Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over verkiezingen met inachtneming van COVID-19 (Kamerstukken 35165 en 25295-25)
2020D34747 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over
de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 september
2020 (Kamerstukken 35 165 en 25 295, nr. 25) over de wijze waarop de komende verkiezingen georganiseerd zullen worden met inachtneming
van maatregelen die nodig zijn in verband met COVID-19.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Inhoudsopgave
blz.
1.
Inleiding
2
2.
Advies RIVM en gezondheidsaspecten
3
3.
Gemeenten
4
4.
Stemlokalen en stembureauleden
4
5.
Wet- en regelgeving
6
6.
Stemmen bij volmacht, briefstemmen, «early voting»
7
7.
Diversen
8
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief inzake
verkiezingen met inachtneming van COVID-19. Graag willen zij de Minister daarover
enkele vragen stellen. Maar allereerst merken zij op dat zij het, met de Minister,
van groot belang voor onze democratie vinden dat de verkiezingen doorgang kunnen vinden.
Gelet op COVID-19 moeten verkiezingen echter wel op een veilige manier gehouden worden,
zowel voor kiezers als voor stembureauleden. Dat is ook de inzet van de Minister.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van
de Minister over de gevolgen van de coronamaatregelen voor de organisatie van verkiezingen.
Deze leden delen het uitgangspunt van de Minister, dat het van groot belang is voor
onze democratie dat de verkiezingen doorgang kunnen vinden. Ook zijn deze leden met
de Minister van mening, dat de verkiezingen van oktober 2020, november 2020 en maart
2021 zo kunnen worden georganiseerd dat het voor kiezers veilig is om te stemmen en
het voor stembureauleden veilig is om hun werk te doen in de stemlokalen. Wel hebben
deze leden nog enkele vragen over de brief.
De leden van de CDA-fractie vragen nogmaals aandacht voor de interne procedures van
politieke partijen voor de vaststelling van verkiezingsprogramma’s en kandidatenlijsten.
De Minister zal in samenwerking met de Kiesraad die als centraal stembureau fungeert
voor de komende Tweede Kamerverkiezing, de partijen die een aanduiding hebben geregistreerd
voor deze verkiezing informeren over die stappen en daarbij ingaan op (voorzorgs-)maatregelen
die kunnen worden getroffen in relatie tot COVID-19. Wat is de stand van zaken, zo
vragen de leden van de CDA-fractie. Op welke wijze ondersteunt de Minister politieke
partijen om met de nodige processen vorm te geven met inachtneming van de coronamaatregelen?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister met
betrekking tot verkiezingen met inachtneming van COVID-19 en willen de Minister nog
enkele vragen voorleggen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de
brief van de Minister over verkiezingen in Coronatijd. Deze leden hebben een aantal
zorgen en vragen die zij graag aan de Minister voorleggen.
De leden van de fractie van de SP hebben kennis genomen van de brief over het organiseren
van de verkiezingen met inachtneming van de maatregelen om corona te bestrijden. Zij
hebben daarover nog enkele vragen en opmerkingen. Deze leden maken zich zorgen over
het organiseren van de verkiezingen. Zij begrijpen dat het een grote opgave is om
de verkiezingen zo te organiseren maar daarbij het gevaar voor verspreiding van het
virus zoveel mogelijk te beperken. Genoemde leden maken zich zorgen over de opkomst.
Zowel mensen die (lichte) klachten hebben als mensen die in een risicogroep vallen,
zullen hoge(re) drempels ervaren om hun stem uit te brengen. Genoemde leden zouden
graag zien dat er alles aan gedaan wordt, binnen de mogelijkheden, deze drempels zoveel
mogelijk te verlagen. Dat is immers in het belang van de democratie.
De leden van de PvdA-fractie begrijpen dat vanwege Covid-19 er extra maatregelen moeten
worden genomen om verkiezingen op zowel een veilige manier te kunnen laten plaatsvindt
als ook op een manier waarop kiesgerechtigden niet belemmerd worden in het uitbrengen
van hun stem.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de
brief aangaande verkiezingen met inachtneming van covid-19. Zij onderschrijven de
stelling van de Minister dat het van groot belang is voor onze democratie dat de verkiezingen
doorgang kunnen vinden.
Deze leden zullen specifieke vragen die zij hebben over de tijdelijke spoedwet voor
verkiezingen, bij behandeling van die wet stellen. Voor nu hebben ze behoefte aan
het stellen van een aantal specifieke vragen.
De leden van de 50PLUS-fractie danken de Minister voor de toezending van genoemde
brief. Zij hebben hier nog wel enkele nadere vragen over. De Minister stelt: «Het
is uiteraard, zoals het RIVM ook constateert, mogelijk dat de actuele situatie op
het precieze moment dat de verkiezing wordt gehouden anders is». Onder welke omstandigheden
acht de Minister het denkbaar dat de verkiezingen uitgesteld moeten worden?
2. Advies RIVM en gezondheidsaspecten
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat kiezers bij de ingang van het stembureau
worden geattendeerd op vragen die onderdeel uitmaken van een gezondheidscheck. Worden
kiezers geacht deze vragen te lezen en voor zichzelf te beantwoorden, in die zin dat
zij de vragen niet persoonlijk door een lid van het stembureau voorgelegd krijgen,
zo vragen de leden van de VVD-fractie.
Het RIVM adviseert, dat personen die één of meerdere vragen van de gezondheidscheck
met ja beantwoorden vanuit het perspectief van de infectieziektebestrijding thuis
moeten blijven en iemand anders kunnen machtigen om te stemmen. De leden van de CDA-fractie
vragen in meer principiële zin, of de uitoefening van het kiesrecht afhankelijk gemaakt
kan worden van de bedoelde gezondheidscheck. Deze leden onderkennen dat de aanbevolen
gedragslijn goed werkbaar is als de kiezer voldoende tijd heeft om iemand anders te
machtigen. Deze leden vragen de Minister, of het wenselijk is dat plotseling opkomende
verkoudheidsklachten de facto tot uitsluiting van het kiesrecht zouden leiden. Welke
mogelijkheden ziet de Minister om aan deze uiterste consequentie te ontkomen? Verder
vragen deze leden, of bij de uitbreiding van het aantal toegestane volmachtstemmen
de fraudegevoeligheid is meegewogen.
De leden van de SP-fractie lezen dat het RIVM heeft geadviseerd over beschermingsmaatregelen
als er stemlokalen ingericht zouden worden voor mensen die een van de gezondheidsvragen
met «ja» beantwoorden. De Minister geeft aan dat ze geen voornemen heeft dergelijke
stemlokalen mogelijk te maken. Kan de Minister nader ingaan waarom hiervoor gekozen
is? Betekent dit dat iedereen met een snotneus niet zelf kan stemmen? Ziet de Minister
daar ook de gevaren voor de opkomst? Ziet de Minister ook het gevaar dat mensen alsnog
gaan stemmen in een normaal stemlokaal, omdat zij de klachten zelf niet zo ernstig
achten?
De leden van de fractie van de SP vragen of er alternatieve mogelijkheden zijn onderzocht,
zoals bijvoorbeeld tentopstellingen in de buitenlucht, waarbij met dranghekken ervoor
gezorgd kan worden dat er voldoende afstand gehouden kan worden? Is er onderzocht
of er bijvoorbeeld mogelijkheden zijn om stembureauleden aan huis te laten komen voor
mensen die in quarantaine zitten, met de benodigde beschermingsmaatregelen uiteraard?
De leden van de fractie van de SP lezen dat de mogelijkheden voor mobiele stembureaus
in verzorgingstehuizen groter worden. Genoemde leden denken dat dit een positieve
uitwerking kan hebben op de opkomst. Zijn er meer locaties denkbaar waar dit soort
bureaus kunnen worden ingericht, bijvoorbeeld op locaties waar veel mensen werken,
op bijvoorbeeld hogescholen?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de aangekondigde hygiënemaatregelen
dwingend, of enkel sterk aanbevolen zijn. Kan het bijvoorbeeld zo zijn dat het niet
willen reinigen van de handen met desinfectie, betekent dat iemand het recht om zijn
of haar stem uit te brengen wordt ontzegd? De leden van de ChristenUnie-fractie vragen
in dit licht ook naar de samenhang van genoemde maatregelen met de Tijdelijke wet
maatregelen covid-19 die momenteel in de Kamer wordt behandeld. Genoemde leden vragen
ook wat de precieze rol van de toezichthouder in het stembureau zal zijn.
3. Gemeenten
De leden van de GroenLinks-fractie wijzen op het feit dat de Minister schrijft dat
gemeenten € 30 mln. extra krijgen, gebaseerd op de reële kostenstijgingen. Kan dit
bedrag nader onderbouwd worden?
De leden van de 50PLUS-fractie nemen kennis van de mededeling van de Minister dat
gemeenten een reële compensatie van ca. € 30 mln. zullen ontvangen voor de kosten
die gemaakt moeten worden. Deze leden vragen zich af hoeveel rek hierin zit. Kan dit
bedrag oplopen als dat nodig blijkt? Waarom wordt er gesproken van ca. € 30 mln.?
Waarop is de hoogte van dit bedrag gebaseerd?
4. Stemlokalen en stembureauleden
Gemeenten houden er rekening mee, zo lezen de leden van de VVD-fractie, dat er bij
de Tweede Kamerverkiezingen minder stemlokalen beschikbaar zullen zijn dan bij de
verkiezingen in 2017. Er zal een beroep op scholen worden gedaan om hun gebouwen ter
beschikking te stellen. Daar voldoende stemlokalen van groot belang zijn, vragen de
leden van de VVD-fractie of is overwogen om ook andere locaties in beeld te brengen
en te bekijken of die geschikt zijn. Zo ja, welke? Wat zijn de mogelijkheden? Graag
krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de Minister.
De inventarisatie die met gemeenten is uitgevoerd wijst uit dat naar verwachting een
substantieel deel van de stemlokalen die de gemeenten doorgaans gebruiken niet groot
genoeg zal zijn om de 1,5 meter afstand aan te kunnen houden. De leden van de CDA-fractie
lezen, dat in de meerderheid van de gemeenten (52%) in het onderzoek in juni aangeeft
dat een beperkt aantal of (bijna) geen stemlokalen zo ingericht kunnen worden dat
stembureauleden en kiezers 1,5 meter afstand kunnen houden. De leden van de CDA-fractie
vragen wat op dit moment de stand van zaken is, in het bijzonder in de gemeenten waar
in november herindelingsverkiezingen zullen plaatsvinden.
In dit verband herinneren de leden van de CDA-fractie eraan, dat de gemeente Den Haag
in 2012 heeft besloten af te zien van het vestigen van stembureaus in kerkgebouwen.
Vanwege de 1,5 meterregel zal de vraag naar gebouwen waarin een stembureau een ruime
opzet kan krijgen toenemen. Deze leden vragen, of de Minister keuzes zoals die van
de gemeente Den Haag in de huidige omstandigheden nog houdbaar vindt, aangezien kerken
vaak beschikken over ruimten met een oppervlakte die zich bij uitstek leent voor het
handhaven van de 1,5 meterregel.
De leden van de D66-fractie delen de zorg van de Minister over het aantal (voor anti-covid
maatregelen én kiezers met fysieke beperking) geschikte stemlokalen. Deze leden delen
eveneens de zorg over het vinden van genoeg stembureauleden omdat minder stembureauleden
beschikbaar zijn omdat zij zich in de risicogroep bevinden. Deze leden vragen de Minister
welke stappen gemeenten al ondernomen hebben in het belang om voldoende stembureaus
beschikbaar te krijgen voor de verkiezingen? Deze leden benadrukken dat in dit opzicht
«voldoende» hier eerder méér stembureaus betekent dan minder. Deze leden benadrukken
het belang van werving van extra leden, maar ook hier vragen de voornoemde leden welke
stappen de gemeenten al hebben gezet om de stembureaus voldoende (dus eerder meer
dan minder) bemenst te krijgen?
De leden van de D66-fractie vragen ook aandacht voor de veiligheid van de stembureauleden.
Het nieuwe 4e stembureaulid staat bij de ingang van het stembureau en heeft een voorlichtende,
instruerende taak. In de wetenschap dat niet iedereen overtuigd is van de noodzaak
en wenselijkheid van maatregelen tegen COVID-19 bestaat er een kans dat sommige kiezers
zich niet zullen gedragen conform de aanwijzingen. De voornoemde leden vragen de Minister
wat te doen in een dergelijke situatie? Is de Minister in dat verband niet bang voor
een verhoogde kans op ordeverstoringen in de stemlokalen? Zo ja, wat voor maatregelen
kunnen hiervoor genomen worden? Zo nee, waarom niet?
De voornoemde leden kunnen zich zo voorstellen dat stembureauleden onderling en ten
opzichte van kiezers de 1,5 meter afstand in acht nemen zolang zij geen beschermende
kleding hebben. Deze leden vragen de Minister hoe dit bij het tellen van de stemmen
en in het bijzonder bij het verlenen van hulp en bijstand in het stemhokje gaat verlopen?
Met name hulp en bijstand zal op minder dan 1,5 meter verleend moeten worden. Is de
Minister het met deze leden eens dat hulp en bijstand te allen tijde geboden moet
kunnen worden in het stemhokje?
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen over het aantal beschikbare stemlokalen
nu bijvoorbeeld verre van zeker is of stemlokalen kunnen worden ingericht in zorginstellingen
en in schoolgebouwen. Dit betekent dat in veel gemeenten op zoek zal moeten worden
gegaan naar alternatieve locaties. Deelt de Minister de zorg van deze leden? Zo ja,
wanneer verwacht zij dat er een complete inventarisatie ligt van beschikbare stemlokalen
en alternatieve locaties? En kan de Minister verder toezeggen dat het aantal stemlokalen
niet substantieel wordt beperkt? Zo ja, kan de Minister aangeven wat volgens haar
een minimum aantal stembureaus zou moeten zijn?
Dezelfde leden hebben ook zorgen over het aantal beschikbare stembureauleden. Deze
leden zijn blij dat de Minister samen met gemeente inzet op het werven van nieuwe
bemensing voor de stembureaus. De aan het woord zijnde leden vragen de Minister of
er ook voor zorggedragen wordt dat er voldoende reserveleden beschikbaar zijn voor
het geval op de dag van stemming personen die het stembureau bemensen vanwege klachten
thuis moeten blijven? Het is immers de verwachting dat het aantal ziekmeldingen ook
onder leden van de stembureaus hoger zal liggen dan normaal en het zou niet acceptabel
zijn als diverse stemlokalen hierdoor op het laatste moment niet open kunnen gaan
of stemuitslagen pas veel later beschikbaar zullen kunnen komen. Kan de Minister aangeven
welke norm voor reserve bezetting er in «normale tijden» was en hoe deze norm volgens
de Minister nu zal moeten zijn? Voorts zijn deze leden benieuwd naar het totaal aantal
stembureauleden en stemmentellers dat normaal bij Tweede Kamerverkiezingen beschikbaar
zijn en hoeveel mensen er voor de komende Tweede Kamerverkiezingen er gezocht worden.
De gezondheidsmaatregelen die het RIVM adviseert, zijn naar de mening van de leden
van de PvdA-fractie hard nodig. Evenwel vragen zij zich af of de gemeenten wel in
staat zullen zijn om genoeg stemlokalen in te richten zodat verkiezingen onbelemmerd
kunnen plaatsvinden. Dat er nog veel inspanningen daartoe moeten worden verricht is
duidelijk. De «Bevraging haalbaarheid verkiezingen onder COVID-19 maatregelen» onder
de gemeenten stelt de leden van de PvdA-fractie niet gerust. De gemeenten geven aan
dat in een groot de stembureaus het houden van 1,5m afstand niet mogelijk is, dat
er grote onzekerheid is of er genoeg alternatieve locaties zijn, dat een meerderheid
van de gemeenten geen mogelijkheid ziet om piekbelasting bij stembureaus te voorkomen
om zo het aantal kiezers meer te spreiden. Aan welke concrete oplossingen denkt u
om deze problemen op te lossen?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoe zal worden omgegaan in de stembureaus
met mensen die vanwege een beperking, bijvoorbeeld een visuele beperking, lastig afstand
kunnen houden. Wordt hierin ook een milde houding nagestreefd?
Voorts vragen zij of, in overleg met gemeenten, ook specifiek met ouderen en mensen
met een kwetsbare gezondheid kan worden gesproken om te bezien hoe zij op een zo veilig
mogelijke wijze deel kunnen nemen aan de verkiezingen. Genoemde leden wijzen er hierbij
op dat mensen niet altijd iemand zullen hebben die zij bij volmacht willen laten stemmen,
juist ook vanwege het vertrouwen dat bij een dergelijke stem nodig zal zijn.
De leden van de 50PLUS-fractie lezen dat er rekening mee wordt gehouden dat er minder
stemlokalen beschikbaar zullen zijn, omdat meerdere locaties niet kunnen voldoen aan
de coronaregels. De verantwoordelijkheid voor voldoende toegankelijke stemlokalen
ligt bij gemeenten. Kan de Minister nader toelichten hoe zij gemeenten denkt te ondersteunen
bij dit proces? Is er bijvoorbeeld een stappenplan, zo vragen deze leden. Wat gebeurt
er als er eenvoudigweg te weinig locaties zijn? Op welk moment wordt besloten in te
grijpen, als dit aan de hand zou zijn? Wat gebeurt er als voor de stemmingsdag te
weinig stemlokalen beschikbaar zijn? En wat gebeurt er als er wel genoeg stemlokalen
zijn, maar te weinig capaciteit om die stemlokalen te bemensen?
5. Wet- en regelgeving
Er wordt een tijdelijke spoedwet voorbereid, zo begrijpen de leden van de VVD-fractie.
Daarin wordt een aantal zaken geregeld. Eén daarvan heeft betrekking op het geven
van hulp in een stemhokje in relatie tot de 1,5 meter afstand. Wat wordt er in dat
kader voorgesteld: geen hulp bieden of het soepeler omgaan met de 1,5 meter afstand?
Ook zou overwogen kunnen worden om de hulp in het stemhokje alleen te laten geven
door mensen die samen een huishouden vormen. De leden van de VVD-fractie vragen de
Minister daar op in te gaan.
Uiterlijk begin oktober zal het wetsvoorstel voor de tijdelijke spoedwet bij de Kamer
worden ingediend. De leden van de VVD-fractie spreken de hoop uit dat dit wetsvoorstel
in werking kan treden voorafgaand aan de herindelingsverkiezingen, zoals het streven
van de Minister is.
De leden van de VVD-fractie wachten de eventuele voorstellen voor briefstemmen bij
de Tweede Kamerverkiezingen af. Voor hen is daarbij het waarborgen van het stemgeheim
belangrijk.
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd wat het gevolg is van het uitwerken van
wetgeving binnen een half jaar voor de parlementsverkiezingen. Een van de internationale
(softlaw) uitgangspunten met betrekking tot verkiezingen («Code of Good Practice in
electoral matters») is dat wetgeving niet moet veranderen binnen zes maanden voorafgaand
aan verkiezingen. Hoe beoordeelt de Minister dit uitgangspunt in het licht van de
spoedwetgeving die op komst is?
De Minister is voornemens, zo begrijpen de leden van de GroenLinks-fractie, om begin
oktober met aanvullende tijdelijke wetgeving te komen. Deze leden zien uit naar deze
voorstellen en zullen daar dan grondig naar kijken. Voor nu hebben deze leden nog
wel een aantal concrete vragen hierover. Overweegt de Minister ook om bijvoorbeeld
de verkiezingen over twee dagen wettelijk mogelijk te maken als tijdelijk noodscenario?
Zo ja, wat zijn de voor- en nadelen hiervan? Zo nee, waarom niet?
De leden van de PvdA-fractie lezen dat een tijdelijke spoedwet in voorbereiding is
om onder andere de (bestaande) mogelijkheden om mobiele en/of bijzondere stembureaus
in te richten, te verruimen. Waar liggen nu nog de belemmeringen om dat te doen?
6. Stemmen bij volmacht, briefstemmen, «early voting»
Met betrekking tot het digitaal aanvragen en verstrekken van een schriftelijke volmacht
gaan de leden van de VVD-fractie ervan uit dat dit op een veilige manier gebeurt.
Zij verzoeken de Minister daar op in te gaan.
In het schriftelijk overleg (TK 35 165, nr. 24) heeft de Minister aangekondigd mogelijkheden van «early voting» te zullen onderzoeken.
De leden van de CDA-fractie vragen wat de stand van zaken is op dit punt.
De leden van de D66-fractie lezen dat er wordt gewerkt aan een mogelijke invoering
van stemmen per brief. Klopt het dat dit niet zonder wetgeving ingevoerd kan worden?
Hoe ziet de Minister het tijdpad van deze ontwikkelingen in het licht van voornoemd
internationale «standards»? De voornoemde leden hebben in het verleden ook wel eens
de suggestie voorbij zien komen van het stemmen per telefoon. Is dit volgens de Minister
ook iets om over na te denken? Graag ontvangen zij hierop een reactie.
De leden van de D66-fractie zijn het met de Minister eens dat gestreefd moet worden
naar spreiding van het stemmen gedurende de dag. Deze leden vragen de Minister of
in dit verband de mogelijkheid «early voting» is overwogen? Zo ja, is dit een haalbare
optie? Hoe zou de Minister dit vormgeven? Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister in te gaan op zorgen die leven
ten aanzien van de veiligheid van digitale volmachtverlening. Hoe wordt gewaarborgd
dat hiermee niet gefraudeerd kan worden?
De leden van de SP-fractie lezen dat het aantal uit te brengen volmachtstemmen wordt
uitgebreid van twee naar drie. De leden van de SP-fractie begrijpen de achterliggende
redenatie maar wijzen op een eerder advies van onder andere de Greco (The Group of
States against Corruption van de Raad van Europa) die het systeem van volmachtstemmen
bekritiseerde vanwege fraudegevoeligheid. Hoe verhoudt de uitbreiding zich hiertoe?
Daarnaast lezen de genoemde leden dat een schriftelijke volmacht digitaal kan worden
aangevraagd. Is dit veilig? Daarnaast vragen de leden tot wanneer een dergelijk volmacht
afgegeven kan worden, kan dit ook nog op de verkiezingsdag zelf?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen om bij de uitwerking van de uitzondering
voor het aantal volmachtsstemmen, nadrukkelijk rekening te houden met de kritiek vanuit
onder meer de Kiesraad en de OVSE op het huidige systeem.
De leden van de 50PLUS-fractie vragen of de Minister zich realiseert dat de verhoging
van het aantal volmachten onvoldoende kan zijn om deelname van mensen die fysiek beperkt
zijn, of in quarantaine zitten, te garanderen?
Voorts lezen zij dat een scenario voor briefstemmen wordt uitgewerkt. Is daarover
al iets meer bekend? In welke omstandigheden kan briefstemmen een optie worden? Op
welk moment moet besloten worden dat hiertoe moet worden overgegaan, om qua voorbereiding
niet in de knel te komen?
Tevens vragen deze leden of er al wordt gekeken naar de Nederlandse stemmers in het
buitenland. Moeten daar separate voorbereidingen voor worden betracht? Zo ja, worden
deze contacten al gelegd?
7. Diversen
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd of de Minister de mogelijkheid overweegt
om in het uiterste geval één of meerdere maatregelen over te nemen die men nu in de
omliggende Europese landen treft om de verkiezingen met inachtneming van COVID-19
voorspoedig te kunnen laten verlopen? Zo ja, welke maatregelen zouden dat bijvoorbeeld
kunnen zijn en waarom zou die maatregel geschikt zijn voor de Nederlandse situatie?
Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinks-fractie hechten eraan dat de Kamer de ontwikkelingen de
komende maanden goed kan volgen. Daarom zouden deze leden de Minister willen vragen
om maandelijks een stand van zaken brief te ontvangen. Is de Minister hiertoe bereid?
De leden van de PvdA-fractie vragen naar de stand van zaken in uw overleg met het
openbaar lichaam Sint-Eustatius, zodat de eilandsraadverkiezing met in achtneming van de door het RIVM geadviseerde maatregelen kunnen worden gehouden.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de evaluatie van de herindelingsverkiezingen
in november 2020, op korte termijn naar de Kamer zal worden gestuurd zodat deze ook
nog een rol van betekenis kan spelen bij de bespreking van de voorbereidingen van
de Tweede Kamerverkiezingen.
Tot slot hechten de leden van de ChristenUnie-fractie eraan op te merken dat er een
hoop anders zal zijn dan gebruikelijk bij deze verkiezingen. Zowel voor kiezers als
voor stembureauleden. Zij vragen in dit licht of het wenselijk is om de experimenten
met stembiljetten bij deze verkiezing doorgang te laten vinden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.