Lijst van vragen : Lijst van vragen over het Jaarverslag Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 2019 (Kamerstuk 35470-XII-1)
2020D20843 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het Jaarverslag Ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat 2019 (Kamerstuk 35 470 XII, nr. 1).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De griffier van de commissie, Israel
Nr
Vraag
1
Wat is het aantal dodelijke verkeersongelukken in 2019 opgesplitst naar type weg (30km/u,
50km/u, etc.)
2
Hoeveel fietsinfrastructuurprojecten zijn gerealiseerd in 2019?
3
Hoeveel projecten zijn gerealiseerd met de Demonstratieregeling Klimaat Technologieën
en Innovaties (DKTI)-gelden in 2019?
4
Hoeveel van de projecten die zijn ondersteund met DKTI-financiering betreffen waterstofdistributie?
5
Hoeveel waterstoftankstations zijn gerealiseerd in 2019?
6
Hoeveel nieuwe publieke laadpalen zijn gerealiseerd in 2019?
7
Hoeveel nieuwe snellaadstations zijn gerealiseerd in 2019?
8
In hoeverre zijn nieuwe snelfietspaden gerealiseerd in 2019?
9
Wat is het bestede budget aan snelfietspaden uit 2019?
10
Welke bewindspersonen/ministers hebben inmiddels een Zero-emissie voertuigen in hun
vloot?
11
Waarom zijn personele wisselingen van invloed op de fouten die gemaakt zijn bij het
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)?
12
Welke stappen zijn gezet in het transparanter maken van laadprijzen voor elektrische
auto’s in 2019?
13
Op welke wijze is het toezicht op transparantie bij laadpalen ingericht?
14
Hoe kan gewaarborgd worden dat personele wisselingen in het vervolg geen grote invloed
hebben?
15
Waarom waren er geen tussentijdse afrekeningen bij de NSL?
16
Waarom kunnen de provincies niet alsnog een verantwoording geven over de NSL?
17
Waarom is het bestedingsbegrip binnen de NSL gewijzigd?
18
Wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over de gevonden verschillen tussen voorschotten
en afrekening?
19
Hoe kan het zijn dat tijdens de opstartfase van NSL er te weinig aandacht was voor
financiële verantwoording?
20
Hoe staat het met het doel om in 2030 50% minder primaire grondstoffen te gebruiken
t.o.v. 2014?
21
Is er een plan om tussendoelen op te stellen naar 2030?
22
Hoeveel rijksgeld is er beschikbaar voor circulaire innovaties en experimenten?
23
Hoe kan circulair bouwen beter gestimuleerd worden in het aanbestedingsproces?
24
Hoe kunnen circulaire doelstellingen ook meegenomen worden in kleine inkopen?
25
We staan nog aan het begin van de circulaire transitie, is het doel van 2030 nog binnen
bereik?
26
Is het opstellen van prestatie-indicator waarden (PINs) voldoende om circulariteit
te stimuleren binnen Rijkswaterstaat?
27
Hoe worden naast recyclen de andere elementen van circulaire economie meegenomen binnen
de projecten van Rijkswaterstaat?
28
In welke mate is innovatie nodig om meer circulaire beslissingen te maken binnen projecten
van Rijkswaterstaat of is deze kennis er misschien al bij ons of in het buitenland?
29
Hoe kan circulariteit een rol krijgen in de lange termijn contracten van Rijkswaterstaat
die momenteel lopen?
30
Hoe wordt voldoende gewicht toegekend aan de Milieu Kosten Indicator (MIK)-waarde
in aanbestedingen?
31
In hoeverre kan de overheid bedrijven meer perspectief bieden over welke projecten
in de pijplijn zitten om innovatie en circulair werken te bevorderen?
32
Hoe ziet u kansen om toch circulaire innovaties grootschalig toe te gaan passen?
33
Hoe kunt u de tijdshorizon van budgetten voor circulair bouwen verlengen?
34
Hoe moet structurele financiering er uit zien om circulariteit verder te stimuleren?
35
Hoe kan binnen het onderhoud van Rijkswaterstaat circulariteit gestimuleerd worden?
36
Is het aantal Full Time Equivalent (fte) op circulaire economie voldoende om de doelstellingen
op circulaire economie te halen?
37
Welke onderzoeken die gepland stonden zijn uitgesteld door het Planbureau voor de
Leefomgeving (PBL), aangezien gesteld wordt dat het PBL een minder hoge realisatie
heeft gehaald doordat private opdrachten zijn opgelopen?
38
Kunt u meer inzicht geven in de verdeling van de klimaatakkoord middelen (€ 33 miljoen)
over de sub-artikelen van de begroting? Kunt u in het licht van de stijgende lijn
in de klimaatakkoord middelen de uitgavenreeks tot en met 2030 laten zien?
39
Kunt u verklaren waarom er € 140 miljoen minder is besteed aan de aanleg van het spoor
als de shift van vracht van de weg naar spoor als prioriteit wordt benoemd?
40
Kunt u vertellen hoe het bedrag van € 80 miljoen voor het bevorderen van de circulaire
economie is vastgesteld?
41
Wat voor stappen zijn er inmiddels gezet voor het doortrekken va de lijn naar Luik?
42
Hoeveel banen (in fte’s) worden er gerealiseerd in de circulaire economie, in de jaren
2020, 2022, 2025, 2030 en richting 2050? Kunnen deze banen naar sector dan wel branche
worden uitgesplitst?
Welke loonkosten gaan hiermee gepaard? Kan dit per aantal fte’s, per sector en per
jaar worden weergegeven?
43
Op welke manier wordt de € 10 miljoen die beschikbaar is gesteld aan lokale overheden
in het kader van de circulaire economie ingezet?
44
Heeft u ook maatregelen getroffen om het gebruik van Zeer Zorgwekkende Stoffen en
de onwettelijke en onnodige oververpakking van onder anderen shampooflessen en andere
producten tegen te gaan?
45
Heeft u bij de recyclingdoelstellingen ook gedacht aan het eenduidiger maken van verpakkingseisen
van bepaalde producten door de hoeveelheid plastics en additieven bijvoorbeeld te
beperken?
46
Kunt u verklaren waarom de Kaderrichtlijn Water (KRW)-projecten veel minder zijn gefinancierd
dan initieel was begroot terwijl dit wel als kerndoel wordt benoemd?
47
Kunt u nader verklaren wat voor bronmaatregelen precies genomen zijn om de dump van
medicijnresten en de watervervuiling door mest en gewasbeschermingsmiddelen te verminderen?
48
Wat voor aanvullende maatregelen bent u van plan te treffen om ervoor te zorgen dat
de KRW-doelstellingen – in tegenstelling tot de verwachting in de laatste nationale
analyse waterkwaliteit – toch behaald gaan worden?
49
Kunt u vertellen in hoeverre er coördinatie plaatsvindt bij de financiering van de
benoemde verantwoordelijkheden rondom waterveiligheid, zoetwatervoorziening en waterkwaliteit?
50
Kunt u vertellen of het vervroegd ontwikkelen van het Programma Integraal Riviermanagement
(IRM) de coördinatie van de financiering van projecten met betrekking tot waterveiligheid,
zoetwatervoorziening en waterkwaliteit kan verbeteren, doordat eventuele tekorten
en overschotten op verschillende doelstellingen elkaar beter kunnen aanvullen?
51
Waarom stelt u dat de financiering en de resultaten voor onder anderen het KRW op
koers liggen als de financiering van de KRW aanzienlijk lager was dan voor 2019 begroot
was, onder andere door verscheidene vertragingen?
52
Op welke manier wordt geanticipeerd op de toch frequent bijgestelde cijfers over de
stijgende zeespiegel? Kunnen de beleidsscenario’s voor de lange termijn en de aanpassingen
op de korte termijn worden toegelicht?
53
Kunnen de resultaten van de stresstests worden toegelicht?
54
Bent u in het kader van het monitoren en beheersen van de luchtkwaliteit van plan
om het meetnetwerk van de luchtkwaliteit uit te breiden, zeker nu er een mogelijk
verband met de verspreiding en verloop van Covid-19 blijkt te zijn?
55
Wat zijn precies de maatregelen die u neemt om koplopers in de autosector te stimuleren
om zuinigere, schonere, en stillere voertuigen te maken, en hoe bent u van plan voor
alternatieve brandstoffen en voertuigen een kansrijke omgeving te creëren?
56
Kunt u vertellen waar en op hoeveel plekken de lokale luchtkwaliteit langs het hoofdwegennet
gemeten is?
57
Hoe bent u van plan om de daling van CO2-emissies van nieuwe auto’s te versnellen
zodat de streefwaarde van 95,0 in 2021 toch gehaald kan worden?
58
Kunt u verklaren waarom er kasschuif plaatsvond voor Subsidies Duurzame Mobiliteit
en zal dit leiden tot een latere realisatie van de duurzaamheidsdoelen?
59
Wat is de ontwikkeling van het aantal fte werkzaam in het openbaar vervoer over de
afgelopen 10 jaar, uitgesplitst naar stad- en streekvervoer, regionale treindiensten
en landelijke treindienst?
60
Hoeveel buslijnen zijn de afgelopen tien jaar vervangen door belbussen of vergelijkbare
constructies, uitgesplitst per vervoersregio?
61
Hoeveel buslijnen zijn de afgelopen tien jaar opgeheven, ingekort of samengevoegd,
uitgesplitst per vervoersregio?
62
Wat is de ontwikkeling over de afgelopen tien jaar van het totale budget (zowel reguliere
als incidentele bijdrages) uitgegeven door alle overheidslagen aan het stad- en streekvervoer
en de regionale treindiensten?
63
Wat is de ontwikkeling over de afgelopen tien jaar van de prijs per kilometer van
het stad- en streekvervoer en de regionale treindienst?
64
Wat zijn de winstcijfers over de afgelopen tien jaar van de regionale vervoerders?
Zijn deze winsten in Nederland gebleven, of zijn deze naar het buitenland gegaan?
65
Kunt u toelichten hoe u wil inzetten op duurzaamheid van de luchtvaartsector als u
tegelijkertijd in wil zetten op groei van deze milieubelastende sector?
66
Kunt u verklaren hoe u van plan bent de duurzaamheid van de luchtvaart exact te bevorderen,
en welke vooruitgang er is geboekt als het aankomt op het verduurzamen van vluchten?
67
Kunt u vertellen of er in de prognoses veel ruimte is voor verduurzaming van ons vliegverkeer,
en of er op dit gebied veel voortuitgang geboekt wordt?
68
Hoe weegt u het belang van een concurrerend kostenniveau af tegen het belang dat vliegkosten
evenrediger moeten zijn aan de sociaal-maatschappelijke en milieukosten die vliegen
met zich meebrengt?
69
Kunt u vertellen in hoeverre een vliegtax een dempende werking zou kunnen hebben op
de groei van onze luchtvaart en als middel zou kunnen dienen om ervoor te zorgen dat
Nederland haar maximale vluchtcapaciteit niet overschrijdt?
70
Kunt u nader toelichten in welke mate het gebruik van duurzame brandstoffen en andere
technologische innovaties uit het Ontwerpakkoord van de Duurzame Luchtvaarttafel milieuwinst
opleveren?
71
Kunt u verklaren waarom er zoveel minder subsidie is uitbetaald voor de uitvoering
van milieubeleid dan voor 2019 was begroot?
72
Kunt u toelichten waarom de emissiereductie van luchtverontreinigende stoffen stagneert
en in het laatst benoemde jaar (2017) zelf stijgt?
73
In hoeverre zijn de beleidsdoelen geconcretiseerd, na de kritiek dat deze niet concreet
genoeg en niet voldoende afrekenbaar zijn? Kan dit worden toegelicht?
74
Hoe wordt er ingezet op de vermindering van de hoeveelheid bedrijfsafval? Zijn er
stappen gezet in betere scheiding en recyclemogelijkheden van dit afval? Kan dit worden
toegelicht?
75
In hoeverre neemt u de mogelijkheid voor het product-specifiek verzamelen en scheiden
van plastic producten mee als middel om de mate van hoogwaardige recycling en de halvering
van Nederlands afval te realiseren?
76
Bent u van plan producenten die meer verpakkingsmateriaal gebruiken dan wettelijk
is toegestaan beter te controleren en aan te pakken?
77
Kunt u toelichten waarom u stelt dat er geen grote neerwaartse bijstellingen nodig
zijn als de hoeveelheid Nederlands afval dat de keten verlaat de laatste jaren niet
significant daalt en met de huidige trend we de doelstelling in 2022 niet gaan halen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
M.Y. Israel, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.