Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van de brand- en vluchtveiligheid van gebouwen (Kamerstuk 28325-213)
2020D29400 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over
de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 16 juni
2020 inzake ontwikkelingen op het gebied van brand- en vluchtveiligheid van gebouwen
(Kamerstuk 28 325, nr. 213)
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De griffier van de commissie, Roovers
Ontwikkelingen op het gebied van brand- en vluchtveiligheid van gebouwen
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het overzicht van de ontwikkelingen op
het gebied van de brand- en vluchtveiligheid van gebouwen. Zij hebben hierbij meerdere
vragen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat gemeenten te weinig voortgang hebben geboekt
met betrekking tot de inventarisatie en dat de Minister constateert dat dit geen goede
zaak is. Deze leden delen die constatering. De leden van de VVD-fractie lezen ook
dat de Minister de provincies gaat vragen toezicht uit te oefenen in het kader van
hun interbestuurlijk toezicht op gemeenten conform de motie Koerhuis/Beckerman. De
leden van de VVD-fractie vinden het goed dat dit gebeurt. Zij vragen of de Minister
kan toelichten hoe dit toezicht er precies uit gaat zien. Deze leden willen daarbij
weten hoe provincies om zullen gaan met gemeenten die onvoldoende of geen vooruitgang
boeken met de inventarisatie en of er sancties zullen volgen voor deze gemeenten.
De leden van de VVD-fractie willen ook weten welke stappen er ondernomen zullen worden
naar aanleiding van de resultaten uit de inventarisatie. Deze leden zien graag een
voorbeeld stappenplan die gemeenten kunnen gebruiken. Daarbij vinden deze leden het
belangrijk dat het herstel landelijk wordt gecoördineerd en gecontroleerd. Daarnaast
vragen de leden van de VVD-fractie of de Autoriteit woningcorporaties (Aw) een rol
kan vervullen in het toezicht als het gaat om gebouwen in eigendom van woningcorporaties.
De leden van de VVD-fractie vragen zich ook af welke rol elektrische auto’s en elektrische
laadpalen spelen in de brandveiligheid van parkeergarages. In hoeverre is er bij de
bouw van parkeergarages met deze ontwikkeling rekening gehouden en zorgen elektrische
auto’s/laadpalen voor minder brandveiligheid.
De leden van de VVD-fractie vragen zich daarnaast af welke rol zonnepanelen spelen
in de brandveiligheid van woningen. Kan de Minister hier nader op ingaan?
De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van het overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van de
brand- en vluchtveiligheid van gebouwen Zij hebben nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat ten aanzien van de noodzakelijke inventarisatie
van risicovolle gevels dat slechts 74% van de gemeenten was begonnen met de inventarisatie.
Graag vernemen zij hoe gemeenten gestimuleerd kunnen worden om de inventarisatie spoedig
af te ronden.
De leden van de CDA-fractie constateren dat uitvoering is gegeven aan de motie Ronnes
en Krol (Kamerstuk 32 847, nr. 358) opdat de vluchtmogelijkheden van ouderen en minderzelfredzamen veiliger kan worden.
De nieuwe eisen richten zich echter vooral tot nieuwe en te verbouwen woongebouwen.
Graag vernemen zij in hoeverre gemeenten gestimuleerd kunnen worden om gemotiveerd
eigenaren van panden aan te schrijven tot het realiseren van een hoger veiligheidsniveau.
Tevens ontvangen zij graag inzicht in het aantal gemeenten dat daartoe reeds is over
gegaan en hoeveel panden daarvoor in aanmerking zouden komen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief de ontwikkelingen op het gebied van de brand- en
vluchtveiligheid van gebouwen. Zij hebben nog enkele vragen die zij aan de regering
voor willen leggen.
De leden van de D66-fractie vernemen dat er een protocol wordt opgesteld ten aanzien
van de brandveiligheid van gevels. Zij vernemen daarnaast dat er geen verplichting
wordt gesteld aan het gebruik van onbrandbare materialen. Deze leden vragen in hoeverre
bij een dergelijk protocol ook wordt gekeken naar de bandveiligheid op constructieniveau,
in plaats van slechts op materiaalbasis? Deze leden vragen daarnaast in hoeverre de
huidige testregimes op brandveiligheid ook voldoende de brandveiligheid van de gehele
constructie meenemen in plaats van slechts de (on)brandbaarheid van de individuele
materialen?
De leden van de D66-fractie constateren dat 31% van de gemeenten nog geen inventarisatie
hebben afgerond, en dat circa 10% helemaal geen invulling heeft gegeven aan het verzoek
tot inventarisatie. Deze leden vragen op welke wijze de 10% zonder invulling aan de
inventarisatie wordt aangespoord hiermee te beginnen? Daarnaast vragen zij op welke
manier het toezicht door provincies wordt vormgegeven en hoe het Rijk daarbij betrokken
blijft? Welke instrumenten heeft het Rijk verder in het geval de inventarisaties onverhoopt
achterblijven in de komende periode?
De leden van de D66-fractie constateren dat er een gesprek heeft plaatsgevonden met
de VBWTN over vluchtroutes bij brand. Zij vragen wat er uit dit gesprek is gekomen
en wat hierna de vervolgstappen zijn in het kader van vluchtmogelijkheden bij brand?
De leden van de fractie van GroenLinks hebben met interesse kennis genomen van de voortgangsbrief over de aanpak van brandgevaarlijke
gebouwen. Zij zijn blij dat de Minister alle aanbevelingen van de ATGB overneemt.
Deze leden hebben nog enkele vragen aan de Minister. Allereerst lezen zij in de brief
dat «Het verbieden van alle brandbare materialen heeft daarnaast vergaande consequenties
voor de gangbare bouwpraktijk. De ATGB beveelt wel aan om nader te onderzoeken of
voor risicovolle situaties de huidige brandklasse-eis voor de gevel toereikend is.»
De Minister gaat vervolgonderzoek laten doen. Dat is wat de aan het woord zijnde leden
betreft een goede zaak. Wel roept dit de vraag op wat als uit dit onderzoek komt dat
het verbieden wel de juiste stap is die moet worden gezet? Ziet de Minister dit dan
als uitvoerbare optie? En zo ja, hoe worden de door de ATGB genoemde verregaande consequenties
dan ondervangen? Wanneer verwacht de Minister dat dit nadere onderzoek klaar is?
De Minister schrijft dat het onderzoek door gemeenten nog onvoldoende vordert en dat
zij daarom de provincies gaat vragen om interbestuurlijk toezicht uit te oefenen.
Kan de Minister, zo vragen de leden van de fractie van GroenLinks, dit nader toelichten?
Wat vraagt zij de provincies precies en welk tijdspad koppelt zij daaraan? Met andere
woorden: wanneer moet het onderzoek door gemeenten geheel gereed zijn?
De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van het overzicht over de ontwikkelingen op het gebied van
de brand- en vluchtveiligheid van gebouwen. Zij zijn de regering erkentelijk voor
de stappen en verbeteringen die zijn genomen, maar hebben hier aanvullingen op en
vragen bij. Volgens de leden van de SP-fractie is er namelijk meer nodig om brand-
en rookgevaren te voorkomen en aan te pakken.
Gasverbrandingsinstallaties
Ten eerste valt op dat de regering geen stand van zaken geeft over brandgevaarlijke
ketels of andere wooninstallaties terwijl hier de afgelopen jaren door de leden van
de SP-fractie vaak aandacht voor is gevraagd. Kan de regering alsnog dit overzicht
verschaffen? Naar aanleiding van mogelijk gevaarlijke gasverbrandingsinstallaties
hebben VVD en SP gepleit voor een 0800-nummer, zodat bezorgde huiseigenaren en huurders
een telefoonnummer hebben om hun vragen en zorgen kwijt te kunnen. De motie hiertoe
(Kamerstuk 35 022, nr. 13) is aangenomen door de Tweede Kamer, maar niet uitgevoerd. De leden van de SP-fractie
vragen de regering hierop te reflecteren en de motie alsnog in zijn geheel uit te
voeren.
Tevens vragen de leden van de SP-fractie of de regering vindt dat de NVWA (Nederlandse
Voedsel- en Waren Autoriteit) voldoende bereikt wordt door huiseigenaren of huurders
die zich zorgen maken over bijvoorbeeld hun cv-ketel. Is het telefoonnummer van de
NVWA voldoende bekend? Ook vragen de leden van de SP-fractie hoeveel meldingen, klachten
of opmerkingen van particulieren in 2018, 2019 tot aan half 2020 zijn binnengekomen
bij de NVWA over gasverbrandingsinstallaties?
De leden van de SP-fractie hebben meer vragen over mogelijk brandgevaarlijke gasverbrandingsinstallaties.
In oktober 2019 informeerde de regering de Tweede Kamer over de uitkomsten van een
onderzoek van de NVWA (Kamerstuk 35 022, nr. 15). Er werden drie corrigerende acties van Ferroli noodzakelijk geacht door de NVWA.
De leden van de SP-fractie vragen of alle drie de acties zijn uitgevoerd. Zo nee,
waarom niet? Ook vragen deze leden of er nadere maatregelen door de NVWA zijn genomen
in de richting van Ferroli en zo ja, waarom?
De leden van de SP-fractie willen vervolgens graag weten:
• hoeveel nog in gebruik zijnde Agpo Ferroli cv-ketels van de type Econpact, Ultima,
MegaDense en MegaLux zijn voorzien van een thermische beveiliging;
• hoeveel van deze ketels tot op heden zijn vervangen;
• hoeveel van deze typen ketels in totaal nog in gebruik zijn;
• wanneer al deze typen ketels vervangen zullen zijn;
Ook luidt de vraag van de leden van de SP-fractie of de regering het vervangen van
al deze typen cv-ketels wil bespoedigen.
Parkeergarages
Ten tweede wordt er door de regering in het gegeven overzicht niet gesproken over
brandgevaar in parkeergarages onder of bij woningen, bijvoorbeeld door het opladen
van elektrisch vervoer. Hierover hebben de Kamerleden Beckerman en Laçin eerder Kamervragen
gesteld (documentnummer 2020D11508). De leden van de SP-fractie vragen naar de stand van zaken van het opstellen van
een nieuwe NEN-norm voor de integrale brandveiligheid van parkeergarages door het
Nederlandse Normalisatie Instituut (NEN). Hoe zal deze nieuwe NEN-norm eruit komen
te zien? Wanneer zal de nieuwe NEN-norm gaan gelden?
De leden van de SP-fractie vragen tevens of in deze NEN-norm wordt opgenomen dat laadpalen
voor elektronisch vervoer in ondergrondse parkeergarages geplaatst moeten worden in
nabijheid van in- en uitgangen, zodat bij eventuele rook- en brandontwikkeling de
brandweer er snel bij kan komen. Zo nee, hoe gaat de regering de veiligheid dan waarborgen?
Daarnaast vragen de leden van de SP-fractie of er al een (nieuw) infoblad «parkeergarages
en elektrische voertuigen» is uitgebracht door het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV)
en op welke manieren deze onder de aandacht wordt gebracht bij opdrachtgevers, ontwikkelaars,
bouwers en andere betrokkenen?
Helaas hebben de leden van de SP-fractie geen duidelijk antwoord gekregen op de vraag
of de regering bereid is om samen met betrokken organisaties, zoals gemeenten en de
brandweer, tot een landelijk dekkend netwerk van dompelcontainers te komen. De leden
van de SP-fractie vinden dat elektrisch vervoer niet ontmoedigd moet worden vanwege
veiligheidsrisico’s bij het opladen. Bovendien willen de leden van de SP-fractie extra
risico’s voor omwonenden voorkomen. Daarom stellen deze leden nogmaals de vraag of
er een landelijk dekkend netwerk van dompelcontainers gaat komen, zodat alle accu’s
van elektrische voertuigen adequaat geblust kunnen worden, met name omdat het voor
lithiumaccu’s de enige blusmogelijkheid is.
De leden van de SP-fractie hebben begrepen dat de regering nader onderzoek en overleg
wil over dompelcontainers. Zij vragen welk onderzoek nu loopt of is gedaan en welke
overleggen plaatsvinden met welk resultaat. Graag vernemen de leden van de SP-fractie
een planning wanneer duidelijk zal zijn of er wel of niet meer (mobiele) dompelcontainers
beschikbaar zullen zijn.
Recente wijzigingen regelgeving
Recentelijk zijn wijzigingen in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving aangebracht als
het gaat om de brand- en vluchtveiligheid voor ouderen en minder zelfredzamen in woongebouwen.
Ook wordt een veiligheidscoördinator ingesteld om de veiligheid bij bouw- en sloopplaatsen
te waarborgen. De leden van de SP-fractie steunen het instellen van een duidelijk
aanspreekpunt op bouw- en sloopplaatsen als het gaat om de veiligheid. Wel vragen
deze leden aan welke kwalificaties de veiligheidscoördinator moet voldoen en of de
veiligheidscoördinator in dienst zal zijn van de overheid of van bedrijven.
Daarnaast willen de leden van de SP-fractie weten wat de consequenties zullen zijn
als er geen veiligheidscoördinator aanwezig is of als de veiligheidscoördinator niet
goed functioneert. Wat gebeurt er dan?
De leden van de SP-fractie zijn tevreden dat in alle bestaande gebouwen rookmelders
verplicht gaan worden. Deze leden zien graag de ingangsdatum vervroegd, omdat een
maatregel die genomen kan worden om slachtoffers en schade te voorkomen niet kan wachten.
Waarom gaat deze verplichting pas in op 1 juli 2022 en niet op 1 januari 2021? Is
de regering bereid de ingangsdatum naar voren te halen, en zo nee waarom niet?
Bij het verbouwen of transformeren van bestaande gebouwen moet voortaan worden uitgegaan
van de nieuwbouwvoorschriften met betrekking tot zelfsluitende en rookwerende woningtoegangsdeuren.
De leden van de SP-fractie juichen dit toe. Deze leden vernemen graag hoeveel toegangsdeuren
in hoeveel panden vervangen zullen worden en op welke termijn?
Daarnaast willen de leden van de SP-fractie graag meer gedetailleerd weten hoe de
zwaardere eisen tegen rookverspreiding eruit zien. Welke andere eisen dan de zelfsluitende
en rookwerende deuren worden bedoeld door de regering? Waarom gelden deze eisen alleen
bij het verbouwen van woningen, vragen de leden van de SP-fractie.
Aanbevelingen ATGB naar aanleiding van brand in Grenfell Tower
De leden van de SP-fractie vragen hoe het protocol ten aanzien van de brandveiligheid
van gevels eruit komt te zien en wanneer deze gereed zal zijn. De ATGB (Adviescommissie
Toepassing en Gelijkwaardigheid Bouwvoorschriften) beveelt aan dat dit vóór de inwerkingtreding
van de nieuwe wet op het bouwtoezicht moet zijn. De leden van de SP-fractie vernemen
graag of dit zal gebeuren in verband met de brandveiligheid van grote gebouwen die
nog niet vanaf het begin onder de nieuwe wet zullen vallen. Daarnaast luidt de vraag
of het protocol opgenomen zal worden in de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen?
De ATGB doet geen aanbeveling om in een gevel alleen nog maar onbrandbare materialen
toe te staan. De noodzaak hiervoor blijkt volgens de ATGB niet uit het Engelse onderzoek.
De leden van de SP-fractie vernemen in dat kader graag wat andere onderzoeken, bijvoorbeeld
uit andere landen, zeggen over het gebruik van onbrandbare materialen in gevels.
De leden van de SP-fractie zijn verontrust dat de huidige brandklasse-eis voor de
gevels mogelijk ontoereikend is. Graag vernemen deze leden daarom wanneer het onderzoek
hiernaar is afgerond en of de resultaten naar de Kamer kunnen worden gestuurd, voorzien
van een kabinetsreactie met vervolgstappen en aanscherpingen?
De leden van de SP-fractie zien graag een reactie van de regering tegemoet op de brief
van de Mineral Wool Association Benelux (MWA) op de aanbevelingen van de ATGB. Naast
problemen met risicovolle gevels, constateert MWA problemen in ons land met de vergunningaanvraag,
-verlening en -handhaving. De leden van de SP-fractie vragen daarop op te reflecteren
zodat niet alleen de materialen, maar ook het gehele (ver)bouwproces bijdraagt aan
de brandveiligheid.
Inventarisatie risicovolle gevels
De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van de actuele stand van zaken van
de inventarisatie van risicogevels in ons land. Het is bijna 2 jaar geleden dat gemeenten
met de inventarisatie moesten starten en nog steeds is 31% van de gemeenten niet klaar.
Dat is beschamend. De leden van de SP-fractie vragen zich af alle gemeenten al wel
zijn begonnen. Zo nee, welke gemeenten nog moeten starten?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister om in te grijpen en er zorg voor te
dragen dat alle gemeenten zo snel mogelijk de inventarisatie uitvoeren en passende
maatregelen nemen, in lijn met de aangenomen motie Koerhuis/ Beckerman (Kamerstuk
28 325, nr. 191).
Ook willen de leden van de SP-fractie weten hoeveel gemeenten al maatregelen hebben
genomen, en welke maatregelen dat zijn. In februari van dit jaar was er slechts één
gemeente die is gaan praten met een eigenaar van een risicovol pand. Hoeveel zijn
dit er nu en welke consequenties zijn daaruit voortgevloeid?
Brandveiligheid woningen van mensen met psychische klachten
Al jaren constateren woningcorporaties een toename van het aantal verwarde personen.
Al jaren wordt er in de politiek over gepraat. De leden van de SP-fractie hebben al
vaker gevraagd naar het verband tussen de bezuinigingen op zorg en welzijn en op de
geestelijke gezondheidszorg (ggz) in het bijzonder en de toename aan incidenten met
of overlast van verwarde personen in woonhuizen. Deze leden stellen wederom de vraag
opnieuw aan de regering. Welk verband is er tussen het afnemen van een derde van alle
bedden in de ggz en de toename van overlast en incidenten in buurten, zo vragen de
leden van de SP-fractie. Hoe lang kan er nog gesproken worden van «incidenten» als
jaar na jaar wordt geconstateerd dat de problematiek met verwarde personen niet afneemt,
maar eerder toeneemt? De leden van de SP-fractie stellen deze vraag over personen
met verward gedrag of psychische klachten in het algemeen, en niet specifiek in relatie
tot mogelijk brandgevaar. Net als de Brandweeracademie is de SP-fractie van mening
dat we terughoudend moeten zijn met generaliserende uitspraken over «verwarde personen»
in relatie tot brandveiligheid.
De leden van de SP-fractie vinden dat mensen met psychische klachten passende zorg
verdienen en dat een antwoord als «de huizen zullen versneld van het gas af gaan»
niet voldoende is. Niet alleen wordt daarmee een verscheidenheid aan psychische en
psychiatrische problematiek genegeerd, ook biedt het geen structurele oplossingen
en hulp aan zowel de patiënten als de mensen die er omheen wonen. De leden van de
SP-fractie vragen daarom of de regering in samenspraak met gemeenten, woningcorporaties
en zorg- en welzijnsorganisaties uit kan leggen hoe deze problematiek integraal en
structureel wordt aangepakt voor zowel de patiënten als de buurtbewoners. Daarnaast
vernemen de leden van de SP-fractie graag of de regering van mening is dat de budgetten
afdoende zijn en waarop zij dit baseert. De leden van de SP-fractie ontvangen graag
een overzicht van de verschillende budgetten bij ministeries, hoe de verdeling is
en wat de knelpunten zijn.
Bluswatervoorzieningen en ontruimingsalarminstallaties
De leden van de SP-fractie willen weten wanneer het onderzoek door de Inspectie Justitie
en Veiligheid, of er voldoende bluswatervoorzieningen zijn, gereed is. In de provincie
Groningen zijn maar liefst 5000 plekken waar onvoldoende brandkranen of aansluitingen
op water zijn. Dat moet zo snel mogelijk worden verholpen. De leden van de SP-fractie
vragen wat de regering hieraan gaat doen samen met gemeenten en op welke termijn.
Daarnaast vragen de leden van de SP-fractie wanneer in kaart is gebracht hoe het staat
met ontruimingsalarminstallaties en vluchtwegen in gebouwen hoger dan 13 meter naar
aanleiding van de aangenomen motie Beckerman/Koerhuis (Kamerstuk 38 325, nr. 207).
Ook vernemen de leden van de SP-fractie graag wat de uitkomsten zijn van het gesprek
met Brandweer Nederland en Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland (VBWTN) als
het gaat om ontruimingsinstallaties.
De leden van fractie van 50PLUS danken voor de toezending van de verzamelbrief over brandveiligheid. Deze leden hebben
hierover nog wel enkele vragen.
De Minister heeft in het AO Bouwen, op een vraag van het lid van de fractie van 50PLUS,
laten weten dat zij streeft naar een eerdere invoering van de brandveiligheidsmaatregelen,
beschreven in het aangepaste Bouwbesluit dd. 12 mei 2020. Die is gelijkgetrokken met
de eerdere invoerdatum van de Omgevingswet op 1 januari 2021, maar die datum is inmiddels
opgeschoven. De leden van de fractie van 50PLUS vernemen graag hoe de Minister deze
invoering voor zich ziet, en of deze datum inderdaad gehaald gaat worden.
De leden van de fractie van 50PLUS lezen voorts het volgende in de brief: «Bij bestaande
woongebouwen bestaat juridisch de mogelijkheid dat gemeenten gemotiveerd kunnen aanschrijven
tot het realiseren van een hoger veiligheidsniveau als dit nodig is gezien de samenstelling
van de bewoners in een woongebouw voor het veilig kunnen vluchten». Deze leden vragen
de regering hier nader op in te gaan. Bepalen de gemeenten zelf hoe en wanneer dit
kan gebeuren? Zijn hier algemene criteria voor, of bepalen gemeenten die zelf? Wat
is de rol van het Rijk in deze?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
C.J.M. Roovers, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.