Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
35 466 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2020 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake noodpakket banen en economie 2.0 en COVID-19 crisismaatregel SURE)
Nr.2
MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van
artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet
vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om
voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat
van het Ministerie van Financiën (IXB).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van
deze memorie van toelichting toegelicht.
Op 29 april 2020 is de eerste suppletoire begroting naar de Tweede Kamer verzonden.
De behandeling in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden
is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd.
Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen bevat de kolom «mutaties
suppletoire begrotingen» zowel de eerste suppletoire begroting als de mutaties die
in de eerste en tweede incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen. Dit om het
budgetrecht van de Staten-Generaal te waarborgen.
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet
heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze
derde incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk
zijn, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal,
zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld
conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. De bredere context van de begrotingsmutaties in deze derde incidentele suppletoire
begroting wordt toegelicht in de Kamerbrief Vervolg noodpakket banen en economie en
de Kamerbrief inzake COVID-19 crisismaatregel SURE.
Wetsartikel 3
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
B. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN
2. Beleidsartikelen
2.1 Artikel 1 Belastingen
Stand ontwerpbegroting 2020 incl. NvW en amendementen
Stand na suppletoire begroting 2020 (inclusief ISB's)1
Mutaties 3e ISB 2020
Stand na 3e ISB
Mutatie 2021
Mutatie 2022
Mutatie 2023
Mutatie 2024
Verplichtingen
2.864.839
3.186.320
– 4.000
3.182.320
– 3.000
– 2.000
– 2.000
– 3.000
waarvan betalingsverplichtingen
2.864.439
3.185.920
– 4.000
3.181.920
– 3.000
– 2.000
– 2.000
– 3.000
0
waarvan garantieverplichtingen
400
400
0
400
0
0
0
0
Procesrisico's
400
400
0
400
0
0
0
0
Uitgaven (1) + (2)
2.944.639
3.243.302
– 4.000
3.239.302
– 3.000
– 2.000
– 2.000
– 3.000
(1) Programma-uitgaven
495.609
510.892
0
510.892
0
0
0
0
waarvan juridisch verplicht
68,8%
62,6%
62,6%
Bekostiging
6.178
6.228
0
6.228
0
0
0
0
Vergoeding proceskosten
6.178
6.228
0
6.228
0
0
0
0
Garanties
245
245
0
245
0
0
0
0
Proces risico's
245
245
0
245
0
0
0
0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
14.908
14.908
0
14.908
0
0
0
0
Waarderingskamer
1.953
1.953
0
1.953
0
0
0
0
Kadaster
1.971
1.971
0
1.971
0
0
0
0
Kamer van Koophandel
4.270
4.270
0
4.270
0
0
0
0
Overige bijdrage ZBO's/RWT's
6.714
6.714
0
6.714
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
437
437
0
437
0
0
0
0
Internationale Douaneraad
175
175
0
175
0
0
0
0
Overige internationale organisaties
262
262
0
262
0
0
0
0
Opdrachten
258.961
296.917
0
296.917
0
0
0
0
ICT opdrachten
209.043
249.899
0
249.899
0
0
0
0
Overige opdrachten
49.918
47.018
0
47.018
0
0
0
0
Bijdrage agentschappen
104.880
85.157
0
85.157
0
0
0
0
Logius
104.690
81.967
0
81.967
0
0
0
0
CIBG
190
190
0
190
0
0
0
0
Overig
0
3.000
0
3.000
0
0
0
0
Rente
110.000
107.000
– 4.000
103.000
– 3.000
– 2.000
– 2.000
– 3.000
Belasting- en invorderingsrente
110.000
107.000
– 4.000
103.000
– 3.000
– 2.000
– 2.000
– 3.000
(2) Apparaatsuitgaven
2.449.030
2.732.410
0
2.732.410
0
0
0
0
waarvan: Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken Caribisch Nederland
13.000
13.000
0
13.000
0
0
0
0
Personele uitgaven
2.109.698
2.355.356
0
2.355.356
0
0
0
0
waarvan: Eigen personeel
1.868.318
1.942.247
0
1.942.247
0
0
0
0
waarvan: Inhuur externen
233.664
404.393
0
404.393
0
0
0
0
waarvan: Overig Personeel
7.716
8.716
0
8.716
0
0
0
0
Materiële uitgaven
339.332
377.054
0
377.054
0
0
0
0
waarvan: ICT
22.188
13.188
0
13.188
0
0
0
0
waarvan: Bijdrage SSO's
199.745
246.642
0
246.642
0
0
0
0
waarvan: Overige
117.399
117.224
0
117.224
0
0
0
0
Ontvangsten (3) + (4)
156.369.310
155.842.792
– 221.000
155.621.792
– 116.000
– 16.000
– 14.000
– 11.000
(3) Programma-ontvangsten
156.326.216
155.795.452
– 221.000
155.574.452
– 116.000
– 16.000
– 14.000
– 11.000
waarvan: Belastingontvangsten
155.435.235
154.924.471
0
154.924.471
0
0
0
0
Rente
474.377
483.377
– 70.000
413.377
– 19.000
– 16.000
– 14.000
– 11.000
Belasting- en invorderingsrente
474.377
483.377
– 70.000
413.377
– 19.000
– 16.000
– 14.000
– 11.000
Boetes en schikkingen
203.777
207.777
– 88.000
119.777
– 55.000
0
0
0
Ontvangsten boetes en schikkingen
203.777
207.777
– 88.000
119.777
– 55.000
0
0
0
Bekostiging
212.827
179.827
– 63.000
116.827
– 42.000
0
0
0
Kosten vervolging
212.827
179.827
– 63.000
116.827
– 42.000
0
0
0
(4) Apparaatsontvangsten
43.094
47.340
0
47.340
0
0
0
0
X Noot
1
Kamerstukken II 2019–2020, 35 412, nr. 1, II 2019–2020, 35 433, nr. 1 en II 2019–2020, 35 450, nr. 1
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven (– € 4 mln.)
Belasting- en invorderingsrente (– € 4 mln.)
Het kabinet heeft, zoals beschreven in de brief Noodpakket banen en economie van 17 maart 2020, besloten om de liquiditeit van ondernemers te ondersteunen door
tijdelijk – gedurende drie maanden – zowel de belastingrente als de in rekening te
brengen invorderingsrente naar 0,01% te verlagen. Daarvoor bedroegen de belastingrente
8% voor de vennootschapsbelasting, 4% voor overige belastingen en de invorderingsrente
van 4% voor alle belastingen. Belasting- en invorderingsrente wordt ontvangen van
belastingplichtigen als een aanslag te laat kan worden vastgesteld, respectievelijk
te laat wordt betaald. In bepaalde situaties vergoedt de Belastingdienst ook belasting-
en invorderingsrente aan bedrijven. Voor te vergoeden invorderingsrente blijft de
rente van 4% gelden, aangezien differentiatie in rente tussen betalen en ontvangen
hier mogelijk is. Bij de belastingrente is differentiatie niet mogelijk en is de rente
voor zowel te betalen als te ontvangen rente tijdelijk 0,01%.
De duur van de tijdelijke verlaging wordt nu, middels het Besluit belasting- en invorderingsrente,
verlengd tot 1 oktober 2020 voor alle maatregelen met betrekking tot de belasting-
en invorderingsrente. Door het verlengen van het tijdelijk verlagen van de belastingrente
wordt de raming van rente die de Belastingdienst aan belastingplichtigen betaalt,
naar beneden bijgesteld.
Ontvangsten (– € 221 mln.)
Belasting- en invorderingsrente (– € 70 mln.)
Zoals weergegeven onder verplichtingen en uitgaven, zijn zowel de belastingrente als
de in rekening te brengen invorderingsrente tijdelijk – gedurende drie maanden – verlaagd
naar 0,01%. De duur van de tijdelijke verlaging wordt nu, middels het Besluit belasting-
en invorderingsrente, verlengd tot 1 oktober 2020. Door het verlengen van het tijdelijk
verlagen van de belasting- en invorderingsrente wordt de raming van rente die de Belastingdienst
van belastingplichtigen ontvangt, naar beneden bijgesteld.
Boetes en schikkingen (– € 88 mln.)
Het kabinet is ondernemers in het Noodpakket van 17 maart 2020 tegemoetgekomen door
het tijdelijk – gedurende drie maanden – achterwege laten of terugdraaien van betaalverzuimboetes.
Deze verzuimboete brengt de Belastingdienst normaliter in rekening als een belastingplichtige
niet (tijdig) betaalt. Deze maatregel wordt verlengd tot het moment dat het bijzondere
uitstel vervalt en ondernemers weer aan hun lopende fiscale verplichtingen moeten
voldoen. De verlenging leidt tot een neerwaartse bijstelling van de boetes en schikkingen,
waarbij rekening is gehouden met een actualisatie van de geraamde ontvangstenverlaging
als gevolg van de eerder genomen COVID-19-maatregelen, die verwerkt zijn in de eerste
ISB.
Bekostiging (– € 63 mln.)
De Belastingdienst berekent de kosten van invorderingsmaatregelen (aanmaning, dwangbevel,
beslaglegging, enz.) normaliter door aan belastingplichtigen. De maatregel uit het
Noodpakket van 17 maart 2020, waarbij de Belastingdienst tijdelijk aan ondernemers,
die daarop een beroep doen, uitstel van betaling verleent en de (dwang)invordering
opschort, wordt verlengd en nader vormgegeven. De verlenging leidt tot een neerwaartse
bijstelling van de ontvangsten kosten vervolging, waarbij rekening is gehouden met
een actualisatie van de geraamde ontvangstenverlaging als gevolg van de eerder genomen
COVID-19-maatregelen, die verwerkt zijn in de eerste ISB.
2.2 Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 4 (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerpbegroting 2020 incl. NvW en amendementen
Stand na suppletoire begrotingen 2020 (inclusief ISB's)
Mutatie 3e ISB 2020
Stand na 3e ISB
Mutatie 2021
Mutatie 2022
Mutatie 2023
Mutatie 2024
Verplichtingen
912.681
3.002.698
5.700.000
8.702.698
0
0
0
0
waarvan betalingsverplichtingen
912.681
955.960
0
955.960
0
0
0
0
Wereldbank
877.856
921.135
0
921.135
0
0
0
0
AIIB
0
0
0
0
0
0
0
0
Technische assistentie kiesgroeplanden
1.731
1.731
0
1.731
0
0
0
0
SMP/ANFA
33.010
33.010
0
33.010
0
0
0
0
Compensatie ESM
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige betalingsverplichtingen
84
84
0
84
0
0
0
0
waarvan garantieverplichtingen
0
2.046.738
5.700.000
7.746.738
0
0
0
0
Wereldbank
0
49.030
0
49.030
0
0
0
0
Garantie aan DNB inzake IMF
0
96.839
0
96.839
0
0
0
0
Kredieten EU-betalingsbalanssteun
0
0
0
0
0
0
0
0
EFSM
0
0
0
0
0
0
0
0
AIIB
0
6.644
0
6.644
0
0
0
0
EIB
0
1.900.425
0
1.900.425
0
0
0
0
ESM
0
– 6.200
0
– 6.200
0
0
0
0
SURE
0
0
5.700.000
5.700.000
0
0
0
0
Uitgaven
103.694
106.984
0
106.984
0
0
0
0
Waarvan juridisch verplicht
99,8%
Bijdrage aan (inter)nationale instellingen
68.953
72.243
0
72.243
0
0
0
0
Wereldbank
68.869
72.159
0
72.159
0
0
0
0
AIIB
0
0
0
0
0
0
0
0
IFI's
84
84
0
84
0
0
0
0
Compensatie ESM
0
0
0
0
0
0
0
0
Leningen (Griekenland)
33.010
33.010
0
33.010
0
0
0
0
Teruggeven winsten SMP
33.010
33.010
0
33.010
0
0
0
0
Opdrachten
1.731
1.731
0
1.731
0
0
0
0
Technische assistentie kiesgroeplanden
1.731
1.731
0
1.731
0
0
0
0
Ontvangsten
52.804
45.349
0
45.349
0
0
0
0
Bijdrage aan (inter)nationale instellingen
3.279
3.147
0
3.147
0
0
0
0
Ontvangsten IFI's
3.279
2.347
0
2.347
0
0
0
0
Ontvangsten ESM
0
800
0
800
0
0
0
0
Leningen (Griekenland)
49.525
42.202
0
42.202
0
0
0
0
Renteontvangsten lening Griekenland
7.569
246
0
246
0
0
0
0
Aflossing lening Griekenland
41.956
41.956
0
41956
0
0
0
0
Verplichtingen (+ € 5,7 mld.)
In de Eurogroep van 9 april 2020 is overeengekomen een «European instrument for temporary support to mitigate unemployment risks in an emergency (SURE)» op te richten, om lidstaten financiële assistentie te bieden met betrekking
tot uitgaven als gevolg van de COVID-19 crisis die direct gerelateerd zijn aan arbeidsmarktmaatregelen
en relevante gezondheidszorg. De totale garantstelling van de lidstaten aan de Europese
Commissie (EC) bedraagt € 100 mld. Op basis van de garantstelling van de lidstaten
is de EC in staat om op de kapitaalmarkt obligaties uit te geven waardoor leningen
kunnen worden uitgegeven aan steun behoevende lidstaten. Het Nederlandse aandeel in
de garantstelling bedraagt € 5,7 mld., gebaseerd op de Europese BNI-verdeelsleutel
(EU-27). Voor 75% (€ 4,3 mld.) staat Nederland garant middels de marge tussen de plafonds
van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en het Eigenmiddelenbesluit (EMB), de zogeheten
headroom; voor 25% (€ 1,4 mld.) betreft de garantstelling een aanvullende bilaterale
garantieovereenkomst met de Commissie.
Voor het Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM) en de faciliteit voor betalingsbalanssteun
(Balance of Payments facility, BoP) staat Nederland ook garant middels de marge tussen
de plafonds van het MFK en EMB. In aanloop naar het MFK 2021–2027 zal de wijze van
begroten heroverwogen worden en mogelijk het volledige Nederlandse (jaarlijkse) risico
aan garanties middels de marge tussen de plafonds van het MFK en EMB weergegeven worden
op de begroting. Op dit moment worden met betrekking tot SURE geen schades verwacht
en daarmee geen consequenties voor de uitgaven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Vergissing |
---|---|---|---|
VVD | 32 | Voor | |
PVV | 20 | Tegen | |
CDA | 19 | Voor | |
D66 | 19 | Voor | |
GroenLinks | 14 | Voor | |
SP | 14 | Voor | |
PvdA | 9 | Voor | |
ChristenUnie | 5 | Voor | |
PvdD | 4 | Voor | |
50PLUS | 3 | Voor | |
DENK | 3 | Voor | |
SGP | 3 | Tegen | |
FVD | 2 | Voor | Vergissing |
Groep Krol/vKA | 2 | Voor | |
Van Haga | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.