Lijst van vragen : Lijst van vragen over de resultaten van de onderzoeksfase (B-fase) van het project ‘Vervanging M-fregatten’ (Kamerstuk 27830-307)
2020D29214 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris
van Defensie over de B-brief van het project Vervanging M-fregatten (Kamerstuk 27 830, nr. 307).
De voorzitter van de commissie, Aukje de Vries
De adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff
Nr.
Vraag
1
Kunt u uitgebreid uiteenzetten wat de oorzaak is van de vertraging van tenminste twee
jaar, die het project nu al heeft opgelopen sinds de A-brief?
2
Is er sprake van structureel capaciteitsgebrek bij de ontwerpafdelingen van de DMO
en veroorzaakt dit de komende jaren vertragingen bij dit project of andere projecten,
zoals CSS, onderzeeboten en mijnenjagers? Welke plannen zijn er om gebrek aan personeel
bij deze afdelingen op te lossen?
3
Welke andere taken dan onderzeebootbestrijding moeten de fregatten kunnen uitvoeren?
4
Hoe wordt er rekening gehouden met systemen die samenwerking met eigen of vriendschappelijke
onderzeeboten mogelijk maken?
5
Is het zeker dat de vervangers van de onderzeeboten ook over systemen gaan beschikken
die samenwerking met de fregatten mogelijk maken, of kan de keuze die de leverancier
van de onderzeeboten zelf maakt invloed hebben op de capacteiten en systeemkeuzes
voor de fregatten?
6
Is er in de B-Brief sprake van beperking van capaciteiten ten opzichte van het DMP-A?
Zijn dit financiële beperkingen?
7
Tot welk jaar zijn de huidige M-fregatten technisch en operationeel inzetbaar? Welke
kosten zijn er mee gemoeid om de M-fregatten eventueel langer operationeel te houden?
8
Wordt er op dit moment gezocht naar mogelijkheden om te bezuinigen?
9
Op welke manieren zijn de M-fregatten duurzamer gemaakt dan de S-fregatten?
10
Wat is de verwachtte levensduur van de M-fregatten?
11
Kan de Nederlandse industrie de instandhouding van de M-fregatten volledig zelf doen
of moet hiervoor worden samengewerkt met bondgenoten (los van België)?
12
Op welke manier is in het ontwerp van het schip rekening gehouden met vrouwen?
13
Is de verwachting dat de M-fregatten het precedent zullen vormen voor Nederland als
niche-markt voor de Europese marine-schepenmarkt?
14
Op basis van welke resultaten of gegevens is bij de M-fregatten gekozen voor de conventionele
boeg in plaats van de nieuwere en meer hydronamische bijlboeg? Hoe is de besluitvorming
tot stand gekozen rond deze keuze?
15
Kiest de Nederlandse marine met de conventionele boeg zodoende niet voor een slechter
bootdesign, wat geen duurzame keuze is voor de komende periode van 20 tot 30 jaar?
16
Klopt het dat de Duitse marine kiest voor de bijlboeg bij hun bestelling van de MKS
180 schepen?
17
Fregatten moeten in staat zijn om inkomende torpedo’s te ontwijken. Op welke manier
wordt de wendbaarheid van M-fregatten vergroot ten opzichte van de S-fregatten?
18
Hoeveel en welke Nederlandse en buitenlandse bedrijven zijn betrokken bij het bouwen
van de M-fregatten?
19
Door welk bedrijf of land wordt de munitie voor de M-fregatten geproduceerd en geleverd?
20
In welke havens kunnen de M-fregatten onderhoud krijgen? Is dat alleen in Nederland?
21
Waar in de wereld zouden de M-fregatten ingezet kunnen worden? Hoe lang kunnen ze
op missie blijven zonder servicebeurt?
22
Welke plannen zijn er om bij de instandhouding van de M-fregatten verder te werken
aan de verduurzaming van de schepen?
23
Is te voorzien dat de uitbreiding van het operatiegebied van de fregatten naar het
Arctisch gebied de inzet elders vermindert? Vereist het uitbreiden van het operatiegebied
dan niet een groter aantal fregatten?
24
Is verdere vertraging van het project uitgesloten als er een derde land aansluit?
25
Wordt de optie open gelaten om in een latere fase van de verwerving over te stappen
op nog te ontwikkelen sensor-technologie ten behoeve van de detectie van onderzeeboten?
Zijn er specifieke technologische ontwikkelingen die u hiertoe in de gaten houdt?
Zo ja, welke?
26
Investeert u reeds, of bent u voornemens dit te gaan doen, in de ontwikkeling van
nieuwe sensor-technologie om de nieuwe generatie onderzeeboten mee op te sporen, al
dan niet samen met internationale bondgenoten?
27
Waarom doet u in de procedure omtrent de aanschaf van de M-fregatten wel een beroep
op artikel 346 VWEU en bij de onderzeeboten niet?
28
Kan het lopende FIOD-onderzoek naar Damen Shipyards nog van invloed zijn op uw voornemen
om de M-fregatten met gebruik van artikel 346 VWEU zonder concurrentiestelling aan
Damen Shipyards te gunnen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welk moment verwacht u hier
definitieve duidelijkheid over te hebben?
29
Op welke punten (eisen, budget of planning) voldeed het ontwerp van dat moment (voorjaar
2020) niet aan de wensen?
30
Was er bij het kopen van de plank geen mogelijkheid voor het aanpassen van het standaardmodel
met de door Defensie gewenste sensoren, bewapening, inzetbaarheid en groeipotentieel?
Was het mogelijk een zo kaal mogelijk alternatief te laten leveren, waarna de overige
aanpassingen zelf aangebracht zouden kunnen worden? Is een verzoek hiertoe gedaan?
31
Betekent het kritisch bezien van de eerder gestelde eisen en het nader formuleren
daarvan dat deze te ruim waren, te krap, of anderszins? Hoe kan het dat na overleg
met de industrie pas blijkt dat de eerder gestelde eisen herzien moesten worden?
32
Waarom is niet eerder bedacht dat het fregat weliswaar verschillende typen missies
moet kunnen uitvoeren en uiteenlopende taken kunnen vervullen, maar dat deze niet
tegelijkertijd in een en dezelfde missie hoeven?
33
Moet met het oog op de ontwikkeling van hypersone dreiging niet toch rekening worden
gehouden met een uitbreiding van de verdedigingscapaciteit van het fregat met een
raket met een groter bereik, zoals bijvoorbeeld een in de B-brief genoemde Standard
Missile 2 variant of vergelijkbare raket?
Is de capaciteit van het VLS systeem daarvoor voldoende, of moet dit worden uitgebreid?
34
Gaat u bij modulaire bouw geheel of gedeeltelijk uit van standaardmodules, waarbij
ook functionaliteit gewisseld kan worden, zoals bijvoorbeeld mogelijk is bij de Deense
Iver Huitfeldt klasse fregatten?
35
Welke extra bescherming en capaciteiten krijgen de fregatten wanneer deze ook in de
Noordelijke IJszee moeten opereren?
36
Wat is de achterliggende reden voor beperking van capaciteiten ten opzichte van de
A-brief? Zijn dit financiële beperkingen? Zo nee, welke beperkingen zijn dit dan?
37
Wat bedoelt u er precies mee dat de M-fregatten «in de toekomst» moeten beschikken
over een hardkill systeem voor torpedo's? Wat is hier de concrete planning voor? Vallen
de kosten binnen het projectbudget voor de M-fregatten of daarbuiten?
38
Bedoelt u dat is beoogd dat voor de inzet van defensieve bewapening niet altijd een
menselijke beslissing vereist zal zijn? Wat valt er hierbij precies onder «defensieve
bewapening»?
39
Hoe kan het dat er sinds de A-brief van 2018, waarin is gemeld dat het eerste nieuwe
fregat in 2025 operationeel zou zijn, de vertraging twee jaar later bij de B-brief
van 2020 opeens drie jaar is geworden en het eerste schip pas in 2028 kan worden overgedragen
aan het CZSK?
40
In hoeverre speelt het beschikbare budget een rol in de huidige vertraging bij de
vervanging van de M-fregatten?
41
Tot welk jaar zijn de huidige M-fregatten technisch en operationeel inzetbaar, aangezien
in de A-brief staat dat de huidige M-fregatten in 2020 het einde van hun operationele
en technische levensduur bereiken?
42
Welke kosten zijn er verbonden aan het langer inzetbaar houden van de M-fregatten,
waarvan in de A-brief is gesteld dat deze in 2020 het einde van hun operationele en
technische levensduur bereiken?
43
Is er rekening gehouden met de waardevermindering van de verkoop van de huidige M-fregatten
wanneer deze langer dan voorzien doorvaren? Behoort verkoop van de huidige M-fregatten
nog wel tot de mogelijkheden nu deze langer doorvaren dan voorzien? Zo nee, moeten
de fregatten dan worden gesloopt en welke kosten brengt dit mee?
44
Kunt u aangeven waar in het DMP precies staat dat een C-fase enkel aan de orde is
indien Defensie zelf de risico's van het te ontwikkelen wapensysteem beheersbaar acht?
45
Klopt het dat in het DMP is afgesproken dat de C-fase ook is bedoeld om de Kamer te
informeren over de resultaten van het vervolgonderzoek en een actueel overzicht van
de te verwachten kosten te verschaffen?
46
Hebt u ook gekeken naar duurzamere opties dan dieselmotoren? Zo ja, welke? Wat waren
de meerkosten op de totale levensduur (dus inclusief brandstofverbruik) van deze opties?
47
Op welke manier wordt er rekening gehouden met ontwikkeling van hypersone raketten
die ook tegen fregatten ingezet kunnen worden?
48
Klopt het dat de High Energy Laser gebruikt kan worden om inkomende hypersone raketten
uit te schakelen?
49
Kunt u een schatting geven van de mogelijke kosten van de verwerving van High Energy
Lasers voor de M-fregatten? Heeft u concrete plannen voor deze verwerving? Zo ja,
wat is het tijdpad?
50
Wat zouden de (meer)kosten zijn van het uitrusten van de M-fregatten met de SM-3 raket?
51
Wat is uw inhoudelijke reden om in deze kabinetsperiode niet te willen besluiten over
de integratie van Nederlandse schepen in de verdediging tegen ballistische raketten?
52
Is overwogen om een deel van de ondersteuning van dit project voor de duur van het
project in samenwerking met de industrie te bemensen?
53
Waar moet de tijdelijke capaciteit als gevolg van een mogelijk tekort in de personele
capaciteit bij Defensie voor de ondersteuning van dit project vandaan komen?
54
Is capaciteitsgebrek structureel bij de ontwerpafdelingen van de DMO en veroorzaakt
dit de komende jaren vertragingen bij dit project of andere projecten, zoals CSS,
onderzeeboten en mijnenjagers?
55
Wat is op dit moment de veronderstelde personeelsbehoefte bij de ondersteuning van
dit project?
56
Welke factoren spelen een rol voor een mogelijk tekort in de personeelsbehoefte bij
de ondersteuning van dit project?
57
Komt de eventuele tijdelijke capaciteit als gevolg van de een tekort aan mensen voor
de ondersteuning van dit project uit de Defensieorganisatie of juist van buiten de
Defensieorganisatie?
58
Wat zijn de onderkende risico's voor het project naast de genoemde personele capaciteit?
Welke beheersmaatregelen zijn per risico genomen naast de genoemde personele capaciteit?
59
Bent u voornemens het onderhoud door de Defensieorganisatie te laten uitvoeren? Zo
ja, is daar bij het aangepast ontwerp rekening mee gehouden? Is het onderhoud van
de toekomstige fregatten doorgerekend en is het ontwerp daarop geoptimaliseerd?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Aukje) de Vries, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
F.H. Mittendorff, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.