Lijst van vragen : Verslag houdende een lijst van vragen inzake Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake noodpakket banen en economie 2.0) (Kamerstuk 35473)
2020D22066 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de regering inzake de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake
noodpakket banen en economie 2.0) (Kamerstuk 35 473)
De voorzitter van de commissie, Rog
De adjunct-griffier van de commissie, Reinders
Nr
Vraag
1
Waarom is er voor gekozen de Tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten
(TOFA) alleen in te stellen voor de maanden maart, april en mei?
2
Klopt het dat een overgang van onderneming en dus de start van een «nieuwe» onderneming,
overgang van banen impliceert, maar niet van eventueel bij de onderneming bestaande
Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheidsrechten (NOW)? Kan dit de economische voortgang,
de continuïteit van een bedrijf, en behoud van werkgelegenheid belemmeren? Kan bij
overgang van een onderneming (ook door afspraken met de curator) het NOW-recht ook
overgaan? Als dat niet zo is waarom niet? Kan hiervoor in dat geval binnen de NOW-regeling
een oplossing voor worden geboden?
3
Kunt u een overzicht geven van de toename van het aantal werklozen sinds het begin
van de coronacrisis?
4
Welk percentage of welk absoluut aantal van de werklozen sinds het begin van de coronacrisis
had in zijn of haar laatste dienstverband een vaste aanstelling?
5
Welk percentage of welk absoluut aantal van de werklozen sinds het begin van de coronacrisis
had in zijn of haar laatste dienstverband een tijdelijke aanstelling?
6
Welk percentage of welk absoluut aantal van de werklozen sinds het begin van de coronacrisis
had in zijn of haar laatste dienstverband een contract met een uitzendbeding?
7
Welk percentage of welk absoluut aantal van de werklozen sinds het begin van de coronacrisis
had in zijn of haar laatste dienstverband een oproepcontract?
8
Kunt u een overzicht geven van de sectoren waarin de werkenden die sinds het begin
van de coronacrisis werkloos zijn geworden actief waren?
9
Welk percentage of welk absoluut aantal van de werklozen sinds het begin van de coronacrisis
heeft een Werkloosheidswet (WW)duur korter dan twaalf maanden?
10
Wat is de gemiddelde duur van een WW-uitkering van de werklozen sinds het begin van
de coronacrisis?
11
Welk percentage of welk absoluut aantal van de werklozen sinds het begin van de coronacrisis
heeft een WW-duur korter dan zes maanden?
12
Welk percentage of welk absoluut aantal van de werklozen sinds het begin van de coronacrisis
heeft een WW-duur van drie maanden?
13
Hoeveel werklozen sinds het begin van de coronacrisis hebben een nieuwe baan gevonden?
14
Kunt u een overzicht geven van de sectoren waarin deze werklozen een nieuwe baan gevonden
hebben?
15
Kunt u een overzicht geven van de leeftijdsopbouw van de groep werklozen sinds het
begin van de coronacrisis?
16
Kunt u een inschatting maken van de gemiddelde kosten van de omscholing en begeleiding
naar een beroep binnen een andere sector? Kan dat worden geïllustreerd aan de hand
van een aantal voorbeelden, zoals bijvoorbeeld van een medewerker in de evenementenbranche
naar een medewerker in de zorg (bijvoorbeeld Verzorgende Individuele Gezondheidszorg
(IG), niveau 3, via een Beroeps Begeleide Leerweg (BBL)), of van horecamedewerker
naar installateur van bijvoorbeeld warmtepompen of zonnepanelen?
17
Wat is het niveau en de duur van de opleidingen die u wil gaan financieren middels
«NL leert door» en wat kunnen de maximale kosten zijn van zo’n opleiding?
18
Hoeveel mensen kunnen maximaal een opleiding gaan volgen via de subsidieregeling «NL
leert door»?
19
Welk deel van de 50 miljoen euro van «NL leert door» is bestemd voor scholing, welk
deel voor ontwikkeladviezen en welk deel voor een ondersteunende campagne om de kansen
van scholing onder de aandacht te brengen?
20
Hoeveel mensen kunnen een ontwikkeladviesgesprek krijgen via «NL leert door» en wat
is de kostprijs per gesprek?
21
Wat kunnen mensen verwachten van een ontwikkeladvies? Betreft dat alleen een eenmalig
gesprek? Wordt dat alleen online gevoerd? En is het de bedoeling dat een dergelijk
gesprek leidt tot een concreet ontwikkeladvies?
22
Welke maatregelen worden er genomen om ervoor te zorgen dat ook moeilijker bereikbare
groepen gebruik gaan maken van een ontwikkeladvies?
23
Gaat er vanuit deze ontwikkeladviesgesprekken doorverwijzing plaatsvinden, mochten
mensen aangeven behoefte te hebben aan verder advies en begeleiding?
24
Wat zijn de kosten om de WW, voor diegene waarvan de WW afloopt, met drie of vier
maanden te verlengen?
25
Hoeveel jonge zelfstandigen (18 tot en met 20 jaar) hebben afgelopen maanden gebruik
gemaakt van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)?
26
Wat zijn de kosten om het uitkeringsbedrag van de TOFA te verhogen naar respectievelijk
600, 800 en 1.050 euro als u hierbij rekening houdt met een drempelbedrag van 400 euro?
27
Wat zijn de kosten om voor studenten, die tijdens de coronacrisis hun baan zijn kwijtgeraakt
en geen WW-uitkering hebben en geen toegang tot bijstand hebben, een standaard uitkering
te verstrekken van 253 euro?
28
Hoe groot is de groep makers, artiesten en zelfstandigen uit de kunst- en cultuursector
die niet in aanmerking komen voor generieke steunmaatregelen? Kan een inschatting
gemaakt worden van het aantal mensen in de kunst- en cultuur die nu geen enkele steun
ontvangt? Klopt de schatting van 30.000 mensen zoals gedaan door de Kunstenbond?
29
Op welke wijze kunnen mensen met een hybride en atypische arbeidsrelatie, die niet
kunnen voldoen aan het urencriterium toch worden geholpen door de Tozo, of een andere
regeling?
30
Hoe kunnen makers en artiesten die worden verloond via een verloningsbureau en niet
staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK) toch worden geholpen door de
Tozo, of een andere regeling?
31
Hoe kunnen makers en artiesten die niet in aanmerking komen voor generieke maatregelen
omdat een groot deel van hun werkzaamheden zich in het buitenland afspelen toch worden
geholpen door de Tozo, of een andere regeling?
32
Hoe kunnen makers, artiesten en zelfstandigen uit de kunst- en cultuursector die nu
op geen enkele regeling aanspraak kunnen maken en geen enkele steun ontvangen worden
ondersteund?
33
Wat is de actuele stand van de NOW-toekenningen aan verschillende sectoren en hoeveel
geld is er nu overgemaakt?
34
Hoeveel ontslagaanvragen vanwege bedrijfseconomische omstandigheden zijn er nu gemeld
bij het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV)?
35
Wat is de huidige stand van investeringen in om- en bijscholing, is er al een toename
zichtbaar en wanneer wordt het project vanuit de rijksoverheid gestart?
36
Hoeveel Tozo-uitkeringen zijn er op dit moment toegekend?
37
Klopt het dat er vanaf 1 juni geen uitkering voor Tozo-1 meer kan worden aangevraagd?
38
Kunnen ondernemers die wel de volledige zes maanden van de Tozo een inkomen onder
het sociaal minimum hebben gehad, wel nog voor de zes maanden de Tozo aanvragen als
zij hebben gewacht met het aanvragen van de uitkering?
39
Wat zouden de geraamde uitgaven zijn geweest indien de partnertoets ook voor de verlengde
Tozo buiten beschouwing was gelaten, gezien het feit dat in artikel 2 van tabel 1
van het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 voor de verlenging van de Tozo de
uitgaven met 1,1 miljard euro verhoogd worden?
40
Welk bedrag is in totaal meer dan de ontwerpbegroting beschikbaar gesteld voor het
UWV ten behoeve van uitvoering van het noodpakket? Hoe is de verdeling van deze gelden
over de verschillende regelingen?
41
Hoeveel van het aan het UWV in 2020 totaal beschikbaar gestelde budget is bedoeld
voor dienstverlening aan uitkeringsgerechtigden ten behoeve van het vinden van werk
of het opstarten van een onderneming? Is dit bedrag dan wel de doelstelling veranderd
bij een of meerdere van de suppletoire begrotingen?
42
Wat is de reden dat de subsidie voor duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen
met ongeveer 10% is verlaagd? Op basis van welke aannames is tot dit bedrag gekomen?
43
Wat is de reden dat de Stimuleringsregeling leven lang ontwikkelen in het mkb met
ongeveer 97% is verlaagd? Op basis van welke aannames is tot dit bedrag gekomen?
44
Kunt u ten aanzien van de additionele 9,5 miljard euro aan subsidie-uitgaven die door
het UWV verstrekt kunnen worden aan werkgevers in het kader van de verlengde NOW-regeling
de passage toegelicht worden: «De verwachte uitgaven worden in een later stadium verdeeld
over meerdere jaren»? Wat zijn hierbij de afwegingen?
45
Kan aangegeven worden waarom juist voor een bedrag van 50 miljoen euro is gekozen
en niet méér, als «aanjaagsubsidie» voor scholing door en in samenwerking met het
bedrijfsleven? Hoe wordt de mogelijke effectiviteit van dit bedrag ingeschat?
46
Waar is het bedrag van 50 miljoen euro voor «NL leert door» op gebaseerd? Hoe gaat
dit geld worden uitgegeven?
47
Wat is de reden dat het macrobudget Participatiewet uitkeringen en intertemporele
tegemoetkoming is verlaagd? Op basis van welke aannames is tot dit bedrag gekomen?
48
Waarom is ervoor gekozen het vaste percentage voor werkgeverslasten te verhogen van
30% naar 40%? Waarop was zowel het aanvankelijke percentage van 30%, als het nieuwe
percentage van 40% op gebaseerd?
49
Hoeveel had de NOW-regeling extra gekost over de eerste drie maanden indien niet met
30% maar 40% voor werkgeverslasten was gerekend?
50
Hoeveel personen zullen naar verwachting een beroep doen op de 50 miljoen euro die
uitgetrokken wordt voor de crisismaatregel «NL leert door»? Hoeveel is dat per persoon?
51
Kunt u bevestigen dat bedrijven die vóór 11 maart 2020 zijn overgenomen, in de kern
gezond zijn en aan de voorwaarden voldoen, via de NOW worden gecompenseerd?
52
Hoe ziet het traject eruit voor bedrijven wier NOW-aanvraag is afgewezen en die tegen
die afwijzing bezwaar willen maken?
53
Klopt het dat bedrijven met een cost plus structuur, waarvan de productiefaciliteit
in Nederland is gevestigd maar de opdrachtgever vaak een concernvennootschap in het
buitenland is, niet in aanmerking komen voor de NOW?
54
Kunt u aangeven in welke mate de maatregelen NOW en Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb
op elkaar ingrijpen of elkaars effect verminderen, bijvoorbeeld omdat de ene regeling
invloed heeft op de andere?
55
Waarom is er met de NOW voor gekozen om gedraaide omzet direct in mindering te brengen
in plaats van ondernemers tot bijvoorbeeld 10% of 20% omzet te laten «houden» en daarmee
een prikkel te creëren in actie te komen en nieuwe wegen te verkennen en zo de mogelijkheid
te bieden daarvan niet gedekte kosten te betalen?
56
Waarom is er – in het kader van het versterken van het toetsingskader voor de accountant –
niet voor gekozen om in de NOW ook met een/de eigen verklaring vooraf tevens te laten
bevestigen dat de ondernemer niet schuift met facturering, personeel en/of liquiditeit
om de subsidie te maximaliseren en dat deze een controleerbare administratie voert?
57
Waarom kunnen zelfstandige ondernemers onder de Algemene Ouderdomswet-leeftijd (AOW)
via de Tozo zonder vermogenstoets aanspraak maken op aanvulling van het inkomen tot
het sociaal minimum en kunnen zelfstandige ondernemers boven de AOW-leeftijd alleen
mét een vermogenstoets aanspraak maken op aanvulling van het inkomen tot het sociaal
minimum? Wordt dit onderscheid op leeftijd voor zelfstandig ondernemers (vermogenstoets)
rechtvaardig geacht en, zo ja, waarom?
58
Is het correct dat verwijzing naar de uniforme systematiek van de Participatiewet
(voorwaarden voor het verkrijgen van bijstand) en de Aanvullende Inkomensvoorziening
Ouderen (gelijke voorwaarden voor het verkrijgen van «bijstand» voor AOW-gerechtigden)
als rechtvaardiging voor het in vraag 57 genoemde onderscheid geen stand houdt, omdat
het inkomensdeel van de Tozo zónder vermogenstoets óók in zichzelf een afwijking van
de systematiek van de Participatiewet (de door de overheid gehanteerde gebruikelijke
voorwaarden voor het verkrijgen van «bijstand») inhoudt? Zo niet, waarom niet?
59
Waarom wordt het onmogelijk of onwenselijk geacht de beperkte specifieke groep van
financieel zwaar door de coronacrisis getroffen AOW-gerechtigde zelfstandig ondernemers,
onder de werking van het inkomensdeel van de Tozo (zonder vermogenstoets) te brengen?
60
Welke aanvullende voorwaarden worden er aan de Tozo gesteld naast de partnertoets?
61
Hoe groot deel van het Tozo-pakket komt door de invoering van de partnertoets, aangezien
de kosten in dit pakket beduidend lager zijn dan in het eerste pakket?
62
Hoeveel zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en andere zelfstandig ondernemers
zullen naar verwachting in aanmerking komen voor de verlengde Tozo? En hoeveel waren
dat er geweest indien de partnertoets buiten beschouwing was gebleven?
63
Komt het voor en zo ja hoe vaak, dat Tozo-aanvragen worden afgewezen met als reden
dat het woonadres van de aanvrager zich in het buitenland bevindt (België/Duitsland),
terwijl de aanvrager in Nederland onderneemt, bij de Nederlandse KvK staat ingeschreven
en in Nederland belasting betaalt?
64
Klopt het dat er ondernemers zijn die de Belgische nationaliteit hebben, in België
ondernemen maar in Nederland wonen, die gebruik maken van (en toegang hebben tot)
Belgische steunmaatregelen en geen gebruik maken van de Nederlandse Tozo?
65
Hoeveel zzp’ers en andere zelfstandig ondernemers zullen naar verwachting in aanmerking
komen voor de verlengde Tozo indien het plafond wordt gelegd op een gezinsinkomen
van 100 duizend euro? En indien op één keer modaal? En indien op twee keer modaal?
Wat zouden de extra kosten bedragen in elk van die drie situaties? Zijn er nog praktische
uitvoeringsbezwaren bij deze opties te verwachten?
66
Kunt u een toelichting op de passage geven waarin wordt aangegeven dat nog onzeker
is welk deel van de Tozo-leningen zal worden terugbetaald? Waar wordt rekening mee
gehouden? Is hier op dit moment enige inschatting van te maken?
67
Op welke manier wordt gemonitord of de NOW-regeling voldoende effectief is in het
behoud van werkgelegenheid?
68
Hoe wordt de terugvordering voor de NOW-subsidie berekend wanneer een werkgever toch
genoodzaakt is iemand te ontslaan?
69
Wordt bij ontslag 100% van de NOW-subsidie, of 100% van de loonsom teruggevorderd?
70
Tot welk moment wordt NOW-subsidie teruggevorderd bij ontslag?
71
Kan een bedrijf met één medewerker, dat genoodzaakt is die ene medewerker te ontslaan,
een terugvordering krijgen voor de NOW die hoger is dan de totale subsidie?
72
Is het juist dat met de TOFA-regeling een nieuwe doelstelling – naast (1) behoud van
werkgelegenheid en (2) beschermen sociaal minimum voor ondernemers – is toegevoegd
aan het noodpakket, namelijk «compensatie voor gederfd loon»?
73
Wat zijn de geraamde uitvoeringskosten voor de TOFA en waar worden deze uit gedekt?
74
Wat is ervoor nodig om aanvragers voor TOFA wel vooraf bij de aanvraag de keuze te
geven of de loonheffingskorting toegepast moet worden?
75
In hoeveel (procent van de) gevallen verwacht u dat teveel korting wordt berekend
en er dus een naheffing plaats gaat vinden?
76
Hoe hoog zijn naar verwachting de naheffingen waarmee aanvragers van de TOFA te maken
kunnen krijgen?
77
Hoe hoog is de netto-uitkering voor de TOFA? Hoe hoog is de netto-uitkering wanneer
geen loonheffingskorting zou worden toegepast?
78
In hoeverre worden naheffingen als inbaar ingeschat?
79
Waar kunnen bedrijven zich melden die na een overname niet in aanmerking kwamen voor
de NOW?
80
Waar kunnen bedrijven zich melden die door een gewijzigd loonaangiftenummer niet in
aanmerking kwamen voor de NOW?
81
Is nu voor alle bedrijven die om administratieve redenen geen NOW-aanvraag konden
doen een oplossing beschikbaar? Per wanneer kan deze oplossing worden gerealiseerd?
Wat moeten dergelijke bedrijven doen om van deze oplossing gebruik te maken?
82
Op welke manier wordt gemonitord of de aanpassingen in de NOW-regeling inderdaad «beter
uitwerken voor bedrijven met een seizoenspiek»? Wat zijn de mogelijkheden als de NOW-regeling
alsnog leidt tot grote werkgelegenheidsverliezen in bepaalde (sub-)sectoren met een
seizoenspiek?
83
Op welke manier is in de NOW rekening gehouden met seizoenssectoren die de piekbezetting
(op basis van cao-afspraken) door het jaar uitsmeren, zodat een gelijk maandloon wordt
uitbetaald door het jaar heen, maar waarbij werknemers in bepaalde maanden meer en
minder werken?
84
Blijken de bedragen die tot op heden zijn uitgetrokken en gereserveerd voor de uitvoering
van de NOW en de Tozo voldoende om de kosten van uitvoering te dekken? Kunt u een
toelichting geven op tot nu toe gemaakte en gedekte kosten en geraamde kosten?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.R.J. Rog, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
R.D. Reinders, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 4 | Voor |
50PLUS | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Voor |
Groep Krol/vKA | 2 | Voor |
Van Haga | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.