Brief regering : Inspectierapport over de joods-orthodoxe school Cheider 2020
29 240 Veiligheid op school
Nr. 119 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2020
In deze brief wil ik u informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar de joods-orthodoxe
school Cheider in Amsterdam1. Van december 2019 – februari 2020 heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna:
inspectie) opnieuw onderzoek gedaan op Cheider. De inspectie heeft een vierjaarlijks
inspectieonderzoek, het herstelonderzoek sociale veiligheid en het themaonderzoek
burgerschapsonderwijs2 gelijktijdig uitgevoerd.
Naar aanleiding van dit onderzoek heb ik nog steeds grote zorgen over de sociale veiligheid
bij Cheider.
Voorgeschiedenis
In 2018 heb ik de inspectie een aanwijzing gegeven om de sociale veiligheid op Cheider
te onderzoeken. Dit verzoek deed ik naar aanleiding van zorgelijke signalen over de
veiligheid van leerlingen, wat samenhing met de zedenzaak in 2012 en de afhandeling
daarvan door het bestuur, en eerder onderzoek van de inspectie. Uw Kamer heeft ook
vragen gesteld over deze zedenzaak. Over de uitkomsten van dat onderzoek heb ik u
in november 2018 geïnformeerd. 3 De conclusie van het onderzoek in 2018 was dat het bestuur weliswaar in belangrijke
mate voldeed aan de zorgplicht voor de sociale veiligheid, maar tekortschoot in de
borging ervan. Het beleid vertoonde te weinig samenhang, was deels van recente datum
en was onvoldoende ingebed in de onderwijspraktijk. Verder constateerde de inspectie
risico’s bij de bestuurlijke inrichting en het bestuurlijk handelen. De inspectie
heeft daarop een aantal herstelopdrachten en aanknopingspunten voor verbetering voor
het bestuur geformuleerd en heeft intensief vervolgtoezicht gehouden.
Bij brief van september 2019 heb ik u opnieuw geïnformeerd over de resultaten van
het tussentijdse onderzoek in 2019 naar Cheider.4 In dit onderzoek constateerde de inspectie dat niet aan alle herstelopdrachten was
voldaan. Juist op het vlak van sociale veiligheid zijn onvoldoende stappen gezet,
terwijl daar de grootste zorgen zijn. Sterker nog, het herstelonderzoek heeft juist
door het handelen van het bestuur veel vertraging opgelopen, door onder andere het
te laat of onvolledig aanleveren van stukken, het vragen van uitstel en het afzeggen
van gesprekken. Het bestuur laat hiermee niet zien de problematiek met urgentie en
spoed te willen aanpakken. Daarom heeft de inspectie namens de Minister voor drie
maanden, maandelijks vijftien procent van de reguliere bekostiging opgeschort. Omdat
Cheider tijdens de bezwaarperiode alsnog in de schoolplannen heeft aangegeven op welke
wijze zij aan de herstelopdracht zou voldoen, verviel de juridische grond voor de
financiële sanctie en is deze sanctie opgeheven. In het najaar 2019 is de inspectie
gestart met het regulier vierjaarlijks inspectieonderzoek, het herstelonderzoek sociale
veiligheid om te onderzoeken in hoeverre alle opgelegde herstelopdrachten en aanbevelingen
in de praktijk een plek hebben gekregen, en het themaonderzoek burgerschap. Wanneer
mogelijk combineert de inspectie onderzoeken, mede om zo de belasting voor scholen
te beperken.
Bevindingen inspectie
De conclusies van de inspectie (samengevat) zijn:
– de sociale veiligheid van de leerlingen van Cheider is nog steeds niet voldoende geborgd;
– het tempo waarin het bestuur werkt aan herstel en waarmee gevolg wordt gegeven aan
de aanbevelingen van de inspectie is laag.
– Het interne toezicht en de medezeggenschap functioneren nog niet optimaal, en er wordt
op diverse punten niet voldaan aan de Code Goed Bestuur;
– de kwaliteitszorg, de kwaliteitscultuur, de verantwoording en dialoog op het niveau
van het bestuur vertonen tekortkomingen;
– het financieel beheer van het bestuur is onvoldoende omdat de financiële continuïteit
niet is gewaarborgd. Het bestuur staat sinds oktober 2013 onder financieel aangepast
toezicht en blijft dat staan.
– De meeste onderzochte onderdelen op het niveau van de scholen zijn van voldoende kwaliteit.
Dit geldt niet voor leerstofaanbod en voor de veiligheid. Vanwege het oordeel onvoldoende
voor Veiligheid is de onderwijskwaliteit voor beide scholen als geheel als onvoldoende
beoordeeld.
De conclusies over de sociale veiligheid op Cheider vinden onder meer hun grond in
de volgende constateringen:
– Cheider had op papier aangetoond aan de herstelopdrachten te voldoen, maar uit het
onderzoek bleek dat de daadwerkelijke uitvoering in de onderwijspraktijk onvoldoende
was;
– er sprake is van tekortkomingen in het onderwijsaanbod op het terrein van biologie,
seksualiteit en seksuele diversiteit, waardoor de seksuele weerbaarheid van leerlingen
onvoldoende wordt bevorderd;
– de informatie over de vertrouwenspersoon is te beperkt en voor meisjes is geen vrouwelijke
vertrouwenspersoon beschikbaar;
– monitorgegevens over sociale veiligheid onvoldoende worden benut;
– het hoofd Joodse zaken en de schoolrabbijn in de praktijk bevoegdheden hebben bij
het bepalen van leerinhouden waardoor onduidelijk is wie eindverantwoordelijkheid
draagt;
– de veranderingsbereidheid dan wel het tempo waarin het bestuur aan herstel werkt en
gevolg geeft aan de aanwijzingen laag is.
Vervolg
De zorgen over de sociale veiligheid op Cheider blijven bestaan. Daarnaast maak ik
me ook zorgen over de tekortkomingen op de andere terreinen. De rol en opstelling
van het bestuur is, gezien de moeizame voorgeschiedenis, uitermate teleurstellend.
De inspectie heeft in totaal 9 herstelopdrachten opgelegd. Een gedeelte van deze herstelopdrachten
vertoont overlap met de herstelopdrachten en aanbevelingen die in 2018 zijn opgelegd.
Daarom heeft de inspectie een korte hersteltermijn gegeven. Bij 6 van de 9 herstelopdrachten
had Cheider tot 1 juni 2020 de tijd om deze tekortkomingen op te heffen, voor 1 herstelopdracht
tot 1 juli 2020 en voor de andere 2 herstelopdrachten heeft Cheider tot 1 september
2020 de tijd. De inspectie onderzoekt de mogelijkheden voor financiële sancties.
Ik spreek de hoop uit dat het bestuur van Cheider de komende periode zal meewerken
aan het voldoen aan de herstelopdrachten. Cheider neemt een eigen plaats in het onderwijsbestel
in, maar dient evenals iedere andere school, van welke denominatie dan ook, zich te
houden aan de geldende wet- en regelgeving.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
Indieners
-
Indiener
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media