Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL B. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Beleid2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties3 Beleidsartikelen3.1 Beleidsartikel 1: Duurzame Economische ontwikkeling, handel en investeringenBudgettaire gevolgen van beleidToelichting3.2 Beleidsartikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en ketensBudgettaire gevolgen van beleidToelichting3.3 Beleidsartikel 3: Sociale vooruitgangBudgettaire gevolgen van beleidToelichting3.4 Beleidsartikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkelingBudgettaire gevolgen van beleidToelichting3.5 Beleidsartikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzetBudgettaire gevolgen van beleidToelichting
35 450 XVII Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Ontvangen 29 april 2020
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2019‒2020
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Wetsartikel 3
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,S.A.M. Kaag
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2020 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de extra maatregelen die genomen zijn als gevolg van de impact van het coronavirus (COVID 19). Het betreft uitgaven welke binnen de bestaande budgettaire kaders op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking worden opgevangen. In de Kamerbrief zijn de maatregelen verder toegelicht, alsmede in het overzicht belangrijke uitgavenmutaties (onderdeel 2) en de artikelsgewijze toelichting budgettaire gevolgen van beleid (onderdeel 3).
Tabel 1 Extracomptabel overzicht Coronamaatregelen (bedrag x EUR 1 000)
Artikel
Naam maatregel
kamerstuk
bedrag verplichtingen
Bedrag uitgaven
2
WASH programma UNICEF
2020Z06703
7.500
7.500
4
Strategic Preparedness and Responce Plan
2020Z06703
7.500
7.500
4
Dutch Relief Alliance
2020Z06703
10.000
10.000
4
Central Emergency Response Fund
2020Z06703
15.000
15.000
4
Country Based Pooled Funds
2020Z06703
5.000
5.000
4
Internationaal Comité van het Rode Kruis
2020Z06703
5.000
5.000
3
Global Financing Facility - Wereldbank
2020Z06703
10.000
10.000
5
IMF Catastrophe Containment and Relief Trust
2020Z06703
25.000
25.000
5
VN Responce and Recovery Trust Fund
2020Z06703
15.000
15.000
Subtotaal
100.000
100.000
4
Noodfonds WHO
2020Z06703
5.000
5.000
4
Internationaal Comité van het Rode Kruis
2020Z06703
6.300
6.300
Subtotaal
11.300
11.300
Totaal
111.300
111.300
In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen met de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ten slotte volgt per artikel een toelichting op de opmerkelijke verschillen.
Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel ‘budgettaire gevolgen van beleid’ wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.
Tabel 2 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1000
5
10
=> 1000
10
20
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verlaging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingsamenwerking (XVII) met EUR 88 miljoen en daling van de ontvangsten met EUR 11 miljoen.
De belangrijkste uitgavenmutaties bij eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 3.
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2020 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2020
Vastgestelde begroting 2020
3.079.086
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden
1.3
‒ 12.950
2) Voedselzekerheid
2.1
‒ 10.100
3) Water
2.2
1.389
4) Klimaat
2.3
‒ 6.487
5) Vrouwen en gendergelijkheid
3.2
‒ 1.979
6) Maatschappelijk middenveld
3.3
‒ 10.601
7) Humanitaire hulp
4.1
42.500
8) Opvang en bescherming in regio, migratiesamenwerking
4.2
‒ 5.000
9) Veiligheid en rechtstaatontwikkeling
4.3
‒ 18.280
10) Multilaterale samenwerking
5.1
29.358
11) Overig armoede beleid
5.2
‒ 7.374
12) Nog te verdelen ivm wijzigingen BNI en/of toerekeningen
5.4
‒ 87.821
Overige mutaties
‒ 115
Stand 1e suppletoire begroting 2020
2.991.626
Toelichting uitgaven
1) t/m 11): Via Kamerbrief Nederlandse inzet bestrijding coronacrisis ontwikkelingslanden van 14 april 2020 bent u geïnformeerd dat EUR 100 miljoen op de BHOS- begroting is vrijgemaakt ten behoeve van het bestrijden van de COVID-19 pandemie in ontwikkelingslanden en het mitigeren van de sociaaleconomische effecten. Deze uitgavenverlagingen worden ingezet ter financiering van het corona steunpakket. Daarnaast heeft Nederland, zoals ook in de Kamerbrief toegelicht, aan het begin van de coronacrisis al EUR 5 miljoen extra beschikbaar gesteld aan het noodfonds van de Wereldgezondheidsorganisatie en EUR 6,3 miljoen het Rode Kruis. Deze middelen zijn afkomstig uit het reguliere noodhulpbudget.
De bijdragen uit het steunpakket van EUR 100 miljoen zijn bedoeld voor preventie in de armste landen, het lenigen van humanitaire noden en de versterking van sociaaleconomische weerbaarheid en macro-economische stabiliteit van lage-inkomenslanden. Deze steun wordt zo veel mogelijk verleend via reeds bestaande financieringskanalen en coördinatiestructuren.
Een bedrag van EUR 90 miljoen voor de extra inspanningen voor het bestrijden van de coronacrisis is in het begrotingsjaar 2020 verwerkt. Hiermee is een belangrijk deel van de niet juridisch en bestuurlijk verplichte ruimte gebruikt.
De dekking van het resterende gedeelte gebeurt ten laste van 2021. Reden is dat een deel van de totale IMF bijdrage is aangeduid als ‘Contingent on demand’. Er wordt vanuit gegaan dat deze uitgaven plaatsvinden in 2021.
Bovenstaande mutaties geven de per saldo budgetoverhevelingen weer die nodig zijn om de snelle respons binnen de vastgestelde begroting te kunnen dekken.
12) De belangrijkste oorzaak van de daling van het budget op het artikel 5.4 is de hogere toerekening aan ODA van de kosten voor de eerstejaars opvang van asielzoekers.
3 Beleidsartikelen
3.1 Beleidsartikel 1: Duurzame Economische ontwikkeling, handel en investeringen
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Duurzame economische ontwikkling, handel en investeringen (eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2020
20120
2020
2020
2020
2021
2022
2023
2024
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
524 896
0
524 896
28 159
553 055
‒ 24 011
150 539
‒ 14 209
‒ 19 209
waarvan garantieverplichtingen
129 000
129 000
129 000
waarvan overige verplichtingen
395 896
395 896
424 055
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
540 518
0
540 518
‒ 10 805
529 713
‒ 4 050
1 999
1 749
1 749
waarvan juridisch verplicht
99%
100%
1.1
Duurzaam handels- en investeringssysteem, incl. MVO
28 322
0
28 322
1 325
29 647
350
350
100
100
Subsidies
MVO en beleidsondersteuning (ODA)
9 575
9 575
1 125
10 700
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA)
1 367
1 367
500
1 867
500
500
500
500
Opdrachten
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA)
2 685
2 685
‒ 650
2 035
‒ 500
‒ 500
‒ 500
‒ 500
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
1 500
1 500
350
1 850
350
350
100
100
Bijdrage (inter)nationale organisaties
MVO en beleidsondersteuning (ODA)
8 000
8 000
0
8 000
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA)
5 195
5 195
0
5 195
1.2
Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie
108 996
0
108 996
‒ 4 180
104 816
‒ 4 400
1 649
1 649
1 649
Subsidies
Programma's internationaal ondernemen
17 911
17 911
‒ 800
17 111
‒ 700
1 649
1 649
1 649
Versterking concurrentiepositie Nederland
6 502
6 502
0
6 502
Invest NL Internationaal
9 000
9 000
0
9 000
Dutch Trade and Investment Fund
0
0
17 374
17 374
9 210
4 829
4 829
4 829
Leningen
Dutch Trade and Investment Fund
17 374
17 374
‒ 17 374
0
‒ 9 210
‒ 4 829
‒ 4 829
‒ 4 829
Garanties
Dutch Trade and Investment Fund
4 200
4 200
0
4 200
Opdrachten
Programma's internationaal ondernemen
2 000
2 000
250
2 250
Dutch Trade and Investment Fund
440
440
0
440
Wereldtentoonstelling Dubaï
2 000
2 000
‒ 30
1 970
China-strategie
600
600
0
600
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
42 648
42 648
200
42 848
200
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Programma's internationaal ondernemen
0
0
600
600
500
Bijdragen aan ander begrotingshoofdstuk
Versterking economische functie
570
570
0
570
Overig
5 751
5 751
‒ 4 400
1 351
‒ 4 400
0
1.3
Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden
403 200
0
403 200
‒ 7 950
395 250
0
0
0
0
Subsidies
Marktontwikkeling en markttoegang
6 950
6 950
‒ 1 500
5 450
‒ 1 500
‒ 1 500
‒ 1 500
‒ 1 500
Economic governance and institutions
26 400
26 400
0
26 400
Financiële sector ontwikkeling
10 000
10 000
0
10 000
0
0
0
0
Infrastructuurontwikkeling
34 350
34 350
0
34 350
Duurzame productie en handel
39 700
39 700
0
39 700
(Jeugd)werkgelegenheid
10 000
10 000
0
10 000
Dutch Good Growth Fund
25 000
25 000
0
25 000
Leningen
Infrastructuurontwikkeling
7 000
7 000
0
7 000
Dutch Good Growth Fund
24 000
24 000
0
24 000
Garanties
Dutch Good Growth Fund
1 000
1 000
0
1 000
Opdrachten
Marktontwikkeling en markttoegang
12 000
12 000
0
12 000
Economic governance and institutions
18 000
18 000
0
18 000
Financiële sector ontwikkeling
4 000
4 000
0
4 000
Infrastructuurontwikkeling
750
750
0
750
(Jeugd)werkgelegenheid
25 250
25 250
0
25 250
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
36 000
36 000
0
36 000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
International Labour Organisation
5 700
5 700
‒ 465
5 235
Lokale private sector ontwikkeling
27 100
27 100
‒ 4 163
22 937
Marktontwikkeling en markttoegang
7 000
7 000
1 500
8 500
1 500
1 500
1 500
1 500
Partnershipprogramma ILO
5 500
5 500
‒ 472
5 028
Economic governance and institutions
7 000
7 000
0
7 000
Financiële sector ontwikkeling
3 000
3 000
0
3 000
Infrastructuurontwikkeling
45 000
45 000
0
45 000
(Jeugd)werkgelegenheid
3 000
3 000
0
3 000
Nexus onderwijs en werk
19 500
19 500
‒ 2 850
16 650
Ontvangsten
6 373
0
6 373
0
6 373
0
0
0
0
1.10
Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
3 373
3 373
0
3 373
1.30
Ontvangsten DGGF
3 000
3 000
0
3 000
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget is voor artikel 1 duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen verhoogd. Dit komt hoofdzakelijk door de verlenging van twee subsidies op het gebied van duurzame productie en handel.
Uitgaven
Artikel 1.1
Het uitgavenbudget op artikel 1.1 is voor 2020 verhoogd. Deze verhoging komt hoofdzakelijk door een toename in verwachte uitvoeringskosten van het Fonds Verantwoord Ondernemen dat bij de RVO is belegd.
Artikel 1.2
Het uitgavenbudget op artikel 1.2 is voor 2020 verlaagd. Dit komt hoofdzakelijk door een bijdrage aan de uitvoering van extra controles ten aanzien van internationaal sanctiebeleid bij de douane.
Verder is op artikel 1.2 voor de uitvoering van de amendement Amhaouch en Weverling (Kamerstuk, 35 300 XVII, nr. 19) eenmalig EUR 2 miljoen vrijgemaakt voor internationalisering van het MKB in de regio’s via het Trade Relations Programma. De middelen worden verspreid over twee jaar aan de partners beschikbaar gesteld. Naar aanleiding van het amendement Weverling (Kamerstuk, 35 300 XVII, nr. 25) is vanaf 2020 EUR 4 miljoen vrijgemaakt voor twee pilotprojecten. Deze projecten dienen ter ondersteuning van het bedrijfsleven bij het opzetten van langdurige, bilaterale innovatiesamenwerkingsprojecten, die inzicht zullen moeten geven in de mogelijke aansluitingen van het Nederlandse (internationale) innovatiebeleid en het handelsbeleid.
Artikel 1.3
Het uitgavenbudget op artikel 1.3 neemt per saldo af. Dit saldo is enerzijds het resultaat van een verhoging van het budget als gevolg van een overheveling uit artikel 2.1 Voedselzekerheid om aan een toezegging voor het versterken van de private sector in Tunesië op het gebied van voedselzekerheid invulling te geven. Anderzijds is er op dit artikelonderdeel sprake van een verlaging het budget voor de dekking van de respons op COVID-19. Deze dekking is hoofdzakelijk gevonden op aan ambassades gedelegeerde programma's.
3.2 Beleidsartikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en ketens
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat (eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2020
2020
2020
2020
2020
2021
2022
2023
2024
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
604 880
0
604 880
370 557
975 437
‒ 86 032
‒ 6 029
‒ 58 063
‒ 28 113
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
753 477
0
753 477
‒ 20 198
733 279
0
0
0
0
waarvan juridisch verplicht
92%
98%
2.1
Voedselzekerheid
339 295
0
339 295
‒ 15 100
324 195
0
0
0
0
Subsidies
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen
24 445
24 445
‒ 2 445
22 000
‒ 4 845
770
‒ 5 700
‒ 4 850
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect.
36 605
36 605
‒ 3 000
33 605
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
31 000
31 000
‒ 25 000
6 000
‒ 25 000
‒ 25 000
‒ 25 000
‒ 25 000
Uitbannen huidige honger en voeding
22 085
22 085
‒ 12 095
9 990
Opdrachten
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
10 000
10 000
25 000
35 000
25 000
25 000
25 000
25 000
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen
15 000
15 000
‒ 3 000
12 000
‒ 3 550
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
4 000
4 000
0
4 000
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Voedselzekerheid
165 160
165 160
7 440
172 600
11 200
‒ 2 220
5 700
4 850
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect.
15 000
15 000
‒ 2 000
13 000
‒ 2 805
1 450
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid
12 000
12 000
0
12 000
Uitbannen huidige honger en voeding
4 000
4 000
0
4 000
2.2
Water
193 714
0
193 714
1 389
195 103
0
0
0
0
Subsidies
Waterbeheer
22 449
22 449
‒ 3 075
19 374
‒ 4 494
‒ 1 407
‒ 2 100
Drinkwater en sanitatie
25 500
25 500
‒ 8 241
17 259
‒ 8 041
‒ 4 928
‒ 3 000
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
2 000
2 000
0
2 000
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Waterbeheer
86 700
86 700
1 570
88 270
5 500
4 940
5 100
Drinkwater en sanitatie
57 065
57 065
11 135
68 200
7 035
1 395
2.3
Klimaat
220 468
0
220 468
‒ 6 487
213 981
0
0
0
0
Subsidies
Klimaat algemeen
56 179
56 179
‒ 24 179
32 000
‒ 24 179
‒ 24 179
‒ 24 179
‒ 24 179
Hernieuwbare energie
36 000
36 000
‒ 1 000
35 000
‒ 1 000
‒ 1 000
‒ 1 000
‒ 1 000
Dutch Fund for Climate and Development
40 000
40 000
0
40 000
Opdrachten
Klimaat algemeen
4 000
4 000
‒ 4 000
0
‒ 4 000
‒ 4 000
‒ 4 000
‒ 4 000
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
0
0
3 000
3 000
3 000
3 000
3 000
3 000
Bijdragen (inter) nationale organisaties
Contributie IZA/IZT
357
357
0
357
Klimaatprogramma's (non-ODA)
1 550
1 550
0
1 550
Klimaat algemeen
75 240
75 240
1 834
77 074
8 321
8 321
8 321
8 321
Hernieuwbare energie
0
0
17 000
17 000
17 000
17 000
17 000
17 000
UNEP
7 142
7 142
858
8 000
858
858
858
858
Toelichting
Verplichtingen
De stijging van het verplichtingenbudget kent een aantal oorzaken. De meest in het oog springende verhogingen ontstaan als gevolg van de verlenging van bestaande programma’s. Dit geldt voor zowel programma’s gefinancierd vanuit de centrale budgetten als voor budgetten die zijn gedelegeerd aan ambassades voor de financiering van activiteiten in het kader van de samenwerking met de Wageningen Universiteit en de Wereldbank in Ethiopië. Andere oorzaken zijn de verlenging van programma’s op het gebied van voedselzekerheid en water in de regio Grote Meren, van een aantal waterprogramma’s in Mali, en van centrale programma’s op het gebied van water, drinkwater en sanitatie. Tenslotte een kleine verhoging in verband met de optopping voor de UNICEF bijdrage in het kader van de COVID-19 respons, zie uitgaven.
Uitgaven
Artikel 2.1
Afgezien van een verlaging van het budget voor de dekking van de respons op COVID-19 neemt het budget voor het artikelonderdeel Voedselzekerheid ook af als gevolg van een budgetoverheveling naar het artikelonderdeel 1.3 ‘Versterkte Private sector en Arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden’ om aan een toezegging voor het versterken van de private sector op het gebied van voedselzekerheid in Tunesië invulling te geven.
Artikel 2.2
In verband met de snelle eerste respons op de COVID-19 pandemie is het budget voor de bijdrage aan het UNICEF WASH (water, sanitation and health) programma opgetopt. Deze optopping is deels opgevangen door verlagingen van budgetten op decentrale programma’s in een aantal West-Afrikaanse landen en in de Hoorn van Afrika.
Artikel 2.3
Over de uitvoering van het amendement Bouali (Kamerstuk, 35 300 XVII, nr. 16) is de Kamer reeds geïnformeerd in de brief Internationale Inzet Bosbehoud en Bosherstel van 9 maart jl. Hierin is aangegeven dat de financiering voor activiteiten die bijdragen aan het tegengaan van ontbossing worden verdubbeld naar ten minste EUR 25 miljoen vanaf dit jaar.
Verder is het budget voor het artikelonderdeel Klimaat teruggebracht vanwege de benodigde dekking voor de eerste snelle respons op COVID-19.
3.3 Beleidsartikel 3: Sociale vooruitgang
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Sociale vooruitgang (eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2020
2020
2020
2020
2020
2021
2022
2023
2024
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
1 366 461
0
1 366 461
843 098
2 209 559
‒ 364 598
‒ 86 002
‒ 25 196
‒ 5 002
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
764 679
0
764 679
‒ 13 180
751 499
0
0
0
0
waarvan juridisch verplicht
97%
97%
3.1
Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids
421 784
0
421 784
0
421 784
0
0
0
0
Subsidies
SRGR en hiv/aids
117 778
117 778
‒ 8 500
109 278
‒ 2 000
‒ 2 000
‒ 2 000
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis
75
75
0
75
Opdrachten
SRGR en hiv/aids
14 478
14 478
0
14 478
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
110
110
0
110
Bijdragen (inter)nationale organisaties
WHO/PAHO
6 713
6 713
0
6 713
Gezondheidszorg
0
SRGR en hiv/aids
115 692
115 692
500
116 192
2 000
2 000
2 000
2 000
UNFPA
60 000
60 000
‒ 2 000
58 000
‒ 2 000
UNAIDS
20 000
20 000
0
20 000
Partnershipprogramma WHO
12 013
12 013
0
12 013
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis
51 925
51 925
0
51 925
UNICEF
7 000
7 000
0
7 000
Vrouwenrechten en keuzevrijheid
16 000
16 000
10 000
26 000
3.2
Vrouwenrechten en gendergelijkheid
52 439
0
52 439
‒ 1 979
50 460
0
0
0
0
Subsidies
Vrouwenrechten
33 766
33 766
‒ 2 679
31 087
1 250
1 000
Opdrachten
Vrouwenrechten
500
500
0
500
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
200
200
0
200
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Vrouwenrechten
11 973
11 973
700
12 673
‒ 1 250
‒ 1 000
UNWOMEN
6 000
6 000
0
6 000
3.3
Maatschappelijk middenveld
180 531
0
180 531
‒ 10 601
169 930
0
0
0
0
Subsidies
Twinningsfaciliteit Suriname
1 700
1 700
0
1 700
Versterking maatschappelijk middenveld
155 833
155 833
‒ 10 601
145 232
‒ 1 449
‒ 1 270
‒ 470
‒ 470
Opdrachten
Versterking maatschappelijk middenveld
11 000
11 000
‒ 2 895
8 105
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Versterking maatschappelijk middenveld
11 998
11 998
2 895
14 893
1 449
1 270
470
470
3.4
Onderwijs
109 925
0
109 925
‒ 600
109 325
0
0
0
0
Subsidies
Onderzoeksprogramma's
1 500
1 500
0
1 500
Garanties
Onderwijs
40 375
40 375
0
40 375
Opdrachten
Onderzoeksprogramma's
1 500
1 500
0
1 500
Hoger Onderwijs
38 300
38 300
7 400
45 700
8 000
8 000
8 000
8 000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Onderwijs
18 250
18 250
‒ 8 000
10 250
‒ 8 000
‒ 8 000
‒ 8 000
‒ 8 000
Global partnership for education
10 000
10 000
0
10 000
Toelichting
Verplichtingen
Op artikel 3 Sociale ontwikkeling is het verplichtingenbudget verhoogd. Deze verhoging is hoofdzakelijk het gevolg van de subsidietenders voor de nieuwe subsidiekaders voor Versterking Maatschappelijk Middenveld (Power of Voices), Power of Women, Women, Peace and Security en het SRGR-Partnerschap fonds van waaruit in 2020 nieuwe subsidies worden verstrekt. Voor een gedeelte zal de verhoging van het verplichtingenbudget in 2020 worden gecompenseerd door een verlaging van het verplichtingenbudget in 2021 en 2022.
In 2020 worden ook door de posten nieuwe verplichtingen aangegaan op het gebied van SRGR. Hiervoor is onder andere in Ethiopië, Niger en Burkina Faso het verplichtingenbudget voor 2020 naar boven bijgesteld. Ook wordt in Mozambique het Hands off! programma van het Aids fonds verlengd naar vijf jaar.
Uitgaven
Artikel 3.1
Ten aanzien van de eerste COVID-19 respons is er op artikel 3.1 SRGR EUR 10 miljoen vrijgemaakt voor Versterking van gezondheidssystemen, moeder en kindzorg via de Wereldbank.
Artikel 3.2
Het uitgavenbudget voor Vrouwenrechten en gendergelijkheid is in 2020 verlaagd vanwege de benodigde dekking voor de eerste snelle respons op COVID-19. Deze verlaging wordt opgevangen door geplande eerste betalingen voor de nieuwe subsidiekaders deels uit te stellen naar 2021.
Artikel 3.3
Het uitgavenbudget voor het maatschappelijk middenveld is in 2020 verlaagd vanwege de benodigde dekking voor de eerste snelle respons op COVID-19. Deze verlaging wordt opgevangen door geplande eerste betalingen voor de nieuwe subsidiekaders deels uit te stellen naar 2021.
Artikel 3.4
Geen opmerkingen.
3.4 Beleidsartikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling (eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2020
2020
2020
2020
2020
2021
2022
2023
2024
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
332 742
0
332 742
42 720
375 462
‒ 9 000
‒ 2 400
‒ 3 400
0
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
767 260
0
767 260
20 020
787 280
0
0
0
0
waarvan juridisch verplicht
71%
80%
4.1
Humanitaire hulp
370 017
0
370 017
43 300
413 317
0
0
0
0
Subsidies
Noodhulpprogramma's
87 000
87 000
15 000
102 000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Noodhulpprogramma's
200 000
200 000
27 500
227 500
Noodhulpprogramma's non-ODA
1 017
1 017
800
1 817
UNHCR
33 000
33 000
0
33 000
UNRWA
13 000
13 000
0
13 000
Wereldvoedselprogramma
36 000
36 000
0
36 000
4.2
Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking
162 000
0
162 000
‒ 5 000
157 000
0
0
0
0
Subsidies
Opvang in de regio
5 000
5 000
0
5 000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Opvang in de regio
123 000
123 000
0
123 000
Migratie en ontwikkeling
34 000
34 000
‒ 5 000
29 000
4.3
Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
235 243
0
235 243
‒ 18 280
216 963
0
0
0
0
Subsidies
Legitieme stabiliteit
26 950
26 950
‒ 14 950
12 000
‒ 10 000
‒ 10 000
‒ 10 000
‒ 10 000
Inclusieve vredes- en politieke processen
7 362
7 362
638
8 000
638
638
2 638
2 638
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen
51 000
51 000
‒ 36 000
15 000
‒ 45 000
‒ 49 000
‒ 51 000
‒ 51 000
Functionerende rechtsorde
14 476
14 476
11 612
26 088
19 412
17 902
19 862
19 862
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Legitieme stabiliteit
305
305
7 332
7 637
10 000
10 000
10 000
10 000
Functionerende rechtsorde
110 150
110 150
3 350
113 500
14 950
20 460
16 500
16 500
Inclusieve vredes- en politieke processen
25 000
25 000
9 738
34 738
10 000
10 000
12 000
12 000
4.4
Noodhulpfonds
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijdragen (inter)nationale organisaties
Noodhulpfonds
0
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen
Saldo van diverse mutaties waarvan de belangrijkste verhogingen in verband met programma’s in Burkina Faso, Niger en Palestijnse gebieden en een vanwege vertraging in de voorbereiding vanuit 2019 doorgeschoven verplichting voor Grote Meren. Daarnaast is het verplichtingenbudget verhoogd in verband met het kunnen opstarten van noodhulp programma's ten behoeve van de eerste snelle respons op de COVID-19 pandemie(Kamerbrief Nederlands inzet bestrijding coronacrisis ontwikkelingslanden van 14 april 2020).
Uitgaven
Artikel 4.1
In verband met de snelle eerste respons (Kamerbrief Nederlands inzet bestrijding coronacrisis ontwikkelingslanden van 14 april 2020) op de COVID-19 pandemie is het budget voor humanitaire hulp verhoogd. De extra middelen worden ingezet voor het Strategic Preparedness and Response Plan, voor acute crisis respons via de VN (CERF), inzet op lokale capaciteit, het Rode Krijs met bijzondere aandacht voor Psychosociale hulp en het flexibele noodhulpkanaal van het Nederlandse maatschappelijk middenveld.
Artikel 4.2
Het budget voor bijdragen migratie en ontwikkeling is teruggebracht vanwege de benodigde dekking voor de eerste snelle respons op COVID-19.
Artikel 4.3
Op het artikel onderdeel 4.3 wordt per saldo budgetneutraal geschoven tussen een aantal instrumenten. Vanwege voortschrijdend inzicht vindt overheveling plaats tussen de instrumenten subsidies en bijdragen internationale organisaties van het thema Legitieme stabiliteit. Verder wordt het instrument subsidies Vredesdividend uitgefaseerd ten gunste van instrumenten onder Functionerende rechtsorde en Inclusieve vredesprocessen. De wijziging heeft betrekking op de financiering van specifieke sociaaleconomische wederopbouw projecten. Deze zullen niet meer worden geïnitieerd onder beleidsartikel 4.3 aangezien deze projecten al onder andere thema’s worden uitgevoerd (zoals voedselzekerheid, water, werkgelegenheid).
De benaming van het beleidsartikel is in 2019 aangepast naar ‘veiligheid en rechtstaatontwikkeling’ om het in lijn te brengen met de beleidsnota BHOS Investeren in Perspectief (2018). Over de invulling van het veiligheid en rechtsorde thema is de Tweede Kamer geïnformeerd per brief van 14 december 2018 over de Theories of Change (ToC) voor de thematische prioriteiten van het ontwikkelingsbeleid en de geografische focus binnen de bilaterale samenwerking.
Aanvullend is het budget verlaagd vanwege de benodigde dekking voor de eerste snelle respons op COVID-19. De budgetten voor bijdragen functionele rechtsorde van een aantal decentrale programma's zijn teruggebracht, alsmede de centrale budgetten voor bijdragen en subsidies voor legitieme stabiliteit.
Artikel 4.4
Geen opmerkingen.
3.5 Beleidsartikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzet
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet (eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Stand ontwerp begroting
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB
Vastgestelde begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Stand 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
Mutaties 1e suppletoire begroting
2020
2020
2020
2020
2020
2021
2022
2023
2024
(1)
(2)
(3)=(1+2)
(4)
(5)=(3+4)
Verplichtingen
59 800
0
59 800
871 462
931 262
8 458
80 542
‒ 1 542
‒ 9 042
waarvan garantieverplichtingen
828 440
waarvan overige verplichtingen
102 822
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal
253 152
0
253 152
‒ 63 297
189 855
‒ 82 190
355
53 441
58 191
waarvan juridisch verplicht
99%
99%
5.1
Multilaterale samenwerking
164 616
0
164 616
35 308
199 924
12 000
7 000
7 000
7 000
Bijdragen (inter)nationale organisaties
UNIDO
1 950
1 950
‒ 642
1 308
UNDP
30 000
30 000
0
30 000
UNICEF
31 000
31 000
2 000
33 000
2 000
7 000
7 000
7 000
Speciale multilaterale activiteiten
11 077
11 077
15 000
26 077
Assistent deskundigenprogramma
9 000
9 000
0
9 000
Internationale Financiële Instellingen
8 324
8 324
15 000
23 324
10 000
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen
66 789
66 789
0
66 789
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken
6 476
6 476
3 950
10 426
5.2
Overig armoedebeleid
87 448
0
87 448
‒ 9 696
77 752
388
1 565
‒ 5 416
‒ 5 560
Subsidies
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling
10 765
10 765
‒ 3 202
7 563
‒ 2 725
‒ 2 700
‒ 2 650
‒ 2 650
Bijdragen (inter)nationale organisaties
UNESCO
4 400
4 400
‒ 234
4 166
Diverse ondersteunende activiteiten
9 903
9 903
85
9 988
2 388
3 565
‒ 3 416
‒ 3 560
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling
2 200
2 200
395
2 595
725
700
650
650
Schuldverlichting
59 930
59 930
‒ 6 740
53 190
Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking
250
250
0
250
5.4
Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen
1 088
0
1 088
‒ 88 909
‒ 87 821
‒ 94 578
‒ 8 210
51 857
56 751
Ontvangsten
72 915
0
72 915
‒ 10 500
62 415
‒ 19 232
‒ 23 445
‒ 28 210
‒ 32 816
5.20
Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen
41 739
41 739
‒ 5 500
36 239
‒ 9 232
‒ 13 445
‒ 18 210
‒ 22 816
5.21
Ontvangsten OS
31 176
31 176
‒ 5 000
26 176
‒ 10 000
‒ 10 000
‒ 10 000
‒ 10 000
5.22
Koersverschillen OS
pm
pm
pm
5.23
Diverse ontvangsten non-ODA
0
0
0
0
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor beleidsartikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet wordt in 2020 verhoogd. Deze stijging kan grotendeels worden toegeschreven aan de zevende kapitaalverhoging van de African Development Bank (AfDB). Op basis van het Nederlands aandelenbezit zal een garantieverplichting ter waarde van EUR 828 miljoen worden aangegaan in 2020. De Kamer zal spoedig een brief inclusief toetsingskader hierover ontvangen. Het resterende deel van de verhoging van het verplichtingenbudget in 2020 is nodig om aan zowel programma's van Internationale Financiële instellingen (IFI's) als programma's in het kader van beleidskader Internationaal Cultuurbeleid 2021-2024 te kunnen committeren.
Het verplichtingenbudget zal ook voor de jaren 2021 en verder worden verhoogd. Hier liggen verschillende redenen aan ten grondslag. Zo zal de verdeling van enkele bestaande verplichtingenbudgetten worden aangepast omdat er wordt overgegaan op een systematiek van meerjarige commiteringen. Dit is van toepassing op bijdragen aan VN-hervormingen, de Joint Agenda 2030 en aan enkele programma's van Internationale Financiële instellingen (IFI's). Daarnaast zal, vanwege de afspraken die gemaakt zijn in het VN Funding Compact, vanaf 2020 het uitgaven- en verplichtingenbudget voor UNICEF meerjarig toenemen. Ook hier zal worden overgegaan op een systeem van meerjarige committeringen. Om dit te faciliteren zal het verplichtingenbudget in 2022 met EUR 54 miljoen toenemen.
Bovenop de reguliere mutaties zal, in het kader van het steunpakket ter bestrijding van de coronacrisis in ontwikkelingslanden, het verplichtingenbudget in 2020 met EUR 29 miljoen toenemen en in 2021 per met EUR 10 miljoen toenemen.
Uitgaven
Artikel 5.1
Het uitgavenbudget voor artikel 5.1 Multilaterale samenwerking stijgt in totaal met EUR 6 miljoen in 2020. De redenen voor deze toename zijn tweeledig. Vanwege een aanvullende bijdrage aan UNICEF in verband met de afspraken die gemaakt zijn in het VN Funding Compact stijgt het uitgavenbudget meerjarig, beginnend met EUR 2 miljoen in 2020. Daarnaast is er sprake van een verhoging voor de financiering van een kapitaalaanvulling ten behoeve van African Development Bank (AfDB), ook in 2020.
Bovenop de eerdergenoemde mutaties vinden er, in het kader van Nederlands inzet ter bestrijding van de coronacrisis in ontwikkelingslanden, nog de volgende mutaties plaats op artikel 5.1. Het uitgavenbudget voor 2020 neemt met EUR 30 miljoen toe ten behoeve van bijdragen aan het Response and Recovery Trust Fund (RRTF) van de VN (EUR 15 miljoen) en aan de Catastrophe Containment and Relief Trust (CCRT) van het IMF (EUR 15 miljoen). Voor het CCRT is ook via het uitgavenbudget voor 2021 EUR 10 miljoen op aanvraag beschikbaar gesteld. Tegenover deze verhoging staat een verlaging van het uitgavenbudget van 2020 voor UNIDO met EUR 0,6 miljoen.
Artikel 5.2
Het uitgavenbudget voor artikel 5.2 Overig Armoedebeleid daalt per saldo met EUR 2 miljoen. Omdat er voor algemene decentrale programma's minder budget nodig bleek zijn budgetten van verschillende posten en directies hierop aangepast. Verder is vanwege het vervroegen van een betaling aan het Prins Claus Fonds van 2020 naar 2019 budget vrijgevallen.
Hiernaast worden enkele uitgavenbudgetten voor 2020 verlaagd om budget voor het COVID-19 steunpakket vrij met maken. Het betreft een verlaging van EUR 7 miljoen, bestaande uit lagere uitgavenbudgetten voor onder andere schuldverlichting en UNESCO.
Artikel 5.4
Om de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting verder te verbeteren is er met ingang van begrotingsjaar 2017 artikelonderdeel 5.4 gecreëerd. Zie ook Kamerbrief 34 300 XVII, nr. 62 over de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting. De ontwikkeling van het ODA-budget is gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI en wordt hiervoor bijgesteld. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct door vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de BNI-raming wordt bijgesteld. Daarnaast kan er sprake zijn van nog te verdelen toerekeningen aan het ODA-budget.
Per saldo neemt het budget van dit artikelonderdeel in 2020 af met EUR 89 miljoen. In de volgende jaren is juist er sprake van verhogingen.
De belangrijkste mutaties op dit artikel zijn:
– Het Centraal Planbureau heeft de ramingen van de groei van het BNI in hun meest recente raming structureel verhoogd. Het gevolg hiervan is een verhoging van het ODA-budget met EUR 26 miljoen in 2020, oplopend naar EUR 164 miljoen in 2022. In deze cijfers is nog geen rekening gehouden met de economische effecten als gevolg van de COVID-19 pandemie. Deze worden pas in de loop van het jaar in de macrocijfers verwerkt.
– Vooral door een langere verblijfsduur, vanwege achterstanden bij de IND, als ook door en een verhoging van de instroomramingen van asielzoekers voor 2020 en verder nemen de kosten voor eerstejaarsopvang van asielzoekers toe. Dit leidt in 2020 tot een overheveling van EUR 94 miljoen van de begroting van BHOS naar de begroting van JenV. Hier bovenop komt een bedrag van EUR 5 miljoen vanwege de afrekening van de asieltoerekeing over 2019.
– In het kader van het steunpakket ter bestijding van de coronacrisis in ontwikkelingslanden zal het uitgavenbudget tijdelijk in 2021 met EUR 10 mln verslechteren. Deze mutatie zal met de tweede suppletoire begroting 2020 worden gecorrigeerd.
Ontvangsten
Artikel 5.2
Het ontvangstenbudget voor 2020 en verder is naar beneden aangepast. Dit omdat recente ramingen van terugbetalingen op leningen die worden beheerd door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO) een afloop laten zien.
Artikel 5.21
De ontvangsten van artikel 5.21 Ontvangsten OS zijn jaar-op-jaar relatief volatiel. Op basis van inschattingen over 2020 en verder zal het ontvangstenbudget in 2020 afnemen met EUR 5 miljoen en vanaf 2021 met EUR 10 mln.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Tegen |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 4 | Voor |
50PLUS | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Tegen |
Groep Krol/vKA | 2 | Voor |
Van Haga | 1 | Tegen |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.