Lijst van vragen : Lijst van vragen over het plan van aanpak van de Taskforce Wonen en Zorg (Kamerstuk 31765-477)
2020D23560 Lijst van vragen
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
                  voorgelegd aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse
                  Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 21 januari 2020 inzake het Plan van
                  aanpak van de Taskforce Wonen en Zorg (Kamerstuk 31 765, nr. 477).
               
De voorzitter van de commissie, Lodders
Adjunct-griffier van de commissie, Krijger
Nr.
Vraag
1.
Welke gevolgen heeft de coronacrisis voor de activiteiten en planning van de Taskforce
                                 Wonen en Zorg?
                              
2.
Heeft het plan van aanpak vertraging opgelopen door de coronacrisis? Zo ja, hoe? Welk
                                 effect heeft dat op de planning?
                              
3.
Kan het doel van de taskforce, namelijk het realiseren van voldoende geschikte woningen
                                 voor de doelgroep ouderen, worden omgezet in kwantitatieve cijfers? Zo ja, hoe? Zo
                                 nee, waarom niet?
                              
4.
Waarom is ervoor gekozen om de taskforce voor twee jaar in te zetten? Acht u dit voldoende
                                 tijd om hardnekkige vraagstukken en obstakels op te lossen en de opgave rondom wonen
                                 en zorg positief af te ronden? Wat gebeurt er na die twee jaar?
                              
5.
Hoeveel meldingen zijn ontvangen bij het meldpunt voor knelpunten bij nieuwe woonzorgvormen
                                 en wat is met deze meldingen gedaan?
                              
6.
Is het mogelijk om in de aanbestedingen van maatschappelijk en gemeentelijk vastgoed
                                 een sterker belang op te nemen voor het gebruik van vastgoed ten behoeve van woonzorgcombinaties,
                                 eventueel via een pilot?
                              
7.
Is het uitvoerbaar om voor te schrijven dat binnen enkele jaren minimaal 20% of 30%
                                 van alle nieuwbouw levensloopbestendig dient te zijn? Zo ja, wat is dan concreet het
                                 verwachte effect op de woningbouwproductie bij het nemen van een dergelijke maatregel?
                              
8.
Welke gevolgen heeft de coronacrisis voor de activiteiten en planning van de Taskforce
                                 Wonen en Zorg?
                              
9.
Hoeveel woningen komt u tot 2025, tot 2030 en tot 2040 tekort voor zelfstandig wonende
                                 ouderen, zelfstandig wonende ouderen met somatische beperkingen en zelfstandig wonende
                                 ouderen met psychogeriatrische beperkingen? Kunt u dit weergeven in een tabel?
                              
10.
Hoeveel plekken komt u tekort tot 2025, tot 2030 en tot 2040 voor niet-zelfstandig
                                 wonende ouderen met somatische beperkingen, met psychogeriatrische beperkingen? Kunt
                                 u dit weergeven in een tabel?
                              
11.
Wat is de top 5 van hardnekkige vraagstukken die de Taskforce Wonen en Zorg wil aanpakken?
                                 In hoeverre is de actualiteit van corona verweven in deze top 5?
                              
12.
Worden ook ouderen meegenomen die nog niet in aanmerking komen voor een verpleeghuis,
                                 maar het thuis ook niet meer redden, dus de voormalige doelgroep ouderen die een zzp
                                 1 t/m 3 hadden, aangezien de focus van de taskforce ligt op het realiseren van voldoende
                                 geschikte woningen voor de doelgroep ouderen?
                              
13.
Hoe staat het met voldoende woningen voor mensen met een (zware/meervoudige) beperking
                                 en voor de maatschappelijke opvang, aangezien de nadruk van de taskforce ligt op het
                                 realiseren van voldoende geschikte woningen voor de doelgroep ouderen?
                              
14.
In hoeverre zijn de plannen en acties van de taskforce verplichtend voor gemeenten
                                 en andere betrokken partijen of blijft het vrijblijvend?
                              
15.
Welke wijzigingen zijn er inmiddels in de jaarplanning voor 2020, en hoe ziet de planning
                                 na 2020 eruit?
                              
16.
Wat wordt precies bedoeld met «kracht bij te zetten», in de volgende zinssnede aan
                                 het begin van de brief: «het aanpakken van de lokale woonopgave voor de zelfstandig
                                 wonende ouderen kracht bij te zetten»?
                              
17.
De taskforce gaat de komende jaren beweging organiseren in het hele land, wat wordt
                                 bedoeld met «beweging organiseren»? Wat heeft de taskforce precies in handen om deze
                                 beweging vlot te trekken?
                              
18.
Kunt u toelichten waarom er nu afspraken gemaakt worden op het gebied van wonen, zorg,
                                 welzijn en leefbaarheid? Waarom hebben gemeenten niet eerder zelf deze opgave opgepakt?
                              
19.
Waarom worden pas in 2021 in alle gemeenten prestatieafspraken gemaakt? Vindt u deze
                                 tijdspanne niet te lang?
                              
20.
In hoeveel gemeente zijn op dit moment reeds prestatieafspraken gemaakt en in hoeveel
                                 gemeenten zijn deze naar verwachting in 2021 gereed?
                              
21.
Welke instrumenten heeft u en welke bent u van plan in te zetten om ervoor te zorgen
                                 dat in 2021 in alle gemeenten prestatieafspraken worden gemaakt over wonen, zorg,
                                 welzijn en leefbaarheid, als basis om tot uitvoering te komen van concrete plannen?
                              
22.
Op welke manier worden ouderen zelf betrokken bij de Taskforce Wonen en Zorg?
23.
Waarom zijn ouderen/senioren niet vertegenwoordigd in de taskforce?
24.
Bent u het eens met de stelling dat de visie van ouderen belangrijk is voor de Taskforce
                                 Wonen en Zorg? Hoe neemt u de visie van ouderen mee in de taskforce als zij hierin
                                 niet vertegenwoordigd zijn?
                              
25.
Waarom zijn ouderen en mantelzorgers niet zelf betrokken bij de taskforce?
26.
Worden toekomstige ouderen ook bij de taskforce betrokken en zo ja, hoe? Zo nee, waarom
                                 niet?
                              
27.
Is op dit moment het streven nog steeds dat eind 2020 in alle gemeenten een concrete
                                 analyse is gemaakt van de lokale opgaven op het gebied van wonen, zorg, welzijn en
                                 leefbaarheid voor ouderen (en andere mensen) met een ondersteunings- of zorgbehoefte?
                                 Zo ja, is dit realistisch? Zo nee, waarom niet?
                              
28.
Is het de bedoeling dat alle gemeenten eind 2020 een woonzorgvisie hebben? Zo nee,
                                 wanneer dan wel?
                              
29.
Hoeveel gemeenten hebben op dit moment reeds een concrete analyse respectievelijk
                                 een woonzorgvisie gemaakt en in hoeveel gemeente is dit naar verwachting eind 2020
                                 gerealiseerd?
                              
30.
Welke rol speelt de taskforce bij de aanpassing van het bestaande woningaanbod en
                                 de (financiële) ondersteuning daarvoor? Welke randvoorwaarden geeft u mee aan de woonzorgvisies
                                 van gemeenten?
                              
31.
In hoeveel gemeenten is datgene wat de taskforce voor eind 2020 wil, namelijk dat
                                 eind 2020 in alle gemeenten een concrete analyse is gemaakt van de lokale opgave op
                                 het gebied van wonen, zorg, welzijn en leefbaarheid voor ouderen en andere mensen
                                 met een ondersteunings- of zorgbehoefte, dat deze analyse wordt vertaald in ambities
                                 en keuzes, en wordt vastgelegd in een woonzorgvisie, nu (halverwege 2020) al het geval?
                                 In hoeverre sturen u of de taskforce erop aan dat deze opgaven, ambities en woonzorgvisie
                                 concreet, kwantitatief en meetbaar worden gemaakt? Hoe wordt dat vormgegeven? Hoe
                                 vindt de coördinatie tussen de verschillende betrokken ministeries plaats?
                              
32.
Op welke manier wordt geborgd dat de woonzorgvisies van gemeente dementievriendelijk
                                 zijn?
                              
33.
Aan welke concrete voorwaarden moet de woonzorgvisie van een gemeente volgens u voldoen?
34.
Is de doelstelling nog steeds reëel dat gemeenten eind 2020 een woonzorgvisie hebben?
35.
Wat gaat u doen met gemeenten die eind 2020 nog geen woonzorgvisie hebben opgesteld?
36.
Welke concrete resultaten heeft de Taskforce Wonen en Zorg in de afgelopen maanden
                                 al geboekt?
                              
37.
Welke gevolgen heeft de coronacrisis voor de doelstellingen en de jaarplanning van
                                 de Taskforce Wonen en Zorg?
                              
38.
Welke gevolgen heeft de coronacrisis voor het beschikbare aanbod van woningen voor
                                 ouderen?
                              
39.
Wanneer kan de Kamer een reactie verwachten op de motie van het lid Van der Staaij
                                 c.s. over beoordelen of ingezette acties voldoende zijn voor de vraag naar verpleeghuiszorg
                                 (Kamerstuk 31 765, nr. 474) om voor de zomer 2020 met een afzonderlijke beoordeling te komen of de ingezette
                                 acties voldoende zijn?
                              
40.
Op welke wijze stimuleert de taskforce het gebruik van technologische en maatschappelijke
                                 innovaties op het gebied van ondersteuning, zorg en wonen, wellicht ook innovaties
                                 die vanwege de coronacrisis tot stand zijn gekomen?
                              
41.
Welke operationele doelstellingen heeft u opgesteld om de effectiviteit en de doelmatigheid
                                 van het plan van aanpak te controleren, aangezien in het plan sprake is van het organiseren
                                 van beweging in de komende jaren?
                              
42.
Aan welke gemeenten is of wordt (hoeveel?) extra budget beschikbaar gesteld uit de
                                 3 miljoen euro voor advies en procesbegeleiding voor gemeenten die behoefte hebben
                                 aan tijdelijke ondersteuning op locatie om bijvoorbeeld partijen bijeen te brengen,
                                 een heldere visie te helpen opstellen of een concreet plan uit te werken?
                              
43.
Welk deel van de 3 miljoen euro die extra beschikbaar is voor advies en procesbegeleiding
                                 voor gemeenten die behoefte hebben aan tijdelijke ondersteuning op locatie om bijvoorbeeld
                                 partijen bijeen te brengen, een heldere visie te helpen opstellen of een concreet
                                 plan uit te werken, is al gebruikt?
                              
44.
Welk deel van de 3 miljoen euro aan financiering voor het ondersteuningsprogramma
                                 is reeds besteed en waarvoor?
                              
45.
Welk aandeel van de woningmarktstimulans van 1 miljard euro respectievelijk van de
                                 heffingsvermindering voor nieuwbouw in de verhuurderheffing komt naar de huidige inzichten
                                 (mede) ten goede aan de bouw van huizen voor ouderen?
                              
46.
In hoeverre voldoen de plannen voor de bouw van huizen voor ouderen aan de voorwaarden
                                 van de woningmarktstimulans en de heffingsvermindering? Welke knelpunten doen zich
                                 hier voor?
                              
47.
Wat gebeurt er concreet en SMART geformuleerd om de bouw van betaalbare, levensloopbestendinge
                                 corporatiewoningen te bouwen?
                              
48.
Wat is de actuele stand van zaken rond de Stimuleringsregeling Wonen en Zorg en de
                                 benutting hiervan?
                              
49.
Hoeveel meer initiatieven konden worden geholpen door verbreding van de Stimuleringsregeling
                                 Wonen en Zorg? Wat is de actuele stand van zaken?
                              
50.
Is er sinds de aanpassing van de Stimuleringsregeling Wonen en Zorg daadwerkelijk
                                 meer gebruik van gemaakt? Kunt u een uitgebreid antwoord naar de Kamer sturen inclusief
                                 een maandelijks overzicht van het aantal aanvragen (toegekend en niet) voor de Stimuleringsregeling
                                 Wonen en Zorg sinds de start op 1 april 2019, met uitleg waarom aanvragen niet zijn
                                 toegekend?
                              
51.
Kunt u een overzicht geven van hoeveel initiatieven een beroep hebben gedaan op de
                                 Stimuleringsregeling Wonen en Zorg in 2019 tot heden?
                              
52.
Hoeveel initiatieven hebben subsidie gekregen van de Stimuleringsregeling Wonen en
                                 Zorg en hoeveel afwijzingen zijn afgegeven?
                              
53.
Zijn er verschillen in regio’s te zien van initiatieven die een beroep doen op de
                                 Stimuleringsregeling Wonen en Zorg? Hoe verklaart u deze verschillen?
                              
54.
Voor welke soorten initiatieven wordt een beroep gedaan op de stimuleringsregelingen?
                                 Betreft dit met name verpleeghuiszorg of zijn er ook initiatieven die lichte zorg
                                 bieden die voorheen zzp 1 t/m 3 waren?
                              
55.
Kunt u aangeven of er verschillen te zijn bij de initiatiefnemers? Zijn dit met name
                                 zorgaanbieders, gemeenten of woningcorporaties of een mix van organisaties die een
                                 aanvraag doen op de Stimuleringsregeling Wonen en Zorg?
                              
56.
Welke concrete resultaten heeft het ondersteuningsteam Wonen en Zorg al geboekt?
57.
In hoeverre komt de woningmarktstimulans van 1 miljard euro en de heffingsvermindering
                                 voor nieuwbouw ten goede aan de (ver)bouw van huizen voor ouderen?
                              
58.
Welke afspraken zijn gemaakt met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
                                 over de door het Rijk beschikbaar gestelde stimulans voor de woningmarkt door 1 miljard
                                 euro beschikbaar te stellen voor het bouwen van betaalbare woningen (sociale huur,
                                 middenhuur en goedkope koopwoningen) in een kwalitatief goede leefomgeving voor starters
                                 en mensen met een middeninkomen? Welk deel hiervan is voor ouderenhuisvesting in de
                                 breedste zin van het woord?
                              
59.
Hoeveel kleinschalige geclusterde wooninitiatieven zijn dit jaar al ondersteund bij
                                 de financiering?
                              
60.
Hoe wordt uitvoering gegeven aan de motie-Bergkamp/Segers (Kamerstuk 31 765, nr. 441) waarin de regering wordt verzocht de kennis over het versterken van de sociale infrastructuur
                                 actief te verspreiden? Op welke wijze wordt deze kennis betrokken bij de werkzaamheden
                                 van de Taskforce Wonen en Zorg?
                              
61.
Hoeveel is er reeds gebruik gemaakt van de ondersteuning van het Rijk vanuit Platform31?
62.
Kunnen twee plannen elkaar niet in de wielen rijden, aangezien naast deze Taskforce
                                 Wonen en Zorg er ook een plan is om betaalbare huisvesting te realiseren voor 10.000
                                 dak- en thuislozen eind 2021, wat vanzelfsprekend ook betaalbare huisvesting moet
                                 zijn?
                              
63.
Hoe kunnen burgers betrokken blijven bij de uitvoering, want bij het faciliteren van
                                 burgerinitiatieven is een vaak gehoorde klacht dat het allemaal zo lang duurt voordat
                                 gebouwd kan worden, zodat burgerinitiatieven afhaken?
                              
64.
Op welke wijze worden mantelzorgers betrokken bij de woonzorgvisie van gemeenten?
65.
Hoe wordt de participatie van mantelzorgers geborgd in de Taskforce Wonen en Zorg
                                 en in de gemeentelijke woonzorgvisies?
                              
66.
Hoe wordt de doelgroep (ouderen en mantelzorgers) zelf betrokken bij de activiteiten
                                 van de Taskforce Wonen en Zorg? Is het de bedoeling dat ouderen vertegenwoordigd worden
                                 in de taskforce?
                              
67.
Hoe wordt de participatie van senioren zelf geborgd in de Taskforce Wonen en Zorg
                                 en in de gemeentelijke woonzorgvisies?
                              
68.
Kunt u gemeenten aansporen de lokale afdeling van Alzheimer Nederland te betrekken
                                 bij het vormgeven van de woonzorgvisie zodat de doelgroep mensen met dementie goed
                                 in beeld is?
                              
69.
Bent u bereid om randvoorwaarden te stellen aan de woonzorgvisies van gemeenten, zoals
                                 een toelichting over de rol van technologie en specifiek doelgroepenbeleid voor kwetsbare
                                 groepen, waaronder mensen met dementie?
                              
70.
Door middel van welke specifieke acties wordt effectieve en efficiënte samenwerking
                                 op het gebied van wonen en zorg in de wijk bevorderd?
                              
71.
Is er voldoende aandacht voor continuïteit in gemeentelijk dementiebeleid, gezien
                                 de stijging van het aantal mensen met dementie?
                              
72.
Hoe zorgt de taskforce dat nieuwe samenwerkingen en woon(zorg)vormen in de wijk voor
                                 specifieke doelgroepen worden gestimuleerd?
                              
73.
Welke ruimte acht u denkbaar om experimenten met woonvormen tussen thuis en verpleeghuis
                                 in die geschikt zijn voor mensen met dementie te stimuleren, bijvoorbeeld flexibele
                                 woonruimte in de buurt?
                              
74.
Welke mogelijkheden ziet u om kleinschalige woonvormen die gebruik maken van Wlz-budget
                                 (Wet langdurige zorg) extramuraal te stimuleren, gezien de behoefte aan open, kleinschalige
                                 woonvormen midden in de wijk voor mensen met dementie?
                              
75.
Hoeveel ambassadeurs en/of koplopers zijn inmiddels gevonden dan wel aangewezen die
                                 als voorbeeld kunnen dienen voor andere samenwerkingsverbanden van gemeenten, woningcorporaties
                                 en zorgorganisaties?
                              
76.
In hoeveel gemeenten is op dit moment reeds een concrete analyse of woonzorgvisie
                                 gemaakt en in hoeveel gemeenten is dit naar verwachting eind 2020 gerealiseerd?
                              
77.
Waarom ontbreekt de rol van provincies in het werkplan? Kunnen provincies geen effectieve
                                 rol spelen in de coördinatie en toezicht op de gemeentelijke woonplannen?
                              
78.
Op welke manier wordt geborgd dat de acties van de Taskforce Wonen en Zorg en de woonzorgvisies
                                 ook ingaan op de levensloopbestendigheid van bestaande bouw en op welke manier wordt
                                 daarbij ondersteuning gegeven?
                              
79.
Bent u bereid om onderzoek mogelijk te maken waarin een schatting gemaakt wordt van
                                 preventieve baten van levensloopbestendig wonen ten behoeve van kosten-batenanalyses?
                              
80.
Op welke manier wordt het bezit van het Rijksvastgoedbedrijf ingezet voor maatschappelijke
                                 doelen uit het werkplan van de Taskforce Wonen en Zorg?
                              
81.
Bent u bereid het Rijksvastgoedbedrijf erop aan te spreken om nauw betrokken te zijn
                                 bij de Taskforce Wonen en Zorg en een steentje bij te dragen aan de problematiek?
                              
82.
Is de taskforce bereid om de mogelijkheden te onderzoeken en onder de aandacht te
                                 brengen om door middel van prefab bouwen (of andere innovatieve bouwmethoden) sneller
                                 en meer levensloopbestendige woningen te kunnen bouwen?
                              
83.
Kunt u per programma aangeven hoeveel geld per jaar vanuit de ministeries VWS en BZK
                                 naar de onderstaande, in het plan van aanpak opgesomde programma’s gaat en kort het
                                 doel per programma schetsen, namelijk het Programma Langer Thuis (VWS), het Innovatieprogramma
                                 Langer Thuis Inclusieve Wijk (VWS/Platform 31), het Kennisprogramma Nieuwe woonzorginitiatieven
                                 (Platform 31), de Stimuleringsregeling Wonen en Zorg (VWS/BZK/RVO), het Ondersteuningsteam
                                 Wonen en Zorg (VWS/BZK/RVO), de Community of Practice Who Cares (Rijksbouwmeester),
                                 Programma Eén tegen Eenzaamheid (VWS), Programma Iedereen doet mee!, Meerjarenprogramma
                                 Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang, Actieprogramma Jong Volwassenen en het
                                 Actieplan Dak- en Thuisloze Jongeren?
                              
84.
Kunt u aangeven hoeveel gemeenten wel en hoeveel gemeenten nog niet de woonopgave
                                 al in beeld hebben gebracht, aangezien door de taskforce wordt gesteld dat lang niet
                                 alle gemeenten dit al hebben gedaan?
                              
85.
Welke rol ziet u weggelegd voor onderstaande partijen in het vraagstuk rondom wonen
                                 en zorg, aangezien volgens de taskforce het nodig is dat ook zorgverzekeraars, zorgkantoren,
                                 financiers en andere marktpartijen de maatschappelijke opgave centraal stellen, waarbij
                                 eenieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid bijdraagt aan realisatie? Kunt u daarbij
                                 ook de rol van gemeenten, woningcorporaties en particuliere partijen die voor woningen
                                 (en zorg) zorgen benoemen?
                              
86.
Wat zijn de verschillen tussen opgaven in de Randstad en opgaven in het buitengebied,
                                 aangezien de taskforce aangeeft dat actie op lokaal niveau genomen moet worden? Zijn
                                 er nog andere opvallende regionale verschillen?
                              
87.
Welke hardnekkige vraagstukken wil de taskforce aanpakken? In hoeverre is de coronacrisis
                                 hierop van invloed?
                              
88.
Zijn al ervaringen opgedaan bij gemeenten die de stellingname van de taskforce onderbouwen
                                 dat gemeenten terughoudend zijn in het realiseren van (nieuwe) woon(zorg)vormen voor
                                 ouderen of mensen met een ondersteunings- en/of zorgvraag vanwege het risico dat hierdoor
                                 de druk op het budget vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) toeneemt?
                              
89.
Herkent u het door de taskforce aan de orde gestelde probleem van de specifieke problematiek
                                 van gemeenten in krimpregio’s en de afweging daarbij tussen financiële haalbaarheid
                                 en leefbaarheid voor de inwoners? Zijn hier praktische oplossingen voor?
                              
90.
Zijn er wijzigingen in de jaarplanning voor 2020? Zo ja, welke? Hoe ziet de planning
                                 voor 2021 eruit?
                              
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 H.W. Krijger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
