Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de themarapportage Fries in het primair en voortgezet onderwijs (Kamerstuk 31293/31289-491)
2020D09152 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister
voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media d.d. 6 december 2019 inzake de themarapportage
Fries in het primair en voortgezet onderwijs (Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 491).
De voorzitter van de commissie, Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic
Inhoud
Blz.
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
2
•
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
5
II
Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
6
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de themarapportage
Fries in het primair - en voortgezet onderwijs «Sizzen is neat, mar dwaan is in ding»
van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: onderwijsinspectie). De leden vinden de
aanbiedingsbrief van de Minister bij de themarapportage wel erg summier. De leden
hebben nog een aantal vragen en/of opmerkingen.
De leden vinden het belangrijk dat de Friese taal, de tweede officiële rijkstaal,
behouden blijft en het gebruik wordt gestimuleerd. Niet alleen de provincie Fryslân
heeft daarin een rol, ook het Rijk. Onderwijs is daarbij, volgens de leden, een belangrijke
factor. Hoe ziet de Minister zijn rol naast die van de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties, zo vragen de leden.
De leden vinden het goed om te lezen dat leerlingen graag meer Fries willen leren
verstaan, lezen en schrijven. Teleurstellend is dat, volgens de onderwijsinspectie,
bestuurders in het basisonderwijs weinig urgentie voelen om zich in te spannen voor
het Fries. Wat vindt de Minister daarvan?
De leden vinden het belangrijk dat er een versnelling gaat plaats vinden als het gaat
om het Fries in het onderwijs. Nu hebben het Rijk en de provincie Fryslân als doel
gesteld dat in 2030 alle scholen in het Friese taalgebied voldoen aan alle kerndoelen
voor het Fries. Hoe kan een versnelling gerealiseerd worden? Een belangrijk punt is
het aantal ontheffingen dat de provincie Fryslân geeft voor het Fries in het onderwijs.
In hoeverre heeft de Minister met de provincie Fryslân daarover gesproken met als
doel om het aantal ontheffingen te verminderen? Zo nee, waarom heeft de Minister daarover
nog niet met de provincie gesproken en wanneer gaat het overleg daarover dan wel plaatsvinden,
zo vragen de leden.
De leden lezen in de themarapportage een aantal aanbevelingen. Kan de Minister een
appreciatie geven van de aanbevelingen die zijn gedaan om de kwaliteit van het Fries
in het onderwijs te verbeteren? Ook voor degenen die niet voor de Minister c.q. het
Rijk zijn. Kan de Minister aangeven hoe hij ervoor gaat zorgen dat de aanbevelingen
ook opvolging krijgen? Welke rol ziet hij daar voor zichzelf, dan wel voor de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als coördinerend Minister voor de Friese
taal? Wat is het krachtenveld tussen de Minister, de onderwijsinspectie, de provincie
en de schoolbesturen/schooldirecteuren, zo vragen de leden.
De leden lezen verschillende voorstellen om de kwaliteit van het schoolvak Fries te
verbeteren, onder andere het verhogen van het ambitieniveau van de provincie. Welke
mogelijkheden ziet de Minister om daarbij te ondersteunen? Zo ja, welke mogelijkheden?
Zo nee, waarom niet? Welke overleg vindt daarover plaats met de provincie Fryslân,
zo vragen de leden.
De leden lezen dat binnen de curriculumherziening van de kerndoelen het ontwikkeltraject
van het vak Fries parallel loopt aan het traject van de andere vakken. De leden vragen
waarom er een uitzondering is gemaakt voor het vak Fries binnen dit traject, aangezien
niet het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de opdrachtgever is maar
de provincie Fryslân. In hoeverre heeft dit invloed op het traject van het vak Fries
binnen de curriculumherziening? Op welke manier spelen docenten, leerlingen en ouders
een rol in het ontwikkeltraject van het vak Fries? Op welke manier neemt de Minister
de uitkomsten van de trajectherziening Fries mee in het traject van Curriculum.nu,
zo vragen de leden.
De leden lezen dat in 2010 de stuurgroep Decentralisatie Friese taal adviseerde aan
de provincie Fryslân over de decentralisatie van bevoegdheden van het Rijk naar de
provincie. Een van die adviezen van de stuurgroep was om de kosten van het onderwijs
Fries beter in beeld te brengen, zodat ook de bekostiging geëvalueerd kon worden.
In de recente herziening (vereenvoudiging) van de onderwijsbekostiging is dit advies
echter niet betrokken. Waarom heeft de Minister dat advies niet betrokken? Op welke
manier gaat de Minister dit alsnog doen, zo vragen de leden.
De leden lezen dat het onderzoeksrapport van McKinsey over de bekostiging van het
primair, voorgezet en (voortgezet) speciaal onderwijs, in maart 2020 aan de Kamer
wordt aangeboden. In hoeverre wordt in dit onderzoek specifiek aandacht besteed aan
het vak Fries? Kan de Minister zodra dit rapport verschijnt een specifieke appreciatie
geven waar het gaat om het vak Fries en wat hij met de uitkomsten van het rapport
gaat doen als het gaat om het Fries? In hoeverre is er straks nog aanvullend onderzoek
nodig specifiek voor de bekostiging voor het Fries? Hoelang zou aanvullend onderzoek
nog duren? De onderwijsinspectie geeft aan dat, indien er een daling is van het lerarenaantal,
het duurder is om een klein vak te behouden. In hoeverre onderschrijft de Minister
dit? Vindt de Minister het behouden van «een klein vak» als Fries, de tweede officiële
rijkstaal, belangrijk, zo vragen de leden.
De leden lezen dat er wordt aanbevolen om leerkrachten te stimuleren om gebruik te
maken van het beschikbare scholingsaanbod. Hoe gaat de Minister en/of de provincie
dit bewerkstelligen? In een eerder schriftelijk overleg1 hebben de leden gevraagd naar de subsidieregelingen die kunnen bijdragen aan het
tekort aan bevoegde leraren Fries. De subsidieregeling aanpak lerarentekort en de
regeling zij-instroom werden toen genoemd. Hoe wordt hier gebruik van gemaakt? Hoe
worden deze mogelijkheden onder de aandacht gebracht van (besturen van) onderwijsinstellingen?
Wat wordt er aan gedaan om leerkrachten te stimuleren, zo vragen de leden.
De leden lezen dat minder dan de helft van de leerlingen (zowel in het primair onderwijs
als in het voortgezet onderwijs) zegt de lessen Fries leuk en leerzaam te vinden.
Hoe kan het vak aantrekkelijker worden gemaakt voor leerlingen? Ziet de Minister ook
nog nieuwe mogelijkheden om buiten de klassieke manier van lesgeven/lespakketten ook
nog via andere wegen de kwaliteit van het schoolvak Fries te verbeteren? Zo ja, wat
is de rol van Minister hierin? Tegelijkertijd lezen de leden dat het aantal studenten
dat begint aan een lerarenopleiding Fries door de jaren heen een grillig beeld laat
zien. Op welke manieren kunnen studenten aan de lerarenopleiding een minor Fries volgen
en wie bekostigt deze minoren of bijvakken? In hoeverre worden studenten gestimuleerd
om Fries te kiezen als bijvak, zo vragen de leden.
Hoe verhoudt de discussie over het dalende taalniveau van jongeren landelijk zich
tot het taalniveau van jongeren uit de provincie Fryslân? Gaat het taalniveau van
jongeren uit Fryslân mee in de dalende trend? Is er een verschil in deze trend voor
jongeren die Fries als moedertaal hebben, zo vragen de leden.
De leden lezen dat het vak Fries meer aandacht verdient in het vmbo2. Hoe kan de Minister hieraan bijdragen en het stimuleren? Wat gaat de Minister op
dit punt doen? Is de Minister het met de leden eens dat het wenselijk is om hier ook
naar te kijken, omdat deze leerlingen baat hebben bij een goede spreek- en luistervaardigheid
in het Fries? In het mbo3 is Fries geen verplicht vak. Toch wordt het op Friese mbo-opleidingen steeds vaker
wel gegeven. Wat is daarvoor de reden? Wat vindt de Minister hiervan? Daarnaast lezen
de leden dat mbo’s constateerden dat steeds minder jongeren zich echt goed redden
in het Fries. De leden merken op dat er daarom afspraken zijn gemaakt en de keuze
om Fries als verplicht vak op het rooster te zetten in de niveau 1- en 2-opleidingen.
Waarom is deze keuze beperkt gebleven tot mbo-niveau 1 en 2? Ziet de Minister mogelijkheden
om binnen de vastgestelde taalcode Fries deze verplichting ook te laten gelden voor
mbo-niveau 3 en 4, zo vragen de leden.
De leden lezen dat het onderzoek «Fries in het primair en voortgezet onderwijs» expliciet
ingaat op de aanbeveling om te kijken of het Fries juist in het vmbo meer aandacht
kan krijgen. Vo4- en mbo-besturen zouden dit samen kunnen onderzoeken. Vmbo-leerlingen, doorgaans
de latere mbo-studenten, hebben baat bij en goede spreek- en luistervaardigheid. Daar
zou meer nadruk op moeten liggen in het vmbo-onderwijs. Bent u het eens met deze constatering?
Op welke manier bent u van plan om meer nadruk te leggen op goede spreek- en luistervaardigheid
binnen het vmbo-onderwijs?
De leden vinden het daarnaast belangrijk om te kijken naar de rol van de onderwijsinspectie.
Er is nu een themarapportage verschenen die in 2025 en 2031 zal worden herhaald. Maar
de vraag was en is wat de rol van de onderwijsinspectie is, buiten deze rapportage
(eenmaal per zes jaar). Wat doet de onderwijsinspectie verder bij het toezicht op
het onderwijs in de Friese taal? Daar wordt namelijk vooral heen en weer gewezen.
Welke oplossingen ziet de Minister om samen met de provincie Fryslân en de onderwijsinspectie
vanuit Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te kijken hoe we dat kunnen verbeteren,
zodat er beter toezicht is op de Friese taal in het onderwijs, zo vragen de leden.
De provincie Fryslân heeft in de media aangegeven dat zij graag de toezichthoudende
taken van de onderwijsinspectie voor het Fries wil overnemen. In hoeverre is hierover
overleg met de Minister? Wat vindt de Minister van deze suggesties, zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van
de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media d.d. 6 december 2019 inzake
de themarapportage Fries in het primair en voortgezet onderwijs. Zij hebben hier nog
enkele vragen over.
Allereerst zouden de leden graag cijfers willen hebben rondom het vak Fries in het
primair – en voortgezet onderwijs. Hoeveel leerlingen volgen het vak Fries op het
primaire onderwijs en het voortgezet onderwijs? Hoe ontwikkelen deze aantallen zich
door de jaren heen? Hoe komt het curriculum voor het vak Fries tot stand? Ontvangen
scholen nu subsidie om het vak Fries aan te bieden? Zo ja, hoeveel en hoe is dit geregeld?
Worden aanvullende stimuleringsmaatregelen aangeboden om scholieren voor het vak Fries
te enthousiasmeren? Zo ja, welke? Zo nee, is de Minister van mening dat het voor Friesland
belangrijk is het vak Fries populairder te maken onder Friese scholieren, zo vragen
de leden.
De leden zijn verheugd met het onderzoek van de onderwijsinspectie en de aanbevelingen
die zij doet om het schoolvak Fries te verbeteren. Zij vragen op basis waarvan de
onderwijsinspectie haar aanbevelingen doet? Is dat slechts op basis van reacties van
schoolbesturen of liggen hier nog andere rapporten aan ten grondslag?
Eén aanbeveling betreft het stimuleren van leerkrachten om gebruik te maken van het
beschikbare scholingsaanbod voor het vak Fries. De leden vragen hoe er onder leerkrachten
meer bewustwording kan komen om gebruik te maken van het (vaak gratis) beschikbare
scholingsaanbod voor het vak Fries.
De onderwijsinspectie zegt dat zij in gesprek gaat met de provincie Fryslân om het
taalonderwijs Fries op een hoger plan te brengen. De leden vragen binnen welk termijn
dat gaat gebeuren.
In het rapport van de onderwijsinspectie lezen de leden dat de meeste besturen nauwelijks
sturen op het aanbod of de kwaliteit van het onderwijs in het vak Fries. Wat is de
reden dat besturen niet sturen op de aanbod en kwaliteit van het vak Fries?
Ook wordt geconstateerd dat slechts minder dan de helft van de leerlingen in het primair -
en voortgezet onderwijs de lessen Fries leuk en leerzaam vinden. Toch blijkt ook dat
de leerlingen aangeven het Fries een belangrijk vak te vinden en zij graag beter Fries
willen leren spreken. Hoe verhoudt zich dat tot elkaar? Heeft dat te maken met hoe
het Fries wordt gegeven? Sluit het lesmateriaal en het niveau van de docenten wel
voldoende aan op het onderwijsniveau, zo vragen de leden.
De onderwijsinspectie beveelt in haar rapport aan op het vmbo meer aandacht te geven
aan het Fries. Welke rol kan en wil de Minister daarin spelen om dat te bevorderen,
zo vragen de leden.
De leden zouden graag willen weten wat de reactie van de Minister is op de vaststelling
dat de rijksbekostiging voor Friese scholen niet hoger is dan elders in Nederland,
maar Fries op deze scholen wel een extra verplicht vak is. Erkent de Minister deze
scheve verhouding, zo vragen de leden.
Naast het vak Fries, blijkt dat ruim 16 procent van de Friese basisscholen niet het
streefniveau op gebied van rekenen en taal nieuwe stijl haalt5. Deze leden vragen wat de relatie hiermee is tot het vak Fries. Hoe komt het dat
basisscholen in Friesland het procentueel gezien slechter doen dan het landelijk gemiddelde
als het gaat om taal en rekenen? Houdt de onderwijsinspectie ook rekening met het
Fries als taal, zo vragen de leden.
II Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.