Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 409 Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II (reparatie verhuurderheffing bij gedeeld genot huurwoningen)
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 16 april 2020
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging
over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De griffier van de commissie, Roovers
Algemeen
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de wijziging van de Wet maatregelen
woningmarkt 2014 II (reparatie verhuurderheffing bij gedeeld genot huurwoningen).
Zij hebben nog enkele vragen
De leden van de CDA-fractie lezen dat volgens de Hoge Raad de toerekeningsystematiek
in mede-eigendomsituaties leidt tot ongelijke behandeling van rechtens en feitelijk
vergelijkbare gevallen, zonder dat hier een redelijke en objectieve rechtvaardiging
voor is. Graag vernemen deze leden of dit gebrek niet eerder bekend had moeten zijn
en of sprake was van gebrekkige wetgeving.
De leden van de CDA-fractie onderschrijven de noodzaak tot herstel van het geconstateerde
gebrek aangezien de belastingheffing nu niet worden geëffectueerd ten aanzien van
huurwoningen die in mede-eigendom zijn. Deze leden delen de visie dat bij de invoering
van de verhuurderheffing het de bedoeling van de wetgever was dat ook huurwoningen
in mede-eigendom voor de verhuurderheffing in aanmerking worden genomen.
De leden van de CDA-fractie stemmen in met de voorgestelde werkwijze waarbij een huurwoning
in mede-eigendom niet langer volledig in aanmerking wordt genomen bij degene aan wie
de WOZ-beschikking is bekendgemaakt, maar bij iedere mede-eigenaar, naar rato van
de mate van zijn/haar eigendom.
De leden van de CDA-fractie vragen of voldoende bekend is bij betrokkenen dat een
mede-eigenaar die de WOZ-beschikking niet ontvangt of krijgt gedeeld, bij de gemeente
een medebelanghebbende-beschikking kan opvragen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat ingediende bezwaarschriften financiële gevolgen
zouden kunnen hebben die kunnen oplopen tot € 1,2 miljard voor het heffingsjaar 2019
en minstens zo veel voor 2020.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de verhuurderheffing bijzonder complex
wordt nu huurwoningen die deel uitmaken van een onverdeelde nalatenschap of van een
huwelijksgemeenschap alsmede die via een samenwerkingsverband expliciet verwerkt moeten
worden. Wordt de complexiteit niet te groot, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen van de regering tot reparatie verhuurderheffing
bij gedeeld genot huurwoningen. Deze leden hebben nog enkele vragen die zij aan de
regering willen voorleggen.
De leden van de D66-fractie constateren dat de verhuurderheffing wordt gerepareerd
met terugwerkende kracht tot 1 januari 2020 na aankondiging in december 2019. Deze
leden vragen of er vergelijkbare situaties zijn waarbij deze methode is toegepast
om wetgeving in te voeren.
De leden van de D66-fractie begrijpen dat wordt getracht de door de Hoge Raad geconstateerde
ongelijke behandeling met dit voorstel te repareren door mede-eigenaren naar rato
mee te laten tellen. Deze leden vragen zich af of er ook alternatieven voor deze vorm
van reparatie zijn onderzocht, en zo ja, waarom er uiteindelijk voor deze variant
is gekozen.
De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van het voorstel om de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II (reparatie
verhuurderheffing bij gedeeld genot huurwoningen) te wijzingen. Het wetsvoorstel betreft
een technische wijziging die voortvloeit uit arresten van de Hoge Raad. Deze leden
zullen zich in hun inbreng daarom beperken tot het voorliggende wetsvoorstel en niet
nader ingaan op het principiële standpunt ten aanzien van de verhuurderheffing. Kortheidshalve
merken zij evenwel op dat de leden van de fractie van GroenLinks geen voorstander
zijn van de huidige verhuurderheffing. Voor dit moment hebben deze leden enkele vragen
over het voorliggende wetsvoorstel.
De koepel voor woningcorporaties Aedes geeft in haar reactie over het wetsvoorstel
aan de Kamer aan dat met dit wetsvoorstel het vraagstuk rondom gedeeld eigendom wordt
opgelost in de wet maar nog niet met betrekking tot de RVV’s (heffingsverminderingen).
Aedes stelt dat een beschikking voor heffingsvermindering slechts aan één (rechts)persoon
kan worden afgegeven. Dit wordt niet gecorrigeerd in de wet. Hierdoor wordt per saldo
de heffing bij mede-eigendom nu gerepareerd, maar het aanvragen van heffingsvermindering
voor woningen welke in mede-eigendom worden gerealiseerd moeten belastingplichtigen
«maar in onderling overleg oplossen». Dit had, volgens Aedes, voorkomen kunnen worden
door de opzet van artikel 1.6a breder te maken en ook de heffingsverminderingen pro-rata
toe te kennen. De leden van de fractie van GroenLinks ontvangen graag een reactie
van de Minister op dit punt en vernemen graag hoe zij staat tegenover de gesuggereerde
oplossing.
Tot slot ontvangen de leden van de fractie van GroenLinks graag een nadere toelichting
van de Minister op de kritiek van de Raad van State op het punt van de terugwerkende
kracht. Kan de Minister hierbij ook ingaan op het feit waarom het kabinet niet eerder
heeft overwogen om het door de Hoge Raad geconstateerde gebrek te repareren? Wanneer
ontving het ministerie de eerste signalen dat er mogelijk sprake zou zijn van een
juridisch gebrek in de huidige regeling?
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel betreffende de reparatie van de verhuurderheffing
bij gedeeld genot van huurwoningen. Daarover hebben deze leden nog enkele vragen.
De leden van de PvdA-fractie vragen de regering uit te leggen waarom een beschikking
voor heffingsvermindering slechts aan een (rechts)persoon kan worden afgegeven. Waarom
moeten belastingplichtigen in onderling overleg besluiten over het aanvragen van heffingsvermindering
voor woningen die in mede-eigendom worden gerealiseerd? Kan de regering uitleggen
waarom niet gekozen is voor een model waarbij heffingsverminderingen pro-rata worden
toebedeeld? Deze leden vragen de regering om te reflecteren op het gebruik van de
terugwerkende kracht in de wet in het licht van de kritiek van de Raad van State.
Is dit middel de enige oplossing om oneigenlijk gebruik van de regeling tegen te gaan?
Heeft de regering andere opties overwogen in plaats van dit zware middel?
De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat het toepassen van de verhuurderheffing
in deze tijden van crisis kan leiden tot ongewenste effecten voor wat betreft de bouwproductie
om het woningtekort aan te pakken. Ziet de regering reden om aan te nemen dat de neerwaartse
druk op de bouwproductie groter is tijdens deze crisis? Deze leden vragen de regering
aan te geven welk effect het innen van de verhuurderheffing nu heeft op de voorgenomen
bouwplannen. In welke mate kan een verlaging van de heffing leiden tot een hogere
bouwproductie? Ziet de regering het gevaar dat het volledig in stand houden van de
heffing samen met de coronacrisis de bouwdoelstellingen in gevaar kan brengen? De
leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat een korting op de verhuurderheffing
soelaas kan bieden. Erkent de regering dat de verhuurderheffing verhindert dat er
meer betaalbare woningen worden gebouwd? Welke maatregelen kan de regering treffen
om te zorgen voor voldoende betaalbare huizen? Is de regering bereid om in deze tijd
van crisis anticyclisch bouwbeleid te bevorderen zodat orderportefeuilles gevuld blijven?
De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering de mening deelt dat door de verhuurderheffing
er minder financiële ruimte is voor onder andere woningcorporaties om huurders in
deze moeilijke tijd financieel bij te staan. Constateert de regering hieromtrent al
problemen? Welke financiële ruimte kan geboden worden om woningcorporaties de ruimte
te bieden hun huurders te ondersteunen? Zou een korting op de verhuurderheffing een
van de instrumenten kunnen zijn? Deze leden vragen of de regering kan aangeven in
hoeverre deze reparatie kan leiden tot stijgingen in de huurprijzen. Deelt de regering
de mening dat dit voorkomen zou moeten worden? Is het mogelijk om met een korting
op de verhuurderheffing hogere lasten voor verhuurders te compenseren om huurverhogingen
te voorkomen?
Tot slot vragen de leden van de PvdA-fractie of de regering de negatieve effecten
van de verhuurderheffing op de woningbouwproductie en huren in de gaten kan houden,
en tijdig maatregelen treft om deze neveneffecten te voorkomen dan wel te verzachten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
C.J.M. Roovers, griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Tegen |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Tegen |
SP | 14 | Tegen |
PvdA | 9 | Tegen |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 4 | Tegen |
50PLUS | 3 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Voor |
Groep Krol/vKA | 2 | Voor |
Van Haga | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.