Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over CBR en medische keuringen rijgeschiktheid (Kamerstuk 29398-809)
2020D20344 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over haar brieven over het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR)
en de medische keuringen rijgeschiktheid: Maandrapportage CBR januari 2020 (Kamerstuk
29 398, nr. 809), Schema toezicht op de artsen en de keuringen van mensen met autisme en antwoord
op vragen over medische keuringen (Kamerstuk 29 398, nr. 793), Medische rijgeschiktheid: reactie Gezondheidsraad op vragen over lijst van aandoeningen
in huidige regeling eisen geschiktheid 2000 (Kamerstuk 29 398, nr. 790), Maatregelen CBR n.a.v. Covid-19 (Kamerstuk 29 398, nr. 813), Reactie op de motie (Kamerstuk 29 398, nr. 798) van het lid Postma c.s. over een passende oplossing voor de groep 75-plussers die
in het buitenland wil rijden (Kamerstuk 29 398, nr. 816), Maandrapportage CBR februari 2020 over de divisies Rijgeschiktheid Medisch en Klantenservice
(Kamerstuk 29 398, nr. 814), Verlopen rijbewijzen als gevolg van de maatregelen in relatie tot Covid-19 (Kamerstuk
29 398, nr. 819), Maandrapportage CBR maart 2020 (Kamerstuk 29 398, nr. 820).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Rijkers
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
blz.
Inleiding
2
VVD-fractie
2
PVV-fractie
3
CDA-fractie
4
D66-fractie
7
ChristenUnie-fractie
8
SP-fractie
10
50PLUS-fractie
11
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken die
geagendeerd zijn voor het schriftelijk overleg CBR en medische keuringen rijgeschiktheid
en zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de betreffende
beleidsbrieven en willen de Minister nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken.
Zij hebben de volgende vragen.
De leden van de D66-fractie vinden het van groot belang dat zo spoedig mogelijk de
problemen met het verlengen van rijbewijzen voor mensen met een aantekening op hun
rijbewijs bij het CBR zijn opgelost. Voor deze leden is het niet acceptabel dat mensen
onnodig langs de kant van de weg komen te staan, doordat de overheid haar taken niet
naar behoren kan uitvoeren. Deze leden hebben daarom enkele vragen over de stand van
zaken van de wijze waarop de problematiek bij het CBR wordt opgelost. Daarnaast hebben
deze leden vragen over hoe het systeem van medische keuringen voor rijbewijzen herzien
kan worden.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de agenda en hebben daarover de
volgende vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de brieven van de Minister
over het CBR en medische keuringen rijgeschiktheid. Deze leden maken zich zorgen over
de aanhoudende problemen bij het CBR en de impact van de coronacrisis. Zij hebben
nog enkele vragen.
De leden van de 50PLUS-fractie hebben kennisgenomen van de diverse brieven en rapporten
die de Kamer heeft ontvangen inzake de situatie bij het CBR. Deze leden hebben hier
nog enkele vragen over.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie lezen dat door de Minister aan de Gezondheidsraad gevraagd
is om te kijken welke aandoeningen, die genoemd worden in de Regeling eisen geschiktheid
2000 (REG2000), eventueel versoepeld kunnen worden in de uitvoering. Deze leden vragen
of er een vaste termijn is waarbinnen de Gezondheidsraad dit advies geeft. Zo ja,
op welke termijn is dit?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het CBR ruimhartiger wil omgaan met 75-plussers
die voor familiebezoek naar het buitenland willen en de gevolgen voor de vertraging
bij het CBR. Is het zo dat het CBR dit alleen doet voor familiebezoek of mantelzorg
in het buitenland? Of wordt dit ook gedaan voor vakanties? Zo ja, hoe wordt dit in
de praktijk vormgegeven? Moet hier een aparte aanvraag voor gedaan worden? Weegt het
oplopen van vertraging op tegen deze coulance voor enkelen? Hoe wordt voorkomen dat
het CBR hierdoor meer vertraging op gaat lopen? Welke maatregelen worden hiervoor
genomen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat vanwege Covid-19 de mogelijkheden om een rijbewijs
te laten verlengen aanzienlijk beperkt zijn door het stilvallen van keuringen door
artsen en specialisten. Wat betekent dit voor de al bestaande vertragingen bij het
CBR? Deze leden lezen dat er een coulanceregeling is tot 1 juni 2020. Is deze termijn
lang genoeg om te voorkomen dat mensen in de knel komen en straks door vertragingen
bij het CBR alsnog zonder rijbewijs komen te zitten? Deze leden lezen dat er voorbereidingen
zijn getroffen om de coulanceregeling te verankeren in wet- en regelgeving. Acht de
Minister dit echt noodzakelijk? Zo ja, hoe snel kan deze wet- of regelgeving tot stand
komen?
De leden van de VVD-fractie lezen in de maandrapportage van maart 2020 van het CBR
dat het aantal aanvragen gedaald is, maar dat de verwachting bestaat dat deze zullen
oplopen in april en mei door de beperkende maatregelen door Covid-19 en de beperkte
mogelijkheden om te keuren. Hoeveel gaat de achterstand oplopen? Zijn er momenteel
nog beperkingen waardoor medische keuringen vertraagd blijven? Wanneer is dit ingehaald?
De leden van de VVD-fractie hebben vernomen dat het CBR zo’n 300.000 rijexamens heeft
moeten annuleren vanwege de beperkende maatregelen in relatie tot Covid-19. Wat betekent
dit voor de opgelopen vertragingen bij de rijexamens? Hoe gaat de Minister voorkomen
dat het CBR niet verder in de knel komt en de vertragingen voor het afrijden aanzienlijk
oplopen? Deze leden lezen ook dat veel bots de website van het CBR bezoeken en dan
examens inkopen en verhandelen. Deze leden vragen hoe hiertegen wordt opgetreden?
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister kan melden hoeveel telefonisten
er bij het CBR aangenomen hadden kunnen worden van het salaris van één Alexander Pechtold.
De leden van de PVV-fractie vragen of de vruchten van de IT-investeringen al geplukt
zijn of dat het, gelet op het feit dat het CBR zich noodgedwongen voelde het aantal
bezoekers op de eigen website te beperken, weggegooid geld blijkt te zijn.
De leden van de PVV-fractie vragen wanneer het op grote schaal opkopen van examens
een keer hard gaat worden aangepakt. Deze leden vragen waarom er in de maandrapportage
van januari 2020 sprake is van een oplopend aantal verlopen rijbewijzen.
De leden van de PVV-fractie vragen waarom rijschoolhouders nog steeds aangeven problemen
te hebben met het inloggen op de CBR-website, moeite hebben met examens vastleggen,
de ene na de andere foutmelding te zien krijgen en het gevoel hebben dat er bij het
CBR sprake is van willekeur en een voorkeursbeleid.
De leden van de PVV-fractie vragen waarom zij nog steeds berichten binnen krijgen
van mensen die met de handen in het haar zitten omdat zij hun rijbewijzen maar niet
krijgen verlengd en daardoor hun beroep niet meer kunnen uitoefenen.
De leden van de PVV-fractie vragen waarom het CBR heeft aangekondigd aanvullende capaciteit
in te zetten voor de theorie-examens, denk aan extra openstellingen in de avond en
op zaterdag, maar daar geen uitvoering aan geeft. De achterstanden lopen juist verder
op. Steeds meer leerlingen lopen vervolgens extra vertraging op, omdat zij bij het
ontbreken van het theorie-examen niet kunnen afrijden. Door de onduidelijkheid over
examendata kiezen steeds meer leerlingen ervoor om hun rijlessen uit te stellen of
de opleiding tijdelijk stop te zetten, waardoor de opleiders extra economische schade
oplopen. Welke stappen neemt de Minister om dit tegen te gaan?
CDA-fractie
Corona-coulanceregeling en verlopen rijbewijzen
De leden van de CDA-fractie vinden het hebben van een geldig rijbewijs voor de risicogroep
van corona juist in deze tijd van groot belang. Juist 75-plussers en mensen met diabetes,
longpatiënten en hartpatiënten hebben een auto nodig om hun boodschappen te kunnen
doen, vinden deze leden. Zij kunnen niet met het openbaar vervoer (ov) en fietsen
is voor deze groep niet altijd mogelijk. Juist deze mensen staan op dit moment in
de wachtrij van het CBR.
De leden van de CDA-fractie zijn blij dat de Minister, samen met de Minister van Justitie
en Veiligheid (J&V) en het Verbond van Verzekeraars, het mogelijk heeft gemaakt dat
mensen met een verlopen rijbewijs tot 1 juni 2020 mogen rijden. Op 1 juni 2020 loopt
de corona-coulanceregeling af. En dat is over één week. 10.000 mensen zitten dan met
een verlopen rijbewijs. Deze leden lezen dat het CBR nagenoeg alle aanvragen van verlopen
rijbewijzen heeft kunnen wegwerken die in de laatste beoordelingsfase zaten, wat goed
nieuws is. Maar doordat de keuringsartsen en medisch specialisten niet hebben kunnen
keuren, is een wachtrij ontstaan van duizenden mensen. Deze leden vernemen ook dat
deze keuringen niet hoog op de urgentielijst van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)
staan en dat het dus een aantal maanden kan duren, voordat deze groep gekeurd kan
worden. Kan de Minister aangeven of zij dit beeld herkent? Duizenden mensen die in
deze tijd met een verlopen rijbewijs zitten, dat is niet binnen een week opgelost.
Deze leden verzoeken de Minister daarom om de corona-coulanceregeling te verlengen.
Is zij hiertoe bereid?
De leden van de CDA-fractie vernemen dat de corona-coulanceregeling ook geldt voor
EU-onderdanen met een verlopen rijbewijs die in Nederland verblijven. Kan de Minister
aangeven of de corona-coulanceregeling ook geldt voor Nederlanders die momenteel in
een ander EU-land dan Nederland verblijven? Daarnaast is er een groep die niet onder
de corona-coulanceregeling valt, zoals de groep die elk jaar of elke drie jaar het
rijbewijs moet verlengen. Deze groep zit met een verlopen rijbewijs en moet een tijd
wachten, voordat zij gekeurd kan worden. Is de Minister bereid om te kijken of het
mogelijk is dat de medisch specialisten/adviseurs van het CBR contact opnemen met
de behandelend specialisten van de aanvragers, zodat de gegevens van de patiënt gebruikt
kunnen worden voor het besluit, bijvoorbeeld de gegevens van een oogmeting die al
periodiek gedaan wordt voor patiënten met diabetes?
De leden van de CDA-fractie zijn verder verheugd over het voorstel van de Europese
Commissie (EC) en benieuwd naar de stand van zaken van het wetgevingsvoorstel van
de EC waarin geregeld wordt dat rijbewijzen zeven maanden na de verloopdatum als geldig
wordt beschouwd. Wanneer verwacht de Minister dat deze regeling in werking kan treden?
Gaat dit in alle landen tegelijk in? Betekent dit dat met een verlopen Nederlands
rijbewijs tot een half jaar na de verloopdatum ook in andere EU-lidstaten gereden
kan worden? Kan de Minister aangeven of landen die niet in de EU zitten, zoals Noorwegen
en Zwitserland, dit ook gaan toestaan? Als reactie op de motie van het lid Postma
c.s. over de administratieve verlenging ook in het buitenland geaccepteerd krijgen
(Kamerstuk 29 398, nr. 799) stelt de Minister dat de Vlaamse overheid positief heeft gereageerd op het erkennen
van de administratieve verlenging voor 75-plussers (reguliere coulanceregeling). Kan
de Minister aangeven vanaf wanneer dit ingaat, zodat 75-plussers die onder de regeling
vallen in ieder geval weer in Vlaanderen kunnen rijden?
Keuringsartsen
De leden van de CDA-fractie willen weten hoe de Minister de keuringsartsen en de medisch
specialisten helpt om coronaproof te werken, zodat er weer gestart kan worden met
keuren. Deze leden willen tevens weten hoe het CBR hier rekening mee heeft gehouden
in de personeelsplanning. Zodra de keuringen bij de externe (keurings)artsenweer gestart
kunnen worden, komen zij als een grote golf weer bij het CBR terecht. Bovendien begrepen
deze leden dat een grote groep is uitgesloten van deze corona-coulanceregeling, namelijk
de mensen die vanwege hun gezondheid een rijbewijs hebben met een geldigheidsduur
korter dan vijf jaar. Deze leden vinden het absolute noodzaak dat de keuringen zo
snel mogelijk weer worden herstart op een manier die coronaproof is.
De leden van de CDA-fractie vragen waarom er niet slimmer gewerkt kan worden en gegevens
beter kunnen worden uitgewisseld tussen de verschillende artsen/verpleegkundigen en
de artsen van het CBR. Diabetespatiënten ondergaan bijvoorbeeld vaak al veel periodieke
controles bij hun arts of medisch specialist, zoals een uitgebreide oogmeting of een
keuring om te kijken hoe het ziektebeeld is. Gek genoeg zijn de resultaten uit deze
oogmeting en de andere gegevens niet geldig voor de keuring van het CBR en moet opnieuw
gekeurd worden door een keuringsarts. De keuring van het CBR voelt voor deze groep
patiënten als dubbelop. Deze leden vragen de Minister daarom of zij bereid is te kijken,
door middel van een coronapilot, hoe de informatie van de periodieke controles gebruikt
kan worden door de artsen van het CBR, zodat deze patiëntengroep niet voor de oogmeting
of voor de overige informatie van het ziektebeeld naar de keuringsarts van het CBR
hoeft.
Actieve en passieve dossiers
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat actieve dossiers in de coronatijd
zo goed als weggewerkt zouden moeten zijn. De instroom van nieuw werk is namelijk
in de coronaperiode lager geweest, omdat mensen niet langs (keurings)artsen konden
en er dus minder instroom was. In het overzicht van maart jl. zien deze leden dan
ook een laag aantal staan bij actieve dossiers van de verlopen rijbewijzen. Dat vinden
deze leden goed nieuws. Deze leden vragen waar de verlopen rijbewijzen geteld zijn
die nu onder de corona-coulanceregeling vallen. Zitten die nog in het staatje van
«verlopen» rijbewijzen? Of zijn die opgeteld in het staatje werkvoorraad?
Medische keuringen rijgeschiktheid
De leden van de CDA-fractie lazen dat de Gezondheidsraad met een reactie is gekomen
op de vraag welke stabiele ziektebeelden uit de keuring genomen kunnen worden. Deze
leden vonden het antwoord uitermate teleurstellend. De Kamer heeft een half jaar moeten
wachten op een brief waarin aangegeven wordt dat niets kan. Deze leden willen graag
van de Minister weten waarom dit antwoord zo lang op zich heeft laten wachten. Deze
leden zouden graag een overzicht willen ontvangen van de onderdelen waar de REG2000
strenger is dan de Europese richtlijn. Is de Minister bereid dit te verstrekken aan
de Kamer? Deze leden lezen in de brief dat de commissie haar adviezen waar mogelijk
baseert op de meest recente wetenschappelijke inzichten. Tegelijkertijd lezen deze
leden in de REG2000 in hoofdstuk 1, dat «bij het formuleren van medische geschiktheidseisen
zich internationaal het probleem voordoet dat er nog altijd betrekkelijk weinig epidemiologische
gegevens zijn over relatie, gezondheidstoestand en het veroorzaken van verkeersongevallen».
Deze leden willen graag weten voor welke aandoeningen nader wetenschappelijk onderzoek
naar de effecten van een ziektebeeld op verkeersveiligheid relevant zou zijn. Verder
zijn deze leden benieuwd of de reactie van de Gezondheidsraad nog zou kunnen veranderen
na een diepgaander onderzoek naar de mogelijkheid van een stelselherziening medische
rijgeschiktheid.
De leden van de CDA-fractie vernemen verder dat er innovatieve hulpmiddelen zijn,
zoals de bloedglucosesensor, die diabetespatiënten helpen bij hypo-unawareness. Kan
de Minister aangeven of zij bereid is te onderzoeken of dit als geldig hulpmiddel
kan worden opgenomen in de Wegenverkeerswet?
CBR en nieuwe examens, opstarten na Covid-19
De leden van de CDA-fractie hebben vragen over examinering en theorie-examens, nu
deze hebben stilgelegen. Kan de Minister aangeven hoe het CBR dit weer gaat opstarten?
De autorijlessen zijn immers weer begonnen. RAI Amsterdam heeft gevraagd om het theorie-examen
voor motorrijders niet te verplichten als ze al een rijbewijs voor een auto hebben.
Wat vindt de Minister hiervan? Is de Minister het met deze leden eens dat het opfrissen
van de kennis over het theorie-examen juist erg goed is voor de verkeersveiligheid?
Zeker voor motorrijders, die kwetsbaarder in het verkeer zijn dan automobilisten.
Deze leden vragen ook hoe er om wordt gegaan met examens die al gepland stonden en
gecanceld zijn vanwege Covid-19. Kan de Minister aangeven of deze mensen als eerste
weer kunnen worden ingepland?
De leden van de CDA-fractie vernemen dat mensen met faalangst nu niet op dezelfde
manier af kunnen rijden als voorheen. De opleider mag niet mee naar het langere voorgesprek,
is afwezig tijdens het examen en tijdens de beoordeling. Deze leden begrijpen dat
het belangrijk is om de 1,5 meter afstand te houden. Toch vragen deze leden of hier
niet meer mogelijk is om een examenkandidaat met faalangst toch te begeleiden. Deze
leden vragen een reactie van de Minister.
D66-fractie
Huidige stand van zaken
De leden van de D66-fractie constateren dat als gevolg van de uitbraak van Covid-19
de rijexamens bij het CBR tijdelijk zijn stopgezet. Inmiddels worden rijexamens weer
afgenomen.1 Deze leden vragen de Minister of de vertraging in het afnemen van rijexamens tot
een opgestapelde vertraging kan leiden zoals bij het verlengen van rijbewijzen. Is
door de tijdelijke stopzetting van de rijexamens een nieuw probleem bovenop de bestaande
problemen ontstaan? Deze leden hebben bovendien signalen ontvangen dat door de uitbraak
van Covid-19 mensen niet in staat zijn geweest om een gezondheidsverklaring te krijgen.
Ook konden mensen hierdoor niet naar een medisch specialist voor een medische keuring.
De beoordeling van hun dossier door het CBR wordt hierdoor vertraagd. Deze leden vragen
de Minister hoe zij de problemen voor deze groep getroffen mensen gaat oplossen. Velen
van hen zijn in hun dagelijkse leven, bijvoorbeeld voor het werk of voor het verrichten
van mantelzorg, afhankelijk van een rijbewijs.
De leden van de D66-fractie constateren dat de Minister vorig jaar door een aanpassing
in de wetgeving het mogelijk heeft gemaakt dat mensen van 75 jaar en ouder (de groep
75-plussers) met een rijbewijs dat is verlopen en die voldoet aan een aantal voorwaarden,
nog één jaar van dat rijbewijs gebruik kunnen maken in Nederland. Deze hebben al eerder
te kennen gegeven dat voor een deel van de groep 75-plussers hiermee nog geen oplossing
is bereikt. Mensen in grensregio’s, of die vanwege andere omstandigheden ook afhankelijk
zijn van het mogen autorijden in het buitenland, zijn met deze regeling niet geholpen.
Hoe staat het met de maatwerkregeling die het CBR hanteert voor mensen die ook buiten
Nederland op hun rijbewijs zijn aangewezen? Kan de Minister aangeven hoe vaak daar
gebruik van wordt gemaakt? Deelt de Minister de mening dat deze regeling zo ruimhartig
mogelijk moet worden gebruikt?
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister kan aangeven wat de huidige stand
van zaken is bij het CBR qua doorlooptijden voor het verkrijgen van een verlenging
van een rijbewijs. Hoe groot is de groep aanvragers die langer dan de wettelijke beslistermijn
moet wachten op de verlenging? Ligt de vorig jaar gestarte aanpak om de achterstanden
bij het verlengen van rijbewijzen aan te pakken op schema? Wordt het doel om in het
vierde kwartaal van dit jaar (2020) de achterstanden te hebben weggewerkt met deze
aanpak naar verwachting behaald? Zo nee, wat gaat de Minister doen om het CBR te helpen
om de achterstanden weg te werken, eventueel ook met financiële hulp? Wanneer de achterstanden
onvoldoende kunnen worden weggewerkt, is de Minister dan voornemens om de regeling
voor 75-plussers nog eens met een jaar te verlengen? Zo ja, wanneer maakt de Minister
haar voornemen hierover bekend? Zo nee, op welke wijze denkt de Minister dan dat de
dienstverlenging van het CBR op voldoende adequaat niveau zal zijn, zodat de aanvragen
voor verlenging binnen de gestelde termijnen kunnen worden afgehandeld?
De leden van de D66-fractie hebben tijdens het rondetafelgesprek in de Kamer van februari 2019 duidelijk het beeld naar voren zien komen dat rondom
het verkrijgen van de gezondheidsverklaringen veel misstanden bestaan. Bij deze leden
is vooral het beeld blijven hangen dat het verkrijgen van een gezondheidsverklaring
voor sommige «cowboys» een verdienmodel is, dat is gebaseerd op menselijke ellende.
Dit is onacceptabel! Voor deze leden is het daarom ook nodig dat een nieuw en toekomstbestendig
systeem wordt ontworpen rondom de wijze waarop omgegaan wordt met het beoordelen van
de rijvaardigheid van mensen met een medische conditie. Naast de verkeersveiligheid,
moet wat deze leden betreft daarbij ook gekeken worden naar de beschikbare beoordelingscapaciteit
van het CBR, de wijze waarop de ons omringende landen hiermee omgaan en de wijze waarop
de gezondheidsverklaringen en medische keuringen worden verricht.
De leden van de D66-fractie vragen hoe het staat met de lijst van gevallen uit de
REG2000 die voor een extra toets op rijvaardigheid in aanmerking komen. De Minister
is al meerdere malen gevraagd om deze lijst tegen het licht te houden. Kijkt de Minister
daarbij ook naar wat de ons omringende landen doen op dit gebied? Deelt de Minister
de mening dat afstemming en uniformering van deze regeling binnen de EU wenselijk
is? Zo ja, is de Minister daarom bereid om dit punt te agenderen binnen de EU? Zo
nee, op welke wijze denkt zij dan tot een meer uniforme regeling binnen de EU te komen?
Is de Minister bereid om bij de heroverweging van de regeling ook te kijken naar mogelijkheden
voor mensen met een diagnose van een chronische aandoening, maar met een stabiel ziektebeeld
om niet vaker dan één keer te keuren? Deze leden vragen of een mogelijkheid kan worden
gecreëerd om van de aantekening af te komen bij genezing of bij het succesvol stoppen
van een medische behandeling.
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister bereid is om in de regeling meer
uniformiteit op te nemen voor de geldigheidsduur van rijbewijzen. Nu kan een verlenging
voor één, drie of vijf jaar worden gegeven (in plaats van de reguliere geldigheid
van een rijbewijs van tien jaar). Is de Minister bereid om deze termijnen te uniformeren
tot vijf of tien jaar? Zo nee, is de Minister bereid om te onderzoeken in hoeverre
het terugbrengen van het aantal categorieën van verlengingstermijnen bij kan dragen
om de wachttijden bij het CBR te verminderen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de D66-fractie wijzen erop dat bij het voornoemde rondetafelgesprek naar
voren kwam dat noch de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA), noch Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) controles uitvoert of toezicht houdt op het verstrekken van gezondheidsverklaringen
of de uitvoering van medische keuringen voor rijbewijzen. Naar het oordeel van deze
leden is dit de voornaamste reden dat veel «cowboys» actief zijn op dit gebied. Is
de Minister bereid om met haar verantwoordelijke collega’s te onderzoeken hoe het
toezicht op het afgeven van gezondheidsverklaringen en het verrichten van medische
keuringen voor rijbewijzen kan worden verbeterd?
De leden van de D66-fractie vragen de Minister of het mogelijk is om zowel het verkrijgen
van een gezondheidsverklaring als het verrichten van medische keuringen voor het verkrijgen
van een rijbewijs onder te brengen bij zorgverzekeraars. Zo niet, dan vragen deze
leden of de Minister bereid is dit te onderzoeken.
SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben er begrip voor dat het CBR op 15 maart jl. heeft
besloten om de dag erop alle praktijk- en theorie-examens te annuleren. Hoewel er
in bepaalde situaties misschien wel een manier gevonden had kunnen worden om bijvoorbeeld
theorie-examens op een veilige manier af te nemen, vergt dat een goede voorbereiding
en zal dat ook op niet elke locatie even eenvoudig te implementeren zijn. Het CBR
heeft bijna twee maanden de tijd genomen om zich voor te bereiden op de consequenties
van de anderhalvemetersamenleving en het werken in een post-coronatijdperk. Deze leden
begrijpen dan ook werkelijk waar niet dat met twee maanden voorbereidingstijd het
opnieuw aanvragen van examens zo’n enorme bende is geworden. Hoe kan het dat het CBR
niet aan zag komen dat vanaf het moment dat het weer kon, duizenden rijschoolhouders
tegelijkertijd probeerden in te loggen om hun examens aan te vragen? En als het CBR
dit wel zag aankomen, wat is dan in hemelsnaam de afweging geweest om het op deze
knullige wijze aan te pakken?. Deze leden hebben rijschoolhouders gesproken die dagen
bezig zijn geweest om in te kunnen loggen, om er vervolgens achter te komen dat examens
die vlak na de sluiting van het CBR waren ingepland, pas weer halverwege juni – drie
maanden later dus – ingepland konden worden. Waarom is er niet gewerkt met een systeem
waarbij de reeds ingeplande examens voorrang kregen, of een methode waarbij per rijschoolhouder
een beperkt aantal examens ingepland kon worden? Ook bleek het reserveringssysteem
van het CBR niet voorbereid te zijn op de inzet van bots die op grote schaal plekken
hebben gereserveerd. Valt terug te halen welke reserveringen op deze wijze zijn gedaan,
en heeft dit nog consequenties voor de rijscholen die deze praktijk hebben gebruikt?
Is het systeem inmiddels beveiligd tegen dergelijk misbruik? Ook hierbij vragen deze
leden waarom dit überhaupt mogelijk was. Hoe veilig is het systeem van het CBR als
het op zo’n eenvoudige manier te misbruiken is?
De leden van de SP-fractie hebben in de media verschillende cijfers zien rondgaan
over het aantal mensen dat tegelijkertijd in kon loggen bij het CBR. Van maximaal
vier tot duizend. Gelet op het feit dat sommige rijschoolhouders dagen hebben moeten
proberen voordat zij pas ingelogd waren, zal dat laatste in ieder geval niet waar
zijn. Hoeveel mensen konden tegelijkertijd inloggen, en wat is de afweging geweest
om te stellen dat dat wel voldoende zou zijn?
De leden van de SP-fractie vinden al met al dat de chaos rondom het reserveren van
examens een beeld schetst van een organisatie die haar zaken niet op orde heeft. Een
organisatie die overigens al niet bepaald een smetteloos blazoen had. Gaat de Minister
hierover met de directie van het CBR in gesprek? Welke consequenties vindt zij dat
hieraan verbonden moeten zijn?
De leden van de SP-fractie lezen, in antwoord op schriftelijke vragen van het lid
Laçin (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2611) – dank voor de spoedige beantwoording – dat het CBR opstartscenario’s heeft gemaakt.
Kan de Kamer inzicht krijgen in deze scenario’s, en zouden de vele problemen die nu
zijn ontstaan in het opstarten (deels) voorkomen kunnen zijn als voor andere opstartscenario’s
was gekozen?
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief die de Gezondheidsraad
aan de Minister heeft gestuurd naar aanleiding van het verzoek van onder andere deze
leden om nog eens kritisch te kijken naar de medische keuringsplicht voor stabiele
ziektebeelden. Zij lezen dat de Gezondheidsraad in de afgelopen jaren geadviseerd
heeft om de REG 2000 op verschillende aandoeningen of aandachtsgebieden te herzien,
en dat de raad op zeer korte termijn geen versoepelingen kan adviseren. De uitspraak
van de raad duidt daarmee echter op een generieke versoepeling voor een aandoening
of aandachtsgebied. Dat terwijl bijvoorbeeld deze leden voorbeelden ontvangen van
mensen met een aandoening waarover generiek wel gezegd kan worden dat handhaving van
de keuringsplicht logisch is, maar dat het gebrek aan uitzonderingsmogelijkheden het
probleem is. In hoeverre is het mogelijk om die uitzondering te bewerkstellen door
middel van een verklaring door de behandelend arts? Deze kan, medisch onderbouwd,
aangeven waarom het ziektebeeld stabiel is en de noodzaak voor periodieke herkeuring
zou moeten vervallen. Een samenspel met een keuringsarts zou er dan toe kunnen leiden
dat generieke versoepelingen niet nodig zijn, omdat er logische uitzonderingen gemaakt
kunnen worden. Deze leden horen graag wat de Minister hiervan vindt, en of zij bereid
is de Gezondheidsraad op dit specifieke punt om advies te vragen.
De leden van de SP-fractie lezen dat er een coulanceregeling is ingesteld voor mensen
die een rijbewijs hebben bij wie voor verlenging een medische keuring noodzakelijk
is. Echter hier worden de mensen van uitgezonderd die elk jaar of elke drie jaar een
keuring nodig hebben voor het verlengen van hun rijbewijs. Zij hoeven echter niet
minder afhankelijk te zijn van hun rijbewijs voor werk of privé. Wat is nu, gelet
op het feit dat in de CBR-maandrapportage van maart al opgemerkt werd dat het aantal
dossiers begon toe te nemen, twee maanden nadat het CBR zelf stil heeft gelegen en
keuringen niet hebben kunnen plaatsvinden, het aantal verlopen rijbewijzen in het
algemeen? En voor de eerder genoemde groep specifiek? Hoelang gaat het duren, voordat
deze groep wel weer over een geldig rijbewijs kan beschikken? Vindt de Minister het
reëel dat deze mensen al die tijd niet over een auto kunnen beschikken om hun werk
of andere zaken te kunnen doen?
ChristenUnie-fractie
Coronacrisis
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de coronacrisis extra vertraging in
medische keuringen en verlengingen heeft veroorzaakt, omdat medische keuringen onveilig
waren. Ook zijn rijexamens uitgesteld. Deze leden vragen of deze tijdelijke verlichting
in werkdruk benut is om de grote achterstanden in de verwerking van eerder afgenomen
medische keuringen weg te werken. Heeft de Minister daar inzicht in?
De leden van de ChristenUnie-fractie krijgen nog altijd klachten over de communicatie
door het CBR en horen over ervaringen dat mensen via social media veel beter en sneller
geholpen worden. Dit wekt de indruk dat het CBR beeldvorming voor inhoudelijke dienstverlening
zou hebben gesteld. Kan de Minister aandringen op verbetering van alle vormen van
communicatie door het CBR, ook de niet «publiek zichtbare»?
Medische keuringen, keuringstrajecten en keuringsartsen.
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in de brief van de Minister dat de Gezondheidsraad
aangeeft dat «mensen met een psychische aandoening» een groter risico op ongevallen
in het verkeer lopen, en dat daarom mensen met de aandoeningen ASS, ADHD, ADD en/of
depressie een medische keuring moeten ondergaan. Deze leden vinden de definitie «mensen
met een psychische aandoening» wel erg breed en vragen of er in de onderzoeken voldoende
gedifferentieerd is tussen de vele categorieën psychische aandoeningen die er zijn.
Deze leden vragen tevens of het lopen van extra risico door personen met een psychische
aandoening op een ongeval in het verkeer ook betekent dat aangetoond is dat deze personen
significant vaker veroorzaker zijn van een ongeval. Heeft het CBR in overleg met de
psychische hulpverleningssector ook gekeken naar andere varianten van een medische
keuring die wellicht voldoende zijn, zoals een telefonisch gesprek of een beoordeling
van een eerder aangelegd medisch dossier? Deze leden willen hierbij uiteraard wel
de kanttekening plaatsen dat veilig kunnen deelnemen aan het verkeer altijd voorop
dient te staan en hier geen concessies in mogen worden gedaan.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben signalen ontvangen dat er veel verschillende
tarieven in omloop zijn voor een keuring door een psychiater voor mensen met ASS,
ADD of ADHD. Deze leden vinden dit ongewenst, omdat een keuring voor iedereen toegankelijk
moet zijn. Is de Minister bereid in overleg met de sector een standaard wettelijk
tarief in te voeren voor een medische keuring rijgeschiktheid voor mensen met ASS,
ADD of ADHD?
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen veel over de mogelijkheden om het medisch
keuringsadvies of de juridische gevolgen daarvan aan te vechten. Echter, een groot
gedeelte van de problemen zijn bureaucratisch van aard, niet alleen inhoudelijk. Welke
stappen ondernemen de Minister en het CBR om het proces sneller, eenvoudiger en toegankelijker
te maken?
Verlopen rijbewijzen op 1 juni 2020
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen met instemming dat de Minister de rijbewijzen
die verlopen zijn tijdens de coronacrisis en als gevolg daarvan niet op tijd zijn
verlengd door het CBR langer geldig zijn. Vanaf 1 juni 2020 wordt er weer gestart
met keuringen, maar er is ongetwijfeld een wachtrij. Het baart deze leden zorgen dat
er nog geen regeling is vanaf 1 juni tot het moment dat mensen weer beschikken over
een verlenging van hun rijbewijzen, wat ongetwijfeld enkele weken kan duren. Is de
Minister bereid om voor 1 juni de coulanceregeling te verlengen totdat iedereen die
op de wachtlijst staat geholpen is en deze een definitieve verlenging of ander oordeel
van het CBR heeft gekregen na een medische keuring?
50PLUS-fractie
De leden van de 50PLUS-fractie zien dat ten gevolge van de maatregelen inzake Covid-19
de medische keuringen veelal stil zijn komen te liggen, omdat deze keuringen niet
onder medisch noodzakelijke behandelingen vallen. De verwachting is dat dit nu weer
op gang zal komen. Hoe snel dat zal gaan is niet met zekerheid te zeggen. Wordt er
rekening gehouden met een mogelijk stuwmeer? Bestaat er een risico dat vanwege deze
situatie de oorspronkelijke planning van het CBR van het wegwerken van achterstanden
(2021) in gevaar komt?
De leden van de 50PLUS-fractie betreuren het te lezen dat de Franse en Duitse overheden
een administratief verlengd rijbewijs niet accepteren. In de huidige situatie, waarin
de Belgische grenzen gesloten zijn en sterk afgeraden wordt niet-noodzakelijke reizen
naar het buitenland te maken, zijn de directe effecten even minder groot. Maar dat
doet niets af aan het probleem, vinden deze leden.
De leden van de 50PLUS-fractie lezen dat de Minister meldt dat op korte termijn publicatie
en inwerkingtreding van het bovengenoemde Europese voorstel wordt verwacht, waarmee
het is toegestaan om met een rijbewijs dat verloopt of verlopen is tussen 1 februari
2020 en 1 september 2020 te kunnen blijven rijden tot zeven maanden na de verloopdatum
van het rijbewijs, ook in het buitenland. Deze leden nemen aan dat dat ook voor 75-plussers
geldt. Klopt dat? De Minister geeft aan dat de Kamer separaat zal worden geïnformeerd
over de Nederlandse inzet. Deze leden kijken uit naar deze informatie. Is er bijvoorbeeld
ook gekeken of en hoe de 75-plussers die niet in het buitenland kunnen rijden vanwege
de situatie bij het CBR, onder deze regeling kunnen vallen?
II Reactie van de bewindspersoon
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
J. Rijkers, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.