Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Btw nultarief op mondkapjes gelet op het OV (Kamerstuk 35302-77)
2020D20328 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 26 mei 2020 enkele vragen en opmerkingen
aan de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst voorgelegd
over zijn op 13 mei 2020 toegezonden brief inzake «Btw nultarief op mondkapjes gelet
op het OV» (Kamerstuk 35 302, nr. 77).
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Freriks
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met instemming kennisgenomen van de verlaging van
de btw op mondkapjes. Wel hebben deze leden nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de verlaging van het btw-tarief naar 0% wordt
toegepast voor de periode van 25 mei tot 1 september 2020. Kan de Staatssecretaris
aangeven waarom hij gekozen heeft voor de einddatum van 1 september 2020? Deze leden
spreken hun zorg uit dat deze gekozen einddatum tot hamstergedrag kan leiden in de
weken voorafgaand aan 1 september waarbij het risico van schaarste zal toenemen. Kan
de Staatssecretaris aangeven hoe hij deze zorg kan wegnemen?
De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris inzicht te geven in de financiële
effecten van deze maatregel.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de tijdelijke vrijstelling met
behoud van aftrekrecht voor de btw op zowel medische als niet-medische mondkapjes.
Deze leden zijn blij dat de Staatssecretaris tot deze vrijstelling besloten heeft,
zowel omdat niet-medische mondkapjes in het openbaar vervoer verplicht zijn en het
dan chique is dat de overheid daar niet zelf ook van profiteert, maar zeker ook omdat
medische mondkapjes daardoor goedkoper worden. De leden van de CDA-fractie hopen dat
dit ook een positief effect heeft op het vermogen om voldoende medische mondkapjes
te produceren en in te kopen.
Tegelijkertijd merken deze leden op dat het cruciaal is dat de maatregel effectief
is en dus zorgt voor lagere prijzen. In dit kader vragen de leden van de CDA-fractie
tevens wat de budgettaire gevolgen van de vrijstelling zijn en op welke wijze voldaan
is aan de vereisten van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet. Voor enkele grote aanbieders
van niet-medische mondkapjes zien de leden van de CDA-fractie dat zij de btw-vrijstelling
aan de consument hebben doorgegeven. Is de Staatssecretaris bereid om in de gaten
te houden of dit zo blijft? Ziet de Staatssecretaris ook mogelijkheden om maatregelen
te nemen die ingrijpen op de aanbodkant in plaats van de vraag naar mondkapjes? Voor
niet-medische mondkapjes denken de leden van de CDA-fractie bijvoorbeeld aan productie
door sociale werkplaatsen of verkoop op stations tegen kostprijs.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief over
het btw-nultarief op mondkapjes gelet op het openbaar vervoer. Deze leden hebben een
aantal vragen.
De leden van de D66-fractie vragen op welke wijze de Staatssecretaris in de gaten
houdt dat het nultarief ook echt leidt tot lagere verkoopprijzen.
De leden van de D66-fractie vragen om een toelichting over de gevolgen van de btw-maatregelen,
zoals het nultarief voor mondkapjes en de vrijstelling voor het uitlenen van personeel,
voor de uitvoering van de Belastingdienst. Deze leden wijzen hierbij op de beantwoording
van eerdere vragen over het btw-tarief als beleidsinstrument, zoals tijdens de behandeling
van het Belastingplan 2020. Deze leden vragen de Staatssecretaris om toe te lichten
wanneer hij het btw-tarief wel als nuttig en uitvoerbaar beleidsinstrument ziet en
wanneer niet?
De leden van de D66-fractie vragen om een nadere beschrijving van het verschil tussen
een 0%-tarief voor de btw en een vrijstelling voor de btw. Deze leden vragen om daarbij
in te gaan op het verschil tussen een vrijstelling en een nultarief voor bijvoorbeeld
treintickets. Klopt het dat vervoerders bij een nultarief op treintickets, in tegenstelling
tot bij een vrijstelling, nog steeds recht hebben op vooraftrek van btw? Klopt het
dat de kans dus groter is dat een nultarief wel tot lagere prijzen voor treintickets
zal leiden? De leden van de D66-fractie vragen om hierbij ook in te gaan op de Europese
ontwikkelingen die leiden tot een toegenomen ruimte en flexibiliteit inzake btw-tarieven.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het vernomen van de Staatssecretaris
om sinds 25 mei 2020 geen btw in rekening te brengen op de verkoop van mondkapjes.
Deze leden vragen de Staatssecretaris welke garanties hij heeft gekregen van bedrijven
dat dit leidt tot een daling van de verkoopprijs en hoe er maatregelen gaan worden
genomen tegen bedrijven die hun verkoopprijzen verhogen als gevolg van de btw-vrijstelling.
Indien geen maatregelen gaan worden getroffen vragen deze leden hier een uitgebreide
toelichting op. Voorts vragen zij de Staatssecretaris waarom niet wordt gekozen om,
terwijl er een verplichting wordt opgelegd aan mensen die dikwijls wegens de aard
van hun werk moeten reizen, gratis mondkapjes te verstrekken. Zij constateren dat
hiermee burgers op kosten worden gejaagd als hun werkgever niet voorziet in deze beschermende
middelen terwijl zij vaak noodzakelijke functies voor de Nederlandse samenleving vervullen.
II Reactie van de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
J.F.C. Freriks, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.