Motie : Motie van het lid Ouwehand c.s. over substantieel verlagen van de voorgenomen vergoeding voor de nertsenfokkerij
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 521
MOTIE VAN HET LID OUWEHAND C.S.
Voorgesteld 2 september 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Kamer middels de motie-Ouwehand/Ploumen (28 286, nr. 1108) de regering heeft opgeroepen om tot een verbod te komen op het beroepsmatig fokken
van dieren die bevattelijk zijn voor het coronavirus en een reservoir kunnen vormen,
en daarbij de compensatie vorm te geven langs dezelfde lijnen als voor andere sectoren
die door coronamaatregelen zijn geraakt;
constaterende dat het kabinet de nertsenfokkerij in lijn met die motie wel verbiedt,
maar daarbij van plan is in totaal 222 miljoen uit te keren aan 128 nertsenhouders;
overwegende dat dit in geen enkele verhouding staat tot de veel beperktere steunmaatregelen
waar andere getroffen sectoren het mee moeten doen;
spreekt uit dat de hoogte van de voorgenomen vergoeding voor de nertsenfokkerij onacceptabel
is en dat de hoogte ervan substantieel verlaagd dient te worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ouwehand
Asscher
Marijnissen
Indieners
-
Indiener
Esther Ouwehand, Kamerlid -
Medeindiener
L.M.C. Marijnissen, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
L.F. Asscher, Tweede Kamerlid