.
VN-hervormingen
De fractieleden van GroenLinks steunen volhartig de speciale aandacht van het kabinet
voor de wereldwijde bestrijding van ongelijkheid en waarborging van mensenrechten,
in het kader van de SDG’s. Deze leden van GroenLinks vragen de Minister welke rol
de Minister voor het bedrijfsleven ziet in het bestrijden van ongelijkheid en het
waarborgen van mensenrechten, daarbij denkend aan de recente expliciete steunbetuiging
van Disney aan acht overheidsinstanties in Xinjiang, ondanks dat daar twee miljoen
Oeigoeren in Chinese concentratiekampen leven? Deelt de Minister het inzicht van de
leden van de GroenLinks-fractie dat sommige grote bedrijven, zoals Disney, maar ook
Amazon, Google en Apple, bijdragen aan ongelijkheid, bijvoorbeeld door hun toeleveringsketens
en wervingsstrategieën? In hoeverre wordt het bedrijfsleven betrokken bij besluitvorming
binnen de VN en bij rondetafelgesprekken over beleidsvorming, bijvoorbeeld in het
kader van de United Nations Development Programme (UNDP)? Is de Minister van Buitenlandse Zaken bereid zich tijdens de VN-bijeenkomst
ervoor hard te maken dat de VN ook een orgaan moet zijn dat het bedrijfsleven ter
verantwoording roept, en meeneemt in de strijd voor mensenrechten en gelijkheid?
Tevens lezen de leden van de GroenLinks-fractie in de inzet van het Koninkrijk geen
expliciete verwijzing naar het feit dat de Verenigde Staten begin deze maand officieel
zijn doorgegaan met het plan om sancties op te leggen aan medewerkers van het Internationaal
Strafhof, en zij vragen de Minister daarom waarom dit ontbreekt? Worden er onderhandelingen
gevoerd met de VS om deze sancties zo snel mogelijk terug te draaien en zo niet, is
de Minister bereid zich daarvoor in te zetten tijdens de AVVN, zo vragen zij?
Accountability
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister hoe het staat met het voornemen
van de Minister, onder andere uiteengezet in een bijeenkomst tijdens de VN-bijeenkomst
van vorig jaar, om ISIS-strijders te berechten in de regio of een nieuw internationaal
tribunaal op te richten?
Mensenrechten
De leden van de GroenLinks-fractie zich zorgen om de status van het universele en
oneindige karakter van de mensenrechten. «Alternatieve», minder inclusieve, mensenrechten
zijn in opmars, ook vanuit de hoek van onze bondgenoten. Het Verenigd Koninkrijk kondigde
bijvoorbeeld vorige week aan voornemens te zijn zich terug te trekken uit bepaalde
bepalingen van het EVRM. De Verenigde Staten zal een high-level event organiseren
rondom het rapport van de door hen ingestelde Commission on Unalienable Rights, een rapport dat onder andere de Universele Rechten van de Mens ondermijnt, bijvoorbeeld
op het gebied van LHBTIQ-rechten en vrouwenrechten. De leden van de GroenLinks-fractie
vragen de Minister hoe hij deze ontwikkelingen beoordeelt, zowel het rapport als het
terugtrekken van het VK uit delen van het EVRM? Is de Minister bereid te weigeren
deel te nemen aan het high-level event van de Verenigde Staten?
Tevens vragen de leden van de GroenLinks-fractie waarom de rol van mensenrechtenverdedigers
niet specifiek aan bod komt in de inzet van Nederland? Is de Minister zich bewust
van het feit dat mensenrechtenverdedigers en landrechtactivisten in toenemende mate
onder druk worden gezet, en dat de coronapandemie het niet makkelijker voor ze heeft
gemaakt, zo vragen zij? Zij vernemen van verscheidene organisaties dat het maatschappelijk
middenveld als geheel, als gevolg van de coronacrisis, steeds minder toegang krijgt
tot belangrijke beleidsprocessen, waaronder die bij de VN. Deelt de Minister de mening
dat de toegang van het maatschappelijk middenveld tot VN-instellingen zoals de AVVN,
essentieel is voor het waarborgen van mensenrechten op internationaal niveau? Is de
Minister bereid zich in te zetten voor toegang van het maatschappelijk middenveld
tot de AVVN, zij het, met het oog op de coronacrisis, in andere, doch evenwel invloedrijke,
vorm?
Vrouwenrechten en gendergelijkheid
De leden van de GroenLinks-fractie zijn verheugd om in de inzet van de Minister veel
aandacht te zien voor vrouwenrechten en gendergelijkheid. Toch merken zij op dat de
impact van COVID-19 op vrouwenrechten niet genoemd wordt in de inzet, ondanks het
feit dat veelvuldig onderzoek heeft uitgewezen dat vrouwen wereldwijd harder getroffen
worden door de coronacrisis dan mannen. Deelt de Minister de mening van de leden van
de GroenLinks-fractie dat het, juist in het kader van Building Back Better, belangrijk is dat de wereldgemeenschap nu probeert alle systematische ongelijkheden
aan te kaarten en te agenderen, opdat de heropbouw kan proberen deze ongelijkheden
weg te nemen? Is de Minister bereid de rol van vrouwen in de coronacrisis tijdens
de AVVN in de Nederlandse inzet te agenderen, zo vragen zij? Daarnaast vragen deze
leden met betrekking tot de gelijke rechten van LHBTIQ-personen of de Minister bereid
is om het belang van de onafhankelijke VN Sexual Orientation and Gender Identity-expert nogmaals te benadrukken en zich in te zetten om meer landen te betrekken bij
de door Nederland en Uruguay opgestarte Equal Rights Coalition?
Klimaat en biodiversiteit
De leden van de GroenLinks-fractie moedigen het voornemen van de Minister, om op een
inclusieve en groene manier te herstellen van de COVID-19 pandemie, aan. Tegelijkertijd
zijn zij sceptisch over de inzet van het Koninkrijk. Zij vragen de Minister hoe hij
verwacht op geloofwaardige wijze andere landen te overtuigen zich te houden aan de
doelstellingen uit het Parijsakkoord, wanneer het eigen nationale klimaatakkoord flink
tekortschiet, Nederland naar verwachting van het Planbureau voor de Leefomgeving nog
steeds de benodigde 49% CO2-reductie niet zal halen en Nederland ook in EU-verband
tot een van de slechtst presterende landen behoort wat betreft het opwekken van hernieuwbare
energie? De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister waarom, ondanks het
begrip dat zij hebben voor de bijzondere rol die Nederland speelt in het agenderen
van klimaatadaptatie wegens onze bijzondere expertise in dit onderwerp, het element
van klimaatmitigatie volledig mist in de inzet voor de AVVN?
Inbreng van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie zijn verheugd dat eerder deze maand, bij een stemming in
de AVVN, een resolutie over de wereldwijde bestrijding van het coronavirus met overweldigende
stemmen is aangenomen. Enkel de VS en Israël hebben tegen gestemd. Deze leden vernemen
van de Minister graag waarom deze twee landen tegen de resolutie hebben gestemd.
De leden van de SP-fractie vragen of het klopt dat de EU zich heeft onthouden bij
stemming over een amendement, ingediend door Cuba, over unilaterale sancties die niet
in lijn met het internationaal recht of het VN-Handvest zouden zijn. Kan de Minister
dit toelichten? Deelt de Minister de zorgen van de SP-leden dat unilaterale sancties
steevast ook de bevolking van een land treffen en dat de geregeld in sancties opgenomen
humanitaire uitzonderingsbepalingen hier doorgaans een onvoldoende antwoord op zijn?
Had Nederland het amendement van Cuba niet beter kunnen steunen, zeker in tijden van
corona, waardoor samenlevingen al zo hard getroffen worden?
De leden van de SP-fractie hebben de afgelopen jaren geregeld aandacht gevraagd voor
het omvangrijke Israëlische geweld tegen demonstranten in Gaza in 2018, waarbij zo’n
200 doden en duizenden gewonden vielen. Vanuit allerlei hoeken is dit disproportionele
geweld veroordeeld, maar de Minister wilde niet tot zo’n veroordeling overgaan. Het
moest eerst door Israël zelf onderzocht worden. Aan dat onderzoek stelde de Minister
een aantal eisen, namelijk dat het onafhankelijk, onpartijdig, prompt en gedegen zou
zijn. Nu, twee jaar later, moet vastgesteld worden dat aan die eisen niet is voldaan.
Kan de Minister hierop reageren? Is de Minister bereid deze Israëlische onwil tot
het doen van serieus onderzoek te veroordelen? Zo nee, waarom niet? De enige militairen
die voor het geweld tegen Gaza zijn bestraft, kwamen er met een korte taakstraf vanaf.
De leden van de SP-fractie vragen hoe het mogelijk is dat Israël nog altijd niet serieus
werk maakt van vervolging van daders. Wil de Minister in de AVVN, samen met gelijkgestemde
landen, naar manieren zoeken om diplomatieke druk richting Israël op te bouwen opdat
alsnog de vele verantwoordelijken voor de massaslachting in Gaza worden vervolgd?
Zo nee, waarom niet?
Nog steeds betreffende Gaza vragen de leden van de SP-fractie aandacht voor de verspreiding
van het coronavirus in de kuststrook, dat er de laatste weken steeds harder toe lijkt
te slaan. Dat is op zichzelf al erg genoeg, maar vanwege de illegale Israëlische blokkade
is de gezondheidssituatie in de dichtbevolkte kuststrook abominabel. Wil de Minister
hier in internationaal verband aandacht voor vragen? Wil hij zoeken naar wegen opdat
Israël de blokkade opheft en medische middelen in voldoende mate geïmporteerd kunnen
worden? Biedt de AVVN hier wellicht mogelijkheden toe? In zijn brief schrijft de Minister
dat Nederland, op politiek niveau, samen met andere Europese landen, het pleidooi
van de secretaris-generaal van de VN steunt voor een wereldwijd staakt-het-vuren in
het licht van de verspreiding van het coronavirus. De leden van de SP-fractie steunen
dit natuurlijk van harte. Kan de Minister ingaan op het verzet vanuit een aantal landen
tegen de inspanningen van de VN op dit punt, bijvoorbeeld vanuit de VS? Hoe staat
het daarmee? Hoe wordt hiertegen opgetreden?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister in te gaan op initiatieven tot nucleaire
ontwapening die tijdens de 75esessie van de Algemene Vergadering van de VN mogelijk aan bod zullen komen. In een
wereld met rap oplopende spanningen tussen kernmachten is ontwapening een cruciale
opgave. Kan een overzicht gegeven worden van de voorstellen die in omloop zijn of
welke verwacht worden? Is de Minister bereid welwillend naar dergelijke voorstellen
te kijken? Is Nederland bereid het goede voorbeeld te geven door het VN-kernwapenverbod
te ondertekenen?
De leden van de SP-fractie geven ook aan graag door de Minister geïnformeerd te worden
over de resoluties waarover in de Algemene Vergadering van de VN uiteindelijk gestemd
gaat worden, in december. Is de Minister bereid te zijner tijd, enige tijd voor stemming
in de VN, een dergelijk overzicht naar de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet?
Tenslotte vragen De leden van de SP-fractie opnieuw aandacht voor de oorlog in Jemen,
waar al jaren wordt gevochten, met honderdduizenden doden en miljoenen vluchtelingen
tot gevolg. Saudi-Arabië is verantwoordelijk voor de meeste doden en oorlogsmisdaden
in Jemen, maar maatregelen tegen deze olierijke westerse bondgenoot zijn nooit genomen.
Deze leden vinden dit onbegrijpelijk en hypocriet. Zij dringen er nogmaals bij de
Minister op aan dat wordt gewerkt aan gerichte sancties tegen oorlogsmisdadigers in
Saudi-Arabië. Kan de Minister hierop reageren? In zijn brief schrijft de Minister
dat Nederland bij de 75e Algemene Vergadering van de VN met bondgenoten een verder vervolg wil geven aan Veiligheidsraadresolutie
2417 over conflict en honger, waarin uithongering van de burgerbevolking als methode
van oorlogvoering wordt veroordeeld. De SP-leden vragen of deze resolutie wellicht
een mogelijkheid tot maatregelen tegen Saudi-Arabië biedt, aangezien dat land honger
inzet als oorlogswapen in Jemen. Wil de Minister in VN-verband op zoek gaan naar steun
voor maatregelen tegen Saudi-Arabië via resolutie 2417? Zoals bekend is Jemen op dit
moment een van de grootste humanitaire crises ter wereld. Tegelijk is er een enorm
financieringstekort om de ellende in het land aan te pakken. Mensenrechtenorganisaties
wijzen erop dat voor het jaar 2020 slechts 30 procent van de door de VN gevraagde
financiële middelen is ontvangen, waardoor allerlei hulp niet geboden kan worden.
Kan de Minister dit percentage bevestigen? Wil de Minister tijdens de Algemene Vergadering
van de VN-landen oproepen om meer te doen om de grote nood in Jemen te ledigen, eventueel
door ook zelf meer bij te dragen?
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
Versterken multilaterale samenwerking
De leden van de PvdA-fractie kunnen onderschrijven dat voor de aanpak van deze grote,
complexe en wereldwijde crisis effectieve multilaterale samenwerking noodzakelijk
is. Daarvoor is het ook nodig dat grootmachten (en tevens lid van de VN Veiligheidsraad)
VS en China actieve multilaterale betrokkenheid laten zien. Naast de negatieve impact
die groeiende internationale spanningen hebben op het multilaterale stelsel, welke
rol speelt hierbij de vele sleutelfuncties die China de afgelopen jaren heeft weten
te bemachtigen in de VN-organisatie? Heeft de Minister zicht op de effecten van deze
manier van politiek bedrijven door China? Welke rol speelt dit in het streven naar
een effectief werkende multilaterale orde die de Minister voor ogen staat? Wat zijn
de concrete voorstelen voor het bereiken van een effectieve(re) multilaterale samenwerking?
De leden van de PvdA-fractie vragen op welke wijze Nederland deelneemt aan de Alliantie
voor Multilateralisme, welke dossier naast de multilaterale aanpak van de COVID-19
crisis zijn onderwerp van gesprek in de Alliantie voor Multilateralisme? Hoe zien
die diplomatieke contacten met een aantal gelijkgezinde landen eruit en wat is in
deze context de definitie van gelijkgezinde landen? Doet de Alliantie voor Multilaterisme
ook gezamenlijke voorstellen en zo ja, hoeveel voorstellen zijn er al geweest en welke
waren dat? En is dit naast of aanvullend op de samenwerking met EU-lidstaten? En is
het juist dat er dus geen gezamenlijke EU inzet is maar het hier gaat om samenwerking
met een aantal andere lidstaten van de EU? En welke lidstaten zijn dat dan?
Het bevorderen van vrede, veiligheid en recht
De leden van de PvdA-fractie onderschrijven dat het bevorderen van vrede, veiligheid
en recht een rode draad blijft bij de inzet binnen de VN evenals de noodzaak om te
komen tot initiatieven ter hervorming en verbetering van de effectiviteit van VN-vredesmissies.
Deze leden vragen wel hoe het zich op een constructieve manier meewerken aan oplossingen
die het gemeenschappelijk belang dienen verhoudt met de rol van Rusland en China in
de VN Veiligheidsraad. Hoe oordeelt de Minister over de huidige effectiviteit van
de VN en in het bijzonder de VN Veiligheidsraad en in het bijzonder als het gaat om
VN-vredesmissies, VN-resoluties of de rol van VN-missies bij het beschermen van de
burgerbevolking? Deze leden zien in een aantal landen dat de burgers daar die bescherming
van de VN goed zouden kunnen gebruiken en het niet krijgen omdat hierover geen overeenstemming
is in de VN Veiligheidsraad of omdat deze burgers zich bevinden in landen die lid
zijn van de VN Veiligheidsraad of landen die daar een zeer sterke band mee hebben.
Is dat een van de verbeterpunten wat Nederland betreft? In hoeverre voorkomt besluitvorming
bij unanimiteit dat er dergelijke VN-missies gestart kunnen worden of resoluties over
mensenrechtenschendingen aangenomen worden? Er gaan ook geluiden dat de bezetting
van het toenemende aantal (cruciale) posten in de VN door onder meer China vertragend
of verlammend doorwerken in bepaalde VN-instrumenten. Hoe ziet de Minister dit? Is
dit een van de oorzaken dat de er sprake is van enige stagnatie in de aanpak van mensenrechtenschendingen?
Op het gebied van ontwapening steunen de leden van de PvdA-fractie van harte de besprekingen
binnen de Eerste Commissie van de AVVN over het opstellen van normen en het verbeteren
van de toepassing van bestaande internationale juridische kaders. Is de Minister van
plan om tijdens de AVVN te pleiten voor concrete stappen in de richting van een internationaal juridisch bindend instrument dat erop toeziet dat altijd sprake is van betekenisvolle
menselijke controle over wapensystemen, die doelen selecteren en aanvallen? Dit ook
in aansluiting op de aanbevelingen van Agnes Callamard, Special Rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions in haar recente rapport over drones, waarin zij oproept betekenisvolle vooruitgang
te maken om de diverse zorgen aan te kaarten en juridische rechtsprincipes over de
inzet van dodelijk geweld met drones aan te scherpen. Deelt de Minister de noodzaak
van een transparant en multilateraal proces dat bijdraagt aan de ontwikkeling van
robuuste standaarden over het gebruik en export van drones? Is de Minister verder
van plan om een constructieve en progressieve rol op te pakken in de internationale
discussies over een politieke verklaring om burgers beter te beschermen tegen het
gebruik van explosieve wapens in bevolkte gebieden? Deelt de Minister de opvatting
dat het een belangrijk is om de eerste stappen te gaan zetten op weg naar een verklaring
die landen committeert om het gebruik van explosieve wapens met wide area effects te voorkomen in bevolkte gebieden, en dataverzameling en transparantie rondom de
impact op burgers te vergroten?
De leden van de PvdA-fractie merken op dat het 75 jaar geleden is dat er voor het
eerst kernwapens werden gebruikt, waarvan de niet discriminatoire effecten nog steeds
merkbaar zijn. Het Treaty on the Prohibition of Nuclear Weapons zal naar verwachting begin 2021 in werking treden, en de 10e Toetsingsconferentie
van het Non-proliferatieverdrag (NPV) zal plaatsvinden. Is de Minister van plan om
in beide fora een positieve en ambitieuze bijdrage te leveren, waaronder het opstellen
van een eigen nationaal actieplan voor een kernwapenvrije wereld?
De leden van de PvdA-fractie waarderen de grote aandacht voor gendergelijkheid en
vrouwenrechten in de Nederlandse inzet voor de AVVN ten zeerste en onderschrijven
de opmerking van de Minister dat er in het twintigjarige bestaan van resolutie 1325,
bescheiden vooruitgang is geboekt. De participatie van vrouwen aan vrede- en veiligheidsprocessen
is nog altijd ver onder de maat, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de vredesbesprekingen
tussen de Afghaanse regering en de Taliban, en de bescherming van vrouwen en meisjes tegen alle vormen geweld, inclusief seksueel geweld, voor,
tijdens en na conflict bijvoorbeeld door het instellen van een special sanctieregime
zijn nog onvoldoende gerealiseerd. De leden van de PvdA-fractie steunen daarom de
intentie om met het vierde Nationaal Actieplan (NAP) bij te dragen aan de implementatie
van de 1325-agenda in Nederland en daarbuiten. Gendersensitief- en coherent overheidsbeleid
op alle niveaus, versterking van de rol en participatie van vrouwen en meisjes in
vrede-en veiligheidsprocessen, preventie van conflict en geweld en de bescherming
van de rechten van vrouwen en meisjes; al deze elementen zijn van groot belang. Welke
concrete voorstellen wil de Minister in het Vierde Nationale Actieplan (NAP) 1325
lanceren? Hoe zal dit NAP gaan bijdragen aan de implementatie van de 1325-agenda in
Nederland en daarbuiten?
De leden van de PvdA-fractie verwelkomen mede in dit licht de samenwerking met Frankrijk
in de Derde Commissie van de 75e zitting van de AVVN met als doel te komen tot een tweejaarlijkse resolutie gewijd
aan het voorkomen en uitbannen van geweld tegen vrouwen en meisjes gericht op toegang
tot rechtshulp voor survivors van gender based violence. Kan de Minister toelichten hoe de (concept) resolutie er (idealiter) uit zou gaan
zien?
De leden van de PvdA-fractie hebben aanvullende vragen over de ontwikkelingen in (onder
meer) Mali. Kunt u ingaan op het proefschrift van Joe Gazeley waarin hij de relatie
heeft onderzocht tussen Mali en de voormalige kolonisator Frankrijk. Volgens de heer
Gazeley zitten de Franse militairen nog steeds in Mali omdat men bang is voor de gevolgen
van een vertrek. En als Mali onderuit zou gaan heeft de gevolgen voor de gehele regio.
«En dan stort ook, als een kaartenhuis, het hele postkoloniale systeem in dat Parijs
zo lang in stand heeft weten te houden. Het Franse koloniale project heeft zwakke
en afhankelijke staten geschapen, die ze nu zelf moeten blijven stutten.» Aldus de
heer Gazeley. Hoe ziet de Minister de rol van de Frankrijk, niet alleen in Mali maar
in de gehele regio?
De leden van de PvdA-fractie hebben waardering voor de wijze waarop de nadruk ligt
op het naleven en verdedigen van mensenrechten in het algemeen en het VN-mensenrechtensysteem
in het bijzonder. De laatste jaren zien we toenemende assertiviteit van veelal repressieve
regeringen in pogingen om mensenrechten die al lang en breed uit onderhandeld en geaccepteerd
leken te zijn, opnieuw ter discussie te stellen met als doel deze te verzwakken. Ook
worden discussies over verschillende mensenrechtenonderwerpen regelmatig geblokkeerd,
onder meer door landen als China, Rusland, Egypte en Saudi-Arabië en in toenemende
mate door de Verenigde Staten. Des te belangrijker is het dat landen als Nederland,
die opkomen voor mensenrechten, deze ontwikkeling in hun verklaringen benoemen en
er hun zorgen over uitspreken. Is de Minister hiertoe bereid? En in hoeverre vindt
dit al plaats via de Alliantie voor Multilateralisme?
In het bijzonder vragen de leden van de PvdA-fractie aandacht voor de zorgelijke mensenrechtensituatie
in Iran. Onder meer vanwege het rapport van Amnesty International over martelingen
na het neerslaan van de vreedzame protesten in november 2019, toegelicht bij een door
Nederland gesponsorde bijeenkomst in Geneve op 3 september en de recente de executie
van de Iraanse worstelaar Navid Afkari vorige week, na een hoogstwaarschijnlijk oneerlijk
proces en martelingen om bekentenissen af te dwingen. Hoewel dit dossier hoofdzakelijk
speelt bij de Mensenrechtenraad, zou dit extra bevestigd moeten worden bij de AVVN.
Wil de Minister zich hiervoor inzetten?
De leden van de PvdA-fractie zouden graag zien dat de Minister in het bijzonder aandacht
vraagt voor de moeilijke situatie waarmee mensenrechtenverdedigers worden geconfronteerd
en de steeds kleiner wordende ruimte voor het maatschappelijk middenveld. We moeten
helaas constateren dat onder invloed van de coronapandemie het werken van maatschappelijke
organisaties en mensenrechtenverdedigers alleen maar moeilijker is geworden. Is de
Minister bereid om het initiatief te nemen te komen tot een brede oproep tot de vrijlating
van al degenen die gevangen zitten wegens de legitieme uitoefening van hun mensenrechten,
met inbegrip van degenen die willekeurig worden vastgehouden en vervolgd worden op
grond van ongefundeerde beschuldigingen?
De leden van de PvdA-fractie merken op dat ook de werkwijze van de AVVN is geraakt
door de coronapandemie. Hoewel aanpassing van de werkwijze op onderdelen logisch en
noodzakelijk is, is de crisis ook gebruikt om deelname van mensenrechtenorganisaties
en andere non-gouvernementele organisaties (NGO’s) aan VN-bijeenkomsten in te perken.
Dit heeft tot gevolg dat het niet altijd meer mogelijk is voor deze organisaties om
verklaringen af te leggen of effectief in te spreken waar dat voorheen wel het geval
was. Is de Minister bereid zich in te zetten om ook deze ruimte voor het maatschappelijk
middenveld te behouden? Ook de Commission on the Status of Women (CSW) heeft dit jaar geen doorgang kunnen vinden en daarmee is een cruciaal element
in het werk van de Commissie verloren gegaan. Heeft de Minister wel kans gezien om
de inspraak van de participerende NGO’s mee te nemen?
De leden van de PvdA-fractie wijzen erop dat de Amerikaanse Minister van Buitenlandse
Zaken Mike Pompeo volgende week tijdens de Ministeriele week een high-level event zal organiseren rondom de publicatie van een rapport van de door hem ingestelde Commission on Unalienable Rights. Deze commissie heeft al sinds de oprichting grote kritiek gekregen van honderden
NGO’s, academici, voormalig hoge Amerikaanse overheidsfunctionarissen, deskundigen
op het gebied van buitenlands beleid en religieuze leiders. Minister Pompeo verklaarde
dat het doel van de Commissie is om een «kader» te creëren voor een «juist begrip
van onvervreemdbare rechten», vooral in het buitenlands beleid van de VS en maakte
in zijn standpunt duidelijk dat deze rechten van God komen. LGBTI-rechten, rechten
voor gelijke behandeling en vrouwenrechten komen onder druk te staan. Hoe waardeert
de Minister het rapport van deze commissie? Deelt de Minister de opvatting dat de
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de negen fundamentele mensenrechtenverdragen
waarover tussen staten is onderhandeld, met name de VN-verdragen voor Burgerrechten
en Politieke Rechten (BuPo) en voor Economische, Sociale en Culturele Rechten (EcSoCu,
de mensenrechten volgens algemeen erkende regels van het internationaal recht codificeren?
En is de Minister bereid gehoor te geven aan de oproep van talloze mensenrechtenorganisaties
waaronder Amnesty International, Human Rights Watch, de American Jewish World Service om niet naar dit evenement te gaan en zo valse legitimiteit te verschaffen aan een
rapport dat, als het wordt geïmplementeerd, het mensenrechtenbouwwerk serieuze schade
zal toebrengen?
Tegengaan van ongelijkheid en Building Back Better
De leden van de PvdA-fractie maken zich zorgen over de ontwikkelingen met betrekking
tot biodiversiteit zoals opgenomen in de vijfde editie van de Global Biodiversity Outlook van de United Nations Convention on Biological Diversity (CBD) waarvan de resultaten tijdens de UN Summit on Biodiversity ongetwijfeld ter sprake zullen komen. De zogeheten Outlook 5 legt een sterke relatie tussen de achteruitgang van ecosystemen en het massaal uitsterven
van soorten en de grootschalige vernietiging van leefgebied, vooral ten behoeve van
de landbouw (zoals de tropische ontbossing voor het produceren van palmolie, soja
en rundvlees), overexploitatie (zoals overbevissing, stroperij en de illegale handel
in diersoorten), vervuiling en klimaatverandering. Ook het recent verschenen rapport
Living Planet 2020 van het Wereld Natuur Fonds schets het beeld van toenemend soortenverlies
en de noodzaak tot bescherming. Op dit moment is de inzet voor deze top dat dat de
Minister-President middels een videoboodschap zal interveniëren en deze top aangrijpen
om het belang van gezamenlijke actie te benadrukken, te wijzen op de positieve rol
die de financiële sector kan spelen en het belang onderstrepen dat in Kunming behalve
over meer ambitie ook afspraken worden gemaakt over verbeterde implementatie. Onderschrijft
de Minister de noodzaak van veel meer bescherming van biodiversiteit door uitbreiding
van beschermde natuurgebieden en door habitatherstel, te land, ter zee en in de menselijke
omgeving; radicale aanpak van de opwarming, bestrijding van andere oorzaken van biodiversiteitsverlies
door overexploitatie, vervuiling en invasieve soorten; en verduurzaming van de productie
en consumptie van goederen en diensten, vooral voedsel? En zo ja, behalve het benadrukken
van het belang van gezamenlijke actie, de rol van de financiële sector en het komen
tot afspraken over verbeterede implementatie, welke concrete voorstellen zullen er
ingebracht worden? Achter welke concrete voorstellen ter verbetering van de huidige
situatie heeft Nederland zich geschaard of zal Nederland steunen? Hoeveel landen zijn
actief betrokken bij dit onderwerp? Is er een gezamenlijke inzet van de EU-lidstaten?
Zijn er diplomatieke contacten gelijkgezinde landen die het belang van gezamenlijke
actie onderschrijven en zich actief inzetten? Is er ook op dit vlak samenwerking in
de Alliantie voor Multilateralisme? Is er hierover overleg in de Alliantie voor Multilaterisme?
Doen de landen die lid zijn van de Alliantie voor Multilaterisme ook identieke of
gezamenlijke voorstellen?
Inbreng leden van de Partij voor de Dieren-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de brief van
het kabinet over de Nederlandse inzet tijdens de 75e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) en de kabinetsreactie
op het advies van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (CAVV)
over de bescherming van het milieu in relatie tot gewapend conflict. Zij hebben hierover
nog enkele vragen.
De aankomende AVVN markeert het 75-jarige jubileum van het bestaan van de Verenigde
Naties. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vinden dit dan ook het juiste
moment voor kritische zelfreflectie over de rol van Nederland in het uitdragen van
de kernwaarden waarvoor de VN is opgericht: internationale solidariteit en een gezamenlijke
inzet voor vrede en veiligheid. De VN wordt gezien als het belangrijkste orgaan in
het bevorderen van universele mensenrechten. Nederland heeft het bevorderen van mensenrechten
wereldwijd hoog in het vaandel staan, zoals blijkt uit zijn jaarlijkse bijdrage tijdens
de AVVN, zijn inzet in de VN-Mensenrechtenraad en zijn subsidies uit het Mensenrechtenfonds.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vinden het belangrijk om niet alleen
te kijken naar wat Nederland uitdraagt in het buitenland, maar ook naar wat Nederland
zelf doet in het buitenland: schiet Nederland zelf nog tekort, en zo ja waar en hoe?
En hoe kunnen we garanderen dat kabinetsbeleid niet leidt tot of bijdraagt aan mensenrechtenschendingen
elders op de wereld? Daar zullen de vragen van de leden in deze bijdrage over gaan.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn verheugd om te lezen dat klimaat,
biodiversiteit en groen herstel uit de COVID-19 crisis belangrijke thema’s zijn voor
de Nederlandse inzet tijdens de 75e zitting van de AVVN. Dit zijn onderwerpen die ook voor deze leden zeer belangrijk
zijn. Waar de leden twijfel over hebben is de geloofwaardigheid van deze inzet in
het buitenland. Want een kabinet dat de rest van de wereld wijst op het belang van
het tegengaan van klimaatverandering en milieudegradatie, maar zelf in de praktijk
niet toereikende maatregelen neemt,2 boet in aan geloofwaardigheid. Dat geldt ook voor een Minister die het heeft over
het leefbaar houden van de planeet, maar zelf deel uitmaakt van een kabinet dat naar
eigen zeggen jaarlijks minimaal 4,5 miljard euro – en volgens andere bronnen zelfs
8,3 miljard euro3 – uitgeeft aan subsidies aan de fossiele industrie, evenveel geld als dat het uitgeeft
aan subsidies voor CO2-besparing. Evenmin als een land dat beweert andere landen aan te willen sporen tot
meer ambitie en klimaatactie onder de Overeenkomst van Parijs, maar zelf zijn doelstellingen
als Annex I land niet haalt. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen
zich af hoe de Minister in andere landen wil uitdragen dat ze het goed moeten doen,
wanneer wij het zelf in Nederland niet goed doen? Kan de Minister hier een reactie
op geven? De Small Island Developing States, waarvan de kwetsbaarheid al werd aangehaald door de Minister in zijn brief, willen
geen klimaatadaptatie maar klimaatactie: hun overleving hangt af van de reductie van
CO2-uitstoot van geïndustrialiseerde landen zoals Nederland. Onderschrijft de Minister
deze wens?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen zich af in hoeverre ons handelsbeleid
zorgt voor groeiende ongelijkheid en mensenrechtenschendingen. De leden zijn het met
de Minister eens dat de pandemie bloot heeft gelegd hoe kwetsbaar onze economieën
en politieke systemen zijn en dat vele regio’s alleen maar kwetsbaarder worden voor
externe schokken als er geen maatregelen worden genomen. Echter zijn zij van mening
dat de handelsagenda van het kabinet deze kwetsbaarheid in stand houdt, zo deze handelsagenda
deze kwetsbaarheid al niet vergroot. Kan de Minister hierop reageren. Zo organiseert
de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerkingen geregeld handelsmissies
waarbij miljoenencontracten worden gesloten binnen industrieën waarin onderbetaling,
kinderarbeid, landroof en ontbossing eerder regel zijn dan uitzondering.4 Vervolgens heeft de Minister het over het belang van het wereldwijd bewerkstelligen
van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Erkent de Minister de mogelijkheid dat terwijl
het internationale mensenrechten- en klimaatbeleid van dit kabinet erop gericht is
om anderen te helpen, de handelsagenda juist kan leiden tot verergering? Welke maatregelen
gaat de Minister nemen om ervoor te zorgen dat er een halt toegeroepen wordt aan structurele
mensenrechtenschendingen via de Nederlandse handels- en productieketens?5 Wanneer kunnen we de wet verwachten die het Nederlandse bedrijven verplicht om mensenrechtenschendingen
in hun eigen ketens te voorkomen?
Voorts vragen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie de Minister om een verdere
toelichting over de ondersteuning van het pleidooi van de Secretaris-Generaal van
de VN (SGVN) voor een wereldwijd staakt-het-vuren in het licht van de COVID-19 pandemie.
Een dergelijk staakt-het-vuren is belangrijk zodat landen zich kunnen richten op het
bestrijden van het virus, maar de inspanningen van de VN om tot een dergelijk staakt-het-vuren
te komen worden belemmerd door diplomatieke onenigheid, voortzetting van gevechtshandelingen
en de verkoop van wapens aan strijdende partijen door veelal westerse landen.6 Gaat de Minister zich tijdens de AVVN inzetten om de oproep van de SGVN te ondersteunen
en zo ja, hoe gaat de Minister dit doen? Wat voor mogelijkheden ziet de Minister om
tijdens de AVVN tot een breed gedragen, duidelijke politieke oproep tot een staakt-het-vuren
te komen?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie willen ook nader ingaan op de kabinetsreactie
op het advies van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (CAVV)
inzake de ontwerpbeginselen van de International Law Commission over bescherming van het milieu in relatie tot gewapend conflict. Het toebrengen
van «widespread, long-term and severe» schade aan het milieu, ook wel ecocide genoemd,
is een ernstige misdaad die tot op heden niet is erkend als een van de ernstigste
misdaden zoals uitgelegd in het Statuut van Rome. De leden zijn verheugd om te zien
dat het internationaal recht omtrent ecocide tijdens gewapend conflict zich verder
aan het ontwikkelen is, maar benadrukken ook de noodzaak van een internationaal verbod
op ecocide buiten gewapende conflicten. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie
zijn van mening dat de overheid zijn verantwoordelijkheid dient te nemen om te voorkomen
dat bedrijven die gevestigd zijn op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden
schade toebrengen aan het milieu in andere landen. In het advies onderstreept ook
de CAVV dat verantwoordelijkheid van staten voor bedrijven relevant is buiten conflictsituaties.
Het kabinet zegt het eens te zijn met het CAVV op dit punt, maar de leden van de Partij
voor de Dieren-fractie zien hier in de praktijk te weinig van terug. Ketenverantwoordelijkheid
(ook -en misschien juist- in de financiële wereld) is in Nederland vooral geregeld
via vrijwillige convenanten die zich baseren op de bereidheid van bedrijven om normen
voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen op te volgen. De leden
van de Partij voor de Dieren-fractie vinden dat er in plaats daarvan minimaal afdwingbare
regels moeten komen die kunnen garanderen dat Nederlandse bedrijven zich niet schuldig
maken aan het plegen van ecocide en het schenden van mensenrechten elders op de wereld.
Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat Nederlandse bedrijven zich onthouden van ecocidale
activiteiten in het buitenland, vooral in het licht van recent onderzoek waaruit blijkt
dat slechts 1,6 procent van de 31.000 middelgrote en grote Nederlandse bedrijven in
risicosectoren formeel aangesloten is bij een convenant,7 slechts 22 procent van de grootste Nederlandse bedrijven zich heeft geconformeerd
aan de OESO-richtlijnen en slechts 12% alle stappen van het due-dillegence process heeft doorlopen?8
Voorts willen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie kritiek uiten op het besluit
van het kabinet om het advies van de CAVV over het gebruik van het woord «shall» in
beginsel 7 niet over te nemen. Dit beginsel stelt dat staten en internationale organisaties
die betrokken zijn bij vredesoperaties maatregelen zullen nemen om schadelijke gevolgen
voor het milieu te voorkomen. De leden benadrukken dat juist in de context van vredesmissies
het van groot belang is om schade aan het milieu te voorkomen, aangezien dit een van
de grootste grondoorzaken van conflicten wereldwijd betreft. Kan de Minister dit heroverwegen?
Tot slot wijzen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie erop dat er internationaal
steeds meer stemmen opgaan die oproepen tot het toevoegen van ecocide buiten conflictsituaties
aan het Statuut van Rome. Tijdens de Assembly of State Parties van het internationaal Strafhof in 2019, riepen de Malediven en Vanuatu al op tot
het starten van een onderzoek naar de erkenning van ecocide in het Statuut van Rome.
Meer recentelijk riep president Macron op tot internationale samenwerking om ecocide
strafbaar te stellen. Kan de Minister, in het licht van de internationale ontwikkelingen
omtrent ecocide en de Nederlandse inzet op accountability, het tegengaan van straffeloosheid
en het versterken van het Internationaal Strafhof, een reactie geven op deze oproep?
Hoe staat de Minister tegenover een internationaal verbod op het toebrengen van «widespread,
long-term and severe» schade aan het milieu?
Inbreng van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Nederlandse
inzet voor de 75e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN).
Zij hebben een aantal vragen en opmerkingen.
Effectief en rechtvaardig multilateralisme
De leden van de SGP-fractie steunen, ook in het licht van de Covid-19-pandemie, de
Nederlandse inzet op effectief multilateralisme. Terecht zet Nederland daarbij in
op sociaaleconomische ontwikkeling, voedselvoorziening, mensenrechten, vrede en veiligheid,
en humanitaire steun. Wel menen deze leden dat terughoudendheid gepast is in het organiseren
van parallelle structuren. Wat is in dat licht de concrete agenda, de inzet en de
verwachte impact van de Alliantie voor Multilateralisme, en hoe bevordert dit alles
een «fit for purpose» VN? Naast «effectiviteit» is ook «rechtvaardigheid» een belangrijk
uitgangspunt en doel van multilaterale samenwerking. In dat licht verwijzen de leden
van de SGP-fractie ten eerste naar de disproportionele agendering tegen Israël binnen
VN-organisaties, en roepen zij de aangenomen motie-Van der Staaij c.s. in herinnering.9 Hoe is en wordt precies aan deze motie uitvoering gegeven, en wat is de status van
de Nederlandse inspanningen om een einde te maken aan het vaste agendapunt 7 in de
VN-Mensenrechtenraad?
Ten tweede merken de leden van de SGP-fractie op dat «rechtvaardigheid» ook betrekking
op deelname en het leveren van een verantwoorde en evenredige bijdrage aan multilaterale
instellingen zoals de VN, Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), Wereldhandelsorganisatie
(WTO) en Wereldbank en de programma’s daarvan heeft. Is de Minister bereid de legitieme
en zinvolle participatie van Taiwan binnen dergelijke instellingen te bevorderen?
Hoe beoordeelt de Minister in dezen het recente pleidooi van gezaghebbende Europese
academici en politici in Le Monde en Handelsblatt voor het herzien van de Europese houding tegenover het «een-Chinabeleid» en Taiwan?10 En hoe bevordert Nederland een proportionele – ook financiële – bijdrage van China
aan de programma’s van de voorgenoemde instellingen, zo vragen de leden van de SGP-fractie.
Vrede, veiligheid en recht
Ook in het kader van het bevorderen van vrede en veiligheid zijn er de nodige uitdagingen.
De leden van de SGP-fractie steunen de Nederlandse inzet voor het versterken van de
internationale rechtsorde in het digitale domein. Juist op dat vlak zijn breed gedragen
volkenrechtelijke kaders van groot belang. In het kader van het Nederlandse lidmaatschap
van de VN-Mensenrechtenraad noemt de Minister de «onverminderde inzet» op de vrijheid
van religie en levensovertuiging. Kan de Minister nauwkeurig toelichten waaruit deze
inzet bestaat, overigens ook buiten de VN-Mensenrechtenraad, zo vragen de leden van
de SGP-fractie? Welke programma’s worden bijvoorbeeld ondersteund en met welke landen
is Nederland in dialoog? En kan de Minister ook in VN-verband uitvoering geven aan
de motie-Bisschop/Van Helvert waarin verzocht werd prioriteit te geven aan godsdienstvrijheid
in de bilaterale betrekkingen met China?11
In Wit-Rusland worden de rechten van politici en burgers met voeten getreden. Is de
Minister bereid dit ook in VN-verband te veroordelen, en te pleiten voor een samenhangende
inzet op bevordering van democratie en mensenrechten in Wit-Rusland, zo vragen de
leden van de SGP-fractie?
De Minister gaat ook kort in op de situatie in Jemen. Door steeds voortdurende gevechten
lijden grote delen van de bevolking honger. Ook vrouwen en kinderen worden slachtoffer
van geweld, en het sterftecijfer onder kinderen tot 5 jaar oud is enorm. Hoe wil Nederland
het lidmaatschap van de Mensenrechtenraad precies gebruiken om druk te houden op alle
partijen ten aanzien van gerechtigheid, zo vragen de leden van de SGP-fractie. Heeft
dit echt de aandacht en prioriteit van de Minister? Hoe wordt bijvoorbeeld, samen
met andere VN-lidstaten, bevorderd dat het humanitaire responsplan volledig wordt
gefinancierd en dat de economie van Jemen ook op lange termijn wordt ondersteund en
versterkt?
II. Antwoord/reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
, -
, -
Eerste ondertekenaar
P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
R.D. Reinders, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.