Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake Herijking Canon van Nederland (Kamerstuk 32820-370)
2020D33499 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brieven van de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 22 juni 2020 en 25 juni 2020 inzake de herijking
Canon van Nederland (Kamerstuk 32 820, nr. 370) en de resultaten van de herijking van de Canon van Nederland (Kamerstuk 32 820, nr. 372).
De voorzitter van de commissie, Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic
Inhoud
blz.
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
2
•
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
4
•
Inbreng van de leden van de D66-fractie
5
•
Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie
7
•
Inbreng van de leden van de SP-fractie
8
•
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
8
•
Inbreng van de leden van de SGP-fractie
9
II
Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
9
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat de verhalen van het verleden
worden verteld aan onze leerlingen, zodat zij een historisch besef hebben. De leden
hebben daarom met interesse kennisgenomen van het «Rapport van de Commissie Herijking
Canon van Nederland» en de daarbij behorende brief van de Minister. Wel hebben de
leden nog een aantal vragen.
Rapport van de Commissie Herijking Canon van Nederland
Basisonderwijs en pabo’s
De leden van de VVD-fractie lezen dat in het basisonderwijs de Canon door ruim twee
derde van de leerkrachten in de bovenbouw gebruikt wordt. Wat gebruiken de rest van
de leerkrachten voor hun lessen en wat zijn de voornaamste redenen voor scholen om
niet gebruik te maken van de Canon in hun lessen? Op welke manier borgt de Minister
dat leerlingen van deze school nog steeds genoeg informatie en les krijgen over de
nationale geschiedenis? Is de Minister het tevens met de leden eens dat historisch
besef een belangrijk onderdeel is van het goed kunnen functioneren binnen de Nederlandse
samenleving, zo vragen zij.
Voortgezet onderwijs
De leden van de VVD-fractie vragen met welk doel de makers van de Canon de Canon hebben
gemaakt. Tevens vragen zij of de makers van mening zijn dat het doel afdoende wordt
bereikt. De leden lezen ook dat een groot deel van de vensters inmiddels aanbod komt
in de courante lesmethoden geschiedenis. Op welke manier wordt voorkomen dat er onnodig
overlap ontstaat tussen de beide initiatieven?
De leden lezen dat er bij de totstandkoming van de vorige Canon veel kritiek te horen
was vanuit docenten uit het voortgezet onderwijs. Deze kritiek spitste zich bijvoorbeeld
toe op het vermeende nationalistische karakter van de Canon. Welke invloed heeft deze
kritiek gehad op de totstandkoming van de huidige Canon? Is de Minister van mening
dat er aanpassingen nodig waren naar aanleiding van die kritiek? Wat zijn de voornaamste
kritieken vanuit het werkveld op de Canon en hoe beoordeelt de Minister die kritieken?
Daarnaast werd de aansluiting bij de tien tijdvakken als gebrekkig ervaren en werd
het gefragmenteerde karakter (veel losse vensters) ook als problematisch ervaren.
Wordt deze gebrekkige aansluiting nog steeds ervaren? Wat heeft de Minister gedaan
om te waarborgen dat de nieuwe Canon niet enkel een «inspiratiebron» zou zijn, zo
vragen zij.
Opdracht commissie werkwijze
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister van OCW de opdracht omschreef als
het «tegen het licht houden van keuzes en teksten die [in 2005–2006] op grond van
de inzichten van toen gemaakt zijn». Heeft de Minister nog een andere opdracht, mening
of aanwijzing meegegeven aan de makers van de Canon? Zo ja, welke?
De leden lezen dat de commissie zodanig is samengesteld dat de belangrijkste sectoren
die te maken hebben met de Canon erin vertegenwoordigd zijn. Wie worden er dan bedoeld
met «aanverwante spelers», zo vragen de leden.
Herschreven teksten
De leden van de VVD-fractie merken op dat de Minister in haar opdrachtbrief beklemtoonde
dat de Canon een «stimulerende rol» zou moeten hebben «bij de overdracht van kennis
over het verleden» en dat de Canon voor «nieuwkomers» gebruikt zou moeten worden om
kennis te vergaren over de Nederlandse cultuur en geschiedenis. Waar is de functie
voor nieuwkomers op gebaseerd, zo vragen de leden, en op welke manier wordt dit getoetst.
De leden vragen voor wie de Canon nu echt bedoeld is. Welke doelgroep hadden de leden
van de commissie voor ogen bij het herijken van de Canon, zo vragen de leden.
Plaats en positionering in het Curriculum
De leden van de VVD-fractie lezen dat de commissie is gevraagd te adviseren over de
plek van de Canon in het curriculum. De commissie adviseert dat de Canon gebaat is
bij zorgvuldige positionering: niet te stevig, maar ook niet te vrijblijvend. De Canon
is geen doel, maar middel. Hoe waarborgt de Minister dat de Canon niet als te vrijblijvend
wordt ervaren? Zit er een bepaald dwingend karakter achter?
Ook lezen de leden dat het voor het onderwijs van belang is dat de Canon niet apart
wordt vermeld naast de tien tijdvakken en kenmerkende aspecten, maar wordt geïntegreerd
in het toekomstige historisch referentiekader. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen
dat dit ook daadwerkelijk gebeurt, zo vragen de leden.
Didactische toepassing in het basisonderwijs
De leden van de VVD-fractie lezen dat de vensters uitstekend dienen als voorbeelden
voor lessen die aansluiten bij kerndoel 53. Vindt de Minister ook niet dat het enkel
dienen als voorbeeld vrij vrijblijvend is? Hoe zorgt de Minister ervoor dat het niveau
van alle leerlingen in Nederland, met betrekking tot geschiedenis, ongeveer gelijk
is, als hun lesmethoden, door het vrijblijvende karakter van de Canon, niet overeen
hoeven te komen, zo vragen de leden.
Didactische toepassing in het voortgezet onderwijs
De leden van de VVD-fractie lezen dat de zeven nieuwe hoofdlijnen samenhang aanbrengen
tussen de verschillende vensters en dat ze de relevantie van de verschillende aspecten
onderstrepen. Scholen die streven naar een sterkere correlatie en samenwerking tussen
vakken, kunnen deze hoofdlijnen als hulpmiddel gebruiken. Wat doen de scholen die
niet streven naar een correlatie dan met de Canon? Hoe voorkom je «cherry-picking»
binnen de Canon, zo vragen de leden.
Implementatie
De leden van de VVD-fractie vragen of er nog onderwijsinstellingen zijn die, ondanks
de herijkte Canon, nog gebruik maken van de oude Canon. Zo ja, wat vindt de Minister
hiervan, zo vragen de leden.
Herijkingsritme
De leden van de VVD-fractie vragen wat de Minister ervan vindt dat de Canon elke tien
jaar herijkt gaat worden in plaats van de initieel beoogde vijf jaar. Waarom is hiervoor
gekozen? Klopt het niet dat de Canon juist «levend» moet zijn, waarom kiezen we er
dan niet voor om de Canon niet vaker te heroverwegen, zo vragen de leden.
Nieuwe visie cultuurbeleid-brief van de Minister van OCW
De leden van de VVD-fractie vragen waarom het vijftien jaar heeft geduurd om de Canon
te herijken in plaats van de beoogde vijf jaar. Wat heeft dit voor het onderwijs van
de leerlingen betekend, zo vragen de leden.
Zichtbaarheid en toegankelijkheid Canon
De leden van de VVD-fractie lezen dat de commissie als advies heeft gegeven dat de
beheerders van canonvannederland.nl in staat gesteld moeten worden om de website verder
te actualiseren. Zijn hier bepaalde richtlijnen voor opgesteld? Hoe gaat de Minister
ervoor zorgen dat er geen inhoudelijke wijzigingen worden doorgevoerd die niet van
tevoren zijn besproken in de commissie? Ook lezen de leden dat de Minister 100.000
euro beschikbaar heeft gesteld voor het onderhoud van de Canon. Waar is deze 100.000
euro op gebaseerd en wat houdt dit onderhoud in, zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de resultaten
van de herijking van de Canon van Nederland. Deze leden zeggen de commissie-Kennedy
dank voor haar werk en voor de heldere wijze waarop zij haar aanpak heeft uiteengezet.
Deze leden onderschrijven de woorden van de commissie: «Een blijvende belangstelling
voor en kennis van het verleden – daar wordt elk mens en elke samenleving beter van.»
Naar mening van de leden is het niet aan de politiek om inhoudelijk een oordeel te
vellen over de herijkte Canon, maar deze leden hebben nog wel enkele vragen over de
brief van de Minister.
De leden van de CDA-fractie lezen in de beleidsreactie dat de Minister schrijft dat
de betrokkenen bij het leergebied Mens & Maatschappij in het kader van de curriculumvernieuwing
gaan kijken of en hoe de vernieuwde Canon een plek kan krijgen in de vernieuwde kernvakken.
Vanwege deze formulering; «of en hoe» van de Minister vragen deze leden of zij het
mogelijk acht dat de herijkte Canon geen plek krijgt in de vernieuwde kernvakken.
Wat zou de reden daarvoor zijn en zou zij dit wenselijk achten? Gaarne ontvangen deze
leden een nadere toelichting.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister verder of de leden van de commissie
Herijking Canon van Nederland een rol krijgen bij het inbedden van de Canon in de
vernieuwde kernvakken en zo ja op welke wijze.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister voorts om een nadere toelichting over
de toepassing van de Canon in de huidige kernvakken. Op welke wijze worden de scholen
ondersteund hierbij en wanneer denkt de Minister dat bijvoorbeeld de aanbevelingen
van de commissie die zien op deze ondersteuning zijn uitgewerkt. Binnen welke termijn
moet die uitbreiding van de Canonwebsite er bijvoorbeeld zijn om leraren te ondersteunen,
zo vragen de leden.
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Minister onder het kopje «Zichtbaarheid
en toegankelijkheid van de Canon» alleen de website Externe link:www.canonvannederland.nl en de Canonmusea noemt. Deze leden denken aan een formule als «A History of the World
in 100 Objects», waarmee Neil MacGregor, oud-directeur van het British Museum, geschiedenis
op een aanstekelijke manier over het voetlicht bracht. Deze leden herinneren in dit
verband ook aan de afspraak in het regeerakkoord: «We investeren in het beter zichtbaar
maken en zo mogelijk toegankelijk maken van historische plaatsen in het land die het
verhaal van onze geschiedenis vertellen.» Kan de Minister nader uiteenzetten op welke
wijze de fysieke zichtbaarheid en toegankelijkheid van historische plaatsen is bevorderd,
zo vragen de leden.
De leden van de CDA-fractie onderschrijven het voornemen om de Canon voortaan periodiek
te herijken, maar vragen de Minister om een nadere toelichting waarom voor eenmaal
in de tien jaar is gekozen in plaats van eenmaal in de vijftien jaar zoals nu is gebeurd.
Deze leden vragen de Minister een nadere toelichting op het gekozen governance-model.
Wat betekent het, dat de stichting intellectueel eigenaar is van het concept en de
inhoud van de Canon van Nederland? Wat is de rol en de verantwoordelijkheid van de
Minister met betrekking tot de stichting, zo vragen de leden.
De leden van de CDA-fractie vragen tot slot naar de stand van zaken met betrekking
tot de uitreiking van de Canon aan achttienjarigen.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
Algemeen
De leden van de D66-fractie hebben met enthousiasme kennisgenomen van de herijking
van de Canon van Nederland. De commissie-Kennedy verdient wat deze leden betreft een
compliment voor het eindresultaat, gelet op de complexe opdracht waar zij voor stonden.
Toen de commissie-Van Oostrom de eerste Canon in 2006 presenteerde, was het al de bedoeling om de
Canon om de zoveel jaar te herijken. Dit was geen gemakkelijke opgave. De leden zijn
positief over de aanpassingen in de herijkte Canon met, zoals de commissie zelf stelt
«meer balans op [onder andere] het gebied van meerstemmigheid, gender en diversiteit».
Ook dat er extra aandacht is gekomen voor de zwarte bladzijdes uit de Nederlandse
geschiedenis en nog meer is getracht om op een brede manier te vertellen over Nederlandse
successen en de zwarte bladzijdes kan op instemming rekenen van deze leden. Zeker
gelet op het moeizame debat in de Kamer, waar meerdere politieke partijen juist aandrongen
op het schrappen van de passage over de schaduwkanten van de Nederlandse geschiedenis
in de opdrachtbrief aan de commissie.
Toen de Canon in 2006 werd gepresenteerd, was deze nog nauwelijks bekend. Het feit
dat de Canon nu op heel veel scholen wordt gebruikt, vinden bovengenoemde leden dan
ook benoemingswaardige prestatie.
Wat ook duidelijk is geworden, gelet op de recente Black Lives Matter-demonstraties,
dat er een enorme behoefte is van een grote groep mensen in Nederland om aandacht
te besteden aan racisme. De gevoelens van vele activisten is dat het belangrijk is
om gezien te worden en opgetreden wordt tegen racisme. De leden zijn van mening dat
het vertellen van meerdere verhalen van verschillende kanten, zoals bijvoorbeeld over
het slavernijverleden in de Canon, meer openheid creëert en ook meer ruimte voor gesprek
biedt over wat de invloed van de geschiedenis heden ten dage is.
Het onderwijzen van kinderen over de Nederlandse geschiedenis legt een belangrijke
basis, namelijk het geven van kennis. Daarmee biedt het ruimte om vanuit meerdere
perspectieven te kunnen kijken naar bijvoorbeeld de gevoelens van ongenoegen van een
ander. Ongeacht welke dat zijn. En mede daarom is de Canon zo belangrijk.
De leden hebben verder nog enkele vragen naar aanleiding van de herijking.
De Canon en het onderwijs
De leden van de D66-fractie constateren dat veel leraren hun lessen afstemmen op de
Canon. Nu de Canon voor 20 procent verandert, kan aangenomen worden dat zij tijd nodig
hebben om hun lessen hierop aan te passen, ook aangezien (pas) half augustus alle
nieuwe teksten op de website van de Canon te vinden zijn. Worden leraren hier op een
bepaalde manier nog bij gefaciliteerd en zo ja, op welke wijze, zo vragen de leden.
De Canon wordt steeds meer gebruikt in het po1 en vo2, maar nog niet overal. Hoe wil de Minister, in samenwerking met haar collega, de
Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, ervoor zorgen dat het aantal
scholen dat de Canon gebruikt zo groot mogelijk wordt, zo vragen de leden.
Zichtbaarheid en toegankelijkheid Canon
De leden van de D66-fractie merken op dat de Canon van Nederland een belangrijke bijdrage
levert aan de ontwikkeling van scholieren in het po en vo. De leden zien daarnaast
potentie om de Canon ook meer onder de aandacht te brengen van ouder(e) generaties/publiek,
die daar op school nooit kennis mee hebben kunnen maken. Zeker gelet op de brede maatschappelijke
discussies van de afgelopen maanden over beelden, helden, zwarte bladzijdes en andere
maatschappelijke onderwerpen kunnen deze leden zich voorstellen dat er onder volwassenen
ook een behoefte is om meer kennis te nemen van de Nederlandse Canon. Door het gebruik
van de Canon door bijvoorbeeld musea worden hier al stappen in gezet. Maar meer culturele
instellingen zouden de uitgangspunten van de Canon kunnen betrekken bij de verhalen
die ze vertellen via hun collecties en tentoonstellingen. Ook de website zou hier
aan kunnen bijdragen indien deze nog verder wordt uitgebreid, zoals ook aanbevolen
wordt door de commissie. Is de Minister het eens met bovengenoemde leden dat hier
nog winst te behalen valt, en zo ja hoe gaat zij dit doen? Zij geeft aan in haar beleidsreactie
dat zij met betrokken partijen wilt verkennen hoe deze aanbeveling het beste opgevolgd
kan worden. Is zij ook bereid daarin mee te nemen hoe de Canon het oudere publiek
beter kan bereiken? In welke mate ziet de Minister mogelijkheden om wellicht samen
met musea deze rol in te vullen en zo mensen op diverse manieren alsnog kennis te
kunnen laten maken met deze kennis?
Tot slot zijn deze leden voorstander van het breder inzetten van de Canon door culturele
instellingen en andere sectoren. Is de Minister het met deze leden eens dat dit blijvend
gestimuleerd moet worden en zo ja, hoe wilt zij dat aanpakken, zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie willen allereerst hun dank uitspreken aan de commissie
ontwikkeling Nederlandse Canon, voor hun werk aan het herijken van de Canon van Nederland.
De voornoemde leden vinden het positief dat de vernieuwde Canon geactualiseerd is
en dat daarbij ook meer aandacht dan voorheen is besteed aan de ongemakkelijke kanten
van ons verleden. Alleen als we de pijn uit het verleden erkennen – zoals het leed
dat tot slaaf gemaakten en hun nazaten is aangedaan – kunnen we bouwen aan een gezamenlijke
toekomst. De geschiedenis moet van ons allemaal zijn en Nederlanders met uiteenlopende
achtergronden moeten zichzelf erin kunnen herkennen. De vernieuwde Canon is in dat
opzicht een stap voorwaarts.
Wat de leden van de GroenLinks-fractie betreft blijft de Canon meebewegen met veranderende
perspectieven op het verleden en dient deze met regelmaat onderhouden en geactualiseerd
te worden. Geschiedschrijving is geen statisch, maar een dynamisch proces. Het voorstel
van de commissie om de Canon elke tien jaar te herijken, lijkt de voornoemde leden
dan ook een goed idee. Zij vragen of één keer in de tien jaar wel voldoende is. Het
maatschappelijke en politieke debat dat mede onder druk van Black Lives Matter op
gang is gekomen over onder meer het koloniale verleden, laat immers zien hoe snel
dominante perspectieven op de geschiedenis kunnen evolueren. Deze leden ontvangen
graag een reactie van de Minister op dit punt.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn benieuwd op welke manier de commissie in de
jaren tussen de herijkmomenten een vinger aan de pols gaat houden bij de verschillende
betrokkenen. Zal dit enkel in het negende jaar gebeuren als het weer tijd is om de
Canon te herijken? Of blijven de leden van de commissie in de tussenliggende jaren
ook actief op dit onderwerp? Worden maatschappelijke ontwikkelingen in de gaten gehouden
en wordt er gesproken met het onderwijsveld over hoe de Canon gebruikt wordt en of
het voldoende aansluit bij de wensen en behoeften van onderwijsprofessionals en leerlingen?
Kortom, heeft de commissie ook nog een rol na de oplevering van deze hernieuwde Canon
of is die pas weer over tien jaar actief? Is de Canon-commissie voldoende te vinden
en te bereiken voor groepen die mee willen denken en discussiëren over de inhoud van
de Canon in de toekomst, zo vragen de leden.
De Canon en het onderwijs
De leden van de GroenLinks-fractie lezen veelvuldig dat de Canon in samenhang met
het nieuwe curriculum zal worden ingezet. De uitwerking van dit nieuwe curriculum
zal echter nog even op zich laten wachten. Mede door de coronacrisis en het besluit
om eerst een wetenschappelijke commissie in te stellen, zal het zeker nog een paar
jaar duren voordat het nieuwe curriculum is ingevoerd. Op welke manier zal de Canon
zelfstandig een goede plek in het onderwijs kunnen vinden, nu bijvoorbeeld het leergebied
Mens & Maatschappij en de bijbehorende kerndoelen voorlopig nog niet zijn uitgewerkt?
De voornoemde leden lezen dat de Canon voorheen vooral in het voortgezet onderwijs
lang niet overal werd gebruikt. Hoe is er nu gereageerd door het onderwijsveld op
de herijkte Canon en weten docenten nu voldoende op welke manier zij deze kunnen gebruiken,
zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de herijking van de Canon van
Nederland. Zij vinden het een goede zaak dat de Canon herijkt is, en zijn verheugd
over het bredere en geactualiseerde perspectief op onze gedeelde geschiedenis dat
hiervan het resultaat is. Ook delen zij de mening van de herijkingscommissie dat dit
elke tien jaar opnieuw zou moeten gebeuren. De leden hebben wel nog enkele vragen
en opmerkingen over de herijking van de Canon van Nederland.
De Canon en het onderwijs
De leden van de SP-fractie vragen wat de reden is dat de Minister niet pleit voor
het opnemen van de Canon in de toekomstige kerndoelen als onderdeel van het historisch
referentiekader, zoals de commissie aanbeveelt. Zeker nu dit mogelijk is door de curriculumherziening.
Borging van de Canon
De leden van de SP-fractie vragen op welke wijze de Minister borgt dat de Canon elke
tien jaar herijkt zal gaan worden. In de brief stelt de Minister namelijk enkel dat
zij zich kan vinden in de voorgestelde frequentie en de tijdspanne die nodig is voor
een herijking. Hoe zou een toekomstige herijking zich in de toekomst dan verhouden
tot het – mogelijk dan wel afgeronde – proces van curriculumherziening, zo vragen
zij.
De leden van de SP-fractie merken op dat de Minister de aanbeveling over neemt om
zowel digitaal als fysiek de Canon te waarborgen. Hoe evalueert zij de fysieke spreiding
van de Canon over meerdere musea in Nederland? Meent zij nog altijd dat dit de beste
wijze is om de Canon aan geïnteresseerden tentoon te spreiden? Wordt er nog nagedacht
over alternatieven hiervoor, zo vragen de leden.
De leden van de SP-fractie vragen voorts hoe het gebruik van de website tot nu toe
wordt geëvalueerd. Wat is het bereik en voldoet dit aan de verwachtingen? Is bekend
wat de samenstelling is van de groep bezoekers van deze website? Is de Minister voornemens
om dit bereik uit te breiden, zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
De leden van PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het rapport «Open
vensters voor onze tijd. De Canon van Nederland herijkt». De leden zijn van mening
dat de wijze waarop we naar onze geschiedenis kijken nooit statisch is en dat het
daarom goed is dat de Canon van de Nederlandse geschiedenis eens in de zoveel tijd
tegen het licht wordt gehouden.
De leden van de PvdA-fractie nemen met instemming kennis van het feit dat weer nieuwe
vensters in de Canon zijn opgenomen. Zoals de Surinaamse antikoloniale schrijver,
activist en verzetsheld Anton de Kom en gastarbeiders als vensters zijn toegevoegd,
met de daarbij behorende aandacht voor de geschiedenis van Suriname, het Nederlandse
slavernijverleden, en de migratiegeschiedenis van Nederland. Daarnaast stellen deze
leden vast dat er in de Canon geen aandacht is voor de roze geschiedenis en seksuele
diversiteit, terwijl Nederland hier een bijzondere en historische rol in heeft gespeeld.
Zij vragen de Minister om hier bij een volgende herijking van de Canon aandacht voor
te hebben.
De leden van de PvdA-fractie hebben voorts met verbazing kennisgenomen van het feit
dat Willem Drees als grondlegger van de verzorgingsstaat niet langer als venster is
opgenomen in de Canon. «Vadertje Drees» is de belichaming van de unieke sociale zekerheid
die we in Nederland kennen. Zijn inzet voor bestaanszekerheid voor iedereen heeft
een bijzonder vangnet opgeleverd, ouderen de AOW3 en generaties geïnspireerd. Hij zou om deze reden niet mogen ontbreken als venster
in de Canon. Hoe oordeelt de Minister hierover? Is zij voornemens om Willem Drees
alsnog op te nemen in de Canon, zo vragen de leden.
Daarnaast hebben de leden van de PvdA-fractie vragen over de inbedding van de Canon
in het onderwijs. Hoe verhoudt de Canon zich tot het curriculum.nu-traject? Op welke
wijze zijn leraren en leerlingenorganisaties betrokken bij de totstandkoming van de
Canon en de inbedding in het onderwijs? Hoe worden leraren gefaciliteerd om de nieuwe
Canon zijn beslag te laten krijgen in de klas, zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de herijkte
Canon en de beleidsreactie van de Minister.
De leden van de SGP-fractie vragen de Minister te reageren op de opmerking van de
commissie dat zij een meerstemmige benadering veel vruchtbaarder vindt dan het blindstaren
op de zon- of schaduwkanten. Deze leden vragen of de Minister de inzet deelt dat bij
de opdrachtverlening voldoende aandacht voor positieve en negatieve aspecten centraal
moet staan en dat niet eenzijdig aandacht gevraagd moet worden voor positieve of negatieve
aspecten.
De leden van de SGP-fractie vragen een nadere duiding van de verwachtingen aan het
gebruik van de Canon op grond van de kerndoelen. Deze leden constateren dat de kerndoelen
specifiek aangeven dat de vensters dienen als uitgangspunt ter illustratie van de
tijdvakken, terwijl de commissie ook een sterk accent zet op het belang van de hoofdlijnen.
Kan de Minister bevestigen dat bij de Canon primair de vensters centraal staan en
dat de hoofdlijnen als mogelijk hulpmiddel voor scholen dienen, zo vragen de leden.
De leden van de SGP-fractie vragen de Minister in te gaan op de samenhang tussen de
periodieke herijking van zowel de Canon als de kerndoelen. In hoeverre is de Minister
van mening dat deze herijking in de toekomst gelijktijdig dienen te gebeuren, zo vragen
de leden.
De leden van de SGP-fractie vragen op welke wijze de herijkte Canon een rol kan vervullen
bij de eindtermen voor het inburgeringsonderwijs. Heeft hierover inmiddels afstemming
plaats gevonden met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, zo vragen de
leden.
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.