Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de afspraak over tijdelijke lening Friese Waddenveren
2020D19071 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat over haar brief Afspraak over tijdelijke lening Friese Waddenveren (Kamerstuk
2020Z07369)
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
Adjunct-griffier van de commissie, Rijkers
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
VVD-fractie
PVV-fractie
CDA-fractie
D66-fractie
GroenLinks-fractie
PvdA-fractie
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de afspraak
over de tijdelijke lening Friese Waddenveren en hebben daarover en in het verlengde
daarvan nog een aantal vragen en opmerkingen.
De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de betreffende
beleidsbrief en willen de Staatssecretaris nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de 23 april 2020
inzake een afspraak over tijdelijke lening Friese Waddenveren. Zij hebben geen nadere
vragen of opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de agenda
van dit overleg.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister.
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief en hebben nog enkele
vragen.
Inbreng van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vinden de Waddenveren van levensbelang voor de Waddeneilanden,
de bewoners en de ondernemers op de eilanden. De economie van de Waddeneilanden draait
op toerisme en recreatie, vrijwel alles is daarvan afhankelijk. Zonder de toeristen
en recreanten ontstaat een domino-effect dat alle bewoners en ondernemers van de Wadden
raakt. Waar bijvoorbeeld de supermarkten op de wal topomzetten draaien, hebben de
supermarkten op de Waddeneilanden soms nog maar 10% of 20% van de normale omzet in
deze periode, omdat ze het nu vooral van de eigen bewoners moeten hebben. Er zijn
weinig alternatieven en andere verdienmogelijkheden. De Waddenveren zijn de levensader,
en als deze maar beperkt functioneert dan is dat een extra beperking ten opzichte
van ondernemers op de wal, die het ook al zwaar hebben in deze coronacrisis.
De leden van de VVD-fractie vinden het een goede zaak dat de Staatssecretaris heeft
besloten de rederijen Terschellinger Stoomboot Maatschappij (TSM) en Wagenborg Passagiersdiensten
(WPD) tijdelijk een lening te verstrekken om te voorkomen dat de Waddenveren op korte
termijn moeten stoppen met varen. De verstrekte leningen zullen in 2020 weer worden
afgelost. Waarop is het gebaseerd dat het realistisch is dat de beide rederijen de
lening al in 2020 af zouden kunnen lossen? Want vanaf 1 juni 2020 krijgt het openbaar
vervoer (ov) weliswaar meer ruimte, maar is de capaciteit nog steeds beperkt en is
het nog zeker geen «business as usual». In hoeverre zijn er voorwaarden verbonden
aan de leningen als het gaat om de dienstregeling en capaciteit? In hoeverre is dit
overwogen?
De leden van de VVD-fractie hebben vernomen dat de Friese Waddenveren in het kader
van de afspraken over het opschalen van het ov per 1 juni aanstaande is gevraagd met
een optimale inzet van personeel en materieel een zo maximaal mogelijke dienstregeling
te varen. Waarom wordt er alleen gesproken over de Friese Waddenveren en niet over
Noord-Holland (Texel)? Hoe zit het met de Waddenveer naar Texel (Teso)? Wat zijn daarvoor
de afspraken?
De leden van de VVD-fractie constateren dat de capaciteit van het ov straks slechts
40% is. In hoeverre geldt dit ook voor alle Waddenveren? En wat betekent een zo maximaal
mogelijke dienstregeling? Welke capaciteit is straks gedurende het zomerseizoen beschikbaar?
En welke harde afspraken zijn daarover gemaakt met de rederijen, bijvoorbeeld door
het inzetten van meer afvaarten en extra veerboten om de capaciteit te vergroten?
De Friese Waddenveren is gevraagd om zich zoveel mogelijk te houden aan het ov-protocol.
Geldt dit ook voor Teso/Texel? Wat betekent het «zoveel mogelijk houden aan» precies?
Hoe wordt de horecavoorziening op de veerdiensten gezien? Is dit een vorm van «afhalen»
en dus mogelijk mits dit verantwoord kan worden geregeld? Wat zijn de afspraken hieromtrent,
of heeft de betrokken Veiligheidsregio ruimte om daar invulling aan te geven?
De leden van de VVD-fractie vinden het een goede zaak dat is afgesproken dat kan worden
afgeweken van de generieke afspraak van het ov dat dit alleen voor noodzakelijke reizen
is (mits dat niet ten koste gaat van vervoer van de mensen waarvoor het ov toegankelijk
moet blijven), omdat er voor de Waddeneilanden geen ander alternatief qua bereikbaarheid
is en de economie van de Waddeneilanden afhankelijk is van toeristen en recreanten.
De coronacrisis en de beperkte capaciteit van de Waddenveren zorgen voor grote klappen
voor de economie, de ondernemers en bewoners van de Waddeneilanden. Wat zijn de specifieke
economische en maatschappelijke gevolgen voor de Waddeneilanden? Deze leden willen
weten welk overleg er specifiek vanuit het kabinet met de Waddeneilanden en Waddenprovincies
plaatsvindt over de economische en maatschappelijke gevolgen vanwege de coronacrisis?
Wat is daar uitgekomen en wat is er nodig? Zo nee, waarom heeft dat overleg niet plaats
gevonden? Is de Staatssecretaris alsnog bereid om met de meest betrokken bewindspersonen
in overleg te gaan met de betrokken gemeenten en provincies? Want heel veel zaken
hangen met elkaar samen en vormt een keten op een eiland met een mono-economie, ook
qua maatschappelijke voorzieningen. Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie vernemen vanuit de media dat gesproken wordt over een
vergoeding aan de bedrijven in het ov vanwege de coronacrisis in de vorm van een «beschikbaarheidsvergoeding».
Dit omdat het ov vanaf 1 juni a.s. in principe weer volgens de normale dienstregeling
«rijden», maar dat slechts 40% van de capaciteit wordt toegelaten. Wanneer kan hierover
meer duidelijkheid worden gegeven? En in hoeverre en hoe worden de Waddenveren (de
Friese Waddenveren én de Teso) daarin meegenomen?
Inbreng van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of de tijdelijke lening
van respectievelijk drie en één miljoen euro aan TSM en WPD voldoende is om de toegankelijkheid
tot de eilanden te borgen, of alle partijen die hieraan bijdragen nu voldoende zijn
ondersteund, en of er door deze partijen nog andere knellende problemen zijn aangekaart.
Inbreng van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie vinden het van groot belang dat maatwerk wordt geleverd
om de gevolgen van de crisis voor de maatschappij voor zoveel mogelijk mensen te verzachten.
Deze leden staan dan ook achter de keuze van het kabinet om een lening te verstrekken
aan de TSM en WPD. Deze veerdiensten zijn essentieel voor het bereikbaar houden van
de Waddeneilanden. Deze leden steunen de inzet van de Staatssecretaris om deze functie
niet in het gedrang te laten komen door de onvoorziene financiële gevolgen van de
coronacrisis dan ook van harte, maar hebben naar aanleiding hiervan nog wel enkele
vragen.
De leden van de D66-fractie lezen in de brief dat de verstrekte leningen nog dit jaar
zullen worden afgelost. De beperkende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus
tegen te gaan hebben onder andere tot gevolg dat minder reizigers van de veerdiensten
gebruikmaken. Bovendien moeten passagiers aan boord van de schepen de anderhalve meter
afstand in acht nemen, waardoor minder passagiers per overtocht van de veerboten gebruik
kunnen maken. Deze leden vragen de Staatssecretaris daarom of zij het reëel acht dat
dit jaar de lening terugbetaald kan worden. Bovendien vragen deze leden of en welke
gevolgen eraan verbonden zijn als deze terugbetalingstermijn te ambitieus blijkt.
Is de Staatssecretaris bereid om hierover een soepele betalingsregeling met de rederijen
af te spreken?
De leden van de D66-fractie vragen tot slot of de Staatssecretaris zicht heeft of
op meer plaatsen in Nederland waar de exploitatie van essentiële ov-verbindingen als
gevolg van de coronacrisis in zo’n hoge mate onder druk is komen te staan dat het
verstrekken van noodkredieten noodzakelijk is. Als dat het geval is, is de Staatssecretaris
dan bereid om ook voor deze verbindingen onder vergelijkbare condities een noodkrediet
te verstrekken?
Inbreng van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie kunnen zich goed voorstellen dat vervoerders, waaronder
de Waddenveren, in acute financiële problemen komen door de coronacrisis. Omdat hun
diensten vaak onmisbaar zijn, is overheidssteun wat deze leden betreft noodzakelijk
en gerechtvaardigd.
De leden van de GroenLinks-fractie kunnen zich vinden in het voorstel. Deze leden
zouden wel graag op korte termijn een overzicht willen ontvangen van de stand van
zaken bij de ov-bedrijven. Hoe staan zij er nu voor, wat zijn hun vooruitzichten en
hoe dragen het Rijk en provincies bij aan het in stand houden van de dienstverlening?
Inbreng van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie constateren dat de TSM en WPD een lening ontvangen. Deze
leden horen graag wat de reden is dat enkel deze Waddenveren een lening hebben ontvangen.
Deze leden horen verder of, en zo ja, er aanvullende voorwaarden aan deze lening zijn
gesteld. Deze leden vragen de Staatssecretaris naar de financiële positie van de Teso?
Kan ook Teso, indien zij dit wenst, gebruik maken van steun vanuit het kabinet?
De leden van de PvdA-fractie zien verder dat de Wadden economisch, vanwege het wegblijven
van toeristen, hard worden getroffen door de coronacrisis. Deze leden vragen de Staatssecretaris
of zij, zoals de provincies Noord-Holland en Friesland hebben voorgesteld, bereid
is een noodfonds Wadden in te stellen.
II Reactie van de bewindspersoon
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
J. Rijkers, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.