Voorstel van wet : Voorstel van rijkswet
35 552 (R2148) Wijziging van de Paspoortwet in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2019/1157 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de versterking van de beveiliging van identiteitskaarten van burgers van de Unie en van verblijfsdocumenten afgegeven aan burgers van de Unie en hun familieleden die hun recht van vrij verkeer uitoefenen (PbEU 2019, L 188) (uitvoering verordening identiteitskaarten)
ARTIKEL I
            ARTIKEL II
Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET
            
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
                     enz. enz. enz.
                  
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is enkele bepalingen in
                     de Paspoortwet aan te passen en regels te stellen in verband met de uitvoering van
                     Verordening (EU) 2019/1157 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019
                     betreffende de versterking van de beveiliging van identiteitskaarten van burgers van
                     de Unie en van verblijfsdocumenten afgegeven aan burgers van de Unie en hun familieleden
                     die hun recht van vrij verkeer uitoefenen (PbEU 2019, L 188);
                  
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
                     gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut
                     voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
                     Wij goedvinden en verstaan bij deze:
                  
ARTIKEL I
                  
De Paspoortwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, vierde lid, wordt «de in het eerste en tweede lid bedoelde documenten»
                        vervangen door «de vervaardiging van de in het eerste en tweede lid bedoelde documenten».
                     
B
Artikel 3, tweede lid, tweede zin, komt te luiden: De vervangende Nederlandse identiteitskaart
                        is niet voorzien van vingerafdrukken.
                     
C
In artikel 28, derde lid, wordt na «gevergd» ingevoegd «, de aanvrager geen Nederlandse
                        identiteitskaart aanvraagt».
                     
ARTIKEL II
                     
Deze rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in
                        het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint-Maarten zal worden
                        geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
                        aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
                     
Gegeven
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
| Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen | 
|---|---|---|---|
| VVD | 34 | Voor | |
| D66 | 24 | Voor | |
| PVV | 17 | Tegen | |
| CDA | 15 | Voor | |
| PvdA | 9 | Voor | |
| SP | 9 | Tegen | |
| GroenLinks | 8 | Voor | |
| PvdD | 6 | Tegen | |
| ChristenUnie | 5 | Voor | |
| FVD | 5 | Tegen | |
| DENK | 3 | Voor | |
| Groep Van Haga | 3 | Tegen | |
| JA21 | 3 | Tegen | |
| SGP | 3 | Tegen | |
| Volt | 3 | Voor | |
| BBB | 1 | Voor | |
| BIJ1 | 1 | Voor | |
| Fractie Den Haan | 1 | Niet deelgenomen | 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.