Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 533 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet strekkende tot invoering van behandeling in verenigde vergadering van de tweede lezing van veranderingen in de Grondwet
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel in overweging
te nemen tot verandering in de Grondwet strekkende tot invoering van behandeling in
verenigde vergadering van de tweede lezing van veranderingen in de Grondwet;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Er bestaat grond het hierna in de artikelen II en III omschreven voorstel tot verandering
in de Grondwet in overweging te nemen.
ARTIKEL II
A
Artikel 137 van de Grondwet wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid wordt «overwegen beide kamers in tweede lezing het voorstel tot
verandering, bedoeld in het eerste lid» vervangen door «overwegen de Staten-Generaal
in verenigde vergadering in tweede lezing het voorstel tot verandering, bedoeld in
het eerste lid».
2. In het vijfde lid wordt «De Tweede Kamer kan» vervangen door «De Staten-Generaal
in verenigde vergadering kunnen».
B
Het tweede lid van artikel 138 van de Grondwet komt te luiden:
2. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten in verenigde vergadering over een voorstel
van wet, houdende voorzieningen als bedoeld in het eerste lid, onder a. Zij kunnen
dit alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.
ARTIKEL III
Aan de Grondwet wordt het volgende additionele artikel toegevoegd:
ARTIKEL IV
1. Artikel 137 van de Grondwet zoals dat luidde voor de inwerkingtreding van dit artikel,
blijft van kracht ten aanzien van een voorstel tot verandering in de Grondwet waarvan
de wet die verklaart dat zij in overweging zal worden genomen, is bekendgemaakt vóór
de datum waarop de Tweede Kamer is gekozen die zitting heeft op de datum van inwerkingtreding
van dit artikel.
2. Zolang artikel 137 van de Grondwet niet verenigbaar is met het Statuut voor het Koninkrijk
der Nederlanden wordt een voorstel als bedoeld in artikel 55, derde lid, van het Statuut
in tweede lezing behandeld door de beide kamers afzonderlijk.
3. Indien voor de inwerkingtreding van dit artikel een wijziging van artikel 137 van
de Grondwet in werking is getreden die ertoe strekt te bepalen welke Tweede Kamer
een besluit neemt over de tweede lezing van een voorstel tot verandering in de Grondwet
komen het derde en het vierde lid van artikel 137 van de Grondwet te luiden:
3. Nadat de Tweede Kamer die wordt gekozen na de bekendmaking van de wet, bedoeld in
het eerste lid, is samengekomen, overwegen de Staten-Generaal in verenigde vergadering
in tweede lezing het voorstel tot verandering, bedoeld in het eerste lid. Zij kunnen
dit alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.
Indien zij gedurende de zittingsduur van de in de eerste volzin bedoelde Tweede Kamer
geen besluit nemen over het voorstel, vervalt dit van rechtswege.
4. De Staten-Generaal in verenigde vergadering kunnen, al dan niet op een daartoe door
of vanwege de Koning ingediend voorstel, met ten minste twee derden van het aantal
uitgebrachte stemmen een voorstel tot verandering splitsen.
4. Dit additionele artikel vervalt op een bij wet te bepalen tijdstip, nadat de behandeling
van voorstellen tot verandering in de Grondwet als bedoeld in het eerste lid is afgerond
en het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in overeenstemming is gebracht
met het gewijzigde artikel 137 van de Grondwet.
ARTIKEL IV
Indien voor de inwerkingtreding van dit artikel een wijziging van artikel 137 van
de Grondwet in werking is getreden die ertoe strekt te bepalen welke Tweede Kamer
een besluit neemt over de tweede lezing van een voorstel tot verandering in de Grondwet
vervalt het tweede lid van onderdeel A van artikel II.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Tegen |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 4 | Voor |
50PLUS | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Tegen |
FVD | 2 | Voor |
Krol | 1 | Voor |
Van Kooten-Arissen | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.